Inhoud blog
  • Het laatste verhaal van deze reis
  • Cuenca, Riobamba en Banos
  • Galapagos
  • Puerto Lopez - Isla de la Plata - Guayaquil
    Zoeken in blog

    Laatste commentaren
  • m (Margaret)
        op Galapagos
  • m (Margaret)
        op Puerto Lopez - Isla de la Plata - Guayaquil
  • jan van gent (José)
        op Puerto Lopez - Isla de la Plata - Guayaquil
  • Hallo (Marie Ann)
        op Van Monteverde tot Manuel Antonio
  • saludos de Merksem (Denise en Wilfried)
        op La Fortuna, Nuevo Arenal en Cano Negro.
  • An en Jos gaan vreemd.
    Verslagen van een reis door Midden- en Zuid-Amerika
    26-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.La Fortuna, Nuevo Arenal en Cano Negro.

    We zijn nu drie weken in Costa Rica en beginnen een beetje hoogte te krijgen van dit land. 

    De mensen zijn heel lief en behulpzaam. Vriendelijk, maar niet opdringerig: ze laten je hier heel goed met rust en willen niet persé iets verkopen of tonen of ... We zijn wel blij dat An (een beetje) Spaans kent, want de meeste mensen spreken alleen maar die taal. Het schoonheidsideaal is hier duidelijk anders dan bij ons: heel veel boezem (die fier getoond wordt) en een fors achterwerk (zacht uitgedrukt).


    Het eten is best wel goed, maar weinig variatie. De mensen (en wij dus ook) eten 's morgens 'Gallo pinto': rijst, gemengd met zwarte bonen, gebakken banaan en omelet, kip of rundvlees (een soort stoofvlees). 's Middags eet iedereen 'Cassado'.Het grote verschil met het ontbijt is dat de zwarte bonen dit keer niet onder de rijst gemengd zijn, maar apart geserveerd worden. Dus: gekookte rijst, zwarte bonen, gebakken banaan, een beetje sla, soms een beetje aardappelen, kip of rundvlees. 's Avonds is er weer cassado of rijst met vlees in saus. Eigenlijk best wel saai. Tot nu toe heb ik nog geen neigingen om een kookkursus te volgen of om recepten te vragen. We beginnen ons wel zorgen te maken over ons gewicht.

    Maar het land zelf is geweldig. Enorm veel groen, weidse rivieren, jungle, verlaten stranden, heel veel dieren en vogels, kortom, een beetje het aards paradijs. Verplaatsingen verlopen hier soepel. Er is veel openbaar vervoer dat redelijk op tijd rijdt en men beschikt hier over comfortabele bussen.


    In dit land zetten we onze reis verder.


    De terugrit van Tortuguera verloopt vlot: eerst een stuk met de boot en aan het eind van de vaart staat een auto op ons te wachten die ons naar La Fortuna brengt. Onderweg nog een of twee keer stoppen om naar luiaards te kijken. Eén keer hangt er een met een jong in een boompje van nog geen twee meter, vlak naast de weg!

    La Fortuna. De wagen zet ons af voor het hotel dat we geboekt hebben via 'Booking.com'. Heel basic hotelletje, maar gelegen midden in de stad en toch maar op vijf minuten wandelen van de natuur. We maken dan ook van de gelegenheid gebruik om een paar keer uitgebreid vogels te gaan kijken. Van hieruit hebben we ook een prachtig zicht op de vulkaan.


    Na twee nachten trekken we verder. Onze volgende bestemming (Nuevo Arenal) ligt aan een groot kunstmatig meer, ontstaan toen er een stuwdam werd aangelegd. Het oorspronkelijke Arenal ligt ergens op de bodem van dat meer. We komen vroeg in de vooriddag aan. Even rondvragen, twee minuten wandelen en we komen terecht in een heel plezierig guesthouse. Ruime kamer met douche en toilet, zitplaats buiten en een gemeenschappelijke keuken. Bovendien hebben we vanaf het terras een prachtig uitzicht op het meer. Vermits we de enige gasten zijn (op een wazige Amerikaan na), is hier heel rustig.

    Met een deel van de familie die het hotelletje runt (een schooldirecteur en een informaticajuf) brengen we een bezoek aan het meer. Leuke uitstap. Hier merken we hoe brutaal de toekans kunnen zijn: net zoals de meeuwen in Oostende komen de toekans hier het eten uit je handen trekken.


    Hier blijven we vier dagen: het is hier koeler dan in Tortuguera of La Fortuna (het ligt hoger) en het is hier heel gezellig. Toch moeten we ook hier na een tijdje afscheid nemen. We beginnen aan de grote tocht naar Cana Negro.


