In verband met een recent dispuut over plagiaat graag wat volgt : het staat u vrij teksten van mij over te nemen of niet. Bij overname lijkt een bronvermelding mij op zijn minst gepast maar doe je het niet ik zal je niet vervolgen ( tenzij men de teksten commerciëel zou uitgeven) . Laat jouw eigen geweten scheidsrechter zijn, dat volstaat voor mij ruimschoots. De foto's hier zijn meestal van het internet gehaald via Google-afbeeldingen en soms bewerkt door mijzelf. In het vervolg zal ik trouwens ook hiervoor een bronvermelding inlassen. Baron Ernst
-"Mijnheer den baron, mijnheer den baron". Milo's stem klonk als een klok doorheen de hall en Foefke kwam hard blaffend en kwispelstaartend achter hem aan gehuppeld want die dacht natuurlijk dat ze een nieuw spelletje aan het spelen waren.
-"Mijn beste rentmeester waarom al dat kabaal" De baron stak een beetje afkeurend zijn rustig kalend hoofd door de deur van zijn persoonlijke vertrekken naar buiten.
-"Euch, peuch, awel...euch " pufte rentmeester die hoogrood aangelopen was door zijn corpulentie en de vierentwintig treden tellende trap die hij opgespurt was... "Awel, awel... euch .. euchh..." en hij liet zich in een "lowiekeinze" zeteltje zakken --dat naast de deur stond opgesteld,en onder zijn gewicht krakkemikkig doorboog--, naar adem snakkend van inspanning maar evenveel van opwinding.
-"RUhig, Ruhig, mein Freund. Kommen Sie mahl binnen, beste milo, en rusten Sie wass uit want aan de kleur van je wangen is het duidelijk zu sehen dat die boodschaft die Sie mir brengen sollen blijkbaar belangrijk und wichtig is. "
-"Nogal", mompelde de rentmeester die stillaan aan het bekomen was en hij volgde de baron mee naar binnen. Het "loewiekeinzeken" spande zich als reactie op in tegenovergestelde zin en zijn veren trilden zodanig dat een laagbrommend gezoem hoorbaar werd. Foefke inspecteerde luid blaffend het ding even langs de onderzijde en wou dan achter het baasje aan maar die draaide zich om en zei rustig: " nu niet Foefke ik moet iets zeer zeer ernstig met de baron bespreken. "
Teleurgesteld in het menselijk ras dat altijd uitvluchten zocht om niet te moeten spelen drukte Foefke haar snoet in de rode pluche en ging toen languit voor de deur liggen wachten op betere tijden.
Milo bleef meer dan een half uur bij de baron op de kamer. Foefke, één oog open en één oog toe was een vlieg op het vasttapijt voor haar neus in het oog aan het houden en hoorde hoe het er achter de gesloten deur eerst heftig aan toeging en hoe daarna de stemmen zich dempten en over gingen in een murmelend gefluister even onderbroken door de flinke hap waarmee Foefke de vlieg te grazen had genomen. Toen na een half uur de rentmeester terug naar buiten kwam scheen de baron ook zichtbaar opgewonden. Zijn neus was wat roodpurperblauw zoals altijd als de baron aan het flesje met "straf water" had gezeten. Spelen zou er dus niet bij zijn. Ook het baasje was niet in zijn gewonen doen maar Foefke negeerde hen straal door zich nog langer uit te strekken voor de deur en te veinzen te slapen zodat ze beiden over haar heen moesten stappen. Ze hoorde de baron nog even tegen milo zeggen "Dat zou natuurlijk vreselijk zijn." en toen sprak het baasje "kom Foefke, we moeten ons gaan voor bereiden op de tocht naar het stad deze namiddag om nieuwe tapijten te kopen. Foefke sprong direct op want tapijten boden natuurlijk brede en heerlijke perspectieven. Bovendien zouden er in het stad allerlei nieuwe reuken en luchtjes kunnen worden bestudeerd en misschien was er wel een reukje met een luchtje aan dat de moeite van het natrekken waard was.
In het boudoir voor de dames waren Elsie, Anemone en Naomé zich aan het opmaken voor de uitstap van deze namiddag. Elsie droeg een eenvoudige lichtgrijssatijnen lange jurk met een donkergrijs tot zwart groot visnet motief. Haar pumps waren met lichtgrijze zijden roosjes bezet en op haar handtas van zwart crocoleer werd het visnetmotief herhaald in zilveren paillettes. Op haar hoofd had ze een nauwsluitend tulband in zwarte tulle met een kleine zwarte pluim boven het linkeroor.
