Hieruit kunnen wij opmaken dat wij gedurende de ontwikkeling van de plant steeds een andere samenstelling van meststoffen moeten aan worden. Hierbij is de verhouding stikstof- fosfor- kalium van belang. Er zijn een aantal organische meststoffen waar wij onze tuin zeer goed kunnen mee bemesten. De samenstelling en de werkzame elementen zijn niet altijd even duidelijk. Wij overlopen hier even het rijtje. Naast het oude getrouwde stalmest zit er een reeks producten die wij als organische meststoffen omschrijven. Wij hebben een aantal afvalproducten uit de vleesindustrie zoals beender-, bloed -, veren - en horenmeel. Daarnaast is er Guano ( vogelmest ), natuurfosfaat, zeewier, kalk en Chilisalpeter.
Een derde reeks organische bemesters zijn de groenbemesters. Dit zijn planten die wij op een perceel zaaien en ze dan voor ( bij kleigronden ) ofna ( bij lichte gronden ) de winter onderspitten. De winterharde soorten werken wij ook in het voorjaar pas onder. Natuurlijk kunnen wij deze planten ook eerst een tijdje op onze composthoop laten voor verteren alvorens wij dit materiaal onderspitten. Zeer gekend zijn de vlinderbloemigen ( erwten, bonen, rode klaver, wikke, lupine, serradella) die stikstof in de grond brengen. De kruisbloemigen ( bladkool, bladrammenas en stoppelknollen ) die tot de koolsoorten behoren zijn eveneens goede groenbemesters. Maar ook de raaigras, winterrogge, zomerrogge, gerst, borage, phacelia en spurrie hebben een zeer goede reputatie als groenbemester. De laatste tijd wordt de tagetes als groenbemester en grondontsmetter zeer aangeraden.
De werking van de voornaamste elementen op de plant zijn:
3,1. Stikstof ( N) zorgt voor de vorming van het bladgtoen zorgt voor de stengel- en bladgroei van de plant is te vinden in zwavelzure ammoniak kalkammonium salpeter, kalksalpeter en ureum
3,2. Fosfor ( P ) heeft invloed op de bloei, de vruchtzetting en de zaadontwikkeling heeft invloed op de houdbaarheid van de vruchten zit in superfosfaat, Thomasslakken
3,3 Kalium ( K ) regelt de waterhuishouding van de plant helpt bij de vorming en het transport van het zetmeel is belangrijk voor de knolvorming het vergroot de weerstand tegen ziektes het beinvloedt de houdbaarheid vinden wij in Patenkali en zwavelzure kalk
3,4 Magnesium ( Mg ) dit is nodig voor de vorming van het bladgroen het bevordert het vervoer van de voedingsstoffen in de plant Maerl en Kieseriet bevatten veel Mg
3,5 Kalk (Ca Co2 ) helpt bij de opbouw van het eiwit en de vorming van de celwand werkt op de bodem in waar het zorgt voor : de binding van de bodemzuren het losmaken van de voedingsstoffen uit de grond en de humus ( kalk maakt rijke ouders maar arme kinderen ) biedt hulp bij de stikstofbinding door bacterien verhoogt de algemene biologische activiteit geeft een structuurverbetering aan kleigronden
Mestoffen kan men in twee groepen indelen: de organischeen de anorganische meststoffen. De organische meststoffen zijn zoals het woord het zegt van organische oorsprongen en vallen dus het best in de smaak van degenen die biologisch willen tuinieren. Deze meststoffen trekken gemakkelijker mollen en andere in enboven de grond vertoevend ongedierte aan.
Indien men organische meststoffen gebruikt verloop er meer tijd tussen de mestgift en de opname dan bij anorganische meststoffen. Organische meststoffen verbeteren over het algemeen de grond structuur (maken de grond mul en luchtig) omdat hier meestal restmateriaal in zit zoals: verteerd stro, mest, keuken of tuinafval.
Voedingselementen. __________________
Planten kunnen alleen deze voedingselementen opnemen die in water oplosbaar zijn. De belangrijkste zijn: stikstof(N) fosfor (P), kalium (K ), magnesium (Mg ) en calleium (Ca ) dat in kalk zit. Daarnaast zijn er een aantal elementen die in zeer kleine hoeveelheden door de planten worden opgenomen maar zeer voornaam zijn voor hun ontwikkeling zoals: ijzer (Fe ) , koper (C u ), zink ( Zn ), kabalt (Co ), jodium (J ), borium (B ) en spore- elementen.
In de tuin is het probleem van bemesting een dankbaar element tot discussie. Idereen weet immers dat onze planten enkel optimaal in onze tuin kunnen schitteren als wij voldoende en gepast voedsel verstrekken. Het is echter geen gemakkelijke klus voor de amatuur om aan de weet te komen wat die verdomde planten juist nodig hebben om tot voldoende bloei en groei te komen. Vaak is dit een resultaat van een groot aantal chemische proccessen waar de wetenschap nog niet het fijne van weet.
In tegenstelling tot de beroepsteler die deze materie rreds jaren in de handen van deskundige heeft overgelaten en met een precisie van een Zwitser uurwerk deze deskundige raadgevingen uitvoert, gaan veel hobbytuinders deze materie met de natte vinger te lijf. Dan ontstaan er verhitte discussies over het al dan niet gebruiken van bepaalde meststoffen.
Dit is een van onze moestuintjes op de volkstuintjes. Zo als je kunt zien wordt er niet alleen groenten gekweekt., maar ook aandacht besteed aan een stukje vrije natuur