Oneindig !!!

Wanneer wij het hebben over oneindigheid van ruimte en tijd, dan hebben wij het over een fenomeen, dat alles wat wij kennen naar welke kant dan ook letterlijk oneindig is. Er is geen einde aan.
In ruimte zijn dingen oneindig: van oneindig klein naar oneindig groot. In wezen praten wij dan over iets dat onvoorstelbaar is voor ons denkende en metende mensen. Een berg is groot een mier is klein. Ons wordt nu verteld dat er naar beide kanten -groot en klein- geen einde is aan afmetingen. Wij kunnen ons zelfs afvragen of wat wij als dingen, als objecten beschouwen wel echt zijn, in de zin van: materieel aanwezig. Bestaan er wel vaste punten, wanneer alles wat wij kennen zich ergens schijnt te bevinden tussen oneindige grootheden?

Wij bevinden ons ergens midden van een oneindig continuüm. Dat kunnen wij ons natuurlijk ook niet voorstellen. Wat zou er achter die grens moeten zijn? Wanneer dat iets zou zijn, waar houdt dat dan op? Wanneer er niets achter de grens zou zijn, hoe ziet dan de grens tussen iets en niets eruit? Een gigantische ballon? Met wat er om heen?
Wij vergelijken alles met dat wat ons bekend is. Vandaar dat de berg voor ons groot is en de mier klein. Maar grootte is geen objectief gegeven. Het is altijd een maat t.o.v. iets

Maar er is nog meer aan de hand: wanneer er geen absolute buitengrens is, zijn er ook geen binnengrenzen. Stel dat onze (bedachte) grens reëel is, dan begrenzen wij het onbegrensde. Dat kan niet. Alles is oneindig, behalve hier bij ons, althans die indruk hebben wij. De tafel is echt, de kast zit op slot. Allemaal grenzen.
Maar onze ervaring van grenzen is niet reëel. Wij ervaren iets dat in werkelijkheid niet zo is. Waarschijnlijk (of zeker) is onze ervaring met objecten daarom niet werkelijk. Wij denken dat wij grenzen ervaren tussen ons en allerlei objecten, maar dat is in werkelijkheid niet zo. Elk punt is oneindig. Er bestaan geen grenzen. Wat is er aan de hand?

Alles ervaren wij via ons bewustzijn. Ik zie. Wie is dat ik dat ziet? Dat ik is ons denken, wat wij op zijn beurt kunnen waarnemen. Dat denken, ons kleine ik, is observeerbaar. Maar wie observeert? Die ik is onkenbaar.
Zen zegt er is geen ziener, het zien en het geziene. Er is alleen zien. Dat zien is alles wat echt is. De rest is een proces van interpreteren, een zijtak van het werkelijke zijn, dat ons het idee geeft dat wij een situatie waarnemen, waarin wij (als apart wezen) ons bevinden in een wereld van objecten en in de hand kunnen hebben, wanneer wij maar slim en oplettend genoeg zijn.

Het antwoord komt van een andere zenmeester, die zei: "Niet ik leef het leven, maar het leven leeft mij!" En dat leven is onzichtbaar, binnen in mijzelf, onvindbaar, net als ikzelf: ik ben ook onvindbaar: ik ben het Zelf....
Ik ben in de grond onkenbaar, niet bestaand als een iets, geen punt in een ruimte, maar die ruimte zelf, die we ook niet kunnen pakken.
Tja.............en tijd?
Daarvoor geldt hetzelfde: oneindigheid heeft ook betrekking op tijd. In wezen is er geen tijd. Als er oneindigheid in tijd is, is er alleen Nu. Dan heeft het geen zin over fenomenen als vroeger of later te denken. Alles wat in de materiële wereld ervaren beoordelen we aan een vergelijking met wat anders. Elke ding heeft zijn betekenis voor ons in relatie tot iets anders, een kleur, een geur, een maat. Vandaar de relativiteitstheorie van Einstein. Ik ben groot t.o.v. een mier, maar ik ben klein t.o.v. een berg. Waar die vergelijking in ruimte wegvalt, doet dat dat ook in termen van tijd. In oneindigheid zijn geen vaste ijkpunten. Een dag is voor een eendagsvlieg zijn hele leven, voor de levensduur van de aarde een fractie van een moment.

Er is geen tijd in werkelijkheid. Er is alleen het heden. Wij vormen de tijd door ons denken, door onze verlangens, door onze heimwee, door onze angsten. Wij brengen een ordening in gebeurtenissen aan door er een tijdsmaat aan te koppelen. Tijd is de meeteenheid tussen gebeurtenissen. Maar alles gebeurt Nu. Ga maar na: Nu is Nu, haal even adem, en ervaar weer; het is nog steeds Nu. Er is geen meervoudsvorm voor Nu, er zijn geen verschillende nus. Het is altijd Nu, heden, op dit ogenblik. Het verleden is denken, de toekomst is denken. Ergo, wij als denkers zijn tijd.