    Cano Negro is een uitgestrekt natuurgebied, bijna aan de grens met Nicaragua. Het is een 'pantanal', een drassig moerasgebied dat bestaat uit rivieren, kreken, moerassen, ondergelopen weilanden... Elk regenseizoen loopt het volledig onder en in het droog seizoen droogt het langzaam op. De enige manier om je hier te verplaatsen is per boot.


    Het eerste probleem echter is om er te geraken. Met vier bussen en met een reistijd van elf uur bereiken we om zeven uur 's avonds (in het donker dus) onze bestemming. De bus zet ons af voor een hotelletje, maar de prijs ligt hier veel te hoog voor ons budget. Men vraagt maar liefst twintig dollar per persoon voor een overnachting.

    We nemen onze rugzakken dus maar weer op en zoeken verder. We vragen naar 'habitacion' en een bereidwillige man brengt ons naar een mooi onderkomen. Een zestal bungalows, gelegen in een boomgaard aan de rand van een meer. De huisjes zijn heel mooi afgewerkt en voorzien van alle comfort.


    Hier maken we kennis met Christopher, een negenenzeventigjarige man uit Wales die hier elk jaar twee maand vogels komt kijken in de winter. Hij kent iedereen in het dorp(je) en hij regelt voor ons en voor Stefan, een jonge Duitser uit Trier, twee keer een boottocht met een goede vogelgids. Heel leuk en gemakkelijk! De oevers en de bomen zitten hier vol vogels en regelmatig hoor je een doffe plons: een leguaan laat zich uit een boom in het water vallen.

    Het is hier ook een vissersparadijs. Van over heel de wereld komen er sportvissers om op de 'tarpon' te vissen. We hebben echter wel een beetje pech: normaal staat het water hier veel lager in januari en zijn er nog veel meer vogels waar te nemen. De schuld van de klimaatverandering? Andere toeristen zien we nauwelijks. Soms birdwatchers die een dagtocht maken, een paar sportvissers, maar verder is er niemand.


    We blijven hier vier dagen en wat er vervolgens gebeurd lees je in het volgend verslag.


    Dierenfoto's: http://observado.org/user/photos/50424.

    Foto's: zie verder.



    Groetjes van An en Jos uit het warme Costa Rica!

























    26-01-2017 om 20:17 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    14-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cahuita en Tortuguero


    Zoals gewoonlijk staan we op tijd op. Een beetje inpakken en ontbijten in het hotel (in de prijs inbegrepen). Naar de kamer, het laatste in de rugzakken stoppen, afmelden aan de receptie en om negen uur vertrekken we te voet naar het busstation. Als we daar aankomen staat er al een enorme rij mensen te wachten om tickets te kopen. Gelukkig hebben wij, vooruitziend als we zijn, onze plaatsen gisteren al geboekt, zodat we rustig het vertrekuur kunnen afwachten en onze medereizigers bekijken.


    De bagage gaat onderin de bus en we zoeken onze plaatsen op: comfortabele zetels, propere, redelijk moderne bus, slechts een beetje overladen: degenen die de laatste tickets gekocht hebben mogen de reis (duur: vier uur) rechtstaand maken.


    Over de rit zelf valt niet veel te vertellen: veel bananenplantages, ongelofelijk veel groen, rustig verkeer, kortom een ontspannen rit. Dat verandert na de eerste halte: twee Canadese meisjes die uit voorzorg hun rugzak meegenomen hadden in de bus, merken als ze terugkeren na de plasstop dat een van hun rugzakken verdwenen is. Andere reizigers weten te vertellen dat ze een man gezien hebben die een oranje T-shirt droeg en die met een grote rugzak op zijn rug naar buiten wandelde. De dief bleek onvindbaar. Voor de rest erliep de reis ongestoord en na een tocht van vier uur bereikten we Cahuita.


    Cahuita is een klein dorpje aan de Caraïbische kust. Het werd midden in de negentiende eeuw gesticht door ene William Smith, een schildpaddenvisser die na het einde van het seizoen niet naar Jamaica terugkeerde, maar zich met zijn gezin ter plaatse vestigde. Er ontstond een klein dorp, voornamelijk bevolkt door familieleden van William Smith en door schildpaddenvissers. Het gevolg hiervan is nog steeds te zien: de mensen zijn hier overwegend zwart en de sfeer is duidelijk Jamaïcaans (reggae).

