Duurzame ontwikkeling, duurzame energie, duurzaam voedsel en zelfs
duurzaam beleggen. Het woord duurzaam hoor je steeds vaker. Maar wat betekent
het nu precies? Waarom is het nu ineens belangrijk?
Als je elektriciteit of leidingwater gebruikt, in een auto rijdt, iets
nieuws koopt of gewoon eet en drinkt, dan verbruik je grondstoffen en zorg je
voor afvalstoffen. De centrale die elektriciteit opwekt, gebruikt olie of
aardgas en produceert CO2. Fabrieken gebruiken allerlei grondstoffen en
produceren afvalstoffen als ze dingen maken. Als wij deze producten kopen,
eindigt het verpakkingsmateriaal vaak op de vuilnisbelt of in de
verbrandingsoven. Als ze niet meer nodig zijn, komen de producten zelf daar ook
terecht.
Een verstoorde kringloop
Bij de productie in fabrieken ontstaan afvalstoffen.
Het milieu kan afvalstoffen weer afbreken. Planten maken zuurstof van
CO2. Schimmels en bacteriën breken allerlei stoffen af. Maar het probleem is
dat we met zijn allen nu veel te veel grondstoffen gebruiken en veel te veel
afvalstoffen produceren. Er is geen kringloop meer. Olie, steenkool, schoon
water, erts en vruchtbare landbouwgrond raken op veel plaatsen op. Tegelijk
hebben alle afvalstoffen in het milieu gevolgen. De aarde wordt gemiddeld
warmer, maar op sommige plaatsen juist kouder. De zeespiegel stijgt. Veel dier-
en plantensoorten worden bedreigd doordat hun leefgebied verdwijnt.
Duurzaamheid
Duurzaam betekent dat iets lang mee gaat. In dit geval gaat het om de
wereld en het milieu. Duurzaamheid betekent dat toekomstige generaties op
dezelfde manier kunnen leven als wij nu. Daarvoor moeten we de wereld net zo
schoon achterlaten als deze nu is. We kunnen op dezelfde manier doorgaan met
het verbruiken van grondstoffen en het produceren van afval. Maar dat is niet
duurzaam. Op een zeker moment zijn grondstoffen echt op of is het milieu te
veel vervuild.
Wat doen bedrijven en
regeringen?
Op steeds meer plaatsen raakt landbouwgrond uitgeput.
Bedrijven en regeringen nemen allerlei maatregelen die bijdragen aan
duurzaamheid. Bijvoorbeeld:
- Steeds meer folders en boeken worden op gerecycled papier gedrukt.
- Veel landen investeren in schone energiebronnen zoals windenergie en zonne-energie.
- Veel fabrikanten gebruiken minder verpakkingsmateriaal.
- Sommige ontwerpers denken na over betere verpakkingen. Een brood blijft
hooguit een paar dagen goed. Waarom zou dat in een plastic zak moeten zitten
die heel lang mee gaat en moeilijk af te breken is?
Duurzaam leven
Maatregelen van regeringen en bedrijven zijn niet voldoende. Mensen
moeten ook streven naar meer duurzaamheid. Dat geldt vooral voor mensen in het
rijke westen, zoals wij. Wij gebruiken veel meer grondstoffen en produceren
veel meer afvalstoffen dan inwoners van ontwikkelingslanden. Je kunt allerlei
dingen doen om meer duurzaam te leven. Bijvoorbeeld:
- Neem een douche in plaats van een bad. Douche niet langer dan nodig.
- Zet de verwarming een graadje lager.
- Scheid plastic, papier en groenafval van ander afval.
- Zorg dat apparaten uit staan als je ze niet gebruikt.
- Koop producten met weinig of geen verpakkingsmateriaal.
- Gebruik de besparingsknop als je het toilet doorspoelt.
- Koop producten die zijn gemaakt van gerecycled materiaal.
We zijn er nog lang niet, maar alle maatregelen helpen wel. Water is op
veel plaatsen nu schoner dan in 1980. Sommige gevaarlijke schadelijke stoffen
komen nu bijna niet meer in de lucht voor.
