Ik ben Camiel
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 14/06/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Muziek, politiek, schrijven, litteratuur, toneel, kletsen, de tijd nemen....
Het leven is veel te kort om te kniezen en te treuren en ook na 50 valt er nog heel wat te beleven en te ontdekken
Hasta la victoria siempre!
Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.
Een dwarse en muzikale kijk op het leven
Het leven wordt pas mooi na 50 want niets moet nog en alles mag!
30-11-2011
De wereld zoals hij is.
Hoe lang is het al geleden dat ik nog eens iets geschreven heb dat niets te maken had met muziek? Ik kan het mij zelfs niet meer herinneren, zo lang is het al geleden. Het moet er nu dus maar eens van komen.
De badkamer.
Ge scheurt de brief open die u daarjuist werd gebracht, en het is er ene van tippetotje, de schilderes: ik dacht u al lang te schrijven, maar ik liet het omdat mijn onderwerp zou aanzien worden als iets dat, politiek gezien, niet juist is...maar daar johan janssens u ook al dingen vertelt die, politiek gezien, niet juist zijn, vervalt mijn bezwaar...en ik moet u dan schrijven hoe ik rechts ging en links, en hoe ik vanzelfsprekend rechtse en linkse gedachten vond, maar hoe de mensen van links en van rechts net dezelfde kloten waren...het kleine volk leeft nog steeds in armoe en zorgen, maar heeft zich bij dat leven van armoe en zorgen terug neergelegd...wel doen ze nog, zoals vroeger, kaarskens branden voor de pleisteren heiligen op hun schoorsteen, maar zij gaan niet meer naar de mis en zeggen van de paster dat het een zwarte dief is, die ons het geld uit de zak klopt terwijl hij ons hiernamaals een hemel belooft...
en terwijl de kerk afbrandt staan ze te lachen dat godverdomme de heiligen nu ook al opbranden: haha. Straks zullen we weer in onze zak mogen tasten, als de paster komt aankloppen: haha. Het zal de paster niet zèlf zijn, maar de een of andere troeten van een arme mens die zijn brood verdient bij de ziekenbond of het syndicaat van de encycliekers: haha. Neen, het zullen de dochters of de madame zijn, van de encyclieke bazen van de encyclieke fabrieken, en wij zullen in onze zak te tasten hebben: godverdomme.
en ondertussen, ondanks zijn pleisteren heiligen, en zijn tegen ziekte brandende kaarsjes, is de kleine man een sociaal of een ultramarxist, maar gaat hij nooit naar een vergadering of een meeting, want die politieker is een rode dief die ons het geld uit de zak klopt, terwijl hij een hemel van sociale rechtvaardigheid belooft...ze staan daar niet meer vuil en zwart en ongeschoren, en spuwen niet meer langs hun smerige tanden het tabakssap naar buiten...maar ze wonen in een blok werkmanswoningen gebouwd door de Staat, waarmee men hen nogmaals bedrogen heeft en waarbij men, om de schijn te redden, een kamerke als badkamer heeft voorbestemd: maar zij moeten er een rommelkamer van maken, en in het zinken bad hun kolen leggen of hun aardappelen, of oude dagbladen en belastingpapieren. Iets wat ik, tippetotje, dus allemaal niet mag zeggen, daar het allemaal niet politiek juist is...het is wel, realistisch bezien, de waarheid, maar een realistische waarheid is niet altijd een waarheid die politiek juist is. Want de rijke mensen zoals meneer derenancourt zouden zeggen: ziet ge het, de werkman heeft geen badkamer met een bad nodig, want hij legt er toch zijn aardappelen in...al die zever over sociale verbeteringenis iets waar de werkman niet zèlf naar verlangt, maar is iets dat uitgevonden werd door mannen, die in een sociale of ultramarxistische partij een broodwinning zien: de kleine man naar een hemel of naar een badkamer te doen verlangen is een commerce gelijk een andere commerce. uw tippetotje, de schilderes, die I dezer dagen naar ter-muren komt wonen.
