Met 4 slaagden ze erin hun persoonlijke jaarbesttijd scherper te stellen. Voor Luc lukte dit net niet. Doch in de voormiddag had hij reeds het vorige Crokyrecord snelwandelen naar de tabellen verwezen. Hij klokte af in een fabelachtige tijd van 1u 04' 24" !!
De uitslag:
1. Frank Lannnoo 42’ 25” 00 2. Luc Maes 42’ 51”13 3. Lieven Van Parys 43’ 00” 19 4. Stefaan Lemiere 44’ 34” 60 5. Jody Duyck 48’ 51” 00 6. Tony Dewilde 49’ 10” 00 7. Arne Coudenys 50’ 55” 00 8. Günther De Maeyer 50’ 57” 00 9. Mieke Malfait 54’ 25” 86 10. Albert Demeyere 55’ 44” 00 11. Carlos Dejaegher 55’ 50” 00
Op zondag 6 april start Joost Coudenys met het borstnummer 590, samen met 10.000 andere lopers uit 55 landen in de 14-de Marathon van Milaan. Klik hiervoor de link naar de site van deze marathon.
Patrick voelde de lente kriebelen en startte zowel binnen als buiten.
Lekker buiten gelopen
Afgelopen dinsdag heb ik voor het eerst sinds jaren mijn ‘stoute schoenen’ aangetrokken, de voordeur achter me dichtgegooid en daarna een rondje Brugse vesten gelopen. Mijn echtgenote lag nog in de kliniek, bezoekuur was er pas in de namiddag en het was die ochtend een heerlijk zacht lenteweertje. Dus wat hield me tegen? Ter plaatse trappelen op een loopband met TV, muziek en computer om je heen is een leuk alternatief maar niks gaat boven het echte stratenlopen. Het werd een hele belevenis. Weg met het verkeersvrije lopen op mijn zolder, welkom drukte! Zelfs op een doodgewone dinsdagmorgen is er in onze provinciehoofdstad verkeer genoeg. Akkoord: wie het rondje vesten doet loopt grotendeels op verharde paden, netjes gescheiden van de rijweg. Maar op dat rondje kruis ik meerdere drukke straten. Vier verkeerslichten kom ik tegen waarvan ik voor twee ervan ter plaatse stond te trappelen. Neen hoor, dat doe ik niet. Ik blijf gewoon wachten tot het groene mannetje weer verschijnt en dan zet ik opnieuw aan. Lopen in Vlaanderen – in tegenstelling tot de jaren tachtig waarin ik begon – doe je tegenwoordig nooit meer alleen. Altijd kom je gelijkgestemden op je weg tegen. ‘s Morgens, ‘s middags, ‘s avonds, ‘s nachts. Het maakt niet uit. Loopgek Vlaanderen struint door straat en bos met Meulebeekse Evy Gruyaert op de Ipod of smartphone. En wat te zeggen van de obstakels. Die vind ik meestal niet op mijn loopband. In het buitenleven des te meer. Oppassen voor het trottoir, de hondendrol, de waterplas ... Alles is ineens weer nieuw voor mij. Maar ik geniet. Met volle teugen. Afgezien van het feit dat het linker benenwerk nog wat hapert. Maar ook dat komt weer goed, zeker weten. Ik ben ook blij dat ik nog altijd dat tempogevoel in mij heb. Vroeger (op het einde van mijn vorige loopcarrière) liep ik mijn trainingsrondjes meestal aan een tempo van 10 per uur, echt niet meer. Nu was het mijn bedoeling om dat opnieuw zo te doen. Ik had me vooraf met opzet een nieuwe GSM aangeschaft. Vanaf nu ben ik dus ook de trotse bezitter van een smartphone. Ik heb dat alleen maar gekocht om mijn loopactiviteiten buitenshuis te kunnen registeren. iFit live, het programma dat al mijn loopbandactiviteiten met argusogen bekijkt heeft zo’n app. En wat blijkt nu? Die app werkt ook buitenshuis perfect. Zowel mijn smartphone als mijn computerprogramma melden mij achteraf dat ik dat parcours rond Brugge gelopen heb, dat het het exact 8,09 km lang is, en – hier komt het – dat ik aan een gemiddelde snelheid van 9,9 km per uur gelopen heb. Afgerond naar boven dus aan 10 per uur. Prima.
Gisteren ben ik dan weer mijn zolderkamertje opgekropen voor dat andere rondje, dat van Meulebeke. Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik vooraf gezien had dat Marnix zijn toer al in de benen had en ik merkte zijn tijd. Nu kon ik van mezelf geen vuurwerk verwachten, dus ik gebruikte Marnix’ tijd als richtsnoer. Zonder het te beseffen was hij gisteren mijn haas. Als ik halverweg zou doorkomen in minder dan 27 minuten dan zou het me lukken om hem te overtreffen. Opdracht volbracht: mijn eindtijd werd 52 min 22 seconden. Maar chapeau hoor voor Marnix. Ik ben toch wel enkele jaartjes jonger dan hij en in sport liegt leeftijd nooit.
PS Martine, mijn echtgenote is ondertussen terug thuis. Maar volledig genezen is ze nog lang niet.
Als jongste ooit liep de 11-jarige Arne Coudenys de Crokytoer. Het leeftijdsverschil tussen de jongste en de oudste loper op donderdagavond bedroeg 55 jaar. Bij de Crokyboys zijn met de 88-jarige Carolus Moens alle leeftijdscategorieën vertegenwoordigd.
Emmelien, Mieke en Bernard verbeterden hun jaarbesttijd met enkele minuten!!
Voor Hans pas hersteld van een meniscus operatie werd het 10 km snelwandelen.
Koen kwam als eerste over de eindmeet van deze 11-de Crokyrun anno 2014.
Geen Crokyrun voor Patrick Sys. Patrick zit geplaagd met een spierscheurtje en zijn echtgenote werd opgenomen in het ziekenhuis. We wensen haar veel sterkte en een voorspoedig herstel.
Uitslag 20 maart:
1. Koen Ver Eecke 39’ 11” 00 2. Stefaan Lemiere 43’ 57” 40 3. Luc Maes 44’ 15” 75 4. Lieven 47’ 01” 75 5. Tony Dewilde 50’ 07” 00 6. Günther De Maeyer 50’ 58” 00 7. Albert Demeyere en Carlos Dejaegher 56’ 44” 00 9. Bernard Devaere 1u 17’ 32” 00 (W)
Marnix liep de crokytoer op de loopband in 52' 03". Dit is opnieuw een verbetering van zijn persoonlijk record !!
Zo beleefde Koen Ver Eecke zijn marathon in Israil
Met Patrick en Koen tellen de Crokyboys twee gedreven atletiekjournalisten in hun rangen.
Hier kan je meegenieten van Koen zijn geslaagde Marathon van Tel Aviv.
Een donderdagavond in september, goed weer, de crokytoer gelopen. Naar goede gewoonte even kort napraten, meestal loopverhalen delen… Joost sprak me over het idee om z'n 50 lentes te bekronen met een marathon. Het idee was er, de bestemming moest nog gekozen worden.
Enkele namen vielen, ik kan me enkel nog Stockholm en Tel Aviv herinneren. Enkele dagen later moest ik eraan terug denken en ging ik googelen... 'Tel Aviv marathon'.
Datum, 28 februari 2014, een voorjaarsmarathon met goed weer dus. Gemiddelde temperatuur voor februari in Tel Aviv om en bij de 20 °C.
Het zou dan bijna 2 jaar geleden zijn dat ik een marathon had gelopen, na aanslepende kwaaltjes aan het rechter scheenbeen. Maar dit sprak me wel aan, ik wou me er weer eens aan wagen. Het zou mijn 10 de marathon worden, een 'jubileumeditie' dus, zodat het wel mooi meegenomen was een leuke, minder voor de hand liggende bestemming te hebben.
Ik besloot een mailtje te sturen naar Hugo, mijn maat waarmee ik eerder in Marrakech en Madrid liep. Linkje doorsturen met de tekst 'wat denk je?' Enige tijd later kwam er antwoord uit Genève - waar hij woont - met de mededeling dat hij dit volledig zag zitten!
Na een voetblessure in januari, een antibioticakuurke in februari en met 150 loopkilometers per maand op de teller was het tijd om te vertrekken. Op woensdag 26 februari vloog ik naar Genève. Na een korte nacht daar vlogen we om 7 u 's morgens richting Tel Aviv.
Maar niet zonder eerst langs de 'explosifs control' te passeren, aangezien we die niet bij hadden was dit geen probleem.
