- deze laan zich bevindt op Linkeroever tussen de Jan Van Brabantlaan en Lodewijk Van Velthemlaan.
- de naam verwijst naar Van den vos Reynaerde (tegenwoordig ook wel Reinaart de vos, Reinaert de vos of Over de vos Reinaert).
- dit een episch gedicht is dat geldt als een hoogtepunt in de Nederlandse middeleeuwse literatuur.
- het gebaseerd is op het Latijnse dierenepos Ysengrimus.
- het in totaal 3469 vrsregels kent en geschreven is in het Middelnederlands. het in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt het verhaal geen fabel isl, maar een epos (heldendicht).
- deze straat gelegenis op het Kiel aan het Hof van Tichelen, aan de grens met Wilrijk.
- de naam verwijst naar de stad Athene in Griekenland.
-o-o-o-O-o-o-o-
ATLETENSTRAAT
Wist U dat ... ?
- deze straat zich bevindt op het Kiel, tussen de VII° Olympiadelaan en de Landbouwstraat.
- de naam verwijst naar de atleten die kwamen oefenen in het Beerschotstadion, waar ook de Olympische Spelen van 1920 werden gehouden.
foto van Alfons Van Camp
Wist U dat .... ?
- het Koninklijke Beerschot Antwerpen Club ontstond in 1920..
- in 1999 de club van naam veranderde door een fusie met Germinal Ekeren, en van toen speelde onder de naam van Beerschot-Germinal
- de club in 21.5.2013 failliet werd verklaard en met de naam KFCO Beerschot-Wilrijk verder uitkwam in de provinciale afdeling.
- er binnen de afsluiting van het voetbalterrein, kant Atletenstraat aan de hoofdingang, in de tuinen, het herdenkingsmonument voor de
GESNEUVELDE LEDEN van BEERSCHOTstaat
foto van Alfons Van Camp
Wist U dat ... ?
- dit beeld dateert van 1922 en van de hand van Albéric Collin (Antwerpen 1886 - 1962) is.
- er op de voorzijde van de sokkel de volgende tekst staat : " 1914-1918 / A ses membres / morts pour la patrie / le Beerschot A. Club / Reconnaissant.
- de gang verwijst naar de kunstenaars-artiesten die daar hun atelier hadden.
ARTIESTENGANG vonden
foto van Ludo De Groof uit "verborgen plekjes"
- deze gang gelegen is op de grens Antwerpen-Borgerhout, met als ingang Kerkstraat 51.
- hier het atelier gevestigd is van Wilfried Pas, ° Londerzeel 29.4.1940.
- hij een kunstenaar is die levensgrote sculpturen maakt van bekende personen uit de kunstenaarswereld.
- hij reeds prachtige beelden heeft ontworpen en die hun standplaats hebben in Antwerpen, zoals o.a. Willem Elsschot (Mechelseplein) - Paul Van Ostayen (Engelse Beurs) - de Indiaan (waarvan 4 exemplaren werden gemaakt) - Koning Boudewijn (op Linkeroever aan de voetgangerdtunnel) - Julien Schoenaerts (aan de kerk Sint-Willibrordus, en zoveel andere.
- deze straat gelegen is tussen de Nationalestraat en de Muntstraat.
- zij geopend werd in de XVIe eeeuw op de grote oppervlakte van het klooster der Saksische Augustijnen.
P.S. : bijkomende gegevens van onze medewerker en freelancer Frits Schetsken
DE EERSTE PROTESTANTSE MARTELAREN Begin 16de eeuw trekken Duitse monniken van de Saksische congregatie van de Eremieten van Sint-Augustinus de westgrens over. In het Zuiderzeestadje Enkhuizen stichten ze een klooster. Het moet zijn, dat ze de kooplieden nogal enthousiast hebben horen spreken over de opkomende metropool Antwerpen, want ze besluiten om aldaar een filiaal te openen.
In 1513 arriveren ze onze stad, waar ze een flink stuk grond met een huis erop cadeau krijgen van Jodocus Hoens en Marcus Mussche. De monniken beginnen meteen met de bouw van een klooster en een kapel. Dat zien ook de heren van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel, die er niet blij mee zijn en alles in het werk stellen om vooral die kapel weer weg te krijgen. Want als er dan toch giften moeten binnenkomen, dan liefst via hen. Het komt tot een proces voor de Raad van Brabant, maar die nieuwkomers halen nog hun gelijk ook! Als paus Leo X die uitspraak op 12 september 1514 bekrachtigt, is er geen houden meer aan.
