Beste blogvrienden, het rijmverhaal dat ik schreef van het dagboek van een kennis zijn voettocht naar Santiago de Compostella begint op datum van 28/03/2008.
wees bevriend met kleine dingen, met een kleine bloem die bloeit met de vogeltjes die zingen en het vlindertje dat stoeit met de heldere regendroppen en de blijde zonneschijn wees bevriend met kleine dingen EN je zult gelukkig zijn
op elk moment van de dag, het is niet verboden, het mag ....
Iedereen zou moeten genieten op elk moment van de dag van de glimlach op andermans gezicht, van een kind dat speelt, van lieve woorden die worden uitgesproken. Ze zijn er niet voor niets maar om ons leven een vleugje liefde te geven... anoniem
Mix de bestanddelen op een rustige en verstandige wijze door elkaar. Doe dit met zachte hand, neem hier ruimschoots de tijd voor. Volg hierbij vooral je gevoel en wees niet bevreesd Schenk nu het resultaat in ruime mate aan een ieder die je kent. Herhaal dit regelmatig, indien mogelijk dagelijks, je zult versteld staan van het effect! Het zal je een warm en goed gevoel geven.
Bedenk: De op deze manier verkregen mix biedt absoluut garanties voor de toekomst.
Ze liep met kleine stapjes naar het bos. De blonde vlechtjes dansten op haar schouders mee. Het goudblonde haar wuifde als een kleine vlecht tussen de struiken. Het meisje werd een witte stip in het donker groene bos. De bomen wezen stil naar de hemel, als zwijgende zuilen van een oude tempel. En de blaren zongen een glimlachend sprookje over een teer wezentje dat met grote verwonderde vraagoogjes naar de wereld keek. "Waarom ben je zo groot?", vroeg het meisje aan een oude eik. De zware eikstam stond roerloos. "Waarom zing je?", vroeg het meisje aan een vogel. De vogel kwetterde luid en vloog heen. "Waarom ben je zo groen?", vroeg het meisje aan de bladeren. De bladeren ruisten geheimzinnig. Zo liep het meisje verder met duizenden vragen aan het bos. Haar oogjes stonden treurig omdat ze geen antwoord kreeg. De bloemen wisten niet waarom ze rood, wit of geel waren. De lucht was - zomaar - blauw. De vogels zongen en de grote bomen bleven zwijgende standbeelden met brede takken en ruisende bladeren. De struiken ritselden en de bruine grond geurde zonder te zeggen waarom. Toen kwam het meisje bij de beek en boog zich over het fluisterende water. Ze zag een blond gezichtje in de rimpelende golven, een verwonderd gezicht met lange dansende vlechten. En ze fluisterde... want het glinsterende water kabbelde met een heel zachte lieve stem en vroeg: " waarom ben je mooi?" Nu wist het meisje zelf geen antwoord. Ze ging heel langzaam terug door het ritselende bos met een glimlach om de mond. De bomen waren groot als stille zuilen van een tempel. De vogels zongen. De bladeren glansden groen. De bloemen wiegden met hun vele kleuren. De bruine grond geurde diep en de hemel was wonder-blauw. En toen zag het kleine meisje hoe mooi de wereld was.... bron: lezing tijdens een huwelijksmis
ga nooit slapen zonder welterusten, laat ruzie`s nooit berusten. Los ze op en maak ze goed, Wie weet waar het je voor behoedt. Morgen is een nieuwe dag, Begin die met een lach. Want morgen kan alles wat je lief hebt verdwenen zijn, En zonder verwijten en ruzie doet het al genoeg pijn!
Ik luister naar de wind het is net of die een liedje zingt met een hele hoge toon de bladeren ritselen in de boom vogels zitten te fluiten het is zo mooi hier buiten het water beukt tegen de kade in mijn hoofd wordt dit een serenade overal hoor ik muziek en ik ben het enigste publiek ik zit op een bankje te rusten en luister naar de natuur met al zijn lusten
die krijg je zo maar niet, die moet je verdienen, en als je ze hebt, verlies ze dan niet ....
Echte vrienden.. die heb je zomaar niet. Vrienden die altijd voor je klaar staan, Ongeacht het soort verdriet. Waarmee je kunt lachen en kunt huilen. Die je nog voor geen goud zou willen ruilen. En als je ze hebt, verlies ze niet.
