Inhoud blog
  • Het laatste verhaal van deze reis
  • Cuenca, Riobamba en Banos
  • Galapagos
  • Puerto Lopez - Isla de la Plata - Guayaquil
    Zoeken in blog

    Laatste commentaren
  • m (Margaret)
        op Galapagos
  • m (Margaret)
        op Puerto Lopez - Isla de la Plata - Guayaquil
  • jan van gent (José)
        op Puerto Lopez - Isla de la Plata - Guayaquil
  • Hallo (Marie Ann)
        op Van Monteverde tot Manuel Antonio
  • saludos de Merksem (Denise en Wilfried)
        op La Fortuna, Nuevo Arenal en Cano Negro.
  • An en Jos gaan vreemd.
    Verslagen van een reis door Midden- en Zuid-Amerika
    19-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Galapagos

    Het wordt dus Galapagos. We zijn nu in de buurt (of toch ongeveer) en het hotel waar we logeren in Guayaquil is vertegenwoordiger van 'Metropolitan Touring' en gerechtigd lege plaatsen als 'last minutes' te verkopen.


    De voorbereiding.


    Last minutes zijn een goede zaak, maar hier gaat het ook echt om last minutes. Vrijdag beslissen we om te gaan als de prijs meevalt, zaterdag onderhandelen we met de vertegenwoordiger van de reisorganistatie over geld en dezelfde dag boeken we een vijf-daagse cruise naar de Galapagoseilanden.

    Twee kleine probleempjes: de cruise vertrekt van op Baltra-eiland (een van de Galapagoseilanden waar een luchthaven is), dus we moeten daar geraken. Ten tweede: banken hebben de vervelende gwoonte om 'voor onze eigen veiligheid' limieten te stellen aan onze uitgaven.

    Het eerste probleem is vlug opgelost: even online rondkijken, uitzoeken welke vlucht er naar Baltra vliegt op maandag (dan begint onze cruise) en online boeken en betalen. Het tweede ligt wat moeilijker, het is immers weekend en alle banken zijn dicht in België. Dus maar een mail gestuurd en hopen dat alles in orde komt. Dank zij het tijdsverschil en de medewerking van Argenta, zijn onze financiën in orde tegen maandagmorgen plaatselijke tijd (in België is het dan al namiddag).


    Op cruise.


    Van dat moment af verloopt alles supervlot. Op de luchthaven staat een vertegenwoordiger met een bordje 'Santa Cruz II' (de naam van onze boot) die ons doorverwijst naar een wachtende bus. De bagage volgt in een vrachtwagentje. Een ritje van tien minuten naar de haven en ..... daar zien we onze boot vijfhonderd meter verder in zee drijven.

    Geen nood. Iedereen krijgt een reddingsvest aan en wordt in een grote rubberboot geholpen. We varen naar de boot, nog even een moeilijke overstap in volle zee en dan kan de cruise beginnen.


    De Santa Cruz II is een luxe-passagiersschip. Er is plaats voor negentig passagiers, maar er zijn op deze reis maar drieenzestig mensen aan boord. Die mensen worden bediend door vijfenvijftig bemanningsleden: zeelui (kapitein, stuurlui, matrozen, ....) hotelpersoneel (koks, kelners, kamerbediendes, barpersoneel ...) en 'naturalists' (gidsen).

    De kamers zijn fantastisch: ultramodern, smetteloos, airco, douche, ..... Drie maal per dag (tijdens het eten en gedurende de uitstappen) worden de kamers nagekeken en worden eventueel de handdoeken vervangen, wordt de shampo aangevuld, wordt er gepoetst, het bed wordt terug opgemaakt ... zodat je elke keer terug in een kamer komt die nog niet gebruikt schijnt te zijn! Er ligt ook telkens een praline op het hoofdkussen.


    De maaltijden zijn een feest. De chef is een Oostenrijker en de souschefs zijn Koreaans en Peruaans, wat een mix van Europese, Aziatische en Zuid-Amerikaanse gerechten garandeert. Elke morgen en middag is er een zeer uitgebreid buffet. 's Middags dikwijls rond een thema (de Mexicaanse keuken, ....) en telkens met een uitgelezen reeks vis- en vleesgerechten. Het avondmaal is telkens 'à la carte', met bediening aan tafel.


    Elke avond, na de briefing (wat is er morgen te doen?) zijn er hapjes in de bar: sushi, barbeque, .... Gelukkig duurt dit maar vijf dagen, anders wogen we elk honderd kilo!


    En dan waarvoor we naar hier gekomen zijn: de geweldige natuur van de Galapagos eilanden.


    De uitstappen.


    Elke dag doen we twee uitstappen: één in de voormiddag en één in de namiddag. Die uitstappen gebeuren in kleine groepjes (zes tot acht mensen) onder leiding van een gids. Onze vaste gids is Lola: een zeer ervaren en deskundig persoon op gebied van vogels, planten, rare beesten, vulkanen en vooral op het gebied van evolutieleer en de aanpassing van dieren en planten aan het milieu.

    Elk van de eilanden is verschillend en heeft een eigen fauna en flora. Op een eiland waar bijvoorbeeld geen dagroofvogels voorkomen, heeft een uil zich aangepast en die jaagt nu overdag. Op een andere plaats komen geen spechten voor en daar heeft een vink zich aangepast: door gebruik te maken van een stekel van een cactus, haalt zij de insecten uit de bomen en cactussen. De oorspronkelijke 'gewone' vinken hebben zich zodanig aangepast dat er nu veertien soorten 'Darwinvinken' op de eilanden te vinden zijn.


    Elk eiland was een wondere ontdekking van het aanpassingsvermogen van planten en dieren. De variatie aan vogels en planten was verbazingwekkend. We zien dan ook een heel aantal bijzondere dieren: de blauwvoeten en roodvoeten (die we al kennen), pinguins, speciale spotvogels, lavareigers en bijzondere meeuwen (aangepast aan 's nachts jagen!), leguanen en lavahagedissen. Op deze wijze doen we zes eilanden aan. De verplaatsingen van ons cruiseschip gebeuren tijdens de maaltijden of 's nachts.


    Elke keer varen we met de rubberboot naar de wal (het is overal te ondiep om aan te meren) en bijna altijd is er een 'wet landing': schoenen uit, broek oprollen en door het water naar het strand. Op sommige dagen wordt de wandeling vervangen door een 'panga-ride'. Een panga is een grote rubberboot. Je vaart dan rond een eiland om de broedende vogels op de klippen te bekijken. Op andere momenten kan je kiezen tussen snorkelen en een rondvaart in een glasbodembooot om de vissen te bekijken. Telkens we terug aan boord komen staat de bemanning klaar met een verfrissing.


    Afscheid van de eilanden.


