Teeltwijze. De late herfstteelt, waarbij knolvenkel pas gezaaid wordt na 20 juni, is veruit de belangrijkste teelt. Venkel is een langedagplant, die dus gemakkelijk doorschiet als de dagen lang zijn. Bovendien is het een gewas dat snel en regelmatig moet kunnen doorgroeien; op een groeistilstand reageert de plant heel dikwijls door bloem- en zaadvorming.
Ook hoge temperaturen (warmte, droge zomers) kunnen het schieten bevorderen. Al deze factoren spelen dus in het voordeel van de herfstteelt.. Vrij recent zijn de zomerteelt en ook de vroege herfstteelt meer in de belangstelling gekomen; er zijn immers nieuwe knolvenkelselecties op de markt gekomen die veel minder schietgevoelig zijn en die dan ook gerust een stuk vroeger mogen gezaaid worden.
Voor de herfstteelt wordt meestal ter plaatse gezaaid op rijen die 40 tot 45 uit elkaar liggen. Voor de zomerteelt wordt onder warm glas voorgezaaid teneinde de in april nog ongunstige groeiomstandigheden op te vangen en de kans op schieten te verlagen.