De augustijnen weten hun kapel al zo vol volk te praten, dat die te klein wordt en ze beginnen aan de bouw van een heuse kerk, zeg maar het middenschip en een eerste toren van het gebouw dat vandaag naast u oprijst. Nu hebben enkele van die monniken gestudeerd aan de door keurvorst Frederik de Wijze gestichte universiteit in het Duitse Wittenberg. Daar hebben ze les gekregen van collega-augustijn Maarten Luther. Wanneer die zijn ideeën over het reilen en zeilen van de Roomse kerk op 31 oktober 1517 spijkerhard in het portaal van de kasteelkerk te Wittenberg kenbaar maakt, wordt dat tot in Antwerpen gehoord. Reeds een jaar later komen dezelfde ideeën uit de mond van broeder Jacob Probst, tweede prior van het Antwerpse klooster. Probst moet voor de Inquisitie naar Duitsland vluchten, maar diens opvolger Hendrik van Zutphen volhardt in de Lutherse leer en in 1519 doet heel deze kloostergemeenschap mee.
Paus Leo X stelt op 25 juni 1520 zijn bul 'Exsurge Domine' op. Hij wacht nog even met de officiële afkondiging, wellicht in de hoop op een verzoenend gebaar van Luther, want er is wel een duidelijke vrees voor een scheuring, omdat naast Maarten ook heel wat andere dissidenten zich in die dagen roeren. Maar op 21 september 1520 mag Eck de bul die Luther excommuniceert in Meissen publiceren en daarmee is zijn leer officieel ketters geworden. Maarten verbrandt gewoon de pauselijke bul. Keizer Karel V doet in Leuven hetzelfde met Luthers geschriften op 8 oktober 1520.
Hoe vergaat het de Antwerpse augustijnen? Landvoogdes Margareta van Oostenrijk stuurt enkele commissarissen naar het klooster om over de problemen te praten. Maar de monniken blijken niet van plan om te verzaken aan de leer van broeder Maarten. Wanneer Luther in 1521 op de Rijksdag van Worms ten overstaan van Keizer Karel V niet bereid is zijn leer af te zweren, wordt de situatie onhoudbaar. Als onze monniken doorgaan met hun 'ketterse' preken, wordt er in 1522 ingegrepen. Ze worden door de Raad van Brabant uit hun klooster gezet en naar de hoofdkwartieren van de Inquisitie in Vilvoorde gesleept. Het merendeel is dan bereid hun 'dwaling' af te zweren in de Brusselse Sint-Goedelekerk, maar twee van hen blijven volharden en belanden op 1 juli 1523 te Brussel op de brandstapel, als 'lichtend' voorbeeld. Dat levert meteen de twee eerste protestantse martelaren op.
-o-o-o-O-o-o-o-
AUGUST MICHIELSSTRAAT
Wist U dat ... ?
- deze straat zich bevindt inhet havengebied tussen de Kattendijkdok Oostkaai en Kempische dok oostkaai.
- wij niet hebben kunnen achterhalen wie of waarom August Michiels was, doch volgens opzoekingen kunnen wij slechts één August Michiels terugvinden, nl de kunstschulder-graficus-beeldhouwer-ceramist, die geboren werd te Sint-Amandsberg/Gent in 1922 en overleed te Gent 2003.
- zijn werken centraal staan met de zeefauna -en flora, en het schippersmilieu.
- deze straat gelegen is in de Zurenborgwijk tussen de Grotehondstraat en de Draakplaats.
(foto uit eigen beheer - zicht van de straat)
- de straat deze naam heeft gekregen omdat ze aansluit bij het thema van de sterrenbeelden die voor een groot deel de namen van de straten in Zurenborg weergeven.
- deze straat zich bevindt tussen de Kloosterstraat en de Sint-Michielskaai.
- de opening gebeurde in 1842.
- de naam arsenaal afgeleid is van het Arabisch "dâr-sinâa" "huis waar iets gemaakt wordt".
- het een gebouw is waar wapens en munitie geproduceerd, gerepareerd en/of uitgegeven werden.