Uit "De Kapellekensbaan" van Louis-Paul Boon - 1953.
Het had vandaag kunnen geschreven zijn. Is er dan iets veranderd?
Na "For Your Love" in juni 1965 was "Having a Rave Up" in november van datzelfde jaar het tweede Amerikaanse album voor The Yardbirds. Op kant 1 van de plaat is Jeff Beck de gitarist en op kant 2 Eric Clapton en dat niettegenstaande het feit dat hij de groep al 8 maanden eerder verlaten had.
Kant 1 bevat 6 songs waaronder de hits "Still I'm Sad", "Evil Hearted You" (auteur Graham Goldman) en "Heart Full of Soul" van diezelfde Gouldman. We vinden er ook een cover van het Bo Diddley nummer "I'm a Man" op terug.
Kant 2 is de bluesy kant van de plaat. Dat mag ons niet verwonderen met Eric Clapton als gitarist. Vier nummers met de memorabele cover van Howlin'Wolf's "Smokestack Lightning".
The Sonics is de garagerockgroep par excellence. Het genre en dan meer bepaald deze plaat van The Sonics zou 10 jaar later een enorme invloed hebben op de punk. "Here Are The Sonics" verdient absoluut een plaats in mijn Muziek-Canon al was het alleen maar omdat er met "Strychnine", "Boss Hoss", "Psycho" en "The Witch" 4 nummers opstaan die de tand des tijds moeiteloos doorstaan hebben. Toevallig of niet zijn dit ook de 4 eigen composities.
De 8 andere nummers zijn covers die er beslist ook zijn mogen. Uitschieters hierbij zijn "Dirty Robber" (The Wailers) en "Money (That's What I Want)" (Barrett Strong).
In 1965 verschenen er van The Animals, de Britse groep rond Alan Price en Eric Burdon, 2 albums met dezelfde titel. Er was een Britse "Animal Tracks" en een Amerikaanse. De Britse versie kwam 4 maanden voor de Amerikaanse uit. Inhoudelijk hadden beide platen echter weinig met elkaar te maken. Het is de Amerikaanse versie die ik opgenomen heb in mijn Canon.
Naast de hits "Bring it on home to me", "We gotta get out of this place" en "Don't let me be misunderstood" bevat de plaat 6 nummers die geschreven werden door Alan Price en/of Eric Burdon. Daarmee bewezen The Animals dat zij niet zomaar het zoveelste Britse r&b groepje waren. Met "The story of Bo Diddley", "Club-A-Go-Go" of nog "For Miss Caulker" bewezen deze heren dat zij ook als songschrijvers van wanten wisten. Met diezelfde twee heren beschikte de groep ook over een zanger, Eric Burdon, met een begenadigde stem en een muzikant, Alan Price, die over meer dan een beetje talent beschikte.
"Mr. Tambourine Man" is de eerste studio-plaat van The Byrds. Geen van de groepsleden had een achtergrond in de rock muziek. McGuinn, Clark en Crosby kwamen uit de folk scene, Hillman had een bluegrass achtergrond en drummer Clarke had enkel conga's gespeeld in wat lokale groepjes.
Alvorens de lp uitkwam hadden The Byrds al een enorme hit met de single en Dylan cover "Mr. Tambourine Man" waarop enkel McGuinn mocht meespelen en waar de zang kwam van McGuinn, Clark en Crosby. Dit was ook het geval voor het b-kantje van de single, het beatleske 'I knew I'd want you'.
Deze 2 nummers belandden ook op de lp maar, in tegenstelling tot wat een hardnekkige legende vertelt, speelden The Byrds op alle andere nummers wel zelf.
De plaat is in die zin belangrijk dat ze de start markeert van een genre dat bekend zou worden als folk-rock. In deze eerste bezetting van de groep was Gene Clark de belangrijkste song leverancier. Hij schreef 5 nummers waarvan 2 samen met McGuinn. De andere songs waren Dylan-covers waaronder ook "All I really want to do" dat hun tweede single succes zou worden, "Don't doubt yourself, babe" was een Jackie DeShannon nummer en ook nog "We'll meet again" dat groot geworden was in de versie van Vera Lynn. Verder vinden we ook nog de tot klassieker uitgegroeide Clark song "I'll feel a whole lot better".
