Beste blogvrienden, het rijmverhaal dat ik schreef van het dagboek van een kennis zijn voettocht naar Santiago de Compostella begint op datum van 28/03/2008.
als afsluiter voor vandaag nog een mooi Russisch sprookje: veel leesplezier:
hoe de mens en de hond vrienden werden:
In een groot bos woonde eens een hond helemaal alleen en dat beviel hem heel slecht. Dus ging hij op zoek naar een goede kameraad. In het bos ontmoette hij eerst een haasje. De hond stelde voor: "Laten we samen een woonplaats zoeken."
"Mij best," zei het haasje.
Toen het donker werd, maakte de haas een bed en de hond ging bij hem liggen. Ze sliepen in. Maar in het holst van de nacht begon de hond te blaffen. Het haasje schrok en zei: "Wat moet dat geblaf betekenen? Als de wolf het hoort, komt hij hierheen en dan zijn we allebei het haasje!" De hond dacht bij zichzelf: "Dit is geen goede kameraad voor mij."
De volgende dag zocht hij de wolf op. Hij vond hem en zei: "Wolf, laten we elkaar gezelschap houden."
"Mij best," zei de wolf. "Ik ben je maat!"
Het werd avond en ze legden zich neer om te slapen. Midden in de nacht begon de hond te blaffen. De wolf werd wakker en zei nors: "Waarom blaf je zo? Als de beer het hoort, komt hij hierheen."
De hond wilde nu ook niet meer bij de wolf blijven en hij ging op zoek naar de beer, voor wie de wolf wel en hijzelf niet bang was.
De hond ontmoette de beer en zei: "Beer, laten we bij elkaar blijven."
"Mij best," zei de beer. "Laten we dat doen."
Het werd avond en ze gingen slapen. Midden in de nacht begon de hond te blaffen. De beer werd er wakker van en gromde: "Waarom blaf je zo? Als de mens het hoort zijn we erbij!"
De hond dacht: "Geen van deze kameraden is voor mij de geschikte. Allemaal zijn ze bang voor een sterkere. Alleen de mens lijkt me iemand die bang is voor niemand."
De hond dwaalde door het bos tot hij een mens tegenkwam. Hij zei: "Kan ik bij je komen wonen?"
De mens nam de hond mee naar zijn huis. Het werd avond. Ze gingen slapen. Om middernacht begon de hond te blaffen. De mens werd er wakker van, maar hij verbood het blaffen niet. "Goedzo!" zei de mens tegen de hond. "Jaag ze maar weg, jij bent een goede waker !" En vanaf dat ogenblik waren ze bevriend.
geniet van de warme zonnestralen, het doet jezelf maar ook een ander goed:
Ik zal je iets vertellen: ik zag een spiegelruit. Die ving het gouden zonlicht en zond het zelf weer uit. Ik zou je willen wensen blijf als een spiegel zo rein En vang de volle stralen van de warme zonneschijn. Geef dan aan je omgeving iets van die warme gloed, Een mens die zo kan leven doet in de wereld goed.
ben je blank, ben je zwart, het maakt niet uit, je bent wie je bent, en ....leef met je eigen talent ....
Niemand hoeft alleen maar goed of slecht te zijn Niemand is alleen maar zwart of wit Iedereen is anders, anders dan je verwacht.
En niemand die alleen maar haat of liefde voelt We zijn allemaal mens van vlees en bloed En we kunnen niet perfect zijn, Want niemand weet hoe dat moet
Leef met je eigen talent, Iedereen is mooi, Als je bent wie je bent. Leef met jezelf en elkaar; Iedereen is blij Met dat ene gebaar
Niemand kan alleen maar mooi of lelijk zijn En niemand heeft de waarheid schoon in beeld Maar het voordeel van de twijfel Maakt ons minder verdeeld
En we zoeken de verschillen, waar we bruggen moeten bouwen En we plakken etiketten op het hart van iedereen, maar het leven Is geen leven als geen mens van je wil houden Dus, we moeten bruggen bouwen....