    In 1915 leed de toenmalige president van Costa Rica schipbreuk voor Cahuita. Hij werd gered en opgevangen door de mensen van het dorp. Als beloning schonk hij hen het land waarop ze woonden en gaf hen een groot stuk grond wat nu het Nationaal park is. Dit park wordt nog steeds gezamenlijk beheerd door de inwoners van Cahuita.


    We vinden een onderkomen in een net hotel op twintig meter van de ingang van het park, op vijftig meter van de kust. De woorden 'Caraïbische kust' roepen bij de mensen het beeld op van witte zandstranden, een effen, blauwe zee, kokospalmen ... Alleen dat van die kokospalmen klopt. De stranden zijn echter voor het merendeel zwart (Cahuita is een uitzondering) en de zee is altijd heel wild en een paradijs voor surfers. Hier beginnen we aan onze dagelijkse bezigheden: opstaan om kwart voor zes, natuurwandeling, ontbijt tegen half tien, vogels opzoeken, lunch, beetje lezen, natuurwandeling, avondmaal, beetje lezen en slapen.


    Cahuita is heel speciaal: elke morgen worden we gewekt door het verschrikkelijke gehuil van de brulapen in het nationaal park. De temperatuur is hier hoog en het is heel vochtig, maar de mensen zijn sympatiek (zwart, Jamaïcaans), de muziek is leuk (salsa en reggae) en het eten is speciaal (gebakken bananen, rijst met bonen en vis of kip). Hier blijven we een dag of drie.


    Na een paar dagen hebben we alles bekeken: we hebben het nationaal park bezocht, brulapen gezien (en vooral gehoord) en vooral de schattige luiaards (het beest dus) gezien. Die luiaards zijn helemaal niet zeldzaam: op een wandeling zie je ze, als je een beetje oplet, gewoon in de bomen langs de weg hangen.


    Onze volgende halte wordt Tortuguero. Deze stad ligt aan de grens met Nicaragua en is heel moeilijk te bereiken: eerst anderhalf uur bus, overstappen, nog een stuk bus en dan vier uur boot. Naar Tortuguero leiden namelijk geen wegen. Je kan er enkel komen met een boot die door een wirwar van kanalen en rivieren het stadje bereikt. Om het onszelf wat makkelijker te maken vervangen we de twee busritten door een rit van anderhalf uur in een huurauto (met chauffeur). De boottocht is grandioos: overal groen, vogels, apen, krokodillen, luiaards ... fantastisch!


    Tortuguero is de natste plaats van Costa Rica. We vinden er onderdak in 'Cabanas El Muellecito', vlak aan de aankomstplaats van de boten en op honderd meter van het nationaal park. Alles ligt hier zeer dicht bij elkaar, veel restaurantjes en winkeltjes, een gezellige drukte en een echte Caraïbische sfeer. Wat het allemaal nog veel plezanter maakt is het ontbreken van auto's en bussen. Enkel de vuilnis wordt hier gemotoriseerd opgehaald door een motor (quad) met aanhangwagen.


    Hier zien we twee soorten toekans, twee soorten ara's, parkieten, gieren, een uitbundige plantengroei, ...   kortom een natuurparadijs van jewelste. Ook hier zijn de mensen weer buitengewoon vriendelijk en hulpvaardig.

    Het enige nadeel van dit stadje is dat het er elke dag regent en dat de wegen constant onder water staan. Enfin, we besluiten hier toch een dag of drie te blijven en dan weer verder te trekken.


    Lees het vervolg binnen een dikke week.....


    Dierenfoto's: http://observado.org/user/photos/50424



























    14-01-2017 om 01:02 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    07-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aankomst in Costa Rica


    Woensdagmorgen worden we om kwart na vijf gewekt, na een luxueuze nacht in het Sheratonhotel in Zaventem. Beetje verfrissen en de straat oversteken naar de vertrekhal.

    Er is nog weinig volk op de been, dus rustig inchecken. De controle en het toezicht in de vertrekhal zijn strenger dan vorige keer: overal gewapende militairen, de terugkeertickets moeten getoond worden, extra grondige controle van de handbagage ....


    En dan stijgen we om acht uur op voor een kort vluchtje naar onze eerste halte: Madrid. Iberia Airlines waar we mee vliegen heeft blijkbaar bezuinigd, want een ontbijt zit er niet in.
    Om tien uur zijn we in Madrid, waar we, scheel van de honger, met een trein naar een andere terminal moeten. Beetje eten en om twintig voor twaalf stijgen we op voor de lange vlucht naar de hoofdstad van Costa Rica.