Anemone had een breed uitgedécolleteerde japon die haar schouders volledig bloot liet, oudroze van kleur. Van op afstand leek het een tweedelig stel maar het was een enkelvoudige jurk. Bovenaan was een nauwsleutend en sterk getailleerd jakje nagebootst waarop grote dieppurperen en zachtbruine bloemen waren geborduurd, de rok waaierde breed uit vanuit de taille tot net boven de knie en deed volkomen recht aan haar perfecte lange mooie kuiten en enkels. Ze droeg goudkleurige naaldhakken waarvan de riempjes op de wijze van een Romeinse sandaal haar frele voetwerk tot zijn recht brachten. Door het haar had ze een roze sjaaltje geweven
Naomé droeg een minimalistische zwartsatijnen jurk met korte halsuitsnede die naar een diepe V toeliep die tot aan haar middel rijkte en aan beide zijden een glimp op haar weelderige boezem toeliet. Naar onder toe uitgaande van de taille vertoonde de jurk een lange split die haar linker dij eigenlijk meer verborg dan er zicht op liet tenzij ze het been voorwaarts bracht waarbij haar slanke stelt zich ten toon spreidde in al zijn glorie. Aan de voeten droeg ze een volledig open muiltje op naaldhak met alleen boven de tenen een riempje waarop lederen helder oranje bloempjes waren geprikt en rond de enkel een fijn oranje-leren riempje dat een vijftal maal zoals bij de gladiatoren rond de enkel was gedraaid en dan samengeknoopt. Het haar was gewoon sluik met een drietal zilvergrijze mèches Ze waren beeldig alle drie.
Er waren eens in een heel ver land waar de dieren nog spreken en planten nog rieken twee kameraden. Vrienden zou ik het niet noemen want vriendschap was ook in dat land iets heel heel zeldzaam. Iets dat men niet alleen moet koesteren maar ook cultiveren. Op een dag liepen die kameraden voorbij een roos. "Dat is nu een mooie roos, ze heeft zo een mooie kleur" zei de ene. "Bijlange niet" antwoordde de andere " ze is mooi omdat haar vorm zo perfect is en haar geur zo lekker.Ze begonnen te discussiëren
Van het ene woord kwam het andere en op een wip waren beide kameraden aan het schelden. De roos was lang vergeten en men wist niet meer waarover het dispuut begonnen was. Maar zoals het bij kameraden gaat , het waren geen vrienden , dat heb ik al gezegd. Zoals het bij kameraden gaat had eenieder zich al een oordeel gevormd over de andere. Bepaalde eigenaardigheden die de ene bezat ergenden de andere en vice versa. Die ergernis slingerden ze nu naar elkaars hoofd. Wat zich onderhuids bevond kwam nu boven. Het ging van kwaad naar erger want als men ruzie maakt dan komt het gevoel naar boven niet de rede. Men gaat dingen zeggen die men niet echt meent maar die men toch meent te moeten zeggen want men is beledigd, gekwetst en zoals het in elke strijd gaat : "wie gekwets is wil liefst bewust of onbewust dat de andere ook niet ongedeerd het strijdperk verlaat."
Het slot van de ruzie was ,dat ze beide de roos lieten voor wat ze was en beide hun weg gingen.
Maar 's nachts droomden ze van de roos . Die roos was zo prachtig . Het was misschien toch de moeite geweest om de roos te cultiveren dan konden ook andere mensen van de roos genieten Van haar kleur, neen van haar geur en bijna begon ging de twist in hun dromen verder.
De ene , die eigenlijk een zachtmoedig man was , dacht ik ga me bij mijn vriend verontschuldigen en ook aan de roos bood hij zijn verontschuldigingen aan. De roos glimlachte
De andere kameraad, want ik heb het al gezegd vrienden waren het niet want die zouden het hebben bijgelegd., zag de roos wel in zijn droom en had best wel zin om die ruzie bij te leggen maar hij was uit ander hout gesneden. Hij gaf zich niet zo gemakkelijk gewonnen en wou de zachtmoedige een lesje leren . "Je moet je niet laten doen je moet je zo snel niet gewonnnen geven." maar de wat harde, belerende toon waarop hij dit zei wekte bij de zachtmoedige terug wrevel op en zoveel zelfs dat hij opnieuw aan het ruzieën ging. Nu had toch wel gelijk zeker want hij had zich verontschuldigd en het bijgelegd. Die harde jongen moest maar wat zachter worden Daarmee basta. Hij had eigenlijk wel een beetje gelijk. Maar hij kende zo slecht het karakter van de andere, hij wist niet dat je zo hard kon zijn en het toch goed menen. Dat ging er bij hem niet in. Hij verliet boos zijn kameraad.
Die nacht verscheen de roos opnieuw in de droom van de harde jongen. Ze was helemaal niet mooi meer ze was verlept en verslenst en ze fluisterde als jullie niet gouw jullie ruzie bijleggen dan verdwijn ik . De harde zag in wat er ging gebeuren met de roos en besloot toch iets te gaan doen.