Pierewiet is een vogelverschrikker met een oranje wortelneus. Stel je voor, een oranje wortelneus! De andere vogelverschrikkers lachen hard als de boer Pierewiet op het veld zet. Op een dag zit er een kleine muis voor Pierewiet op het veld. Aha, denkt Pierewiet, werk,want muizen zijn gevaarlijk. Ze houden van de graantjes die de boer gezaaid heeft. Pierewiet begint te wapperen met zijn armen en vreselijk lelijk te kijken. Zo lelijk als hij maar kan. "Hallo," zegt de muis en ze klimt omhoog langs zijn broek en zijn vestje tot op zijn wortelneus. Daar gaat ze parmantig zitten. "Ga weg," zegt Pierewiet. "Ga van mijn neus en maak dat je wegkomt van dit veld." "Waarom zou ik?" lacht de muis. "Ik vind je leuk met je oranje neus." Opeens begint Pierewiet heel hard te huilen. "Oei," schrikt de muis. "Heb ik iets verkeerd gezegd?" "Ach," zegt Pierewiet. En hij begint te vertellen. Over zijn neus en de neus van de andere vogelverschrikkers. "Ik ben niet eens een goede vogelverschrikker," zegt hij triest. " Muizen moeten weglopen als ik wapper." "Dan ben ik vast geen goede muis," zegt muis zachtjes, "want ik ben niet bang van je. Maar dat komt omdat ik je zo mooi vind." "Mooi, ik?" vraagt Pierewiet ongelovig. "Ach, pest me niet." "Echt," zegt de muis. Die andere vogelverschrikkers met hun dikke aardappelneus, die zijn zo lelijk dat ik wegren als ik ze zie. Maar jij..." "Waar woon je?" vraagt Pierewiet verlegen. Hij is helemaal in de war. "Nergens," antwoordt de muis. "Maar ik wil graag in je jaszak mijn nestje maken. Om er in te schuilen als het regent of als ik het koud heb. En 's avonds kom ik erin slapen, als ik van mijn tochten thuiskom. En ik vertel je wat ik allemaal gezien heb." "O," zegt Pierewiet, en verder niets. Maar zijn neus trilt van blijdschap en dat zegt genoeg. Elke ochtend vertrekt de muis en elke avond is ze er weer. Wat houdt Pierewiet van die grappige muis. En de andere vogelverschrikkers? Die lachten Pierewiet nooit meer uit. Pierewiet heeft immers iets dat zij niet hebben. Een vriend. Hij moet dus wel heel bijzonder zijn...
wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft ....
deze spreuk wordt prachtig weergegeven in dit bomenverhaal, lees en geniet:
Eens waren alle bomen nog maar heel kleine plantjes. Ze wiegden in de wind en stoeiden met elkaar. O, wat was dat een vrolijk gedoe .Allemaal zochten ze met hun wortels in de grond naar eten en drinken en boven hun hoofd zorgde de zon dat ze het niet koud hadden en konden groeien. Maar al die boompjes hadden zoveel voedsel uit de grond gehaald dat alles opraakte. Toen begonnen ze honger te lijden en op zekere dag staken al die boompjes hun hoofden bij elkaar om een oplossing te zoeken voor de hongersnood. Een stevige flinke boom zei: " Wij zijn hier met teveel, enkelen zouden moeten verhuizen" "Neen", antwoordde een groene kastanje, "we houden zo van deze grond, we zijn hier geboren en hier wil ik blijven!" "Ik wil wel verhuizen", riep een klein denneboompje; maar een oud beukeboompje wreef even onder zijn kruin en het werd heel stil op de vergadering en toen opende hij zijn mond en sprak: "Vrienden, als we nu eens ieder jaar onze bladeren lieten vallen, voor we onze winterslaap begonnen, dan zou er de komende lente nieuw voedsel zijn voor iedereen!" Iedereen juichte dat voorstel toe en sindsdien lieten alle boompjes hun bladeren vallen in de herfst, en zie: in enkele jaren werden ze nu allemaal groot en sterk, ieder naar zijn soort. "Zie je wel", fluisterde de beuk tot de eik, "als iedereen DEELT van wat hijzelf heeft, dan is er genoeg voor iedereen."
en niet altijd rozengeur en maneschijn, maar de weg die jij kiest, zo zal je leven zijn ....