"Mr. Tambourine" betekende in de US ook het eerste serieuze Amerikaanse antwoord op de hegemonie van The Beatles aldaar.
"Bringing It All Back Home", de vijfde studioplaat van Bob Dylan wordt algemeen beschouwd als het begin van de folkrock. Het is ook de plaat die Dylan nog verder verwijdert van de folkpuristen wegens 1 plaatkant volledig gevuld met electrisch versterkte nummers. Tevens gooit hij hier ook het etiket van "protestzanger" van zich af omdat zijn teksten steeds abstracter en persoonlijker worden. De song "Maggie's Farm" kan zelfs beschouwd worden als een afrekening met heel die protestbeweging.
Het rauwe, snerpende "Subterranean Homesick Blues" is zwaar beïnvloed door Chuck Berry's "Too Much Monkey Business" en is de voorloper van de video-clip.
"Mr. Tambourine Man" was eigenlijk bedoeld voor "Another Side Of Bob Dylan" maar belandde uiteindelijk op "Bringing It All Back Home". In de versie van The Byrds zou dit een gigantische hit worden die voor de definitieve doorbraak van de folkrock zorgde.
Van de 11 songs op de plaat vernoem ik ook nog graag "Love Minus Zero/No Limits", één van de mooiste love songs die ik ken.
Ook commercieel deed de plaat het goed. In Amerika schopte dit album het tot op plaats 6 en in de UK werd het zelfs een nummer 1.
In 1965, hetzelfde jaar waarin zijn debuut album uitkwam, maakte Donovan "Fairytale", zijn tweede en naar mijn gevoel ook zijn beste plaat. Veel meer dan op zijn debuut, ging Donovan hier de richting uit van de traditionele Britse folk. Nummers als "Summer Day Reflection Song", "Sunny Goodge Street" of nog "Jersey Thursday" wortelen duidelijk in die Britse folk-traditie. De komende jaren zou Donovan dit terrein blijven verkennen.
Op deze plaat krijgt Donovan de hulp en steun van Shawn Phillips op 12-string gitaar en diezelfde Phillips leverde met "The Little Tin Soldier" ook een song voor de plaat. Op de Britse release van de plaat staat ook een mooie cover van Bert Jansch' "Oh Deed I Do" dat op de Amerikaanse release jammer genoeg sneuvelde ten voordele van het middelmatige "Colours" (dat wel een hit werd).
Met deze plaat wierp Donovan ook het etiket van Britse Bob Dylan van zich af en kreeg hij definitief een eigen gezicht.
Op 12 october 1965 trokken The Beatles de studio in en ze kwamen er op 11 november van hetzelfde jaar weer uit met wat hun zesde en tot dan toe beste studio-album werd: "Rubber Soul".
Deze lp betekende een grote stap voorwaarts in de muzikale en tekstuele ontwikkeling van de groep. Weg waren de 'boy loves girl' pop-songs en in de plaats kwamen gesofisticeerder, doordachter en van dubbele bodems voorzien lyrics. Voorbeelden? "Norwegian Wood", "Drive My Car", "Girl" en "I'm Looking Through You". Het is aan de teksten duidelijk te merken dat Dylan grote invloed had op zowel Lennon als McCartney.
Ook muzikaal zet de groep een hele stap voorwaarts. Het klassieke rock 'n' roll instrumentatrium werd uitgebreid met de sitar van Harrison en de uitgebreide percussie van Ringo Starr. Er was ook de keyboard solo van producer George Martin op "In My Life". Ook hier weer waren de invloeden van Dylan en The Byrds duidelijk merkbaar.
Naast "Revolver" en "Sgt. Pepper's" hoort deze plaat bij het beste van wat The Beatles ooit gemaakt hebben en bijgevolg bij het allerbeste van wat de rock muziek ons ooit gebracht heeft.