Om 12 u lokale tijd waren we in Tel Aviv (daar zijn ze een uurtje voor). Valies in het appartement afzetten en van daaruit naar de marathon Expo onze 'zak' gaan afhalen met startnummer, chip, t-shirt en hebreeuwse gellekes.
We hadden een 'golden package' genomen bij inschrijving, dit kostte 480 shekel (€ 101), iets meer dan de gewone inschrijving. Maar dit was meer dan zijn geld waard. Met onze 'golden package' mochten we 's avonds pasta gaan eten en sprak de burgemeester van Tel Aviv ons toe.
Niet dat we er iets van begrepen , maar het eten was heel lekker. Pasta, brood, taartjes, frisdrank, zoveel je maar wou.
Buikje rond gegeten en vlug naar het appartement omstreeks 22 u, we waren 's morgens om 4u opgestaan in Genève…
en de marathon startte om 6u30!
We moesten nu enkel nog zien tijdig aan de start te geraken. We dachten simpelweg een taxi te nemen van het appartement tot de start, aangezien deze een 8-tal km van ons verblijf lag. We vroegen voor het slapen gaan aan de balie of het mogelijk was ons te laten ophalen door een taxi om 5u30 's morgens… no, all roads are closed! not possible!
En nu? Te voet of met de fiets? De enige optie was een felgroene citybike te huren 's morgens vroeg. Die stonden vlakbij ons verblijf beneden aan het strand. Zo moesten we aan de start zien te komen, in bed nog even google maps ter hand genomen om de weg een beetje te memoriseren. We waren een halve dag in de stad, tijd om de omgeving en de start te verkennen was er nog niet geweest.
Een tweede korte nacht, rond 4u30 uit de veren, eten, loopkleren aan en om 5u15 naar de citybikes. We stonden voor de betaalautomaat, dit liep niet van een leien dakje en de tijd tikte. Ondertussen was het 5u30 gepasseerd, nog een uurtje...
Na vele keren de weg te vragen, konden we uiteindelijk iemand van Jeruzalem volgen die ook op weg was naar de startlijn.
Toen we daar aankwamen hadden we nog een kwartier om onze rugzak in te geven en onze fietsen terug te plaatsen. Alleen vonden we geen fietsstaling waar die terug moesten gezet worden… ondertussen was het 6u25… ik zag het bijna gebeuren, we zouden de start missen, maar toen kwamen 2 groene citybikes voorbij gereden. Vlug! volgen! Die zullen ook wel hun fiets moeten stallen. En ja, zo konden we onze fiets terug 'ingeven' en een sprintje trekken tot de startlijn die nu heel dicht bij lag. Alleen stonden we nu nog aan de kant van de supporters en niet in het vak van de marathonlopers. We konden plots ergens tussen de metalen afsluiting kruipen en… 1,2… start! 2 seconden voor het startschot in je vak staan, net op tijd komen noemen ze dat.
Eens vertrokken ging het vrij goed, na 10 km kwam ik nog als 31 ste door. Aan km 11 wou ik één van mn hebreeuwse gellekes opeten, maar toen ik het open scheurde bleek het gemalen koffie te zijn… had toch hebreeuws moeten leren Maar weer geluk, net op dat moment laat de loper voor mij zijn energygel vallen en loopt door, dankuwel zei ik en had zo toch mn gelleke binnen.
Ik liep rustig, een goed tempo, maar wou zeker nog niet te diep gaan de eerst helft, zo kwam ik na 21km door in 1u33, iets trager dan mijn betere marathons uit het verleden. Maar ik maakte me er niet druk om, een pr zou het hier toch niet worden. Het was bijna 2 jaar geleden en de voorbereiding was kort, dus was het wat aftasten wat het zou kunnen worden, wou hem vooral zonder blessures kunnen lopen en onder de 3u30 finishen.
Na 35 km kwam er hevige kniepijn opduiken, vanaf dan werd het hard. Ondertussen was het ook 25 graden geworden. Na 39 km besloot ik nog even door te bijten aangezien ik zag dat een tijd rond de 3u20 er nog in zat. Uiteindelijk haalde ik de streep in 3u22min51sec en werd ik 169 ste op 2044 aangekomen deelnemers.
Eens aangekomen sprak ik een zwarte loper aan en vroeg of hij gewonnen had… no second. Hij is de winnaar zei hij wijzend naar de man naast hem. En zo kon ik onmiddellijk na aankomst een praatje slaan en een portretje maken met Keniaanse nummers 1 en 2, Ezekiel Koech en Emmanuel Keter.
Daarna was het genieten van zon, massage, lekker eten en vriendelijke mensen.
Onze sportjournalist heeft het nu eens niet over hardlopen maar noodgedwongen over snelwandelen.
Wie gaat er deze zomer in op het voorstel van onze marathonschrijver, Postman Patrick?
Snelwandelen
Een week lang heb ik niks gelopen, niks gewandeld in de hoop dat mijn kuitblessure zou genezen. Het is ijdele hoop gebleken. Al van bij de eerste pas die ik gisteren op virtuele Meulebeekse bodem plaatste wist ik dat ik voorlopig het woord ‘lopen’ uit mijn woordenboek schrappen moet. Noodgedwongen heb ik het dan maar vervangen door ‘wandelen’. Het blijkt een goeie Crokyboys traditie te zijn. Wie door omstandigheden (gekwetst, loopschoenen vergeten, geen zin, ...) het parcours niet lopen kan, wel, die wandelt het dan maar af. Of – beter nog – die snelwandelt het.
Nu moet ik bekennen dat ik de laatste tijd al regelmatig gekeken heb naar dat snelwandelrecord van Luc Maes (1u 15' 18") met daarbij de bedenking: “Hm, dat is een record dat voor mij nog enigszins haalbaar is.” Andere records staan bijzonder scherp. Denk maar eens aan de 39' 11''van Els Vancoillie of de 33’ 40” 00 van Luc Devos. Een gewone sterveling krijgt over een afstand van 10 kilometer dergelijke tijden niet uit zijn/haar benen geperst. Maar in een tijdspanne van een uur en een kwartiertje over diezelfde tien km snelwandelen, dat moet wel lukken. Zo dacht ik. Onlangs was er ook nog de TV-aflevering van de clash tussen Tom Waes en Koen Wauters waarin zij het al snelwandelend op piste tegen elkaar moesten afleggen. Vooraf kregen zij begeleiding van de huidige Vlaamse kampioen. Weerom had ik de bedenking: “Als zij tweeën in een week tijd klaargestoomd kunnen worden om twee kilometer te wandelen tegen een gemiddelde snelheid van meer dan 8 kilometer per uur, dan kan ik dat ook na enkele maanden oefenen maar dan wel over de hele lengte van het Crokyparcours: 9 km en 765 m.
Ik heb het al regelmatig geschreven: op mijn loopband heb ik tijdens de laatste vier maanden vele kilometers gewandeld. Van de 1652 (!) kilometer die er momenteel op de teller staat weet ik dat ik er zowat duizend gewandeld heb. Veel daarvan door heuvelachtig, ja zelfs bergachtig gebied. Ik mag bijvoorbeeld met trots verklaren dat ik onder andere al eens op virtuele wijze de 20 kilometer lange beklimming van de Tourmalet gewandeld heb. Maar ook dichter bij huis stapte ik op mijn loopband al meermaals het veel vlakkere rondje Brugse Vesten af. En sedert gisteren 13 maart 2014 komt daar dus ook de Crokytour bij. Meteen met een nieuw snelwandelrecord: 1u 09 min 01 sec! Moet nu de homologatiecommissie bij mij thuis langskomen om dit record gehomologeerd te krijgen? Hoe dan ook: ik ben het komende voorjaar wel eens van plan om op een donderdagavond de Meulebeekse straten onveilig te maken met mijn ‘gesnelwandel’. Kwestie van te bewijzen ‘kijk ma: ik kan het, ook in ‘t echt!’. Ten slotte vond ik nog twee persartikels in mijn oude doos. Waarmee ik wil bewijzen dat ik ooit nog aan een snelwandelwedstrijd voor postbodes deelgenomen heb. Ik ben de tweede figuur van links. Om geldig deel te nemen weet ik nog dat we een postbroek plus posthemd aan moesten hebben en ook nog onze zware maar lege lederen brieventas. Gelukkig mochten we wel loopschoenen aantrekken. Ik weet ook nog dat zeker de hele top zes hele stukken gelopen heeft. Er was namelijk weinig controle daarop. Onze tijden waren ook navenant. Ik herinner nog dat ik als zesde na tien kilometer al binnen was na 58 minuten. Zoiets zegt genoeg. Alleen echte toppers kunnen dit op een correcte manier al snelwandelend doen. Toch nog even meegeven dat de winnaar, Dirk Ampoorter, toen Belgisch kampioen duatlon was. Om maar eens te bewijzen dat dit ‘wedstrijdje onder postbodes’ van toen toch van een behoorlijk hoog niveau was.