De rug is voor
Ghanezen wat borsten in België en Nederland
zijn: een aantrekkelijk en sexy lichaamsdeel. Je hoort je rug en je buik dan
ook niet aan iemand te laten zien, dat brengt ongeluk.
Om de rug en buik nog aantrekkelijker te maken dragen Ghanese vrouwen vaak een
buikketting. De vrouw draagt dit sieraad onder de kleding en mag alleen
zichtbaar zijn voor haar man. Kijk daarom niet raar op als een Ghanese vrouw
haar rug bedekt als ze iets moet oprapen.
Menstruatie
In Ghana hebben meisjes vanaf dat ze menstrueren een kralenketting om hun
middel. Deze wordt omgedaan door hun oma. Meisjes en vrouwen krijgen vaak
buikkettingen tijdens speciale gelegenheden. Een moeder kan haar dochter
bijvoorbeeld eenzelfde kralenketting geven bij het huwelijk van haar dochter,
als zij toen kreeg van haar moeder.
Multifunctioneel
De buikketting wordt ook gebruikt om bij te houden of het kind goed groeit. Als
het goed is moet de ketting dan te klein worden. Pasgeboren hebben een ketting
om hun middel, zodat niet geraden hoeft te worden naar het geslacht.
Bescherming
Toch heeft het sierraad nog een andere functie. Het beschermt haar onder andere
tegen boze geesten en dwergen. Elke ketting staat voor iets anders:
bijvoorbeeld geluk, liefde, gezondheid of hoop.
De kettingen kunnen verkrachters of aanranders op afstand houden: als de man de
buik ziet en de vrouw rukt de ketting van haar middel, zullen alle kralen op de
grond vallen. De man zal zich haar vrouwelijkheid herinneren en haar hopelijk
laten gaan. Maar of dit ook echt werkt
Op de plaats
waar 2 of meer botten samen komen, zit een verbinding. Deze verbindingen zorgen
ervoor dat ons skelet flexibel is en kan bewegen. Heel noodzakelijk dus!
Er zijn 3
soorten verbindingen in het skelet: naadverbindingen, kraakbeenverbindingen en gewrichten.
Naadverbindingen
Naadverbindingen
zitten tussen de botten in je schedel. Dit zijn de fontanellen. Bij de geboorte
liggen de fontanellen nog open. Daardoor kan de geboorte makkelijker verlopen.
Want het hoofdje moet door een nauwe opening in de bekken worden geperst. Na de
geboorte groeien de schedelnaden dicht en sluiten de fontanellen zich.
Kraakbeenverbindingen
De rug
Kraakbeenverbindingen
zijn al een stuk beweeglijker. Kraakbeenverbindingen zitten bijvoorbeeld tussen
de wervels in je ruggengraat. Kraakbeen verbindt je ribben aan je borstbeen.
Bij deze verbindingen zijn de botten, zoals de naam al zegt, verbonden voor
kraakbeen. In je oren en je neus zit ook kraakbeen. Voel maar eens hoe buigzaam
dat is.
Gewrichten
Verbindingen die
echt goed kunnen bewegen zijn gewrichten. De verbinding tussen je boven- en onderarm
is bijvoorbeeld zon gewricht. Er zijn 3 soorten gewrichten: rolgewrichten,
kogelgewrichten en scharniergewrichten.
Rolgewricht
In je onderarm
zitten 2 botten. Je ellepijp en je spaakbeen. Deze 2 botten zijn met een
rolgewricht met elkaar verbonden. Door het rolgewricht kunnen de 2 botten om
elkaar heen draaien. Dit zorgt ervoor dat je je hand kunt kantelen en zo
gemakkelijker dingen kunt pakken.
Kogelgewricht
Heupgewricht
Je schouder en
je bovenarm zijn door een kogelgewricht met elkaar verbonden. Dit gewricht
zorgt ervoor dat je je arm alle kanten op kunt bewegen. Ook je been is door een
kogelgewricht verbonden aan je heupbot.
Scharniergewricht
Het meest
complexe gewricht van je skelet zit in je knie. Dit is een scharniergewricht.
Het zit met pezen en gewrichtsbanden aan elkaar vast. Je knieschijf beschermt
de verbinding. Door deze ingewikkelde verbinding kun je je onderbeen buigen en
strekken en draaien!
