De herdertjes lagen bij nachte Zij lagen bij nacht in het veld Zij hielden vol trouwe de wachte Zij hadden hun schaapjes geteld Daar hoorden zij d'engelen zingen Hun liederen vloeiend en klaar De herders naar Bethlehem gingen 't liep tegen het nieuwe jaar
Toen zij er te Bethlehem kwamen Daar schoten drie stralen dooreen Een straal van omhoog zij vernamen Een straal uit het kribje benee Daar vlamd' er een straal uit hun ogen En viel op het Kindeke teer Zij stonden tot schreiens bewogen En knielden bij Jesus neer
Maria die bloosde van weelde Van ootmoed en lieflijke vreugd De goede Sint Jozef hij streelde Het Kindje der mensen geneugt De herders bevalen te weiden Hun schaapkens aan d'engelenschaar Wij kunnen van 't kribje niet scheiden Wij wachten het nieuwe jaar
Ach kindje, ach kindje, dat heden In 't nederig stalletje kwaamt Ach, laat ons uw paden betreden Want gij hebt de wereld beschaamd Gij kwaamt om de wereld te winnen De machtigste vijand te slaan De kracht uwer liefde van binnen Kan wereld noch hel weerstaan
Met ballen en slingers versieren wij de boom Het sparretje verandert in een kerstboom Met sterretjes en klokjes een beetje eng’lenhaar dan de lichtjes en de kerstboom is klaar Maar wacht eens, er ontbreekt nog iets aan Wat dan Laat je ogen eens naar boven gaan. Oh ja Een boom is niet af zondere iets aan de top Er ontbreekt nog een piek bovenop
In Flanders fields the poppies blow Between the crosses, row on row, That mark our place; and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below. We are the Dead. Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow, Loved, and were loved, and now we lie In Flanders fields. Take up our quarrel with the foe: To you from failing hands we throw The torch; be yours to hold it high. If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders fields.