Op 10 juni verkiezen de Belgen hun vertegenwoordigers in het Parlement. Deze verkiezingen bepalen uiteraard welke regering er zal gevormd worden. Die regering zal politieke en budgettaire keuzes moeten maken die bepalend zullen zijn voor de toekomst, een toekomst die zich moeilijk aankondigt. De federale Staat dreigt in geldnood te komen. En dat alles in een context van liberale globalisering, waarop de Europese Unie tot dusver het verwachte sociale alternatief niet bood, maar integendeel bijdroeg tot nog meer concurrentie, meer liberalisering en deregulering.
Het ABVV kon tijdens de interprofessionele onderhandelingen een verhoging van het minimum maandloon afdwingen en dit per 1 april 2007, met 25 euro.
De minimumbedragen worden op 1 april:
volwassene 21 jaar: 1.283,91 euro bruto
volwassene 21 jaar, met 6 maanden anciënniteit: 1.318,61 euro bruto
volwassene 22 jaar, met 12 maanden anciënniteit: 1.334,03 euro bruto
de minimumbedragen voor de jongeren gaan ook omhoog, volgens leeftijd: 20 jaar: 94% van het nieuwe GMMM (gewaarborgd minimum maandloon); 19 jaar: 88%; 18 jaar: 82%.
Het ABVV slaagde er ook in de werkbonus (= vermindering van persoonlijke bijdragen) te doen aanpassen vanaf 1 april.
De werkbonus wordt dan verhoogd met 3 euro en aangepast aan de nieuwe hogere bedragen.
Het bedrag van de werkbonus wordt vanaf 1 april als volgt berekend:
BEDIENDEN
Bruto maandloon
Werkbonus
< 1283,91 euro
143 euro
1283,91 tot 2076,63
143 (0,1804 x (bruto maandloon 1283,91))
> 2076,63
0
ARBEIDERS
Bruto maandloon
Werkbonus
< 1283,91 euro
154,44 euro
1283,91 tot 2076,63
154,44 (0,1948 x (bruto maandloon 1283,91))
> 2076,63
0
De werkbonus voor arbeiders is iets hoger dan voor bedienden, om te compenseren dat zij tijdens hun vakantiedagen geen loon ontvangen, en dan niet van de werkbonus genieten.
Vanaf 1 april zal de ABVV berekeningsmodule voor de werkbonus op onze webstek www.werkbonus.be aangepast zijn, zodat iedereen zelf kan berekenen op hoeveel nettoloon hij of zij recht heeft.