Sta voor ze klaar, Ook al is het soms moeilijk. Ook al is het soms zwaar. Als je dit doet, dan kun je verwachten, Dat als jij hen nodig hebt, Ze ook jou pijn komen verzachten.
Ik heb ze gevonden, Zal ze nooit meer laten gaan, Heb ze aan mijn hart gebonden. Voor hen, een lach en n traan....
Er zit een jongen achter het raam, hij kijkt naar buiten, maar ziet niets.
En toch blijft hij voor het raam zitten, tegen beter weten in, en kijkt naar buiten.
Elke dag opnieuw zit hij daar, staart naar buiten, naar de straat, hij zit er van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.
Mensen komen vrolijk pratend en lachend voorbij, wijzend kijken ze opzij, zij zien al het moois in de wereld, zij wel, hij niet, en toch doet het hem geen verdriet.
Niemand snapt het, of wil het begrijpen, ze vinden het allemaal raar, zo door het raam naar buiten kijken en niets zien, en toch zit hij daar.
Hij trekt er zich niks van aan, van al dat gefluister,en al dat gepraat, het is maar wat hij doet, wat hij wil,'t is daar dat het om gaat! iedereen die langs komt gaat een eindje om, ze kijken dan wat gemeen, maar ze gaan niet kijken, ze durven er niet heen.
Als ze wat beter keken, dan zagen ze een doodgewone jongen, even normaal als iedereen, buiten het zicht, dat heeft hij niet, en dat is zijn probleem.
Mensen hou toch op met dat stom gedoe en ga dichterbij, hij bijt niet, hij heeft alleen zijn ogen.....
geef dan niet op, en denk aan de dingen die jou het meeste boeien en aan alles wat je nog wil zien groeien....
je hebt liefde en je hebt haat je heb goeie vrienden of een beste maat je heb mensen die bemoeien en je heb mensen die zeggen ach laat..!! je heb kleine en grote dingen in het leven je heb veel van je ouders mee gekregen en met die dingen kan je nog zoveel goeds gaan beleven zie je het even niet zitten geef dan niet op kijk naar de dingen die je gelukkig maken en zeg tegen jezelf over de slechte dingen stop kijk om je heen naar de dingen die je ook nog wil zien groeien denk als je in de put zit alleen aan de dingen die je zouden moeten boeien .!!!!
voor iedereen anders, de ene houdt van zon, zee en strand, de ander geniet van de bergen, de rust en de natuur,het maakt niet uit, geniet er van, elk uur.....
Aan alle blogvrienden een fijne vakantie toegewenst
Even weg van alle drukte, het haasten en de tijd Geen zorgen voor morgen en achteraf geen spijt Genieten van de stilte om zo tot jezelf te komen Geen last van commentaar, als je even zit weg te dromen
De prikkeling op je huid van de warme zonnestralen Eens andere winkels waar je de boodschappen gaat halen Tussen de grote hoge bergen, verscholen en heel klein Krijg ik het gevoel, dat ik daar voor altijd wil zijn Ik denk er zo sterk aan terug,even lijkt het werkelijkheid Maar dan open ik mijn ogen en ben ik terug in de realiteit Niet meer de stilte, de bergen en de mooie kust De vakantie is voorbij, het is gedaan met de rust
Maar de herinneringen blijven, aan de plek waar ik niemand ken De mooie herinneringen aan daar waar ik mezelf ben...
een beetje vreugde, een beetje verdriet, want een leven zonder verdriet bestaat er niet....
Vreugde en verdriet? Door veel mensen onbegrepen omdat je het verdriet niet ziet. Soms gebeuren er dingen in het leven, en dan denk je vaak heel even, Waarom moet dit mij overkomen? Waarom hebben ze niet iemand anders genomen? Waarom voel ik nu al die pijn? Waarom kon het niet iemand anders zijn? Totdat je het verdriet hebt verwerkt, en tussendoor hebt gemerkt, Dat de vreugde kan overwinnen, en dat je opnieuw moet beginnen. Zonder vreugde geen verdriet, Want zonder het èèn bestaat het ander niet ...
een verhaal over onze eigen dagdagelijkse levensstijl, kunnen wij nog wel leven met genoeg? ....