    Tien uur later stappen we uit in San José. Het is hier dan half vijf 's avonds en nog vijfentwintig graden. We zijn, (wachten inbegrepen) negentien uur onderweg geweest. Al bij al viel de vlucht nog mee. We zaten goed, beetje kunnen slapen ...
    Aan de luchthaven wacht een taxi ons op om ons naar het hotel te brengen.


    Costa Rica voelt helemaal anders aan dan Azië: er hangt een andere geur (India: kruiden, Costa Rica: vers gebakken brood). Ook vreemd is dat iedereen Spaans spreekt. Gelukkig kan An zich in die taal een beetje uit de slag trekken.


    Ons hotel, Casa Colon, is opgetrokken in Spaans-koloniale stijl. We krijgen een goede kamer met airco, TV (alleen maar Spaanse programma's) en 4 bedden. We hadden gerust een paar gasten kunnen meenemen!
    Na het eten doodmoe in ons bedje.


    Donderdag beginnen we met de stad te verkennen. Na het ontbijt trekken we naar het Parque Metropolitano La Sabana, op tien minuutjes wandelen van ons hotel. Het park is niet geweldig (veel voetbalvelden en een roeivijver), maar toch zien we al een aantal mooie vogels: parkieten, fluiteenden, een rode wielewaal ... Onze dag kan niet meer stuk. Na het park nog even binnengewipt in het museum voor moderne Costa Ricaanse kunst. Sober en mooi.


    Na de middag de stad in. We bezoeken de kerk, de kathedraal, de shoppingstraten ... Alles doet heel Spaans aan. Raar eigenlijk: de Engelsen zijn bijna even lang in India geweest als de Spanjaarden in Zuid Amerika, maar daar spreekt iedereen nog Hindi (of een van de zestig andere plaatselijke talen), terwijl hier de moedertaal Spaans is!
    Er zijn nog meer verschillen: alles is hier duidelijk duurder dan in Zuid-Oost Azië. Dit land is ook veel meer westers van uiterlijk: geen riksha's maar taxi's, geen schoenpoetsers, orenuitkuisers of andere rare figuren ... Wel veel bedelaars en ongelofelijk veel politie op straat, die allemaal heel actief zijn: ze gaan naar de mensen toe om te kijken wat zij drinken, wat ze uitvoeren ... Toch blijven ze vriendelijk en maken geen bedreigende indruk.


    Vrijdag vallen we in de gewone routine: vroeg opstaan (half zeven) en zonder ontbijt op stap. Vogels kijken (zes nieuwe soorten), gaan ontbijten (ontbijt is inbegrepen in de hotelprijs) en foto's bewerken. Dan naar het centrum, plaatsen reserveren op de bus naar Cahuita, een plaatsje aan de Caraïbische kust, op wandelafstand van een natuurreservaat, want morgen reizen we verder.
    Dan dit verslag schrijven, eten en inpakken.


    Foto's : zie hieronder.
    Vogelfoto's : http://observado.org/user/photos

















    07-01-2017 om 04:15 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (4)
    21-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.We zijn bijna weg.

    Het is weer zover: de feestdagen naderen, het wordt vroeg donker buiten, miezerig weer, winter… kortom tijd om er weer even tussenuit te gaan.

    Dit keer gaan we niet naar India of Zuidoost Azië, maar we reizen naar Midden en Zuid-Amerika. Dat is een vreemd continent voor ons, vandaar de titel van onze blog.

    Ons plan ziet er zo uit:

    Vertrek op 4 januari 2017 vanaf Zaventem.

    Na een tussenlanding in Madrid arriveren we na een heel lange vlucht in San José, de hoofdstad van Costa Rica.

    In dat land trekken we een dikke maand rond: vogeltjes kijken, cultuur, mensen, hapje eten ….

    Dan gaan we, waarschijnlijk over land, naar Panama. Hoe lang we daar blijven hangt af van een paar dingen: hoeveel tijd hebben we nog, wanneer zijn er vluchten, is daar iets te zien? …

    Ons laatste land wordt Ecuador, met als hoogtepunt (hopen we) de Galapagos eilanden.

    Als we dat allemaal gedaan hebben wordt het tijd om stilaan weer naar huis te keren.

    Op 4 april 2017 vertrekken we vanuit Quito, de hoofdstad van Ecuador, terug naar Zaventem, waar we op 5 april zullen landen.

    We hopen dat de lente hier dan is begonnen, dat de paasbloemen bloeien en onze fruitboompjes in bloei staan.

    Nu is het nog even aftellen naar de feestdagen en dan vertrekken we.

    An en Jos

    21-12-2016 om 16:33 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (8)


    Archief per week
  • 11/12-17/12 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!