    Maar aan alles komt een einde, ook aan deze fantastische cruise. Als laatste activiteit bezoeken we een schildpadden 'breeding farm'. De beroemde reuzenschildpadden van de Galapagoseilanden zijn op een aantal eilanden praktisch verdwenen. In de jaren achttienhonderd werden ze massaal gevangen en als levend proviand meegenomen op de zeilschepen. Deze schildpadden kunnen namelijk bijna een jaar zonder eten of drinken. Ze werden dus gevangen en in reusachtige stapels in het ruim van de schepen opgeslagen. Als er behoefte was aan vlees, werden een paar schildpadden geslacht en was er weer voedsel voor iedereen. Tussen haakjes: ook Charles Darwin heeft hier nog reuzenschildpad gegeten.

    Nu doet men een poging om de schildpadden te kweken in 'breeding farms' (grote omheinde weiden waar ze in het wild leven, maar nog wel bijgevoederd worden) om ze later terug te zetten op de eilanden waar ze (of hun ouders) vandaan kwamen. Tussen haakjes: bijna elk eiland heeft (of had) een eigen ondersoort reuzenschildpad, aangepast aan dat eiland.


    Vermits onze terugvlucht pas over vijf dagen is, blijven we nog even alleen op de Galapagos: twee dagen op San Christobal en drie dagen op Santa Cruz. Hier doen we onze vogelwandelingen en worden we terug gewoon aan het veel soberder landleven. Op San Christobal vallen de enorme aantallen zeeleeuwen op: elke avond zitten er tientallen op de kade; ze kruipen op de banken, liggen op de drempels voor de huizen ... je moet opletten dat je er niet op trapt.

    Op Santa Cruz huren we een taxi en gaan we naar de 'highlands'. Dit is een van de weinige plaatsen waar toeristen mogen komen (heel de groep eilanden is natuurgebied en er zijn zeer strikte regels waar je mag komen en wat je er mag doen) en waar nog reuzenschildpadden in het wild leven. We zien een aantal van die voorhistorische monsters (ze zijn werkelijk heel gigantisch!). Hier bezoeken we ook de lavatunnels en twee vulkaankraters. En dan is het tijd om verder te gaan.


    De terugtocht.


    De terugvlucht is geboekt. Eerst met de taxi naar het busstation, dan met de bus naar de haven. Daar overzetten naar Baltra, waar een bus wacht om ons naar de luchthaven te brengen. Daar komen we op tijd aan om te horen dat onze vlucht een uur vertraging heeft. Dat uur worden er twee en tenslotte vertrekken we twee en een half uur later dan gepland terug naar Guayaquil.
    De rest horen jullie later.

    Dierenfoto's : http://observado.org/user/photos/50424


    Foto's : zie hieronder.



































    19-03-2017 om 23:08 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    13-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Puerto Lopez - Isla de la Plata - Guayaquil

    Puerto Lopez.

    Wie praat over carnaval in Zuid -Amerika denkt ongetwijfeld aan lichtbruine, in enkele veren gehulde dames die wulpse samba's dansen. Dat is spijtig genoeg niet het geval in Puerto Lopez! Het carnaval wordt hier gevierd door andere mensen met water nat te spuiten en/of met kleurstof te bestrooien. Om maar te zeggen dat we als eerste halte Puerto Lopez hebben uitgekozen.

    Het is een klein stadje aan zee, vol hotelletjes en restaurantjes waar men heerlijke ceviche en andere visgerechten serveert. Naast een beetje visvangst, leven de mensen hier vooral van het toerisme. In de zomer komen hier drommen toeristen naar de voorbijtrekkende en parende walvissen kijken en voor de rest van het jaar verhuurt men boten en gidsen voor tochten naar het 'Isla de la Plata'.

    We nemen onze intrek in een eenvoudig hotelletje, op het einde van 'de dijk', waar we weing last hebben van feestvierders en doorgaand verkeer. We doen elke morgen onze vogelwandeling en genieten voor de rest van het eten, luieren, lezen en van onze airco. Het is hier ondertussen dertig graden! Heel speciaal: het vervoer gebeurt hier met 'tuctucs', zoals in Azië.

    Isa de la Plata.

    Zo'n veertig kilometer (twintig zeemijl) voor Puerto Lopez ligt het eiland 'Isla de la Plata'. Je kan het enkel bereiken na een boottocht van een uur. We reserveren een plaatsje in een boot, spreken met een gids af dat we niet gaan om te snorkelen, maar dat we de lange vogelwandeling willen doen en de dag erna kunnen we vertrekken.

    Onze boot is gevuld met acht Nederlanders en wij. Een uurtje op zee zonder veel avontuur en dan landen we. Er is geen steiger, dus het wordt een 'wet landing': schoenen uit, broekspijpen opgerold en door het water naar het strand waden. Dan wordt de groep opgespitst: de Nederlanders kiezen voor een korte wandeling en snorkelen en wij gaan voor de lange wandeling.

    Op zoek naar een mytische vogel.

    Isla de la Plata is de broedplaats voor verschillende soorten zeevogels. We vertrekken achter onze gids en na een stevige klim (bij een temperatuur van dertig graden) bereiken we de eerste hoogte van het eiland. Vandaar hebben we een prachtig zicht op de vogels die broeden op de steile rotsen die uit zee oprijzen.

    Hier zien we voor het eerst een vogel die we enkel kenden uit een lied: de blauwvoet!. Wie heeft vroeger in de jeugdbeweging niet het lied meegezongen dat eindigde met de woorden: 'vliegt den blauwvoet, storm op zee'? Wel hier is hij dan. Ze zitten hier massaal te broeden vlak naast het pad en je moet uitkijken dat je niet per ongeluk op kleine blauwvoetjes trapt. Tussen haakjes, wat die blauwvoetgent in onze Vlaamse liederenschat komt doen is ons een raadsel. Het beest komt niet voor in Europa en het is ook geen heraldisch dier of zo. Hoe dan ook, hij bestaat en we hebben hem gezien.

    Naast de blauwvoet vinden we hier een collega van hem met rode voeten, een kolonie fregatvogels waar de mannetjes om de wijfjes te imponeren hun keelzak opblazen, de mooie 'tropic bird' en nog vele andere en mooie vogels. De ellende is alleen dat het hier ondertussen minstens vijfendertig graden is geworden, dat de weg maar blijft stijgen en we de uitputting (en een hitteslag) nabij zijn. We kunnen echter niet terug en moeten onze tocht van drie en een half uur voltooien, want de boot wacht op ons aan de overzijde van het eiland.

    De terugvaart is bijzonder, want opeens zien we zo'n dertig meter van onze boot een grote walvis opduiken. Het gaat hier om 'Bryde's whale', een walvis die niet wegtrekt maar heel het jaar in deze tropische wateren blijft. Indrukwekkend!

    Terug naar het noorden.