In een Chinees
restaurant in Nederland en België krijg
je altijd stokjes als bestek. Meestal liggen die er alleen maar voor de sier en
krijg je er gewoon een vork en een mes bij. In China zelf is dat niet zo. Daar
eet iedereen met stokjes.
Eten met stokjes lijkt moeilijk, maar na goed oefenen kan iedereen het. Probeer
de stokjes maar eens tussen je duim, wijsvinger en middelvinger vast te pakken
en de topjes naar elkaar toe te bewegen. Voordat je gaat eten is het slim om
wel even te oefenen. Gebruik hiervoor niet al te klein voedsel. De kans is
namelijk groot dat je dat nog niet vast kunt pakken.
Extra heffing
De eetstokjes worden o.a. gemaakt van bamboe, hout of plastic. Omdat er zo veel
houten weggooi-eetstokjes gebruikt worden (vijftien miljard per jaar) in China,
heft de regering vijf procent extra belasting. Zo probeert de regering de
Chinezen aan te moedigen om stokjes te kopen die hergebruikt kunnen worden. Op
deze manier verdwijnt er namelijk een groot stuk bos.
Eetgewoonten
Lukt het even niet om dat stukje vlees vast te pakken met je eetstokje? Dan
prik je hem er toch gewoon in? In Nederland kan dat wel, maar in China komt dat
niet heel erg netjes over. Zo zijn er nog een aantal regels voor het eten met
eetstokjes. Chinezen vinden het niet erg fijn als je tijdens het eten met je
stokje speelt (er op bijten bijvoorbeeld). Ook kunnen ze het niet waarderen als
je met je eetstokjes naar dingen gaat wijzen.
Geschiedenis
Chinezen eten al vanaf 1600 voor Christus met eetstokjes. Dat is al meer dan
drieduizend jaar. In de Shang-dynastie werden eerst houten stokjes gebruikt,
maar later maakten ze ook eetstokjes van ivoor. Rond 1000 voor Christus werd er
gegeten met bronzen eetstokjes en in de Tang-dynastie (vanaf het jaar 618)
waren gouden en zilveren eetstokjes erg populair. Ze gebruikten de zilveren
eetstokjes vooral omdat gedacht werd dat je door het zilver kon zien wanneer er
giftige stoffen in het eten zaten.
Hoera hier betalen vrouwen bij de kapper niet meer dan mannen
Hoera: hier
betalen vrouwen bij de kapper niet meer dan mannen
In Denemarken
heeft de Raad van Gelijke Kansen beslist dat vrouwen met kort haar niet meer
geld horen neer te tellen dan mannen in kapsalons. De redenering dat een
vrouwelijke coupe meer tijd en producten vereist, werd van de tafel geveegd
omdat prijslijsten heel vaak mikken op mannen en vrouwen apart, wat botst met
de wet op gendergelijkheid.
In februari 2012
legde een Deense vrouw klacht neer omdat haar kapsalon 60 euro aanrekende voor
een knipbeurt (plus eventueel nog supplementen voor lang haar), terwijl mannen
nog geen 50 euro moesten betalen. Gezien haar korte, jongensachtige coupe vond
ze het ronduit oneerlijk dat ze meer geld moest neertellen dan mannen met even
korte haren.
Voor de rechten van haar haar
Als tegenreactie opperde de eigenaar van het salon dat kapsels van vrouwen meer
tijd kosten en dat er meer producten worden gebruikt. Toch oordeelde de Raad
van Gelijke Kansen dat de misnoegde vrouw aan het langste eind trekt. De
prijslijst van het kapsalon refereerde namelijk puur naar het geslacht van de
klant, wat in strijd is met de Deense wet op gendergelijkheid. "Geen mens
mag een ander mens direct of indirect discrimineren op basis van
geslacht", klinkt het.
De Amerikaanse
choreograaf Merce Cunningham was een van de belangrijkste vernieuwers van de
twintigste-eeuwse dans. Hij richtte de Merce Cunningham Dance Company op en
heeft meer dan 200 choreografieën op zijn naam staan.