De Frans had eens een zakdoek nodig en had er geen bij zich. Hij passeerde juist een groot warenhuis en stapte er binnen. Boven het draaihekje hing een levensgroot bord met de waarschuwing dat iedere klant verplicht was om gebruik te maken van een boodschappenwagentje. Frans pakte er dus één en ging er vrolijk zijn boodschap mee doen. Toen hij aan de betreffende afdeling kwam, kon hij niet eenvoudig een zakdoek pakken. Van de papieren zakdoekjes moest hij er tien pakjes van tien tegelijk meenemen. Van de andere stoffen zakdoeken moest hij er een dozijn tegelijk kopen. Frans had er thuis nog een stapel van liggen, maar ja, daar was hij nu niks mee. Hij deponeerde dus het dozijn in zijn wagentje en kwam na veel omzwervingen bij de kassa terecht. Intussen had reclame hem langs alle kanten aangepord om nog veel meer zaken te kopen. Maar Frans hield vol en stapte doelbewust richting uitgang. Bij de kassa stond zijn karretje als een vreemde eend in de bijt te midden van karren volgeladen met wat de reclame aanbevolen had te kopen. Andere kopers keken Frans aan, alsof ze wilden zeggen: zo iets doe je toch niet, zo'n wagentje is er voor om volgeladen te worden...
Het roosje stond niet waar rozen gewoonlijk staan. Ik bedoel, het stond niet in één van die prachtige rozentuinen of rozenperken bij een huis of in een park. Nee, het stond er helemaal alleen op een wegberm tussen brandnetels en koekoeksbloemen, allerlei spichtig gras en bloeiend onkruid. Het roosje was zo verdrietig over haar plekje op de wereld, dat het niet durfde op te kijken. "Kijk eens, een mooi roosje!" riep Jetje, die met haar moeder over een veldweg naar de bakker ging. "Zal ik het plukken en in een vaasje zetten ?" "Ik zou het niet plukken," zei moeder. "Nee, want kijk, de knop zit nog helemaal dicht en hangt ook een beetje naar beneden. Zo krijg je nooit een mooie roos. Zelfs niet in een vaasje." "Het staat er zo alleen," zei Jetje. "Weet je wat ik denk, mama, ik denk dat het roosje verdriet heeft, omdat het hier helemaal alleen op zo'n wegberm staat. Helemaal alleen. Het is een roosje verdriet." "Roosje verdriet", vroeg haar moeder. "Hoe kom je daarbij, meisje?" "Is het geen mooie naam voor dit roosje", vroeg Jetje. "Als we het nu eens meenamen met wortel en al en tussen onze rozen zouden planten in de tuin, zou het dan kunnen groeien?". "Nu niet. Als je het in de herfst of in de lente komt halen, dan wel...", zei moeder. "Kom, we lopen maar eens door, Jetje." "Waarom zou dit roosje verdriet kunnen hebben ?' Oh, kijk mama, een kevertje. En daar, een glanzende pluizenbol! En een vlindertje. En een web van een spinnetje. En een bijtje en daar een klaproos en klavertjes. Een klavertje vier brengt geluk. Zal ik eens kijken of ik er één kan vinden "Het moet toch wel mooi zijn om me heen ", dacht het roosje toen het Jetje bezig hoorde, "Ik zal straks toch maar eens kijken!" "Dag roosje verdriet!" fluisterde Jetje nog, voor ze aan de hand van haar moeder verder ging. Toen Jetje weg was, heeft het roosje eens aandachtig om zich heen gekeken. Het gras en de bloemen. De zon en de wriemelende dieren op de berm... "Ik heb geen reden tot ontevredenheid, "zei het roosje plechtig tegen zichzelf. " Ik zal maar eens laten zien hoe mooi een roosje kan bloeien op een wilde wegberm." Toen Jetje de volgende dag langs kwam, bleef ze verrast staan. "Er is geen roosje verdriet meer," zei ze. "Oh nee, er staat een heel ander roosje." "Niet waar," lachte het kleine roosje met het gele hartje. "Niet waar! Ik ben het hoor!" "Morgen kom ik weer kijken", fluisterde Jetje, die de taal van de bloemen verstond. Je bent een prachtig roosje. Maar ik zal een nieuwe naam voor je bedenken..." Hetgeen Jetje ook gedaan heeft. Maar ze verklapt die naam aan niemand, want het is haar geheim om met roosjes als deze te kunnen praten... (Mariette Vanhalewijn)