    De volgende dag doe ik nog een klein vogeltochtje (van zes tot acht) alleen met de gids (An lijdt nog onder de gevolgen van de hitte gisteren) en daarna vertrekken we terug naar Guayaquil.

    Bustochtje van vier uur, taxi van het busstation naar ons hotel (gevonden in de 'Lonely planet', we vertrouwen de boekingsites niet meer en het internet was bovendien te zwak om te kunnen boeken).

    Het hotel valt mee. Beetje ouderwets maar uiterst proper, ruime kamers, heel goede douches, goede airco en vriendelijk personeel. Hier blijven we een dag of twee, bezoeken de 'malecon' (een wandelweg/wandelpark langs de rivier) en gaan nog eens naar het 'Isla Santay', het eiland (natuurreservaat) dat hier midden in de rivier ligt.

    Hier moeten we beslissen wat onze volgende stap wordt: met de bus naar Quenca of toch het vliegtuig naar de Galapagoseilanden. Wat het wordt, lezen jullie in het volgende verslag.

    Dierenfoto's : http://observado.org/user/photos/50424

    Foto's : zie hieronder.





















    13-03-2017 om 20:30 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    01-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ecuador - Het begin

    Door middel van drie vluchten en na elf en een half uur onderweg te zijn geweest, landen we in Guayaquill, op dit ogenblik de grootste stad van Ecuador.

    We worden opgewacht door Guy Mennen, een priester uit Wommelgem, die hier (mede)initiatiefnemer is bij verschillende projecten. We worden heel hartelijk welkom geheten door Guy en onmiddellijk meegevoerd naar de Casita Belga waar een kamer voor ons is gereserveerd. Ook het zwembad is op temperatuur!


    Voor we verder gaan een paar woordjes uitleg over het werk van 'Eslabon social' (Guy Mennen en Henri Bolanos) hier in Guayaquill.


    Opgericht in 2008 wil de VZW Eslabon Social (sociale schakel) ontwikkelingsprojecten oprichten en steunen in en rond Guayaquill. Het gaat steeds om kleine projecten, met steun en inspraak van de betrokken mensen en met als doel die projecten op termijn zelfstandig te laten werken en groeien. Het geld voor die projecten komt voor een deel van sponsors, van acties in België en voor een deel van inleefreizen en verhuur van kamers in het gastenverblijf 'Casita Belga'.

    Meer informatie: http://www.casitabelga.be/Index_NL.html

    en http://www.eslabonsocial.be/home.html


    De tweede dag beginnen we al met onze tocht door de wijk. Na een korte vogelwandeling (achter de casita ligt een klein mangrovegebied) bezoeken we met Guy een paar projecten in de stad.


    We gaan naar het zorgcentrum, waar ernstig gehandicapte mensen verzorgd worden, we wandelen langs de ateliers waar een kunstschool voor kinderen uit de buurt gevestigd is, we bezoeken een nieuwbouwproject waar vier doorgangsappartementen gebouwd worden voor daklozen, we zien de plaats waar binnenkort een winkel geopend wordt waar produkten van de haciënda verkocht kunnen worden ... Heel pakkend en fantastisch wat hier op enkele jaren al bereikt is! De haciënda zelf kunnen we niet bezoeken, want door de hevige regenval van de laatste dagen is de weg onberijdbaar.


    Dan trekken we voor een week met Guy en familie naar de kust. De vader van Guy is vorige week overleden en Guy heeft zijn moeder mee naar Ecuador gebracht als afleiding.

    We vestigen ons in Salinas, in een eenvoudig hotel. Van daaruit doen we met Guy een paar interessante uitstappen in de buurt.

    We bezoeken eerst een moderne vissershaven en de kraaknette fabrieken waar de vis verwerkt wordt. Na een schotel heerlijke verse scampis trekken we verder naar de 'Chocolateria', het meest westelijke punt van Ecuador. Vandaar wandelen we langs de kust naar de zeeleeuwenkolonie. Een lekkere vismaaltijd besluit de dag.

    We huren ook een boot om het broedeiland van de fregatvogels te bezoeken. Heel indrukwekkend: naar schatting drie à vierduizend vogels en minstens evenveel muggen! Onderweg zien we verschillende dolfijnen. 's Middags gaan we verse oesters eten in Playas: rauwe oesters als voorgerecht en één gegratineerde oester al hoofdmaaltijd. Die ene oester (het beest, niet de schelp) was zo groot als een stevige hand en ontzettend lekker.


    Een andere uitstap brengt ons naar La Rosa, een authentiek, ouderwets vissersdorp. De vissers varen hier binnen en de vis wordt ter plaatse verwerkt: enorme tonijnen en haaien worden ontdaan van ingewanden en in bakken met ijs gelegd om vervoerd te worden naar alle delen van het land. In kleine lokaaltjes staan vrouwen vis te fileren en in te pakken om verkocht te worden. Overal cirkelen hongerige fregatvogels en gieren rond om stukjes van het afval op te pikken.

    In de namiddag bezoeken we een zoutwinning. Het bedrijf bestaat uit een aantal grote bassins, uitgegraven in de bodem, waar zeewater in stroomt. Dan wordt de vergaarbak afgesloten, zodat het water kan verdampen en het zout achterblijft. Dit proces wordt zeven maal herhaald, waarna met buldozers de zoutlaag van de bodem wordt afgeschraapt en op enorme zoutbergen wordt opgeslagen.


    We bezoeken ook een klein museum met opgegraven voorwerpen uit de pre-Inca periode. In die tijd leefden in het huidige Ecuador een hele reeks indianenstammen die elk een verschillende en soms zeer kunstzinnige cultuur hadden met eigen kunstvormen, begrafenisriten ... Met de komst van de Inca's verdwenen die culturen en werden opgenomen in (of overheerst door) de veel sterkere Incacultuur.


    Vervolgens trekken we naar Montagnita, een ex-hippiedorp, nu een soort tropisch Blankenberge vol backpackers. Heel gezellig en sfeervol.


    We brengen uiteraard ook een bezoek aan Salinas zelf. We maken een lange wandeling over de dijk, bezoeken de soevenierkraampjes, we kijken vol bewondering naar de hoge appartementsgebouwen, gaan lekker eten ... en dan wordt het tijd om terug te keren naar Guayaquill.


    Op de terugrit rijden we weer door het grootste petroleum- en gaswinningsgebied van Ecuador. De gele 'Ja-knikkers' (petroleumpompen) staan tot in de dorpskernen!


    Op onze laatste dag doen we 's morgens een wandeling langs het mangrovegebied en na het ontbijt gaan we met Hilde (een medewerkster van Casita Belga die hier op het ogenblik zeven Belgische stagiaires begeleidt) en Theo en Astrid (twee Belgen die hier ook logeren) op uitstap naar Isla Santay. Dit eiland ligt midden in de rivier die door Guayaquill stroomt en is natuurgebied. We zien hier een aantal vogels en ... een paar grote inheemse krokodillen.