Cunningham is
naast Martha Graham en George Balanchine een van de belangrijkste vernieuwers
van de twintigste-eeuwse dans. Cunningham werd geboren in Washington in 1919.
Hij studeerde dans aan de Cornish School in Seattle. Vanaf 1939 tot 1945 danste
hij solo in het dansgezelschap van Martha Graham.
Van verhalend naar visionair
Zijn eerste
choreografie werd in 1944 in New York met John Cage als pianist uitgevoerd. In
het begin waren zijn choreografieën nog verhalend en bedacht op bestaande
muziek. Maar al snel liet hij verhaallijn en logische opbouw los. Hij liet zijn
dansers geen verhaal vertellen op muziek met een bijpassend decor, maar liet de
choreografie zelf het verhaal vertellen. Dansers hoefden voor Cunningham dus
niets uit te beelden; ze hoefden alleen te laten zien welke mogelijkheden het
menselijk lichaam heeft. Dat was de kern van zijn visie op dans. Hij vond dat
alle soorten bewegingen in elke gewenste combinatie konden worden gebruikt en
geordend, dat elke ruimte als dansruimte kon worden gebuikt, en iedere danser
als solist kon optreden. Dans ging volgens Cunningham op de eerste plaats over
het menselijk lichaam en zijn bewegingen.
Choreografie gebaseerd op toeval
In de jaren 50
kwam het abstract expressionisme in de beeldende kunst op en ook in de muziek
werden nieuwe wegen ingeslagen. Cunningham vertaalde deze nieuwe ideeën naar de
dans. Hij ging op toeval gebaseerde methodes gebruiken bij het bedenken van
zijn dansstukken. Bijvoorbeeld door het gooien van dobbelstenen konden de delen
van een choreografie, de volgorde in een programma of zelfs de passen worden
bepaald. Ook gebruikte hij de I Tjing, het Chinese boek der veranderingen
voor de compositie van zijn dansstukken. Hij bevrijdde op deze manier de
choreografie van de keuzes van de maker en liet hij onverwachte combinaties
toe.
Dans, muziek en decor
Heel vernieuwend
was ook de methode van Cunningham en de componist/pianist Cage om geheel los
van elkaar tot een choreografie en muziekcompositie te komen. Dans en muziek
werden totaal losgekoppeld, om tijdens de première per toeval alsnog samen te
komen. Hetzelfde gold voor de decors. De kunstenaar Rauschenberg ontwierp jaren
lang de decors voor Cunninghams producties. De dans werd naast muziek en
vormgeving dus een zelfstandig, op zichzelf staand deel van de voorstelling.
Merce Cunningham Dance Company
Cunningham richtte in 1953 het Merce Cunningham Dance
Company op. In
het begin had het dansgezelschap soms maar 1 of 2optredens per jaar.
Cunninghams nieuwe weg sloeg niet meteen aan. Met name ook omdat Cunningham
gebruik maakte van avant-gardistische muziek van John Cage, David Tudor en
Morton Feldman. In Londen werd Cunninghams originele talent in 1964 herkend,
waarna de choreograaf en zijn dansgezelschap een begrip in de internationale
danswereld werden.
Postmodernisme
Cunninghams
opvattingen kregen na 1964 meer invloed in de danswereld. En zo werd de
postmoderne dansstijl geboren. De postmoderne dans is de nieuwe dans die
ontstaan is na de moderne dans. Merce Cunningham is de aanstichter van het
danspostmodernisme. Bij het postmodernisme kon elke beweging als dans worden
gezien; ook ieder mens zou danser kunnen zijn want danstechniek werd niet meer
als noodzakelijk gezien.
Inspiratiebronnen
Cunningham bleef
zijn dansen ontwikkelen en bleef werken aan de ontwikkeling van een
bewegingsstijl vol plotse wendingen, kleine sprongetjes, torso tilts en
ruimtelijke patronen. De energie van dansers die doelgericht hun weg over het
toneel aflegden, was volgens de choreograaf geïnspireerd op het gekrioel in de
straten van New York. Ook de natuur inspireerde hem, wat te zien is in
bijvoorbeeld de productie Beach Birds (1991). Zijn choreografieën werden
uitgevoerd door belangrijke balletgroepen zoals onder andere het Ballet van de
Parijse Opera, het New York City Ballet en het American Ballet Theater. Zijn
laatste dans optredens stammen uit 1999, hij was toen al 80 jaar oud. Merce
Cunningham overleed in 2009. Zijn dance company bestaat nog steeds.
