Kalk is nodig voor de opbouw van stevige celwanden en speelt bovendien een rol bij de opname van andere voedingselementen. Bij onvoldoende aanwezigheid van kalk in de grond is bijvoorbeeld magnesium moeilijker beschikbaar en opneembaar, zodat magnesiumgebrek kan ontstaan zonder dat het gehalte aan magnesium in de grond laag is. Bij een overmaat aan kalk daarentegen kan de opname van mangaan en zink stagneren.
Kalk werk ook de ontwikkeling van enkele plantenziekten tegen; zoals knolvoet bij koolgewassen. Bovendien heeft de kalk een positieve invloed op de bodemstructuur. Dankzij kalk worden stabiele grondkruimelsgevormd, wat de grond minder slempgevoelig maakt. Het bepalen van het kalkgehalte is enkel mogelijk door het nemen van een grondmonster, wat best gebeurt in het najaar. Aan de hand van de analyse van dit monster kan dan een bekalkingsadvies gegeven worden.
Het najaar is ook de beste periode om de grond te bekalken.Kalkmeststoffen hebben immers zo'n drie maanden nodig om volledig te gaan werken. Om in het voorjaar een optimaal kalkgehalte te bereiken, is het dus nodig in de herfst te bekalken. Een gelijkmatige verdeling van kalkmeststoffen is van groot belang, evenals het goed door de bouwlaag werken van deze stoffen. Een grondontleding met bekalkingsadvies door een bevoegd laboratorium is dus de enige betrouwbare leidraad!