Het leven is raadselachtig... In je verdriet kun je soms ook de mooie dingen zien. De zon die als een grote vuurbal ondergaat of 's morgens glijbanen tovert in de nevel, een diamanten dauwdruppel op een grashelm, langs het strand lopen en dansen op het ritme van de golven. Door een bos lopen, alleen met het geluid van je stappen en met het lied van de wind in de bomen. Het zijn momenten om nooit te vergeten. En toch kan ik me inbeelden dat er ogenblikken zijn dat niets van dat alles je aanspreekt, je voelt je leeg en je stemming is onder nul. Op zo'n dag valt alles tegen. Soms voel je je klein en onmachtig omdat je niet meer in jezelf gelooft. Laat je niet ontmoedigen en neem de tijd om thuis te komen bij jezelf, weet dat er altijd iemand is die om je geeft. Weet ook dat mens zijn met anderen pijn betekent. Zoals stenen elkaar schuren in de rivierbedding en mooi glanzend worden, zo worden mensen pas echt mens, door het schuren tegen elkaar, door elkaar niet uit de weg te gaan, door elkaar te zoeken in vreugde en verdriet, door helemaal bij anderen te willen zijn. Misschien zijn er ook anderen die verwachten dat ze iemand ontmoeten die goed is en vol begrip,anderen die vriendschap en genegenheid zoeken en jij hebt hun zoveel te bieden, je bent de moeite waard, maar je moet het durven geloven. Zie je leven als een geschenk, elke dag opnieuw zit het vol verrassingen. Het zijn misschien allemaal mooie woorden en voornemens die stukspringen als zeepbellen. Maar toch begint elke echte ommekeer in jezelf....
zonder vriendschap is het moeilijk te leven, en het doet heel goed te weten dat je jou vriendschap ook door kan geven ....
Voel jij je ook soms zo alleen Met al die mensen om je heen Als je lacht, als je huilt, en er niemand luistert Elke dag voor een muur komt te staan Kijk me dan aan,want... Je hebt een vriend Iemand die voor jou door een vuur gaat Elke dag weer voor je klaar staat Voor altijd aan je zij Je hebt een vriend in mij, Iemand die je nooit alleen laat Met jou de toekomst tegemoet gaat Geloof me maar, je hebt een vriend in mij In elke wondermooie dag Elke aanstekelijke lach Is de nacht soms te lang, is het pad te duister? Steek je hoofd dan niet in het zand Maar neem m'n hand want... Je hebt een vriend Iemand die je nooit alleen laat Met jou de toekomst tegemoet gaat Geloof me maar, je hebt een vriend in mij Is de hemel daarboven niet altijd even blauw Ik ga door, want ik weet, ik heb ook een vriend in jou...
Een Franse jongen was op reis door Afrika. In Senegal hoorde hij een lied in de inheemse taal. De jongen dacht "Hé, wat klinkt dat raar." En hij vroeg: "Hoe komt het toch dat wij zo verschillend zijn van jullie, zwarte mensen?" Niemand antwoordde. Of toch... Een oude man nam het woord. "Weet je wat wij doen als we honger hebben?" De jongen vond dat een vreemde vraag. "Eten", antwoordde de man zelf. Weet je wat wij doen als we iets te zeggen hebben? "Praten", zei de jongen. "Juist, ja", prees de man. "En als er iets belangrijks gebeurt?" Weer zweeg de jongen. "Feesten, dansen, zingen", was het antwoord. De oude man glimlachte. "Hoe denk jij dat we ons het liefste voelen?" "Gelukkig", probeerde de jongen. "Inderdaad", prees de man. "Wij proberen gelukkig te zijn." "Maar meneer..." De jongen wist niet goed hoe hij het moest zeggen. "Meneer, dat willen wij ook allemaal." "O, natuurlijk", antwoordde de oude man geheimzinnig, "natuurlijk." "Meneer, dan zijn we eigenlijk allemaal gelijk "
Het bleef even stil. Iedereen keek naar de oude man. Die glimlachte en schudde het hoofd....
een vriendelijk gebaar, een simpele goededag, zo vlug gedaan en het doet een mens zoooo goed ....