Blaasmuziek, harmonie- en fanfareorkesten kennen een lange geschiedenis.
In alle culturen vind je blaasinstrumenten, die soms functioneel zijn of worden
gebruikt om rituelen kracht bij te zetten.
Maya priesters blazen in de richting van de vier windstreken diepe tonen
uit grote een schelp. Aboriginals gebruiken de didgeridoo, een door termieten
uitgeholde boomstam, om langgerekte oerklachten voort te brengen. Ook
uitgeholde hoorns van runderen zijn gebruikt als blaasinstrument.
Eerste metalen trompetten
Trompet
Rond 1400 voor Christus duiken voor het eerst metalen trompetten op,
gemaakt door Egyptenaren. Omdat de techniek om metaal te buigen nog niet bekend
was, is hun trompet niet meer dan een rechte, lange buis. De Romeinen gaan door
op dit idee en ontwikkelden een Romeinse Tuba. Aangevuld met trommelaars staan
de Romeinse blaasinstrumenten aan de basis van de eerste "militaire
kapel".
Signalen
Legers hebben ook na de Romeinse tijd een impuls gegeven aan muzikale
ontwikkelingen. Een trompet of trom is lange tijd het enige geschikte middel om
een signaal snel over relatief grote afstand door te geven.
Oorlog
Als de Turken in de 15e eeuw Europa binnenvallen, brengt dat niet alleen
een nieuwe oorlog met zich mee: de Turken blijken al heel ver met het musiceren
in groepsverband. Ze maken gebruik van meerdere pijperfluiten die samen de
melodie spelen. De begeleiding wordt verzorgd door trompetten en slagwerk,
zoals pauken. De Zwitserse Infanterie neemt pijperfluiten en pauken over in
haar orkesten. En naar Zwitsers voorbeeld hebben de instrumenten zich over
Europa verspreid. Nieuwe technieken verbeteren de bestaande instrumenten
waardoor het eenvoudiger wordt om in groepsverband te spelen. Muziek maken
wordt zo voor meer mensen bereikbaar.
Harmonie
Saxofoon
In Nederland zijn drie typen blaasorkesten: de harmonie, de fanfare en
de brassband. Het verschil tussen deze orkesten zit in de bezetting. Een
harmonie orkest heeft houten én koperen blaasinstrumenten en slagwerk. Soms
worden er nog strijkbassen toegevoegd aan de harmonie. Een fanfare orkest heeft
alleen saxofoons, koperblazers en slagwerk. Een brassband heeft alleen koperen
blaasinstrumenten en slagwerk. De grootte varieert meestal tussen de 25 en 80
spelers.
Hout en koper
Houten blaasinstrumenten, of houtblazers, zijn de families van hobo,
klarinet, fagot en doedelzak en de saxofoons. De koperblazers zijn families van
hoorn, trompet, trombone, tuba en saxhoorn en de meeste fluiten. De
saxofoonfamilie is een mengvorm Het verschil tussen houten- en koperen instrumenten
zit gek genoeg niet in de eerste plaats in het materiaal waarvan het instrument
is gemaakt, maar in de bouw en de manier van spelen.
De meeste houten blaasinstrumenten hebben een groot aantal gaten, die niet
allemaal met de vingers af te dichten zijn. Daarom is er een kleppenmechaniek
op de meeste instrumenten. Door middel van een hefboompje dat wel voor de
vingers bereikbaar is, kun je gaten openen of sluiten die op een totaal andere
plaats zitten. Het geluid kan op verschillende manieren ontstaan. Bij de fluit
bijvoorbeeld gaat de lucht trillen door het tegen een scherpe rand te richten.
Andere instrumenten zoals klarinet en hobo hebben een enkel of een dubbele riet
dat voor het trillen van de lucht zorgt.