Hij kwam naast de zachtmoedige lopen en deed alsof er niets aan de hand was geweest. Dat was zijn manier om te zeggen ik heb ongelijk. Maar zo had de zachtmoedige het niet begrepen en hij dacht ik zal het toch nog maar eens zeggen. Zo hard zijn is niet goed. Het moet zachter .
Want ik heb het al gezegd het waren kameraden. Geen vrienden en zoals het in alle sprookjes gaat nu zou een happy end moeten komen maar helaas het waren kameraden., geen vrienden. Dus het happy end kwam er niet Zo een happy end had er alleen maar kunnen komen als beide kameraden hadden verstaan dat je een harde niet zacht kan maken en een zachte niet hard. Want indien ze dat hadden begrepen waren het vrienden geworden.
De roos die ondertussen al wat bijgekomen was wist het nu wel zeker. Kameraden heb je met de vleet. Maar vrienden zijn zeldzaam. Zeer zeldzaam. Maar omdat ze rotsvast in de vriendschap geloofde ook tussen harde en zachte kameraden besloot ze toch verder te bloeien.
De vriendschap was een waterval van vreugde en ik luchtte mijn hart over die grenzenloze vlakte sliep onder de tedere mantels naakt zo naakt als de snelle zonneschijn nu het afscheid nadert omdat er schepen zijn gestrand en grondverf is afgebladerd verdwijnt het gepaste antwoord het gevatte antwoord uit mijn geheugen mijn mond nog op een kier de lampen al gedoofd het doek gevallen en reeds langzaam opgevouwen vraag ik mij af waarom ? en wat doe ik hier nog in dit vorig leven ?
Als ieder ster een zoutkorreltje zou zijn. Dan pasten alle zichtbare sterren in een koffielepeltje maar alle bestaande sterren zouden een bol met een diameter van 13 km kunnen vullen.
Reeds lang denk ik na over zin en onzin van het bloggen. Uiteindelijk ben ik tot de slotsom gekomen dat het sop de kool niet waard is. Het blog loopt steeds beter en toch voel ik me steeds minder en minder gemotiveerd. De energie die je er in steekt weegt niet op tegen het resultaat. Dit zou een interactief medium bij uitstek moeten zijn. Maar helaas op de vijftig mensen die dagelijks je blog bezoeken zijn er telkens een vijf of zes die iets te zeggen hebben en het zijn telkens dezelfde mensen. Inderdaad je leert er aantal mensen mee kennen. Die mensen worden vrienden of beter gezegd kameraden want echte vrienden kan je op je één hand tellen in het leven. Met die kameraden smeed je een band en met hen onderhoud je een zekere vorm van intertactie. Ik zal ze missen die kameraden Roosje, Kamiel, Bojako, Titipoes, Lieve, Ria en haar maatje en ook Brabbes en zelfs Cyberfox. Maar als ik zie hoeveel uren ik hier achter mijn PeeCeetje zit ( heb je trouwens al eens nagedacht over de gelijkenis tussen PC en WC ,afkortingen respectievelijk van personal computer en waaigat choreograaf. - Er is trouwens weinig verschil tussen beide. Op alle twee kun je uren zitten zonder bijzonder productief te zijn.) Dus als ik zie hoeveel uren ik hieraan spendeer en hoeveel ander hobbies ik er de laatste tijd voor verwaarloosd heb om van andere dingen nog niet te spreken dan meen ik dat mijn enig besluit kan zijn "Stop er mee , man. Het sop is inderdaad de kool niet waard." Met de kameraden zal ik uiteraard nog contact houden via e-mail of via reacties. Maar jullie zullen dus op je honger moeten blijven zitten wat betreft het vervolg van het verhaal .Ik ben er nog niet uit of ik voor de goede vrienden een blog ga maken met wachtwoordbescherming of niet. Dat is iets waar ik nog wat moet over nadenken. Maar aan de rest zeg ik "prettig week-end , fijne maandag,dinsdag, woensdag donderdag en vrijdag, ik ben eens op bezoek gekomen, graag een tegenbezoekje, u hebt een ordentelijk en fijn geschikt blog, hier ben ik nog eens weer, wat denk je van mijn knopje, is dit geen leuk poesje en vrede op aarde aan alle mensen van goede wil, doei en dies meer ". Ik wens er de nadruk op te leggen dat ik me bij he bloggen bijzonder goed geamuseerd heb. Maar op tijd en stond dient men in zijn leven eens een balans te maken en die van het bloggen viel alles in aanmerking genomen negatief uit.
Ronald Milo, Ghostwriter, Ernest-Georg en de ganse kliek Adieu het ga u goed.
Wie kent deze undercover figurant als Bosnische moslima uit "In de ban van de trouwring. " Niet panikeren als ik wat meer tijd heb gaat het verhaal verder