Groetjes,
Postman Pat
P.S. Gisteren tijdens mijn aanval op het snelwandelrecord van de Crokyboys heb ik alles zo correct mogelijk gedaan. Ik heb gewandeld, niet gelopen. Ik kon trouwens onmogelijk lopen. Bij een snelwandelsnelheid van meer dan negen per uur kreeg ik een verschroeiende pijn aan de kuit. Laat staan dat ik dan nog zou geprobeerd hebben te lopen!
P.S. 2 Een voorstel: waarom niet eens op een donderdag met de liefhebbers een wedstrijdje snelwandelen houden?
Op het Belgisch kampioenschap indoor atletiek voor masters in de topsporthal te Gent op zaterdag 8 maart kwamen Els Van Coillie en Carolus Moens in actie. Els, de recordhoudster bij de dames van de Crokytour won goud op de 1500m in een tijd van 5' 06" 09 en mocht plaats nemen op het hoogste schavotje van het podium.
Carolus Moens thans de oudste officiële atleet van België behaalde 2 x zilver. Op de 200m zette hij iets te laat de eindsprint in en verloor nipt van André Strubbe. Deze twee superveteranen liepen de pisteronde respectievelijk in 57' 20"en 56' 20".
In het kogelstoten was Carolus met een worp van 5,78 m kansloos tegen zijn eeuwige rivaal René Gauditiaubois die 7,06 m wierp.
Dank zij Stefaan ging Carolus zijn optreden niet onopgemerkt voorbij !! Zijn clubgenoten van den OB, Paul en Eric De Rocker en Dr. Willy Willems deelden mee in zijn succes.
The ultimate experience in natural running door Patrick Sys !!
Op de experimentele toer
Ik ben in een periode van volle opbouw. Normaal gezien loop ik dit jaar slechts 2 wedstrijden. In de eerste plaats de Kustmarathon van Zeeland. Die vindt pas begin oktober plaats. De andere wedstrijd zal de Nacht zijn eind juni, meer als opwarmertje. Tijd zat dus om nog met het een en ander te experimenteren. Dat heb ik verleden week tijdens mijn Crokytoer aan den lijve ondervonden: kramp.
Achteraf heb ik me daar genoeg vragen bij gesteld maar een pasklaar antwoord heb ik niet gekregen. Ben ik tijdens die 4 maanden dat ik opnieuw begonnen ben te hard van stapel gelopen? Waarschijnlijk wel. Of misschien ook niet want ook nu nog bouw ik veel wandelkilometers in mijn trainingen in. Heeft het te maken met de nieuwe Nike’s waar ik tegenwoordig op loop? Waarschijnlijk wel, want ik was vergeten mijn steunzolen in die nieuwe schoenen te leggen. Ik heb namelijk platvoeten en steunzolen werden mij aangeraden. Of misschien ook weer niet. Ik ben namelijk met nog iets anders aan het experimenteren en hoogst waarschijnlijk heeft mijn kramp meer daarmee te maken.
Ik keer terug in de tijd: 2009. In dat jaar kocht ik het boek “De geboren renner” van Christopher McDougall (uitgeverij Prometheus). Door Jan Knippenbergzaliger was ik sterk geïnteresseerd in de mysterieuze Mexicaanse indianenstam de Tarahumara, een volk dat tot op de dag van vandaag door berg en dal blootsvoets lange afstanden loopt. Die Christopher McDougall heeft hen bestudeerd, maar hij ging ook verder in zijn onderzoek. Hij kwam bijvoorbeeld tot de verrassende constatatie dat er sinds de hardloopboom van de jaren ‘70 nooit meer mensen waar ook ter wereld aan hardlopen gedaan hebben maar er zijn helaas ook nog nooit zo veel hardloopblessures als nu geweest. Meer nog: er bestaan studies waarin verklaard wordt dat hardloopschoenen blessures in de hand werken. Door een verkeerde keuze, of door het gebruik van de hardloopschoen tout court waardoor de mens zijn natuurlijke stijl van lopen verandert met alle gevolgen van dien. De schoengiganten moffelen graag dergelijke studies weg. Meer nog: sinds enkele jaren is er onder de lopers een beweging ‘back to basics’ gaande en daar proberen die firma’s eigenaardig genoeg graag een graantje van mee te pikken. Ze verkopen schoenen die nog altijd schoenen zijn maar die zogezegd het gevoel van het blootsvoets lopen zo getrouw mogelijk simuleren. Lopen door plassen, lopen over keitjes: ‘t is allemaal mogelijk met zo’n dingen en toch heb je ‘t gevoel op blote voeten te lopen. Misschien heb je al zo’n gekken zien rondlopen op bijvoorbeeld die Vibram Five Fingers. Het nadeel van zoiets is in de eerste plaats de lelijkheid. Maar ook dat ze na een tijdje gaan stinken als de pest. Je kan het vergelijken als lopen in plastic laarzen. Dat schreeuwt om moeilijkheden. Neen, dan bestaan er gelukkig nog leukere alternatieven. In dat boek “De geboren renner” komt verschillende keren een merkwaardig figuur naar boven: Barefoot Ted. Barefoot Ted is een exentrieke Amerikaan die zich ook onder de Tarahumara begeven heeft en van hen o.a. geleerd heeft hoe je uit een rubberen autoband mooi loopschoenen kunt snijden. En nog een stukje rubber extra erbij om door drie gaatjes in de zool te halen en zo je voet mee te verbinden. De Luna Sandals waren geboren. Datzelfde jaar 2009 schafte ik me zo’n oermodel aan, gemaakt in Teds garage. Ik heb er toen welgeteld twee keer mee gelopen, korte afstandjes. Sindsdien niks meer. Tot begin dit jaar. Lopen op die manier is een totaal andere belevenis. In plaats van te landen op je voetzolen, land je telkens op het voorste gedeelte van je voet en je zet er ook mee af. Andere spieren worden daardoor gebruikt. De schokdemping is quasi nihil. Boem boem boem. Je hebt het gevoel dat je als een olifant door de straten dendert. Het lawaai op de loopband is navenant. Maar het is hoe dan ook een heerlijk gevoel. Mijn platvoeten dreunen doorheen mijn zolderkamertje. Mocht je na het lezen van dit artikel plots ook blootsvoets willen lopen dan moet ik je toch even waarschuwen. Begin eerst met kleine afstanden te wandelen. Ikzelf ben begin dit jaar ook zo begonnen. Maximum één keer per week. Daarna geleidelijk aan kleine afstandjes lopen. Nog altijd zo weinig mogelijk. Je lichaam heeft tijd nodig om zich aan te passen. Mijn kramp van verleden week was waarschijnlijk het signaal dat ik – hoe voorzichtig ik ook te werk ging – mij geforceerd heb. Twee dagen voor de Crokyrun had ik op mijn loopband het rondje Brugse Vesten blootsvoets gelopen. 8 kilometer. Waarschijnlijk was dat al iets van het goeie te veel, vandaar de krampen tijdens de Crokyrun.
Afgelopen week heb ik het dan wat kalmer aan gedaan. Om me op donderdag toch maar weer aan de Crokyrun te wagen. Me vooraf afgevraagd hoe snel ik kon en wou lopen en ook wat ik aantrekken zou. Het werden mijn Luna Sandals. Zo komt het dat gisteren voor het eerst in de geschiedenis iemand de Crokyrun blootsvoets gelopen heeft. Misschien de aanzet voor een nieuw klassement? Ik deed het meteen in minder dan een uur (58 min 56 sec) én met opnieuw krampen naar het einde toe. En met een blaar onderaan mijn rechtervoet zo groot als een oud twintigfrankstuk. Ach, dat is allemaal niet erg. Twee weken geleden had ik er ook al zo eentje onderaan mijn linkervoet. Die heb ik gewoon laten staan en die is ondertussen netjes verdwenen. Ook ben ik vannacht wakker geworden met een kramp aan links vooraan aan mijn linker voet. Mijn twee stappers onderaan mijn vermaledijde lichaam moeten zich nog duidelijk aanpassen aan de nieuw soortige belasting. Ik maak me daar niet druk om. Ik zit toch nog altijd in mijn experimentele fase. Alles kan, niks moet. De ongemakjes neem ik er bij.
