| 
 Kernenergie is niet veilig  Elke stap van de nucleaire keten houdt  risico’s in. Tijdens zowel de ontginning en de verrijking van het uranium, de  aanmaak van de kernbrandstof, het splijtingsproces in de reactor, de opwerking  van de gebruikte staven, de behandeling en conditionering van het kernafval, het  nucleair onderzoek als de nucleaire transporten kunnen er ongevallen gebeuren,  zowel incidenteel als routinematig. Greenpeace heeft een jaarkalender gemaakt  waarop op elke dag van het jaar een of ander incident in een nucleaire  installatie vermeld staat. Gelukkig gaat het hierbij vooral om kleinere  incidenten, maar geen enkel geval mag worden gebanaliseerd.
 Argument: “De kernlobby schat de kans op een ernstige  kernramp bij ons bijzonder klein in. De kans dat je het groot lot wint, is ook  bijzonder klein. Toch spelen dagelijks miljoenen mensen op de lotto en is er  telkens een winnaar” Argument: “Als kerncentrales veilig genoeg zijn om in het  dichtbevolkte Vlaanderen te worden ingepland, hoe komt het dan dat  verzekeringsmaatschappijen – die als geen ander bekwaam zijn in het inschatten  van risico’s – weigeren om de gevolgen van een kernongeval te  dekken?” Laat ons nooit de ramp in de kerncentrale van Tsjernobyl (1986) vergeten.  Rond Tsjernobyl is sindsdien (en nog gedurende honderden jaren) een verboden  zone van 30 km afgebakend, waaruit 116.000 mensen permanent geëvacueerd werden.  Na die ramp zei een commissie van experts dat er in België geen kernreactor zou  mogen gebouwd worden in een straal van 30 km van een dichtbevolkt centrum. Zo’n  locatie bestaat er in ons land simpelweg niet, denken we maar aan de centrales  van Doel die op amper 10 km van de metropool Antwerpen liggen. Argument: “Enkele weken voor de ramp in Tsjernobyl stond  dat type kernreactor in officiële publicaties van het Internationaal  Atoomenergieagentschap (IAEA) omschreven als betrouwbaar en  veilig…” Onze kernreactoren zijn van een ander type en de veiligheidscultuur is bij  ons groter dan in de voormalige Sovjet-Unie, maar een ernstige kernramp kan in  geen enkel reactortype uitgesloten worden. Er bestaan geen inherent veilige  kerncentrales, ook niet de nieuwste generatie van reactoren. De effecten van een  kernramp zijn zo desastreus en zwaarwichtig, dat we enkel tevreden mogen zijn  met een zerorisico. En - zonder iemand op gruwelijke ideeën te willen  brengen - hoe gaan we om met terroristische of oorlogsdreigingen?
 Argument: “Men hoeft geen atoomwapens tegen ons te  gebruiken. De “atoombommen” zijn nabij onze steden ingeplant. Een conventionele  aanval op de kerncentrale van Doel zal een ongeziene cocktail van radioactieve  isotopen over Antwerpen, Sint-Niklaas, Breda, Lier, Mechelen, enz.,  verspreiden.”  terug naar boven 
 Kernenergie is vervuilend Net zoals bij het veiligheidsvraagstuk, moeten we ook bij het probleem van de  vervuiling oog hebben voor elke schakel van de nucleaire keten. Beginnend bij de  ontginningssites, waar respect voor milieu en gezondheid vaak onderaan de  prioriteitenlijst staan, tot de dumpplaatsen. Argument: “Frankrijk, dat sterk met de Belgische  nucleaire sector gelinkt is, heeft onder druk van de vakbonden, zijn eigen  uraniummijnen gesloten, omdat de internationale stralingsbeschermingnormen niet  konden gerespecteerd worden. Ondertussen draaien onze ‘schone’ kerncentrales op  uranium uit Kazakstan en Namibië, waar de mijnwerkers niet eens betrouwbare  stralingsmeters hebben” Maar wat maakt die radioactiviteit en radioactieve vervuiling nu eigenlijk zo  extreem gevaarlijk? Nemen we hierbij plutonium als voorbeeld: 
 Radioactiviteit voelt, ruikt of ziet men niet,  wat bescherming moeilijk maakt.Er is geen ondergrens aan het risico: zelfs de kleinste extra dosis verhoogt  de kans op stralingsgebonden ziektes. Blootstelling aan lage doses heeft vaak weinig vaststelbaar effect op het  bestraalde individu, maar tast het genetisch materiaal aan, waardoor afwijkingen  worden doorgegeven aan het nageslacht. Plutonium resulteert bij inhalatie van amper 7 microgram (= 7 miljoensten  van een gram) 100% gegarandeerd in longkanker. Radioactieve pollutie van een kernramp beperkt zich niet tot de omgeving van  de ramp (zoals bij de chemische rampen in Bhopal of Seveso), maar de  radioactieve wolk verspreid zich wereldwijd. Radioactiviteit neemt af met de tijd, maar vele radioactieve stoffen hebben  een extreem lange levensduur. Plutonium blijft 244.000 jaar straling afgeven. Plutonium is bovendien de basisgrondstof voor een atoombom van het  Hiroshima-type, en is dus zeer gegeerd door terroristen.  