P.S. : bijkomende gegevens van onze medewerker en freelancer Frits Schetsken :
DE DAG DAT CHASSÉ ONTPLOFTE Nabij de Arsenaalstraat zijn er liefst drie krijgsarsenalen – wapenopslagplaatsen – opgericht en weer afgebroken. Het eerste in 1803 door Napoleon Bonaparte nabij zijn scheepswerven. Zijn opvolger koning Willem I der Verenigde Nederlanden laat in 1824 het tweede inrichten en het derde komt er in 1838 op initiatief van de nieuwe Belgische staat. Dat houdt het uit tot 1869, wanneer het onder de sloophamer uit ons stadsbeeld verdwijnt.
Op dat tweede, ‘Nederlandse’, arsenaal wordt op 27 oktober 1830 een ware raid uitgevoerd door een groep Belgische vrijheidsstrijders – ‘rebellen !’ zou luitenant-generaal David Chassé ons verbeteren. Hij voerde het bevel over het Hollandse garnizoen in het Zuidkasteel en had het graag rustig gehouden. Maar dit ging hem te ver en hij gaf bevel tot een bombardement op het arsenaal, waarbij zowel vanuit de citadel als vanaf de Schelde door een vlooteskader werd gevuurd. Het Sint-Andrieskwartier kreeg het hard te verduren, heel de Kloosterstraat én het arsenaal brandde af. Er werd nog lang gesproken over deze afschuwelijke Hollandse daad, maar vandaag gaan de deuren van een herbouwde Kloosterstraat weer breeduit open voor onze noorderburen.
- deze straat gelegen is tussen de Lange Gasthuisstraat en de Oude Vaartplaats.
- het westelijk gedeelte geopend werd in 1552 door Gilbert Van Schoonbeke, op de gronden van het voormalig hotel der familie "Marcke d'Arenberg", eigendom dat aangekocht werd op 18.6.1551 door Joost van den Steene, vandaar de naam van de straat.
- het oostelijk deel door het stadsbestuur op de "gasthuisgronden" geopend werd en oorspronkelijk de naam kreeg van Florisstraat.
- de belangrijkste gebouwen in de straat gelegen zijn aan het nr 17, nl de 17° eeuwse woning sedert 161³9 in bezit van Jan Breughel.
- het gebouw ontworpen werd door Joseph Hertogs,, en beschermd is door de Vlaamse Executieve dd. 10.7.1984.
en aan het nr 12 het gebouw van de NV Bunge.
- in de straat zich ook het Echt Antwaarps theather bevindt
en recht tegenover het gebouw NV Bunge,
DE ARENBERGSCHOUWBURG
(alle foto's zijn eigendom van Alfons Van Camp, auteur van dit blog)
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
P.S. : bijkomende gegevens van onze medeweker en freelancer Frits Schetsken :
Arenbergstraat Nr.21 - BUNGE & CIE In 1818 komen Johann Bunge en zijn vier jaar oudere vrouw Juliana vanuit het Duitse Nordrhein-Westfalen naar Amsterdam om er een handelsmaatschappij voor im- en export te beginnen, waarbij het vooral om graan zal draaien. Hun in Amsterdam geboren zoon Carl Gustav sticht in 1850 een Antwerps filiaal van het familiebedrijf, trouwt hier in 1841 met Laura Fallenstein uit Düsseldorf en gaat wonen in de Rue du Robinet 23 naast de Warande - vandaag is die Kraanstraat de Prins Albertlei naast het Koning Albertpark. Dat wordt ook de buurt waar veel Duitsers gaan wonen, die in de 19de eeuw een groot deel van de Antwerpse economie in handen hebben via hun banken en bedrijven.
Het zullen de zonen van Carl en Laura zijn, die de handelsmaatschappij tot een internationale speler uitbouwen. Oudste zoon Ernest trekt in 1884 naar Buenos Aires, waar samen met telgen uit de familie Born de Zuid-Amerikaanse tak Bunge y Born wordt opgezet. Dankzij import van Argentijns graan wordt Bunge een van de belangrijkste graanhandelaars van Antwerpen.
Carls enkele jaren jongere broer Edouard is vanaf 1879 al mee actief in het Antwerpse bedrijf. Hij wordt uitgezonden naar de Verenigde Staten, Latijns-Amerika, Afrika en het Verre Oosten, met name Maleisië. Overal richt hij handelshuizen en transportbedrijven op, sticht industriële ondernemingen en veefokkerijen, legt plantages aan en stampt financiële kantoren uit de grond. Op 15 mei 1886 trouwt hij op zijn 34ste met de 22-jarige Marie Sophie Karcher, dochter van een Duitse wolhandelaar die zich in het Franse Le Havre heeft gevestigd. Ze gaan ze in de Maria-Theresialei 21 wonen, ook nabij een park dus, ditmaal het Antwerpse stadspark.