Koen hield een goed gevoel over aan zijn schitterende marathon in Tel Aviv en liep de wekelijkse 10 km in 40' 17".
Uitslag Crokyrun 6 maart:
1. Koen Ver Eecke 40’ 17” 00
2. Stefaan Lemiere 43’ 42” 00
3. Luc Maes 44’ 02” 66
4. Lieven Van Parys 44’ 16” 24
5. Paul Gernay 44’ 26’ 00
6. Günther De Maeyer 55’ 20” 00
7. Carlos Dejaegher 1u 01’ 42” 00
8. Bernard Devaere 1u 24’ 12” 00 (W)
9. Sam (Hond) 1u 41’ 01” 51
DNF: Joost Kerckhove
Virtuele Crokyrun:
1. Marnix Deriemaeker 54’ 30”
2. Patrick Sys 58’ 56”
Voor Carolus Moens moet het zaterdag 8 maart gebeuren in Gent, waar hij op het BK Masters start in de 200m en deelneemt aan het kogelstoten. Al is in de categorie M85 de concurentie goed uitgedund, het blijft geen vanzelfsprekend gegeven om op 88-jarige leeftijd nog in competitie te treden. Het was trouwens Mieltje Pauwels zijn grote wens dat Carolus de atletiek niet zou opgeven.
Ideaal weertje, maar de vele kwetsuren hebben de Crokyboys gedecimeerd. Luc maakte echter veel goed , hij liep het Croky-parcours 3 maal
Uitslag Crokyrun 27 februari:
1. Stefaan Lemiere 42’ 42” 70
2. Diederick Vermaete 44’ 35” 15
3. Luc Maes 44’ 55” 87
4. Lieven Van Parys 45’ 42” 23
5. Carlos Dejaegher 57’ 39” 00
DNF: Bernard Devaere en Joost Coudenys
DNS: Guido Bouckaert
Virtuele Crokyrun:
1. Patrick Sys 53’ 54”
2. Marnix Deriemaeker 54’ 28”
Patrick Sys kroop opnieuw stevig in de pen, hier volgt zijn wekelijkse bijdrage:
Amai, geen gemakkelijke marathon die Koen uitgekozen heeft om te lopen, die Tel Aviv marathon. Wist hij vooraf dat die van verleden jaar afgelast werd omwille van de hitte (36° C) en dat de omlijstende 5K, 10K, en halve marathon wel doorgingen maar dat een dertigtal personen omwille van hartfalen naar het hospitaal afgevoerd werden en er iemand zelfs stierf op honderd meter van de finish? Daarstraks waren omwille van computerproblemen de uitslagen nog niet beschikbaar maar ik lees wel dat alles doorging (met als winnaar de Keniaan Ezekiel Koech in 2 h, 14 min 40sec, een nieuw parcoursrecord) . De temperatuur liep deze keer gelukkig niet hoger op dan 20 graden Celsius. Ik weet niet wat u daarvan denkt, maar mij lijkt dat al warm genoeg om je er 42 kilometer lang in af te jakkeren. Vrijwillig dan nog! Ja de marathon. Het blijft tot eenieders verbeelding spreken. Massa’s heroïsche verhalen worden er verteld over die magische strijd tussen de mens, de natuur en zijn tegenstander. Pheiddipides, Spiridon, Zatopèk, .... Om maar enkele namen te noemen. Toch is de marathon uitgerekend een der weinige sportonderdelen waarin zowel toppers als amateurs gelijktijdig deelnemen. Neem nu de Ronde Van Vlaanderen. Zowel u als ik kunnen ons daaraan wagen, tenminste op zaterdag terwijl de elite pas op zondag met elkaar in de clinch gaat. Een dag later dus. Om ons niet in de wielen te rijden. Of omgekeerd. Neen, dan is een grote stadsmarathon toch nog iets anders. Natuurlijk krijgen daarin de toppers het voorrecht om vooraan te starten. Stel je voor dat die achteraan zouden moeten beginnen. Natuurlijk zie je als klein amateurke in het beste geval tijdens de eerste honderden meters van de koers van die mannen (en vrouwen!) alleen hun hielen te zien, maar het staat toch mooi dat je – zoals in mijn geval – kunt zeggen dat je meegedaan hebt aan een wedstrijd waarin de nieuwe wereldrecordhouder het record gelopen heeft. Het is nochtans als 25 jaar geleden maar ik herinner het me nog net alsof het gisteren was. Ik heb het over de Rotterdam Marathon van het gezegende jaar 1988. Zowat 10.000 deelnemers. Winnaar Belayneh Dinsamo. Nieuw wereldrecord: 2u06’50”. Een record dat meer dan 10 jaar stand hield. Ik had bij de start geen glimp van hem opgevangen maar, maar ... ik kwam hem onderweg al lopend tegen! Dat was toen hij, omringd door de motorrijders van de organisatie, het rondje Kralingse Bos al achter de rug had en flink op weg was naar de meet terwijl ik nog die vele kilometers rond dat beruchte Rotterdamse bos moest lopen. Maar ik had hem tenminste gezien. En ik kwam zelf binnen in een tijd van om en bij de 2u51’. Ruim binnen de top 200. Op 10.000. Daar ben ik nu nog altijd trots op. Dat kunnen ze me nooit meer afpakken. Die Belayneh Densamo was een vreemd figuur. Er was weinig over hem geweten. Hij was jong. Op zijn twintigste al een marathontijd van 2u08’. Op zijn drieëntwintigste wereldrecordhouder. Politieagent in Addis Abeba, Ethiopië. Hij regelde met een speciale armzwaai het verkeer. Diezelfde vreemde zwaaibeweging met zijn rechterarm waarmee hij zich tijdens het lopen bediende. Weinig conventioneel, maar het hielp hem. Later probeerde ik uit curiositeit tijdens trainingen die man zijn gezwaai te imiteren maar sneller werd ik er alleszins niet van. Minder trots ben ik van mijn laatste Crokyrun op de band. Ik was goed gestart maar na 4 km kreeg ik een lichte kramp in de linkerkuit. Even later in de rechter hamstring. Wellicht omdat ik onbewust mijn linkerbeen minder ging belasten. De pijn verdween om na ruim 6 kilometer terug de kop op te steken. Deze keer evenwel in de linker hamstring. Raar! Ik was gedwongen om de rest al wandelend verder te zetten. Maar opgeven? Neen! Ik dacht aan Lievens woorden. We zijn Croky Boys in hart en nieren. Croky Boys. Maar soms dus ook ‘gekroakte’ boys. Zo voelde ik me gisteren na mijn loop/wandeling. Teleurgesteld natuurlijk. Ook met een hoop vragen. Wat was de oorzaak? Mijn nieuwe schoenen misschien. Ik probeer wel zo veel mogelijk van schoeisel te veranderen. Ik loop bijna nooit twee dagen na elkaar met dezelfde sloffen. Hoe dan ook, er is geen man overboord. Mijn tijd was uiteraard navenant: 53:54. Wordt vervolgd ... Patrick
Die 2u 51' in Rotterdam was niet Patrick zijn besttijd op de marathon. In 1988 zette hij in de Marathon van Berchem een toptijd neer van 2u 46' 50", wat hem op de 6-de plaats brengt in de marathon ranglijst van de Crokyboys !!
Dank zij Koen Ver Eecke kennen ze nu ook de Crokyboys in Israël
Op vrijdag 28 februari start Koen in de Marathon van Tel Aviv, hopelijk is hij hersteld van zijn griepaanval en heeft hij zijn vorm behouden om een scherpe chrono neer te zetten.
Klik hiervoor de link naar de site van deze marathon.
Al had de Buienradar bakken regen voorspeld, Luc was op de afspraak voor de 7-de Crokyrun anno 2014.
Plezier aan de lopende band hadden Marnix en Patrick op hun zolderkamer, zeker Patrick met zijn nieuwe loopschoenen. Hier zijn wekelijks stukje proza.
Nieuwe schoenen, nieuwe tijden ...