    En dan wordt het tijd om verder te trekken. We zijn nu een dikke week in Ecuador en dank zij Guy en de mensen van Casita Belga hebben we hier op een onvergetelijke wijze kennis kunnen maken met Ecuador. We hebben (bijna) alle dingen gezien die we (in het zuiden) gepland hadden en nu gaan we op eigen kracht verder .... met spijt in het hart.


    Groetjes


    Dierenfoto's : http://observado.org/user/photos/50424


    Foto's : zie hieronder.




























    01-03-2017 om 03:59 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ecuador

    Hallo allemaal,

    We zijn al enkele dagen in Ecuador en zitten in de 'Casita Belga' in Guayaquil (zoek maar eens op op het internet). We worden hier geweldig opgevangen en zijn nu met Guy (de stichter) en zijn moeder voor enkele dagen naar de kust. 

    Binnen enkele dagen volgt een meer uitgebreid verslag

    Groetjes

    An en Jos

    23-02-2017 om 00:13 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laatste loodjes in Costa Rica

    Na de verjaardag van An is het weer tijd om verder te trekken. Aan de kust wordt het stilaan te warm, dus terug het binnenland in.


    Eerste halte: San José.
    We hebben netjes op voorhand tickets gekocht en toch maar weer een hotel gereserveerd (nu via een andere boekingsite!), dus we zitten gebeiteld. Eerst een korte rit naar Quepos, daar even wachten en dan de bus naar San José. Na een aangename rit belanden we in de hoofdstad. Even zoeken en we vinden ons hotel. Dat ziet er heel goed uit, maar... onze kamer blijkt weer niet gereserveerd. Er is blijkbaar iets heel erg mis met de boekingsites in Midden-Amerika!

    Gelukkig is het personeel heel behulpzaam en na even rondbellen vinden zij voor ons een hotel aan dezelfde prijs, juist om de hoek.


    In de aap gelogeerd.
    We krijgen een mooie kamer: airco, TV, badkamer met toilet en warm water. Er is een zitkamer, een keuken die we kunnen gebruiken, gratis koffie heel de dag ... en een receptie die alleen maar Spaans spreekt. Onze eerste taak is zorgen voor tickets naar Ecuador, wat ons vrij vlot lukt.


    Maar de eerste nacht begint de ellende: we blijken in een of ander rendez-voushotel te zitten. Heel de nacht wordt er aangebeld, checken er mensen in, gaan er mensen weg ... kortom, een rustige nacht zit er voor ons niet in.


    Terug naar Cano Negro.
    Vermits onze volgende bestemming (San Gerardo de Dota) niet met openbaar vervoer te bereiken schijnt te zijn en we bovendien geen betaalbaar logement vinden in die plaats, besluiten we terug te gaan naar de leukste plaats waar we deze reis al geweest zijn: Cano Negro.


    Na veel zoeken op internet vinden we het telefoonnummer van Rosie, de vrouw die het reisbureautje runt in Cano Negro naast het restaurant waar we altijd ontbeten. We bellen haar (ze herinnert zich ons) en zij reserveert voor ons een kamer in 'Popon Joche', de plaats waar we ook vorige keer logeerden. Vlug terug naar de stad, tickets gekocht voor morgenvroeg en nog een laatste nacht in ons vrolijke hotel.


    De bus vertrekt om half zes. 's Morgens dus. We nemen een taxi naar de bushalte, even wachten, instappen en vertrekken. Heel goede, luxueuze bus. Comfortabel. De busrit zal ons op vijf uur naar Los Chiles brengen (op de grens met Nicaragua), waar we een paar uur moeten wachten op vervoer naar Cano Negro.


    Spijtig genoeg verloopt alles niet zoals gepland. In plaats van vijf uur zitten we tien uur in de bus. Onderweg zijn er namelijk twee zware ongevallen gebeurd (waarvan één met vier dodelijke slachtoffers) die het verkeer telkens meer dan twee uur laten stilstaan. Om een lang verhaal kort te maken: met een kwartiertje speling halen we de laatste bus (er zijn er maar twee) naar Cano Negro.


    Onze kamer in Popon Joche staat klaar, de mensen weten nog wie we zijn, kortom, de ontvangst is allerhartelijkst. Vlug even eten en doodmoe in bed.


    Cano Negro.
    De volgende morgen beginnen we om zes uur aan een vogelwandeling. We zien de "vaquero's" terug: veel mensen hier hebben grote 'finca's' (farms) en gebruiken paarden om het vee te drijven en om zich te verplaatsen.


    Het is hier weer een overvloed: gewoon langs de weg naar de rivier zien we al toekans, chachalakka's, ..... Ondertussen is het water in de rivier geweldig gezakt, heel veel weiden en moerassen liggen nu droog, zodat we onze wandeling langs de rivier nog kunnen uitbreiden. Ook het vogelbestand is veranderd: de vogels die vorige keer verspreid waren over een heel groot oppervlak, zijn nu geconcentreerd rond de waterpartijen die nog overblijven. Goed voor ons! Helaas geldt dat ook voor de krokodillen. We moeten nu echt uitkijken om niet over een zonnende krokodil te struikelen.


    Na onze ochtendwandeling gaan we ontbijten en daar komt Christopher binnenvallen, op zoek naar ons. We kennen hem van ons vorige bezoek hier. Hij had van Rosie gehoord dat we terug zouden komen en hij was eerst naar Popon Joche gewandeld (een dik half uur vanuit zijn bungalow) en dan vandaar helemaal terug naar het restaurantje waar we vorige keer altijd samen aten en waar wij nu ook ontbijten. Niet slecht voor een man van ver in de zeventig!
    We spreken onmiddellijk af om morgen met hem en Claudia (een vogelmens uit San José) samen een boot te huren om de rivier af te varen.


    's Anderdaags: prachtige boottocht op zoek naar de agamireiger, een heel mooie en uiterst schuwe vogel. Naast een hoop andere vogels zien we hem uiteindelijk.


    In de namiddag tocht naar Medio Casa, op de grens met Nicaragua. Claudia beschikt over een auto, dus we geraken daar zonder problemen. We zien weer een hoop vogels (en krokodillen - de weiden zijn hier nu ook droog en daar liggen ze in te zonnen).

    Rond zeven uur rijden we naar een plaats waar we kans maken om de 'great potou', een grote en vreemde nachtvogel waar te nemen. We zijn nog maar net ter plaatse of An (!) merkt als eerste de vogel op. Een schitterende waarneming, maar door het donker heel slechte foto's.


    's Anderdaags heeft Christopher voor ons en voor Claudia een verrassingstrip gepland: afvaart van de rivier in zuidelijke richting, op zoek naar het geelbuikporseleinhoen. Om kort te zijn: we zien het!
    Na een schitterende tocht moeten we afscheid nemen van Claudia die terugkeert naar San José. Wij blijven hier nog een dagje en dan trekken wij ook verder.