De koperen blaasinstrumenten kennen ook een lange ontwikkeling. Op de eerste
exemplaren is maar een beperkte serie tonen te spelen. Deze instrumenten worden
'natuurlijke instrumenten' genoemd. Om de mogelijkheden uit te breiden zijn
verschillende oplossingen ontstaan zoals de hoorn die beugels heeft van
verschillende lengte, waardoor andere series tonen ontstaan. Ook het
schuifsysteem van de trombone is een stap in de ontwikkeling naar meer
toonmogelijkheden, maar de definitieve oplossing is de komst van ventielen,
begin 19e eeuw. Deze uitvinding heeft grote gevolgen gehad voor de koperen
blaasinstrumenten; er worden in die periode dan ook veel koperen
blaasinstrumenten ontwikkeld. Tegenwoordig heeft een koperen blaasinstrument
drie of vier ventielen. Door het indrukken van een ventiel wordt een buis
ingeschakeld, en de toon lager. Elk ventiel schakelt een extra stukje buis in.
Drie ventielen geeft dan zeven mogelijkheden.
Scherp en zacht
Koperen blaasinstrumenten zijn te verdelen in scherp koper en zacht
koper, waarbij de termen 'scherp' en 'zacht' slaan op het soort geluid dat de
instrumenten maken. De trompet en trombone horen bij het scherpe koper worden,
de hoorn en de tuba tot het zachte koper. In een harmonie orkest gaat het er om
dat deze toonkwaliteiten in evenwicht (harmonie) met zijn elkaar. Het scherpe
mag het zachte niet overstemmen, maar kan door contrasten in toonsoorten het
zachte juist versterken. Harmonie betekent ook: samenklank, eensgezindheid,
goede verhouding. Deze harmonie behoor je terug te vinden in de opbouw van het
orkest. Een trompettist is gemakkelijk in staat om bijvoorbeeld een klarinet te
overstemmen. Vandaar dat een goed opgebouwd harmonieorkest veel meer
klarinetten heeft dan bijvoorbeeld trompetten of saxofoons. Het gaat
uiteindelijk om de klank van het gehele orkest en niet om de klank van de
afzonderlijke instrumenten.
Concoursen
Een belangrijke stimulans in de ontwikkeling van veel harmonieorkesten
is het deelnemen aan concoursen. Een keer in de vier jaar moet een orkest
deelnemen aan concours. Dat is een soort wedstrijd waarbij de jury punten
geeft. Het orkest moet dan zo goed mogelijk spelen. Er worden drie nummers
gespeeld: een inspeelwerk om een beetje te wennen aan de zaal, een verplicht
stuk die het orkest moet spelen en een keuzewerk die zelf uitgezocht mag
worden. Er zijn zes categorieën of afdelingen: afdeling 3, 2, 1, Uitmuntend,
Ere en Vaandel.
De opstelling
De naam harmonie orkest komt van het Franse l'harmonie waarmee de
blaasinstrumenten van een symfonie orkest . Een symfonieorkest is een groot
orkest dat doorgaans klassieke muziek speelt. Een symfonieorkest kent naast de
koper- en houtblazers en het slagwerk nog een andere instrumentgroepen, ook wel
families genoemd: de strijkinstrumenten. Net als in een groot symfonie
orkest, kent ook de Harmonie zijn vaste opstelling. Ieder instrument en
instrumentgroep heeft zijn eigen plaats op het podium. Het orkest zit meestal
in een halve cirkel, vaak in meerdere rijen, met de dirigent als het middelpunt
zodat ieder orkestlid de dirigent goed kan zien. De solo instrumenten zitten
altijd links van de dirigent. Aan de rechterkant zitten de lager gestemde dus
grotere instrumenten zoals de saxofoons en tuba's. Het slagwerk staat helemaal
achteraan op het podium
die rozen zijn
altijd voor je moeder
die altijd naast je staat
heeft haar jong verdriet
dan huilt zij met je mee
die rozen zal ik haar altijd brengen
al is het ergens in de middellandse zee
die rozen zijn altijd voor je moeder
nergens is er zo'n vrouw als zij
wees op moederdag blij
ook al zit het heel vaak tegen
mijn moeder is altijd bij mij
die rozen zijn altijd voor je moeder
omdat zij altijd van je houdt
later denk je daar aan terug
als je gelukkig bent getrouwd.