Maandag heb ik me twee paar nieuwe loopschoenen aangeschaft. Woensdag kreeg ik ze per colli van de postbode. In deze nieuwe tijden (het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw) zijn we er stilaan aan gewoon geraakt dat we een flink deel van onze boodschappen via internet plaatsen. Amazon, Bol, Zalando, 3Suisses, ... . Voor alle materialen groot of klein moet men op ‘t internet zijn. Boeken, kleren, huishoudapparaten, .... We kunnen het tegenwoordig zo gek niet verzinnen of men verkoopt het via het wereldwijde web. Vanuit onze luie zetel zoeken we naar de best mogelijke deal. Levering het liefst aan huis. De koopwaar vastgrijpen of betasten is er niet bij maar voor de rest zijn we als moderne, met zijn tijd meegaande mens rotverwend. Wat heb ik mezelf de laatste tijd zoal aangeschaft zonder naar een fysieke winkel te hoeven gaan? Een dikke judomat voor onder mijn loopband, vloeistof voor in de elektronische sigaret van mijn echtgenote, enkele boeken, ... En dus nu twee paar loopschoenen. Een riskante onderneming hoor ik u denken. Want schoenen – en ook loopschoenen - moet je eerst kunnen passen. Het liefst van al ‘s morgens want tegen het einde van de dag zwellen je voeten op. En dan moet je liefst ook een degelijke verkoper hebben plus een test op de loopband om te weten te komen of je bijvoorbeeld ‘supineert’ ‘proneert’ of ‘overproneert’. Want voor elke soort voet, voor elke manier van lopen bestaat er een specifiek soort schoen. Om nog niet te spreken over de verschillende voor- en nadelen van de verschillende merken. Niet makkelijk dus om zelf een keuze te maken, laat staan dat je dat doet op een of andere website. Maar, maar ... Ik ben nu eenmaal geen groentje in het lopen. En ik heb geen moeilijke voeten. En ik ben nostalgisch van aard. Dus heb ik gezocht naar een neutrale schoen waar ik in het verleden nooit problemen mee had. Aangezien mijn benen met het opklimmen der jaren voorlopig nog niet krommer geworden zijn lijkt mij het kiezen voor die specifieke schoen van vroeger dan ook logisch. Vooral ook omdat ze hem nu nog altijd maken (jammer genoeg in zo’n lagelonenfabriek in Vietnam). Ik heb het over dé klassieker onder de klassiekers. Dé Nike met wafelstructuur waar het ooit mee begonnen is: de Nike Air Pegasus. Door de loop van de jaren heen hebben ze van dat model verschillende uitvoeringen gemaakt, maar dankzij mijn zoekwerk over internet heb ik voor een prijsje toch 2 paar gevonden die de schoenen waar het bij mij ook allemaal in de jaren ‘80 mee begon ei zo na benaderen. De vorm, de schokdemping, het aanvoelen, de buitenste kleur: het is allemaal heerlijk hetzelfde. Alleen binnenin heeft het een ander kleurtje gekregen, en de schoenveters worden beter verbonden. Fantastisch! Ik ben als een kind zo blij met mijn aankoop. Woensdag ontvangen. Woensdagavond het eerste paar ingewandeld en op donderdag datzelfde paar al ingelopen. Met op de koop toe een nieuwe besttijd: 46 minuten en 57 seconden.
Om dat beetje winkelgevoel, dat persoonlijk contact toch enigszins te benaderen zat bijgesloten in mijn looppakket een briefje. Ik lees het u met plezier voor:
“Hallo Patrick, van harte bedankt voor je bestelling. Deze werd met zorg ingepakt en verstuurd door Jolien. Wij wensen je veel plezier met deze aankoop.” De winkel is Moernautuit Dendermonde.
Dankjewel , lieve Jolien. Dankzij jou loop ik vanaf nu op wolkjes.
PS: let ook eens op de steile opmars van Marnix. Ook hij loopt dit gezegende jaar 2014 zijn Crokyrun op band week na week sneller!
Groetjes vanuit Brugge, Patrick
Fons was de jarige van de week en mocht op de foto met de overige 65-plussers onder de Crokyboys.
Luc Maes liep De Marathon van Genk op 16.02.2014.
Klik hiervoor alle gegevens omtrent deze marathon.
Luc schreef volgend verslag.
Zondag 16-02-2014 liep ik de Marathon van Genk. Het was goed marathon weer, 7°, weinig wind en droog. Een mooi parkoers in bossen en geasfalteerd. Er moesten 7 ronden van ongeveer 6 km afgelegd worden. Maar er zaten 2 hellingjes is die op het einde toch doorwogen. Daar ik na nieuwjaar het wat rustiger deed verwachtte ik geen mooie tijd en liep deze marathon meer als training. De eerste 10 km liep ik aan +- 11 km/h. Toen Patrick Kloek bij mij kwam volgde ik hem. Hij versnelde regelmatig wat tot bij een voorloper, bleef er dan wat bij om tegen hem te praten en versnelde dan weer tot bij de volgende lopers. Tijdens de bevoorrading stopte hij vaak om te drinken. Ik liep dan rustig door tot hij weer bij mij kwam. Heel de marathon heb ik niet gedronken. De laatste 10 km bleef hij snel door lopen en ik heb dan de wedstrijd uitgelopen in mijn eigen rustiger tempo. Op het einde kwam Wim van Hamerongen bij me. Ik moest mij nog wat reppen om bij hem te blijven, maar ik kon hem toch kloppen in een lange spurt. Ik eindigde in 3u48’35”8 en werd 73e (3de M60) op 232 deelnemers vanwaar er 188 aan kwamen. Daar dit een betere tijd was dan mijn 2de beste tijd van 2013 (Antwerpen 3u48’37) was ik zeer tevreden. In de Marathon van Antwerpen zal ik een poging doen om mijn beste tijd van 2013 (Gent 3u44’47) te verbeteren. In Antwerpen hebben we het voordeel dat men beroep kan doen op hazen met ballons die onder een bepaalde tijd zullen lopen. Gino Casier won de marathon in 2u42’25”5 voor Andy Leliaert (2u43’49”5) en Nid Rumphakwaebn (2u53’22”9. Janet Cobby won bij de vrouwen in 3u43’28”8 voor Heidi Jansens (3u43’46”8) en Sudo Tomoka (3u54’33”9).
10 km lopen in 42 minuten en één lekker biertje gaan op zo een dag blijkbaar goed samen.
Voor Koen Ver Eecke en Joost Coudenys die binnen enkele weken een marathon lopen heeft Patrick Sys voor hun 42 km 195m nog wat gouden raad.
Tempolopen
Sommigen zijn er goed in, anderen minder. Een juist, strak tempo lopen en dit zo lang mogelijk aanhouden tijdens een wedstrijd is belangrijk om tot een ideaal resultaat te komen. Van mezelf mag ik zeggen dat ik in het verleden een goed tempoloper was, en die kwaliteit hoop ik nu opnieuw te verkrijgen. Het is interessant om weten dat de snelheid waarop je traint op dat moment bij benadering 9, 10, 11, 12, 13 of 14 km per uur bedraagt. Zo kan je in competitie meteen het juiste tempo kiezen en het aan welbepaalde markeerpunten eventueel wat bijstellen. Mijn loopmakker uit Knokke, Pierre Vande Langerijt, had me tijdens de 100 km van de Nacht van Vlaanderen altijd graag bij zich omdat hij wist dat hij niet meteen een goeie tempoloper was. Door de trainingsopbouw, de adrenaline, de euforie van het moment, de massa om je heen en ook de Belgische mentaliteit om er in wedstrijden van bij de start meteen de pees op te leggen, bestaat er de begrijpelijke neiging om sneller te starten dan gewild. Wil je zo’n 100 km uitlopen in 10 à 11 uur dan ben je het best gebaat met een eerste wedstrijduur waarin je niet meer dan 11 km aflegt. Dat procedé hebben wij tweeën meerdere keren met succes toegepast. Eén keer doken wij in Torhout op die manier zelfs onder de grens van 10 uur. Achteraf voelden we ons niet eens moe. Het had toen voor mijn part gerust nog een heel stuk langer mogen zijn.