Het gebeurde op een stille winterdag.De zon en de wind waren samen aan het vechten wie van hen sterker was." Wedden dat ik het sterkste ben?"riep de wind uitdagend , "en ik zal het je ook meteen bewijzen!"De wind wees met zijn dikke wolkenvinger naar beneden," zie je die oude man daar in zijn winterjas?"" wedden dat ik hem eerder uit zijn jas krijg dan jij?"" Vooruit dan maar, laat zien wat je kunt," antwoordde de zon rustig en kroop weg achter haar wolk.De wind haalde diep adem en begon uit volle borst te blazen.Maar hoe harder de wind blies, hoe dieper de man in zijn warme jas kroop.Uiteindelijk gaf de wind het op, hij was totaal uitgeput.Nu was de zon aan de beurt. Ze kwam achter haar wolk vandaan en begon met vriendelijke glimlach te schijnen.De verkleumde man beneden was aangenaam verrast door de warme stralen en veegde al gauw een zweetdruppeltje van zijn voorhoofd.Even later kreeg hij het zo warm dat hij zijn jas uitdeed.moraal van het verhaal.....Met vriendelijkheid en warmte bereiken we in ons leven vaak meer dan met snauwen of hoog uit de toren te blazen.Als iemand u irriteert, als het niet gaat zoals jij het zou willen of als je iemand tegenkomt die zijn dag niet heeft, probeer dan eens met een paar warme " zonnestralen".....
deze spreuk wordt mooi verwoord in dit wijze verhaal:
Een haas dacht dat hij sneller kon lopen dan wie ook; Al wie trager liep, lachte hij uit- ook de schildpad. Op een dag werd de schildpad dat echter zo beu, dat ze zei: "Wie denk jij wel dat je bent?" Het is waar dat je snel kan lopen, maar zo onklopbaar ben je echt niet! Daar moest de haas erg om lachen: "En wie zou mij dan wel verslaan? Jij misschien? Ik wed dat niemand sneller is dan ik. Of wil jij het misschien eens proberen?" Omdat ze die verwaande haas wel eens een lesje wilde leren,nam de schildpad de uitdaging aan. Ze stippelden de weg uit die ze zouden afleggen en spraken af voor de volgende dag bij zonsopgang.
De volgende morgen kwamen de haas en de schildpad naar de afgesproken plaats. Ook de vos was aanwezig, want hij zou de scheidsrechter zijn. Nadat de vos het startsignaal gegeven had, ging de schildpad langzaam op weg, maar ze leek zich geen zorgen te maken. De haas geeuwde en was zo moe dat zijn ogen bijna dichtvielen van de slaap. Toen hij zag hoe traag zijn tegenstander was, riep hij: "Ga jij maar rustig verder, ik doe eerst nog een dutje en dan kom ik in vier sprongen bij je!"
De haas deed een hazenslaapje tot hij plotseling wakker schrok. Maar de schildpad was nog vlakbij en had nog geen derde van de weg afgelegd. "Mooi zo, " dacht de haas,"dan heb ik nog alle tijd om te ontbijten" En gretig zette hij zijn tanden in wat smakelijke kolen die hij vond in een veld. Maar hij at zo veel en de zon scheen nu zo fel dat hij zich alweer erg slaperig voelde.Toen hij zag dat de schildpad nog maar halfweg was,besloot hij om nog wat te slapen. "Haha, ik wil haar gezicht wel eens zien als ik haar heb ingehaald,"dacht hij lachend en sliep tevreden in. De zon begon al te zakken toen de schildpad eindelijk de eindstreep naderde.De hele dag had ze gelopen. De haas schrok in paniek weer wakker en zette vliegensvlug de achtervolging in.Met zijn lange poten liep hij zo hard hij kon,zodat zijn tong uit zijn bek hing. Nog een laatste sprong en dan ... maar de schildpad was al over de eindstreep, ze had gewonnen. Die arme haas! Hijgend en beschaamd liet hij zich neervallen in het zand. De schildpad keek hem lachend aan en zei: "Nu zie je wat er van komt! Haast en spoed is zelden goed!" Bron: "wijze verhalen"
Het leven is een reis. Een reis langs heel veel wegen. We reizen samen of alleen. We weten soms niet goed waarheen, maar gaan op hoop van zegen.
Altijd zijn we onderweg. Onderweg naar morgen. Met de dromen van vandaag, Met geluk en zorgen. Af en toe een beetje zon, af en toe wat regen, want soms is het leven fijn en soms zit het tegen.
Altijd zijn we onderweg, zoeken nieuwe wegen. En we komen elke keer nieuwe mensen tegen. Vragen naar de goede weg, Bang om te verdwalen. Kiezen hoe we verder gaan en de koers bepalen.