    Alajuela.
    Met spijt in het hart moeten we Cano Negro verlaten. Dit is zonder twijfel de beste plaats waar we in Costa Rica geweest zijn: ongerepte natuur, vriendelijke mensen, veel vogels, goedkoop en lekker eten (verse vis!) .... , maar we moeten verder.


    Onze reis naar Ecuador is geboekt, we moeten enkel nog bevestigen. Om de laatste formaliteiten af te handelen en Ecuador wat meer in detail voor te bereiden, gaan we naar Alajuela. Het voordeel van deze stad is dat ze dicht bij de luchthaven ligt.

    We vestigen ons in een basic hotel met ontbijt (inbegrepen in de prijs), TV, gratis vervoer naar de luchthaven en zeer grote badkamer met een plantenhoek. Er is een tuin om buiten te zitten, maar het hotel herbergt ook een paar vreemde gasten: een man die hier (in dit hotel) al veertien jaar woont en zo te ruiken in al die jaren geen bad heeft gezien en een Amerikaanse ex-militair die, terwijl wij hier zijn, door de politie wordt opgehaald. Gelukkig zitten er ook nog normale gasten. Hier brengen we de laatste dagen in Costa Rica door.

    We gaan nog eens naar de luchthaven om op voorhand in te cheken, doen samen met Céline, een Canadees meisje, een uitstap naar 'ZooAve', een centrum waar men gevangen en gekwetste dieren opvangt en voorbereidt om terug in het wild te leven. Interessant.


    Onze laatste activiteit is een bezoek aan het Museo Historico. Nog vlug onze laatste colones uitgeven aan twee massale ijskreemschotels en dan zit onze tijd in Costa Rica er op.


    Morgen (18/2) nog eens vroeg opstaan (om vier uur komt onze taxi) en dan vertrekt om zes uur de vlucht San José - Panama City. Daar hebben we twee uur om over te stappen en dan vliegen we van Panama-City naar Guayaquil waar, als alles goed is, iemand (Guy uit Wommelgem?) ons opwacht om ons naar ons eerste verblijf in Ecuador te brengen.


    Dierenfoto's : http://observado.org/user/photos/50424


    Foto's : zie hieronder.



















    17-02-2017 om 00:00 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Monteverde tot Manuel Antonio


    We zijn weer op weg.


    Als je met veel bussen en na een lange reistijd ergens arriveert is het logisch dat je ook veel tijd en veel overstappen nodig hebt om er terug weg te geraken. Ook in dit geval blijkt deze regel op te gaan. Om een idee te geven:
    - Van Cano Negro naar Upala
    - Van Upala naar Canes
    - Van Canes naar Las Juntas
    - Van Las Juntas naar Santa Helena.


    De bussen sluiten redelijk op elkaar aan zodat we doodmoe rond vier uur in de namiddag in Santa Helena arriveren (we zijn wel vertrokken om half zes 's morgens).
    We zijn te uitgeput om grondig naar een hotel te zoeken (we hebben op voorhand niets geboekt) zodat we ons inchecken in het eerste het beste dat een beetje te betalen is.


    Santa Helena.


    We zitten in een typisch, heel toeristisch stadje in de bergen. Veel restaurantjes, veel (dure) hotels, souvenirwinkeltjes, heel veel volk... Wel leuk - voor eventjes.

    Na een redelijke nacht en een zeer basic ontbijt (in de prijs inbegrepen) is onze eerste opdracht een betere kamer te zoeken. Na wat rondkijken vinden we, iets uit het centrum, een zalig hotelletje: grote ruime kamer met frigo en eigen grote badkamer, balkon, gemeenschappeljke keuken en een vorstelijk ontbijt in de prijs inbegrepen.


    Hier bezoeken we het nationaal park, zes kilometer verder en een paar honderd meter de berg op. Het gaat hier om een 'cloud forest', een 'nevelwoud', zo hoog gelegen dat het altijd in een wolk gevangen zit. Het park is mooi: heel groen, maar ook heel nat. Grote bomen vol bromelia's, lianen, de boomstammen vol afhangend mos, boomvarens.... en heel de tijd loop je rond in een mist en vallen er druppels van de druipende bromelia's. Een beetje deprimerend, maar toch ook fascinerend en verrassend. Veel vogels hebben we hier niet gezien, we hadden nogthans gehoopt de quetzal te ontmoeten, de heilige vogel van de Inca's die in dit park voorkomt. Het zal ons leren om op zulke speciale plaatsen proberen vogels te zien zonder plaatselijke gids.


    Op een van onze andere wandelingen lopen we toevallig een ander park binnen. We maken kennis met de eigenaar en horen wat de bedoeling is. Door het ecotoerisme zijn alle nationale parken in de omgeving betalend. De plaatselijke mensen hebben echter het geld niet om die (voor hen dure) inkomticketten te betalen. Er zijn ook geen openbare parken waar de ouders met hun kinderen naartoe kunnen om met hen te spelen en hen de natuur te leren kennen. Daarom dit park. Er is een speeltuin, er is een groot bos, er zijn uitgestrekte weiden .... en het is gratis. Aan 'rijke vreemdelingen' die passeren wordt wel een vrijwillige bijdrage gevraagd. In ruil daarvoor mogen zij een boom(pje) 'un arbolito' planten. Als tuinpersoon is dit de geknipte opdracht voor An. Zij plant een ceder(tje) en haar naam wordt bijgeschreven in het boek van de boomplanters.


    Puntarenas.


    Na een laatste vogelwandeling nemen we de bus van 15 uur (de vorige bus was om 6 uur en we wilden het ontbijt niet missen). Rond 18 uur arriveren we in Puntarenas.

    Dit is een havenstadje aan de Pacific coast. De plaatselijke bevolking, die hier vanwege de hitte op stoelen voor hun deur zit, wijst ons het dichtst bijzijnde guesthouse aan. Netjes, dicht bij het busstation, maar weer heel basic. We worden afgestraft om niet op voorhand te boeken!


    Hier doen we de volgende morgen om zes uur onze eerste vogelwandeling en het is de moeite: veel zwarte gieren (die zitten hier in groepen op straat om het afval uit de vuilnisbakken op te ruimen), bruine pelikanen, fregatvogels, meeuwen ... typisch havenvogels.


    Een dag later doen we onze uitstap naar Cararas National Park. Voor dit park zijn we eigenlijk naar hier gekomen. Van onze uitstap naar het vorige park hebben we geleerd dat je zonder gids weinig ziet, dus deze keer huren we een gids in. Een jonge kerel met scherpe ogen die het gebied op zijn duimpje kent en ook alle vogels, planten... kan benoemen. Schitterend!

    Manuel Antonio.