Tegenwoordig tref je ze tijdens zowat alle belangrijke marathons ter wereld aan: die tempolopers met rond hun middel een lang stuk touw met daaraan een gekleurde ballon bengelend en daarop de beoogde eindtijd. Die eindtijd varieert meestal van 3 tot 5 uur met gradaties tussenin van een half uur of een kwartier. Wil je je favoriete marathon graag binnen bijvoorbeeld 3 uur en drie kwartier lopen? Wel, geen probleem. Train voldoende en volg tijdens de marathon als een lammetje de desbetreffende ballon waaronder de haas van dienst plichtsgetrouw voor jou tempo maakt. Meestal is die haas een ervaren rot. Iemand die meerdere marathons in de benen heeft. Iemand die uiteraard sneller kan dan de aangegeven tijd maar die precies weet hoe snel het moet. Zo iemand traint het juiste tempo thuis ergens op de piste. Nagenoeg elke buitenpiste overal ter wereld is exact 400 m lang en – mits wat rekenwerk – is tempowerk daarop makkelijk te chronometreren. Een uitstekend alternatief hiervoor (en hier komt opnieuw mijn stokpaardje!) is de loopband. Zowel tijdens een trainingsloopje als tijdens een intensieve duurloop of zelfs een bergloop gesimuleerd op je loopband weet je exact waar je aan toe bent. Je weet hoe lang je al gelopen hebt. Hoe ver je nog moet. Hoeveel calorieën je bij benadering verbruikt. Hoe steil het gaat. Waar het binnenkort moeilijker wordt. Enzovoort .... Het interessantste is vooral dat je altijd weet welke snelheid je op dat moment aan het lopen bent. Er zijn de vooraf ingestelde snelheden met stappen van 2 km (2 – 4 – 6 – 8 ... – 20 km /u). Daar tussenin kan je met een simpele druk op de plus- of minknop uiteraard alles nog veel fijner afstellen. Op die manier is een Crokyrun lopen op de loopband handiger dan in het echt. Je weet verduiveld goed hoe snel je gaat en hoe ver het nog is. Je hoeft geen surplus aan energie te verspillen om op je horloge te kijken: alles staat in grote cijfers te lezen op het paneel vlak voor je. Proberen je tijd te verbeteren aan de hand van een strak en egaal tempo gaat zo makkelijker. Maar je moet het natuurlijk altijd nog doen. En het liefst met een negative split.
Op die manier is het me gisteren gelukt om een nieuw persoonlijk record te lopen. In tegenstelling tot verleden week toen ik te lang aan een constant tempo van 12 per uur liep en pas tijdens de laatste 2 km fors ging versnellen heb ik nu – na een kleine opwarmingskilometer – de eerste helft van de Meulebeekse toer gelopen aan 12,2 km per uur. Na die forse helling (van 4 %) bij het inslaan van de Gentstraat dreef ik het tempo op naar 12,4 per uur om uiteindelijk het laatste lange stuk heen en terug de Ter Borchtlaan gradueel nog te versnellen tot ik op het eind aan een voor mijn doen rotvaart à 13 per uur over de fictieve meet bolde. Dolgelukkig en helemaal niet moe. Drie maanden geleden pas gestart loop ik nu al de pannen van het dak. Bij wijze van spreken natuurlijk want alles gebeurt vrij onschuldig op mijn zolderkamertje zo’n metertje onder die bewuste dakpannen en zonder echt brokken te maken. Ik heb trouwens hoogtevrees dus mij krijg je – in tegenstelling tot Sinterklaas – voor geen geld ter wereld mijn dak niet op.
Mijn recordtijd bedraagt vanaf nu 47 min en 48 sec. Joepie !
Gr, Patrick
Uitslag Crokyrun 13 februari:
1. Koen Ver Eecke 38’ 49” 2. Joost Coudenys 41’ 27” 79 3. Stefaan Lemiere 42’ 56” 10 4. Diederick Vermaete 45’ 26” 43 5. Luc Maes 45’ 34” 92 6. Lieven Van Parys 45’ 47” 50 7. Bernard Devaere en Gûnther De Maeyer 50’ 50” 9. Carlos Dejaegher 57’ 38” DNF: Joost Kerckhove
Crokyrun op de loopband: 1. Patrick Sys 47’ 48” 2. Marnix Deriemaeker 55’ 46”
Regen en wind konden de Crokyboys niet tegenhouden om te starten met hun wekelijkse avondrun.
Op hetzelfde moment mocht Patrick zich dertig kilometers verder hoog en droog uitleven op zijn loopband en op zijn lofzang aan het adres van Flandrien Luc Maes.
Patrick zijn ode aan Lucske Maes: “Een echte Flandrien" !! Het was ergens halverwege de jaren '80. Ik was al ruim een jaar fervent aan het lopen. Wedstrijden liep ik graag en er ging praktisch geen week voorbij of je kon me aan de start zien van een of ander loopevenement. Met de nadruk op start. Aan de finish geraken was soms wat moeilijker, vooral omdat ik mijn zinnen gezet had op de marathonafstand terwijl ik op dat ogenblik bij God niet wist hoe ik zoiets moest voorbereiden laat staan dat ik wist hoe dit koninginnennummer van de lange afstand in te delen. In Beveren bij Antwerpen had ik me al eens gewaagd aan die 42,195 km en de eerste 30 liep ik in een rotvaart waarna ik de resterende 12 noodgedwongen moest stappen. Maar een tijdje later stond ik alweer aan de start van een marathon. Deze keer ergens in het Gentse. Vooraf kon je bij wijze van spreken alle deelnemers een hand geven, zo weinig waren er. Ik herinner me dat ik een babbel had met iemand die afkomstig was van ergens in de omstreken van Kortrijk. Het was een lange, schriele man. Ik schatte hem zowat 10 jaar ouder dan ikzelf. Zijn naam was Ronny Debersaques. Hij had het eind van bij hem thuis tot daar in Gent doodleuk gefietst. Ik moet er bij zeggen dat het op dat ogenblik een lekker zomerweertje was, maar kom, je moet het maar doen. 50 km fietsen, 42 km hardlopen en daarna nog maar eens 50 km al fluitend terug naar huis fietsen. Om een lang verhaal kort te maken: ikzelf droop halverwege de wedstrijd met hangende pootjes af terwijl ik achteraf lezen kon dat diezelfde Ronny Debersaques de winst binnengehaald had. Nog later leerde ik dat die man een ultraloper was. Hij was o.a. Belgisch kampioen 24 uur. 24 uur lopen!!! Man, man, man, …! Als men spreekt van Flandriens, dan heeft men het meestal over wielrenners. Over coureurs, geboetseerd in die pure Westvlaamse polderklei. Getekend door weer en westenwind, opgezadeld met een hoekige stijl maar taai en betrouwbaar als een boerenpaard. Als dat predicaat 'Flandrien' ook slaan kan op lopers, wel, dan leek die Debersaques er mij zo eentje. Wat keek ik naar dergelijke figuren op. Later, veel later, zou ik nog zo'n types tegenkomen en – ja hoor – er zelf misschien ook wel eentje worden. En ik werd het. In de aanloop naar de verschillende Nachten van Vlaanderen waaraan ik deelgenomen heb presteerde ik het om tijdens de week regelmatig midden in de nacht op te staan, mijn loopkleding aan te trekken en van thuis uit in Brugge de 20 kilometer naar Knokke te lopen. Daar aangekomen kleedde ik me op het werk om, deed als een fris man net zoals mijn nog slaperige collega's het voorbereidende werk, vertrok als postbode voor een fietsronde van 25 km, kleedde me achteraf terug om om opnieuw die zowat 20 km huiswaarts al lopend doorbrengen. Ik deed dat natuurlijk niet elke dag, maar elke week toch minstens 1 keer. En op zondagmorgen liep ik op mijn nuchtere maag en zonder drinken onderweg een marathon. Zomaar, als training. Ik was toen nog jong en taai en betrouwbaar als een boerenpaard... Van die Ronny Debersaques heb ik sedertdien nog weinig gehoord. Ik vermoed dat hij het langeafstandslopen sinds lang vaarwel gezegd heeft. Met een beetje googelen kom ik te weten dat hij enkele jaren terug zijn dochter nog tijdens een marathon per fiets begeleid heeft, maar daar blijft het bij. En nu Luc Maes. Vooral tijdens die Nachten van Vlaanderen kwam ik hem tegen, maar ook tijdens de verschillende Guldensporenmarathons waaraan ik deelnam. Lucs hoekige, moeilijke stijl viel me direct op, maar ook zijn verbetenheid. Dat was nog zo'n echte Flandrien! Meestal ging hij er bij wedstrijden na het startschot als een speer vandoor en ik zag hem niet meer weer. Maar zo af en toe kwam Lucske zichzelf tegen. Hij had zich – om in de paardenterminologie te blijven – wat vergaloppeerd. Maar opgeven? Neen, dat stond niet in zijn woordenboek. Allez, toch nauwelijks. Ik herinner me zo eens een van die Nachten toen het parcours vanuit Torhout liep naar Middelkerke, Oostende, Gistel en zo terug naar Torhout. Eén grote lus van 100 km. Ik vond het het mooiste rondje Nacht dat we ooit gekregen hadden. Middelkerke lag exact halfverwege en vanuit de verte zagen we vuurwerk afsteken om de doortocht van de eersten feestelijk aan te kondigen. Dat waren een handvol Russen, Oostblokkers, een verdwaalde Fransman en de plaatselijke Jan Vandendriessche uit Gistel. Tussen die Jan en ik en mijn loopmaatje Pierre uit Knokke in liep ergens in de invallende duisternis Luc Maes. Van Middelkerke tot Oostende was het lopen geblazen over de kilometerslange zeedijk en kijk: net bij het binnenkomen van Oostende (zowat ter hoogte van het Kursaal) haalden we Lucske in. We hoorden hem grommen. Hij had een dipje, net zoals wij er later op de terugweg elk ook een kregen. Maar we kwamen aan. Luc ook. En nu komt het. Een echte Flandrien kan je misschien wel worden, kan je misschien wel zijn, maar moet je je hele leven lang blijven. Dan pas ben je een ware Flandrien en – geloof me – die lopen niet bij bosjes rond. Onze Luc is zo'n uniek exemplaar. Hij is nooit gestopt met Flandrien zijn. Ook niet op de dag van zijn zestigste verjaardag toen hij aangekondigd had niet meer te lopen. Bleek het voor de grap te zijn, voor maar één enkele dag. Sedert doet hij gezwind weer verder. Daar waar anderen op weg naar hun (loop-)pensioen afhaken om nooit meer terug te keren (die Debersaques, ....); waar nog anderen lange perioden van rust inbouwen (ikzelf); daar gaat een echte Flandrien gestaag verder. Nooit opgeven. Verder doen, steeds verder doen. Nog altijd je eigen grenzen verleggen. Dat doet Luc Maes. Waarin ik hem nog het meest bewonder is het feit dat hij omwille van zijn handicap geen mooie stijl van lopen heeft en op die manier veel meer energie verspilt dan gelijk wie van ons allemaal. En toch zet hij schitterende prestaties neer, nu nog altijd. Met zijn onnavolgbare hoekige stijl is hij toch maar mooi recordhouder M60 op de Crokytoer met 42'05”13! Proficiat Luc. Je bent een voorbeeld voor mij.” O ja: mijn loopbandprestatie van gistereren 06/02/2014 : 48 min 17 sec. Op het laatst heb ik nog alles uit de kast gehaald om mijn eigen record (48min 16 sec) het liefst met een seconde te verbeteren. Uiteindelijk heb ik het niet verbeterd met dat ene secondje, maar kwam ik het uitgerekend juist te kort. 't Zal dus voor een andere keer zijn.
