Kerstverlangen
Hoe zacht der klokken klagen, Uitzindrend op mijn hert! Het sneeuwt op donkre smert. En vromen hoor ik vragen, Terwijl de dag komt dagen, Wat groots geboren werd.
Gebogen mensen rijzen En zien elkander aan. Voorbij de bloedige waan! De volkren zijn te prijzen Waar Koningen en Wijzen Langs witte wegen gaan.
O gij, die recht en rede Begeert, genoeg gedwaald. De zoen des hemels daalt. Verheugt u telkerstede: Geboren is de Vrede Die godlijk ademhaalt.
René de Clercq
|