    Na deze ervaring heeft het niet veel zin om hier nog veel langer te blijven rondhangen. Het stadje is niet bijster interessant en we hebben alles gezien waarvoor we naar hier gekomen zijn, dus trekken we verder. Deze keer trappen we niet in de val om onvoorbereid ergens aan te komen, dus na veel zoeken boeken we een hotel via 'booking.com'. In de namiddag komen we aan in het dorpje Manuel Antonio. Het is gelegen aan een blauwe zee met een wit strand, afgeboord met palmbomen. Na veel zoeken vinden we het hotel: zwembad, privétoegang tot het strand, vlakbij winkeltjes en restaurants, wandelafstand van het 'Manuel Antonio National Park'. Kortom een ideale plaats om na een maand rondtrekken een weekje vakantie te houden.

    Alleen spijtig dat onze boeking niet is doorgegeven of niet is ingeschreven of wat dan ook. Dus: de kamer die we geboekt hebben is niet meer vrij. We staan trouwens vlak voor het laatste weekend van de kerstvakantie (hun grote vakatie, twee maand) en het is hier heel druk. De mensen van de receptie zijn heel behulpzaam en na veel over en weer gepraat krijgen we hier een andere (duurdere) kamer aan verminderde prijs. Die kamer is echter ook maar vrij voor één nacht. Daarna is er een andere kamer (bijna in de kelder) vrij ... voor één nacht. We besluiten hier twee nachten te blijven en na het weekend een ander hotel te boeken.


    Ondertussen brengen we een bezoek aan het Manuel Antonio National Park (met gids). Heel mooi, veel bijzondere planten, veel hagedissen en leguanen, apen, wasberen, agouti's, maar heel weinig vogels. Toch de moeite waard.


    Een dagje later verhuizen we naar ons laatste hotel aan deze kust. Het laatste hotel 'op de dijk' heel rustig, airco (het wordt hier al van tien uur 's morgens dertig graden), heel goede kamer met ruime badkamer en toilet, balkon om 's avonds buiten te zitten en gelegen aan het strand. Hier blijven we vier nachten om eens uitgebreid vakantie te nemen, te zonnen aan het strand, ....


    Verjaardag.


    Het hoogtepunt van ons verblijf hier is de verjaardag van An. Die begint om half zes 's morgens (half één 's middags thuis) met een skypegesprek met de kinderen.

    Dan een uitgebreid ontbijt (fruitontbijt, gevolgd door de onvermijdelijke 'gallo pinto' met een eitje).

    Dan in het hotel de post doornemen om de gelukwensen (per email) in ontvangst te nemen.

    Daarna een uitgebreide lunch met voorgerecht (ceviche, allerlei kleine brokjes vis en gamba's besprenkeld met citroen), hoofdschotel (grote visfilet met garnaalsaus en frietjes) en dat alles bevochtigd met een uitstekende sangria! Duur maar heerlijk.


    Na deze activiteit is er voor ons hier nog weinig te doen, dus trekken we verder. Naar waar en hoe lees je in het volgende verslag.

    Foto's : zie hieronder.
    Vogelfoto's : http://observado.org/user/photos/50424



























    09-02-2017 om 21:38 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    26-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.La Fortuna, Nuevo Arenal en Cano Negro.

    We zijn nu drie weken in Costa Rica en beginnen een beetje hoogte te krijgen van dit land. 

    De mensen zijn heel lief en behulpzaam. Vriendelijk, maar niet opdringerig: ze laten je hier heel goed met rust en willen niet persé iets verkopen of tonen of ... We zijn wel blij dat An (een beetje) Spaans kent, want de meeste mensen spreken alleen maar die taal. Het schoonheidsideaal is hier duidelijk anders dan bij ons: heel veel boezem (die fier getoond wordt) en een fors achterwerk (zacht uitgedrukt).


    Het eten is best wel goed, maar weinig variatie. De mensen (en wij dus ook) eten 's morgens 'Gallo pinto': rijst, gemengd met zwarte bonen, gebakken banaan en omelet, kip of rundvlees (een soort stoofvlees). 's Middags eet iedereen 'Cassado'.Het grote verschil met het ontbijt is dat de zwarte bonen dit keer niet onder de rijst gemengd zijn, maar apart geserveerd worden. Dus: gekookte rijst, zwarte bonen, gebakken banaan, een beetje sla, soms een beetje aardappelen, kip of rundvlees. 's Avonds is er weer cassado of rijst met vlees in saus. Eigenlijk best wel saai. Tot nu toe heb ik nog geen neigingen om een kookkursus te volgen of om recepten te vragen. We beginnen ons wel zorgen te maken over ons gewicht.

    Maar het land zelf is geweldig. Enorm veel groen, weidse rivieren, jungle, verlaten stranden, heel veel dieren en vogels, kortom, een beetje het aards paradijs. Verplaatsingen verlopen hier soepel. Er is veel openbaar vervoer dat redelijk op tijd rijdt en men beschikt hier over comfortabele bussen.


    In dit land zetten we onze reis verder.


    De terugrit van Tortuguera verloopt vlot: eerst een stuk met de boot en aan het eind van de vaart staat een auto op ons te wachten die ons naar La Fortuna brengt. Onderweg nog een of twee keer stoppen om naar luiaards te kijken. Eén keer hangt er een met een jong in een boompje van nog geen twee meter, vlak naast de weg!

    La Fortuna. De wagen zet ons af voor het hotel dat we geboekt hebben via 'Booking.com'. Heel basic hotelletje, maar gelegen midden in de stad en toch maar op vijf minuten wandelen van de natuur. We maken dan ook van de gelegenheid gebruik om een paar keer uitgebreid vogels te gaan kijken. Van hieruit hebben we ook een prachtig zicht op de vulkaan.


    Na twee nachten trekken we verder. Onze volgende bestemming (Nuevo Arenal) ligt aan een groot kunstmatig meer, ontstaan toen er een stuwdam werd aangelegd. Het oorspronkelijke Arenal ligt ergens op de bodem van dat meer. We komen vroeg in de vooriddag aan. Even rondvragen, twee minuten wandelen en we komen terecht in een heel plezierig guesthouse. Ruime kamer met douche en toilet, zitplaats buiten en een gemeenschappelijke keuken. Bovendien hebben we vanaf het terras een prachtig uitzicht op het meer. Vermits we de enige gasten zijn (op een wazige Amerikaan na), is hier heel rustig.

    Met een deel van de familie die het hotelletje runt (een schooldirecteur en een informaticajuf) brengen we een bezoek aan het meer. Leuke uitstap. Hier merken we hoe brutaal de toekans kunnen zijn: net zoals de meeuwen in Oostende komen de toekans hier het eten uit je handen trekken.