Ondertussen is Carolus Moens "in het verborgene" zonder zijn vaste trainingsmaat Mieltje Pauwels het BK INDOOR MASTERS in GENT aan het voorbereiden. Dit BK vindt plaats in Topsporthal Vlaanderen op zaterdag 8 maart 2014, hier hoopt Carolus enkele medailles te veroveren in de categorie M85.
Carolus houdt dus vol zoals Mieltje dit hem bij zijn afscheid had gevraagd!!
Uitslag Crokyrun donderdag 6 februari:
1. Koen Ver Eecke 42’ 23” 2. Joost Coudenys 42’ 40” 11 3. Stefaan Lemiere 42’ 46” 60 4. Maxim Gernay 43’ 18” 04 5. Luc Maes 45’ 47” 6. Lieven Van Parys 46’ 05” 68 7. Paul Gernay 46’ 46” 8. Jan Verhoeve 50’ 57” 69 9. Bernard Devaere en Günther De Maeyer 52’ 40” 11. Albert Demeyere 53’ 50” 12. Carlos Dejaegher 1u 01’ 54”
Maar ook Joost en Stefaan zetten een prima prestatie neer. Met een chrono van 40' 29" zat Joost dicht bij het record van de 50 plussers.
Hoe de collega's op de loopband het stelden lees je in Patrick zijn uitgebreid verslag.
Soms denk ik dat die mannen en vrouwenachter I Fiteen loopje nemen met hun gebruikers. Sinds enige tijd waren ze aan het sleutelen aan een nieuwe proefversie. Al wie daar zin in had kon de bètaversie uitproberen. Wie dat niet wou kon bij het vertrouwde menu blijven. Ikzelf heb me enkele keren aan die bètaversie gewaagd, maar evenveel keren stapte ik snel terug over op het oude systeem. Maar afgelopen week was er geen ontkomen meer aan. De oudere versie werd in de vuilnisbak gekieperd en iedereen moest het stellen met de nieuwe. Mijns inziens hadden ze alles beter bij het oude gelaten en in de plaats daarvan extra servers aangekocht. Dit om de toevloed aan gegevens van de ingelogde gebruikers overal ter wereld aan te kunnen want ook nu nog krijgen we (Marnix, ikzelf, maar ook nog vele andere misnoegde gebruikers) regelmatig geen beelden meer door vanaf de plek waar we zogezegd aan het lopen zijn. Zo komt het dat Marnix gisteren tijdens zijn Crokyrun op de loopband al na anderhalve kilometer (ergens ter hoogte van de kapel) op blinde piloot moest doorrennen terwijl ik zonder probleem van begin tot einde de straten van Meulebeke kon aanschouwen. Met de nadruk op kon. Want u als loper weet dat iemand die rent lang niet altijd let waar hij loopt. Dikwijls is de kop diep naar beneden net alsof we de keitjes langsheen het parcours tellen moeten. In mijn geval zie ik dan constant het woord ‘PRO-FORM’ want da’s de naam van mijn loopband en die naam staat vlak voor mijn voeten te lezen. Maar hoe hard ik het ook probeer: ik kan dat woord nooit grijpen, er nooit op trappen. Altijd blijft het hangen op stapafstand. Zodat ik me voel als die ezel met ruiter met een wortel aan een stokje vlak voor mijn neus. Maar goed: ik had het over dat kijken. Als we dan al kijken, dan is het regelmatig met de blik van (weeral) die blinde piloot. Want de runners high hangt in ons lijf. Onze geest drijft drilmatig de benen en gaat zelfstandig zweven. Weg van het hier en nu. Tegelijkertijd blijft ze hangen want gevangen in de wil tot presteren. Zo komt het dat we ons om de haverklap vermannen en als een computer met haperingen noteren wat we selectief binnen krijgen. Zweet, geur, gevoel, beeld, emotie, afstand, tijd, het inwendige, de adem, dorst, pijn, verlangen, geluid, warm of koud, blazen, puffen, rillen .... Onbewust tellen we achteraf alles op en dat wordt dan onze loopervaring van die dag. Iemand die zijn trainingen afhaspelt op de loopband mist automatisch al enkele van bovenstaande impulsen die leiden tot zo’n totaalervaring. En als dan, in vergelijking tot de spektakelwaarde die het beeld buitenhuis de loper geeft, binnen op de band ook dat weinige beeld dat men krijgt compleet uitvalt, dan is dat natuurlijk jammer.
Waar men bij iFit de laatste tijd ook aan gesleuteld heeft is het doorsturen naar de loopband van de hoogteverschillen. In het verleden gebeurde dat helemaal niet correct en verschillende gebruikers hebben dat gemeld. Met die veranderingen heb ik het parcours in Meulebeke opnieuw moeten maken en wat blijkt nu? Eindelijk worden de hoogteverschillen tijdens het lopen wel verwerkt. Volgens Marnix misschien wel té goed. Alhoewel ikzelf de Meulebeekse straten nog niet echt belopen heb, heb ik ook die indruk. Waar er totnogtoe slechts enkele pieken van maximum 1% in die kleine 10 kilometer zaten krijgen we nu constant verschillen van 2%, 2,5%, en 3% onder de voeten geworpen. Eén keer stijgt onze loopband zelfs tot 4%. Dat gebeurt na 4,6 kilometer en situeert zich op de plek waar we vanuit de Godshuisstraat de Oude Gentweg inslaan. Direct daarna is er een al even spectaculaire afdaling maar dat is het rotte aan onze loopband: die serveert ons vanaf nu met plezier de hoogtes, maar weigert ons de laagtes aan te bieden. Toch bestaan er al dergelijke toestellen die ook het bergafwaarts lopen kunnen simuleren. Maar die hebben Marnix en ik niet. In tegenstelling tot onze semi-professionele toestellen zijn die professioneel en ze bevinden zich in de nog duurdere prijsklasse. Dit betekent evenwel niet dat wij ons een waardeloos toestel aangeschaft hebben. Integendeel. Ons beider conditie gaat zienderogen vooruit dankzij die dingen en ik verzeker u: lopen op onze loopband is een ietsje zwaarder dan lopen in ‘t echt.
Omdat ik wist dat die hoogteverschillen in rekening gebracht zouden worden heb ik me in deze Crokyrun wat ingehouden. Langs de andere kant wou ik ook bewijzen dat ik die sub-50 chrono van verleden week wel degelijk waard was. Met dit alles in het achterhoofd heb ik dus gelopen. En het resultaat mag er wezen: 49 min 21 sec. Yes!
