Een doordeweekse regenachtige middag ergens in Vlaanderen. Ik klap mijn boek dicht en verlaat het stationsbuffet. Op de stationsklok in de gang naar het perron is het precies 10 minuten voor het uur. Over precies 6 minuten vertrekt mijn trein. Ergens in het midden van de gang sla ik linksaf en op het einde van die gang ga ik rechts de roltrap op. Op het perron zegt een scherm mij in witte letters op een blauwe achtergrond dat mijn trein om 4 minuten voor het uur zal vertrekken vanop dit perron. Op dit moment staat op de sporen een andere trein die andere mensen naar ergens een andere plaats in Vlaanderen zal brengen. De walm van mazout slaat in mijn neus. Her en der op het perron staan en zitten andere mensen, jongens en meisjes, mannen en vrouwen. Ook zij wachten op een trein die hen naar hun bestemming moet brengen. Ik stap door naar helemaal achteraan het perron. Ik stap zover door tot er geen mens meer in mijn omgeving te bespeuren valt. Een stem vertelt mij dat de trein zo meteen het station binnen rijdt. Ik kijk langs de sporen en in de verte zie ik een stip die snel groter wordt. Met een rotvaart dendert de trein het station binnen en het is alsof hij nooit zal stoppen. Maar dan bedenkt hij zich en komt piepend en knarsend tot stilstand. In de allerlaatste wagon stap ik in en tot mijn tevredenheid stel ik vast dat niemand mijn voorbeeld volgt. In deze wagon zitten slechts een zevental andere mensen. Als ik hen voorbij loop kijken ze zelfs niet op. Ik installeer mij in een hoekje, zet mijn pet af en klap mijn boek open.
We zijn nog maar net vertrokken of een vrouwenstem zegt mij door de intercom dat ik op de trein zit naar een andere plaats in Vlaanderen dan deze. Ze zegt zowaar dat de volgende halte het station is waar ik moet uitstappen. Ze wenst mij verder nog een prettige reis, alsof ze het meent. Precies 10 minuten na het vertrek stopt de trein in het station van mijn bestemming. Ik klap mijn boek dicht, rits mijn jas dicht en zet mijn pet op. Ik stap af en merk dat er nog 5 mensen na mij uitstappen. Ik zet er stevig de pas in en haal nog 11 mensen in voor ik de trappen naar de uitgang afdaal. Dat betekent dat er nog 16 mensen na mij het station verlaten.
Ik neem het sleuteltje van mijn fietsslot om dat slot te ontsluiten. Ik stap op mijn fiets en begeef mij richting het leven.
|