    Hier blijven we vier dagen: het is hier koeler dan in Tortuguera of La Fortuna (het ligt hoger) en het is hier heel gezellig. Toch moeten we ook hier na een tijdje afscheid nemen. We beginnen aan de grote tocht naar Cana Negro.


    Cano Negro is een uitgestrekt natuurgebied, bijna aan de grens met Nicaragua. Het is een 'pantanal', een drassig moerasgebied dat bestaat uit rivieren, kreken, moerassen, ondergelopen weilanden... Elk regenseizoen loopt het volledig onder en in het droog seizoen droogt het langzaam op. De enige manier om je hier te verplaatsen is per boot.


    Het eerste probleem echter is om er te geraken. Met vier bussen en met een reistijd van elf uur bereiken we om zeven uur 's avonds (in het donker dus) onze bestemming. De bus zet ons af voor een hotelletje, maar de prijs ligt hier veel te hoog voor ons budget. Men vraagt maar liefst twintig dollar per persoon voor een overnachting.

    We nemen onze rugzakken dus maar weer op en zoeken verder. We vragen naar 'habitacion' en een bereidwillige man brengt ons naar een mooi onderkomen. Een zestal bungalows, gelegen in een boomgaard aan de rand van een meer. De huisjes zijn heel mooi afgewerkt en voorzien van alle comfort.


    Hier maken we kennis met Christopher, een negenenzeventigjarige man uit Wales die hier elk jaar twee maand vogels komt kijken in de winter. Hij kent iedereen in het dorp(je) en hij regelt voor ons en voor Stefan, een jonge Duitser uit Trier, twee keer een boottocht met een goede vogelgids. Heel leuk en gemakkelijk! De oevers en de bomen zitten hier vol vogels en regelmatig hoor je een doffe plons: een leguaan laat zich uit een boom in het water vallen.

    Het is hier ook een vissersparadijs. Van over heel de wereld komen er sportvissers om op de 'tarpon' te vissen. We hebben echter wel een beetje pech: normaal staat het water hier veel lager in januari en zijn er nog veel meer vogels waar te nemen. De schuld van de klimaatverandering? Andere toeristen zien we nauwelijks. Soms birdwatchers die een dagtocht maken, een paar sportvissers, maar verder is er niemand.


    We blijven hier vier dagen en wat er vervolgens gebeurd lees je in het volgend verslag.


    Dierenfoto's: http://observado.org/user/photos/50424.

    Foto's: zie verder.



    Groetjes van An en Jos uit het warme Costa Rica!

























    26-01-2017 om 20:17 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    14-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cahuita en Tortuguero


    Zoals gewoonlijk staan we op tijd op. Een beetje inpakken en ontbijten in het hotel (in de prijs inbegrepen). Naar de kamer, het laatste in de rugzakken stoppen, afmelden aan de receptie en om negen uur vertrekken we te voet naar het busstation. Als we daar aankomen staat er al een enorme rij mensen te wachten om tickets te kopen. Gelukkig hebben wij, vooruitziend als we zijn, onze plaatsen gisteren al geboekt, zodat we rustig het vertrekuur kunnen afwachten en onze medereizigers bekijken.


    De bagage gaat onderin de bus en we zoeken onze plaatsen op: comfortabele zetels, propere, redelijk moderne bus, slechts een beetje overladen: degenen die de laatste tickets gekocht hebben mogen de reis (duur: vier uur) rechtstaand maken.


    Over de rit zelf valt niet veel te vertellen: veel bananenplantages, ongelofelijk veel groen, rustig verkeer, kortom een ontspannen rit. Dat verandert na de eerste halte: twee Canadese meisjes die uit voorzorg hun rugzak meegenomen hadden in de bus, merken als ze terugkeren na de plasstop dat een van hun rugzakken verdwenen is. Andere reizigers weten te vertellen dat ze een man gezien hebben die een oranje T-shirt droeg en die met een grote rugzak op zijn rug naar buiten wandelde. De dief bleek onvindbaar. Voor de rest erliep de reis ongestoord en na een tocht van vier uur bereikten we Cahuita.


    Cahuita is een klein dorpje aan de Caraïbische kust. Het werd midden in de negentiende eeuw gesticht door ene William Smith, een schildpaddenvisser die na het einde van het seizoen niet naar Jamaica terugkeerde, maar zich met zijn gezin ter plaatse vestigde. Er ontstond een klein dorp, voornamelijk bevolkt door familieleden van William Smith en door schildpaddenvissers. Het gevolg hiervan is nog steeds te zien: de mensen zijn hier overwegend zwart en de sfeer is duidelijk Jamaïcaans (reggae).

    In 1915 leed de toenmalige president van Costa Rica schipbreuk voor Cahuita. Hij werd gered en opgevangen door de mensen van het dorp. Als beloning schonk hij hen het land waarop ze woonden en gaf hen een groot stuk grond wat nu het Nationaal park is. Dit park wordt nog steeds gezamenlijk beheerd door de inwoners van Cahuita.


    We vinden een onderkomen in een net hotel op twintig meter van de ingang van het park, op vijftig meter van de kust. De woorden 'Caraïbische kust' roepen bij de mensen het beeld op van witte zandstranden, een effen, blauwe zee, kokospalmen ... Alleen dat van die kokospalmen klopt. De stranden zijn echter voor het merendeel zwart (Cahuita is een uitzondering) en de zee is altijd heel wild en een paradijs voor surfers. Hier beginnen we aan onze dagelijkse bezigheden: opstaan om kwart voor zes, natuurwandeling, ontbijt tegen half tien, vogels opzoeken, lunch, beetje lezen, natuurwandeling, avondmaal, beetje lezen en slapen.


    Cahuita is heel speciaal: elke morgen worden we gewekt door het verschrikkelijke gehuil van de brulapen in het nationaal park. De temperatuur is hier hoog en het is heel vochtig, maar de mensen zijn sympatiek (zwart, Jamaïcaans), de muziek is leuk (salsa en reggae) en het eten is speciaal (gebakken bananen, rijst met bonen en vis of kip). Hier blijven we een dag of drie.


    Na een paar dagen hebben we alles bekeken: we hebben het nationaal park bezocht, brulapen gezien (en vooral gehoord) en vooral de schattige luiaards (het beest dus) gezien. Die luiaards zijn helemaal niet zeldzaam: op een wandeling zie je ze, als je een beetje oplet, gewoon in de bomen langs de weg hangen.


    Onze volgende halte wordt Tortuguero. Deze stad ligt aan de grens met Nicaragua en is heel moeilijk te bereiken: eerst anderhalf uur bus, overstappen, nog een stuk bus en dan vier uur boot. Naar Tortuguero leiden namelijk geen wegen. Je kan er enkel komen met een boot die door een wirwar van kanalen en rivieren het stadje bereikt. Om het onszelf wat makkelijker te maken vervangen we de twee busritten door een rit van anderhalf uur in een huurauto (met chauffeur). De boottocht is grandioos: overal groen, vogels, apen, krokodillen, luiaards ... fantastisch!