Daarom vind ik het prachtig dat Marnix opnieuw zijn loopbandrecord scherper gesteld heeft. Extra hoogteverschillen en een extra 10 meter en toch een nieuw record? Je moet het maar doen! Een extra 10 meter? hoor ik u denken. Jawel, een extra 10 meter. Want door het hertekenen van het parcours lopen we vanaf nu 9,75 ipv 9,74 km.
De Crokyboys : voor wie loopplezier wil koppelen aan een croque-monsieur
Winnaars
Memorial
Emiel Pauwels
Emiel Pauwels
22.12.1918 - 07.01.2014
2014: Koen Ver Eecke
2015: Koen Ver Eecke
2016: Koen Ver Eecke
2017: Björn Parmentier
2018: Björn Parmentier
2019: Björn Parmentier
2020: Björn Parmentier
2021: Björn Parmentier
2022: Björn Parmentier
2023: Dominique Pattyn
2024: Dominique Pattyn
2025:
Carolus Moens
22.08.1925 - 02.03.2019
Superlaureaat
Croky Cup 2024
Stand na 40 runs
Luc Maes:40 Lieven Van Parys:39 Dominique Pattyn:34 Joost Coudenys:30 Bernard Devaere:17 Bert Dewinter:16 Björn Parmentier:10 Kenny Vdkerckhove:6 Danny Debusschere:6 Stefaan Lemiere:5 Rudi Feys:5 David Vandermersch:4 Hans Vankeirsbilck:3 Dries Desseyn:2 Hond Brownie:2 Patrick Decoster:2 Dirk Bearelle:2 Trudo Maes:2 Laurens Lemiere:1 Koen Ver Eecke:1 Takeo Yamada:1 Jody Duyck:1 Frederick Cornillie:1 Paul Gernay:1 Albert Demeyere:1 Kristien Allary:1
Superlaureaat
Croky Cup 2023
Eindstand
Luc Maes:50
Lieven Van Parys:49
Joost Coudenys:45
Dominique Pattyn:32
Stefaan Lemiere:19
Bert Dewinter:14
Hans Vankeirsbilck:13
Bernard Devaere:12
Kenny Vdkerckhove:7
Björn Parmentier:4
Patrick Decoster:4
Rudi Feys:4
Danny Debusschere:3
Trudo Maes:2
Nolan Vermeulen:2
David Vandermersch:2
Jan Buyse:1
Kegan Remmerie:1
Tuur Dejaegher:1
Bert Dejaegher:1
Frederick Cornillie:1
Veronique Vanlauwe:1
Hond Brownie:1
Luc Maes: virtueel:8
Superlaureaat
Croky Cup 2022
Eindklassement
Luc Maes:50 Lieven Van Parys:49 Joost Coudenys:43 Hans Vankeirsbilck:42 Stefaan Lemiere:28 Björn Parmentier:23 Bert Dewinter:18 Dominique Pattyn:15 Kenny Vdkerckhove:14 Trudo Maes:12 Patrick Decoster:3 Frederick Cornillie:2 Bernard Devaere:2 Diederik Vermaete:2 Kegan Remmerie:1 David Vandermersch:1 Jan Buyse:1 Nolan Vermeulen:1 Dirk Bearelle:1 Veronique Vanlauwe:1 Rudi Feys:1 Laurens Lemiere:1
Luc Maes: virtueel 5
Superlaureaat
Croky Cup 2021
1 Lieven Van Parys, Stefaan Lemiere, en Luc Maes: 50 4 Hans Vankeirsbilck: 47 5 Joost Coudenys: 45 6 Bernard Devaere: 39 7 Patrick Decoster: 33 8 Kenny Vdkerckhove: 22 9 Bert Dewinter: 21 10 Trudo Maes: 17 12 Kristien Allary en Joost Kerckhove: 14 14 Björn Parmentier en Dominique Pattyn: 13 16 Albert Demeyere: 8 17 David Vandermersch: 5 18 Jonathan Deblaere: 4 19 Linda Verbeke: 2 20 Celien Kerckhove, Günther De Maeyer, Cathy Vdkerckhove en Dirk Bearelle: 1
Superlaureaat
Croky Cup 2020
1 Luc Maes 37 2 Stefaan Lemiere 36 3 Joost Coudenys 33 4 Patrick Decoster 27 5 Björn Parmentier 26 6 Hans Vankeirsbilck 26 7 Lieven Van Parys 25 8 Albert Demeyere 23 9 Bert Dewinter 18 10 Dominique Pattyn 17 11 Trudo Maes 16 12 Kristien Allary 14 13 David Vandermersch 12 14 Paul Gernay 11 15 Jonathan Deblaere 10 16 Bernard Devaere 9 17 Kenny Vdkerckhove 6 18 Diederik Vermaete 6 19 Frank Lannoo 4 20 Joost Kerckhove 4 21 Nadine Huys 4 22 Christ. VCompernolle 3 23 Geert VCompernolle 3 24 Koen Van Dorpe 2 25 Dimitri Verhulst 1 26 Dries Desseyn 1 27 Koen Ver Eecke 1 28 Emiel Callens 1 29 Heidi de Jaegher 1 30 Patricia Vanlembeke 1 31 Frederick Cornillie 1 32 Cathy Vdkerckhove 1 33 Andeas Coudenys 1 34 Anne Depraeter 1
Superlaureaat Croky Cup 2019
1. Lieven Van Parys: 49 2. Luc Maes: 47 3. Stefaan Lemiere: 46 4. Joost Coudenys: 44 5. Hans Vankeirsbilck: 40 6. Albert Demeyere: 37 7. Bjorn Parmentier: 36 8. Dominique Pattyn: 30 9. Bernard Devaere: 25 10. Jonathan Deblaere: 21 11. Paul Gernay: 21 12. David Vandermersch:16 13. Christine VCompernolle:15 14. Günther De Maeyer: 12 15. Kimberly Demeyere: 10 16. Geert Van Compernolle:8 17. Kenny Vdkerckhove:7 18. Anne Depraeter: 7 19. Luc Vansteenkiste:7 20. Heidi De Jaegher: 6 21. Leen De Kimpe: 5 22. Patrick Decoster: 4 23. Jean-Marie Roets: 4 24. Koen Ver Eecke: 4 25. Bert Dewinter: 4 26. Kathy Dutoict: 4 27. Cathy Vdkerckhove: 3 28. Nolan Vermeulen: 3 29. Jens De Smet: 3 30. Nadine Huys : 3 31. Patricia Van Lembeke:3 32. Axelle Van Guijse: 3 33. Koen Vandorpe: 3 34. Rudi Feys : 2 35. Carlos Dejaegher: 2 36. Leen Vankeirsbilck: 2 37. Donovan Leyn: 1 38. Decaluwe Christophe:1 39. Andreas Coudenys: 1 40. Eva Van Compernolle:1 41. Tamara Van Belle: 1 42. Katrien VCompernolle:1 43. Jolien Kerckhove: 1 44. Joost Kerckhove: 1
Virtuele Crokyrun op de loopband: 1. Mx Deriemaeker: 35 2. Luc Maes: 4
Canirun: 1. Luc Maes met Milo: 2
Superlaureaat Croky Cup 2018
1. Lieven Van Parys: 50 2. Luc Maes: 48 3. Albert Demeyere: 46 4. Joost Coudenys: 40 5. Bernard Devaere: 39 6. Hans Vankeirsbilck:39 7. Stefaan Lemiere: 38 8. Björn Parmentier: 35 9. Günther De Maeyer: 26 10. Dominique Pattyn: 25 11. Paul Gernay: 21 12. Jean-Marie Roets: 17 13. David Vandermersch: 15 14. Carlos Dejaegher: 14 15. Koen Ver Eecke: 9 16. Patrick Decoster: 7 17. Helwig Vergote: 6 18. Sander Vdkerckhove:5 19. Luc Vansteenkiste: 5 20. Ruben Coudenys: 5 21. Jonathan Deblaere: 5 22. Kenny Vdkerckhove:4 23. Tony Dewilde: 3 24. Ann-Sophie Devaere: 2 25. Maxim Gernay: 2 26. Jan Buyse: 2 27. Nolan Vermeulen: 2 28. Donavan Leyn: 1 29. Arne Coudenys: 1 30. Rudi Feys: 1 31. Danny Debusschere: 1 32. Ruben Van Parys: 1 33. Takeo Yamada: 1 34. Els Demey: 1 35. Tina Dekeukelaere : 1