Edouard is een van de financiers van koning Leopold II bij de exploitatie van Belgisch Congo. Voor deze vorst zet hij handelsbetrekkingen op tussen België en de Onafhankelijke Congostaat rond ivoor, rubber, koffie en cacao. Daardoor wordt Antwerpen leider op de wereldmarkt voor ivoor en zal het later ook een eersterangs rol spelen bij de handel in rubber.
Tussen 1908 en 1910 wordt er voor de firma Bunge & Cie een enorm nieuw kantoorgebouw neergezet door het architectenduo Emile Vereecken en Max Winders. Het strekt zich uit van de Arenbergstraat via de Sint-Maartenstraat tot op de Graanmarkt, waar het aansluit op een tezelfdertijd gebouwd bankgebouw van de Banque de l’Union Anversoise, waarvan Edouard ook bestuursvoorzitter is (zie ook onder ’Graanmarkt’). Terwijl dat bankgebouw aan de Graanmarkt pronkt met statige Ionische halfzuilen – met de dubbele krul bovenaan – wordt de ingang van de handelsfirma op de hoek van de Arenbergstraat en de Sint-Maartenstraat geflankeerd door twee Korinthische halfzuilen – met Acanthusbladeren. Boven de toegang hetzelfde smeedwerkpatroon als bij de bank, hier met de letters B-C, Bunge & Cie. Oorspronkelijk was deze ingang zoals die van de bank bekroond door een koepel, maar die is in 1972-’73 verwijderd. Op de hoek met de Graanmarkt zie je nog wel een wereldbol en tegen de hele gevel de Hermesstaf van de Griekse god van de handel. Vandaag huizen hier diverse firma’s, onder andere het Antwerpse kantoor van modeketen Essentiel.
De Eerste Wereldoorlog is een moeilijke periode voor de vele Duitse ondernemers in de Scheldestad. Om duidelijk te maken dat zij trouw blijven aan België en niet willen collaboreren met de Duitse bezetter, besluiten ze gezamenlijk om voortaan Frans te spreken en niet langer het Duits te gebruiken. Edouard Bunge moet na de oorlog wel zijn bank verkopen aan de Société Génerale, maar kan in 1914 toch nog rustig verhuizen naar een kasteel op het 300 ha grote domein Oude Gracht in de Kapelse wijk Hoogboom. Daar wordt tijdens die oorlog het Centrum voor Hulpverlening aan de Bevolking gehuisvest. Edouard Bunge is dan voorzitter van het Nationaal Comité voor Hulp en Voeding. In de Tweede Wereldoorlog is dat kasteel beschadigd en nadien afgebroken.
Bunge is niet enkel uit op winst, er wordt ook geld gestoken in een Fondatie Bunge, waarmee in 1926 een sectie koloniale handel wordt opgericht aan Koloniale Hogeschool aan de Middelheimlaan. En wanneer Edouard ernstig ziek wordt, leidt dat tot het oprichten van het Instituut Bunge voor chirurgisch en medische onderzoek, later opgenomen binnen de Antwerpse universiteit.
Na Edouards dood op 28 november 1927 in zijn kasteel in Kapellen, komt de leiding van het Antwerpse bedrijf in handen van Willy Friling, later de grote man van de plantage-onderneming Sipef, een op Euronext-Brussel genoteerde agro-industriële vennootschap, gespecialiseerd in tropische plantages waar vooral palmolie wordt gewonnen, naast rubber en thee.
Maar het bedrijf Bunge bestaat ook nog altijd, met een hoofdkantoor in White Plains (New York), geregistreerd sinds 1994 op de Bermuda’s en in 2001 op de New York Stock Exchange als Bunge Limited aanwezig. Het bedrijf wordt niet langer geleid door een nazaat van de familie Bunge, maar het grootste deel van de aandelen van deze agro-industriële wereldspeler is nog altijd in handen van de families Hirsch, Bunge, Born, Engels en De La Tour – waarvan een deel duidelijk met Antwerpse roots.
Ik ben een gepensioneerde Hoofdinspecteur van eerste klasse bij de politie, officier van gerechtelijke politie en hulpofficier van de Heer Procureur des Konings, van 81 jaar. Mijn hobby's zijn vooral Antwerpen in beeld brengen en voetbal.