    Tortuguero is de natste plaats van Costa Rica. We vinden er onderdak in 'Cabanas El Muellecito', vlak aan de aankomstplaats van de boten en op honderd meter van het nationaal park. Alles ligt hier zeer dicht bij elkaar, veel restaurantjes en winkeltjes, een gezellige drukte en een echte Caraïbische sfeer. Wat het allemaal nog veel plezanter maakt is het ontbreken van auto's en bussen. Enkel de vuilnis wordt hier gemotoriseerd opgehaald door een motor (quad) met aanhangwagen.


    Hier zien we twee soorten toekans, twee soorten ara's, parkieten, gieren, een uitbundige plantengroei, ...   kortom een natuurparadijs van jewelste. Ook hier zijn de mensen weer buitengewoon vriendelijk en hulpvaardig.

    Het enige nadeel van dit stadje is dat het er elke dag regent en dat de wegen constant onder water staan. Enfin, we besluiten hier toch een dag of drie te blijven en dan weer verder te trekken.


    Lees het vervolg binnen een dikke week.....


    Dierenfoto's: http://observado.org/user/photos/50424



























    14-01-2017 om 01:02 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    07-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aankomst in Costa Rica


    Woensdagmorgen worden we om kwart na vijf gewekt, na een luxueuze nacht in het Sheratonhotel in Zaventem. Beetje verfrissen en de straat oversteken naar de vertrekhal.

    Er is nog weinig volk op de been, dus rustig inchecken. De controle en het toezicht in de vertrekhal zijn strenger dan vorige keer: overal gewapende militairen, de terugkeertickets moeten getoond worden, extra grondige controle van de handbagage ....


    En dan stijgen we om acht uur op voor een kort vluchtje naar onze eerste halte: Madrid. Iberia Airlines waar we mee vliegen heeft blijkbaar bezuinigd, want een ontbijt zit er niet in.
    Om tien uur zijn we in Madrid, waar we, scheel van de honger, met een trein naar een andere terminal moeten. Beetje eten en om twintig voor twaalf stijgen we op voor de lange vlucht naar de hoofdstad van Costa Rica.


    Tien uur later stappen we uit in San José. Het is hier dan half vijf 's avonds en nog vijfentwintig graden. We zijn, (wachten inbegrepen) negentien uur onderweg geweest. Al bij al viel de vlucht nog mee. We zaten goed, beetje kunnen slapen ...
    Aan de luchthaven wacht een taxi ons op om ons naar het hotel te brengen.


    Costa Rica voelt helemaal anders aan dan Azië: er hangt een andere geur (India: kruiden, Costa Rica: vers gebakken brood). Ook vreemd is dat iedereen Spaans spreekt. Gelukkig kan An zich in die taal een beetje uit de slag trekken.


    Ons hotel, Casa Colon, is opgetrokken in Spaans-koloniale stijl. We krijgen een goede kamer met airco, TV (alleen maar Spaanse programma's) en 4 bedden. We hadden gerust een paar gasten kunnen meenemen!
    Na het eten doodmoe in ons bedje.


    Donderdag beginnen we met de stad te verkennen. Na het ontbijt trekken we naar het Parque Metropolitano La Sabana, op tien minuutjes wandelen van ons hotel. Het park is niet geweldig (veel voetbalvelden en een roeivijver), maar toch zien we al een aantal mooie vogels: parkieten, fluiteenden, een rode wielewaal ... Onze dag kan niet meer stuk. Na het park nog even binnengewipt in het museum voor moderne Costa Ricaanse kunst. Sober en mooi.


    Na de middag de stad in. We bezoeken de kerk, de kathedraal, de shoppingstraten ... Alles doet heel Spaans aan. Raar eigenlijk: de Engelsen zijn bijna even lang in India geweest als de Spanjaarden in Zuid Amerika, maar daar spreekt iedereen nog Hindi (of een van de zestig andere plaatselijke talen), terwijl hier de moedertaal Spaans is!
    Er zijn nog meer verschillen: alles is hier duidelijk duurder dan in Zuid-Oost Azië. Dit land is ook veel meer westers van uiterlijk: geen riksha's maar taxi's, geen schoenpoetsers, orenuitkuisers of andere rare figuren ... Wel veel bedelaars en ongelofelijk veel politie op straat, die allemaal heel actief zijn: ze gaan naar de mensen toe om te kijken wat zij drinken, wat ze uitvoeren ... Toch blijven ze vriendelijk en maken geen bedreigende indruk.


    Vrijdag vallen we in de gewone routine: vroeg opstaan (half zeven) en zonder ontbijt op stap. Vogels kijken (zes nieuwe soorten), gaan ontbijten (ontbijt is inbegrepen in de hotelprijs) en foto's bewerken. Dan naar het centrum, plaatsen reserveren op de bus naar Cahuita, een plaatsje aan de Caraïbische kust, op wandelafstand van een natuurreservaat, want morgen reizen we verder.
    Dan dit verslag schrijven, eten en inpakken.


    Foto's : zie hieronder.
    Vogelfoto's : http://observado.org/user/photos

















    07-01-2017 om 04:15 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (4)
    21-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.We zijn bijna weg.

    Het is weer zover: de feestdagen naderen, het wordt vroeg donker buiten, miezerig weer, winter… kortom tijd om er weer even tussenuit te gaan.

    Dit keer gaan we niet naar India of Zuidoost Azië, maar we reizen naar Midden en Zuid-Amerika. Dat is een vreemd continent voor ons, vandaar de titel van onze blog.

    Ons plan ziet er zo uit:

    Vertrek op 4 januari 2017 vanaf Zaventem.

    Na een tussenlanding in Madrid arriveren we na een heel lange vlucht in San José, de hoofdstad van Costa Rica.

    In dat land trekken we een dikke maand rond: vogeltjes kijken, cultuur, mensen, hapje eten ….

    Dan gaan we, waarschijnlijk over land, naar Panama. Hoe lang we daar blijven hangt af van een paar dingen: hoeveel tijd hebben we nog, wanneer zijn er vluchten, is daar iets te zien? …

    Ons laatste land wordt Ecuador, met als hoogtepunt (hopen we) de Galapagos eilanden.

    Als we dat allemaal gedaan hebben wordt het tijd om stilaan weer naar huis te keren.

    Op 4 april 2017 vertrekken we vanuit Quito, de hoofdstad van Ecuador, terug naar Zaventem, waar we op 5 april zullen landen.

    We hopen dat de lente hier dan is begonnen, dat de paasbloemen bloeien en onze fruitboompjes in bloei staan.

    Nu is het nog even aftellen naar de feestdagen en dan vertrekken we.

    An en Jos

    21-12-2016 om 16:33 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (8)


    Archief per week
  • 11/12-17/12 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!