Het kernafvalprobleem is ernstig en onoplosbaar. Al decennia lang wordt er  wereldwijd gezocht naar een manier om hoogradioactieve stoffen gedurende een  miljoen jaar of meer veilig van de omgeving af te sluiten. Er werden al  miljarden in geïnvesteerd, maar resultaat heeft men nog geboekt. In België (Mol)  onderzoekt men de mogelijkheid om het afval op 220 meter diepte in de kleilagen  te dumpen. In Duitsland doet men onderzoek naar de geologische zoutlagen. In  Zweden graaft men van op land tunnels door de rotslagen onder de zeebodem om  daar het gastgesteente te onderzoeken. In de VS graaft men tunnels in de  granietlagen van de Rocky Mountains. Alleen al het feit op zich dat men overal  andersoortig onderzoek in andere gastgesteenten doet, bewijst dat men het  eigenlijk niet goed weet. Argument: “In de jaren ’80 werd in de VS  ernstig onderzoek verricht naar de mogelijkheid om kernafval in de ruimte buiten  de aantrekkingskracht van de aarde te schieten. Maar na de ontploffing van de  ruimtependel “Challenger”, een halve minuut na de lancering op Cape Canaveral in  1986, werd dit project stopgezet. Men besefte dat indien die ruimtependel  hoogradioactief afval aan boord zou hebben gehad, men gans Florida had moeten  evacueren.” Kernenergie biedt bovendien ook geen oplossing voor de klimaatverandering.  Dit is geen gratuite opmerking, maar een vaststelling van het klimaatpanel van  de Verenigde Naties, dé autoriteit ter zake. België haalt na Frankrijk de meeste elektriciteit uit kernenergie (ca. 60%)  en toch behoort België tot de landen met de hoogste CO2-uitstoot per hoofd en  per eenheid BNP. Kernenergie produceert dan ook enkel elektriciteit. Het kan een  alternatief zijn in elektriciteitscentrales voor fossiele brandstoffen als  steenkool en aardgas die meer CO2 uitstoten, maar niet voor olie, want olie  wordt (in België) niet gebruikt voor elektriciteitsproductie. Kernenergie kan  dus enkel ingrijpen in de sector van de elektriciteitsproductie, die  verantwoordelijk is voor ca. 20% van onze broeikasgasuitstoot, maar vormt geen  alternatief voor de overige 80% van de broeikasgasemissies (transportsector,  verwarming,…). Kernenergie is bovendien ook nog eens de hoofdoorzaak van onze foute  denkwijze inzake elektriciteitsverbruik. Het geeft de foute indruk dat energie  onuitputtelijk voorradig is en massaal mag (moet) geconsumeerd worden. Duurzame  energiesystemen van de toekomst zijn gebaseerd op efficiëntie, verstandig  verbruik en decentrale, kleinschalige opwekking. Kernenergie is ook helemaal niet CO2-neutraal. Tijdens het  kernsplijtingsproces in de kerncentrale zelf komt er weliswaar geen CO2 vrij,  maar wel in vrijwel alle andere stappen van de nucleaire keten, vnl. bij het  ontginnen en verrijken van uranium. De Universiteit Groningen berekende dat, als  de ganse keten wordt meegerekend, een kerncentrale nog één derde van de CO2 van  een klassieke gasgestookte centrale uitstoot. Dit is natuurlijk een pak minder,  maar veel meer dan niks en bovendien een pak meer dan een WKK-installatie,  waarbij tegelijk warmte en elektriciteit geproduceerd én nuttig gebruikt wordt.  Bovendien zal het CO2-voordeel van kernenergie nog verminderen naarmate het  makkelijk te delven uraniumerts schaarser en armer wordt, want de technieken om  het boven te halen en het te verrijken zullen meer fossiele energie vergen. Zoals verder zal blijken, is kernenergie bovendien ook enorm duur. Met het  investeren van de kostprijs van een nieuwe kerncentrale in  energiebesparingsmaatregelen of hernieuwbare energie kan véél meer CO2 worden  uitgespaard. Argument: “Als kernenergie echt hét alternatief is, hoe  komt het dan dat België, als tweede meest genucleariseerde land van de wereld,  toch tot de top behoort inzake CO2-uitstoot per inwoner en per eenheid  BNP?” terug naar boven 
 Kernenergie is duur Kernenergie ontstond als spin-off van het onderzoek naar kernwapens, het  Amerikaanse Manhattanproject tijdens de Tweede Wereldoorlog. De grootste  wetenschappers van hun tijd kregen een blanco cheque aangereikt. Mochten wij  deze oefening nu herhalen, zouden we op heel korte termijn ongetwijfeld ook een  revolutionaire nieuwe technologie kunnen ontwikkelen, die de kernenergie  overbodig maakt. Maar tot op vandaag kan de kernenergiesector rekenen op heel  veel financiële en andere voordelen, mede door het lobbywerk van het  Internationaal Atoomagentschap (binnen de VN) en Euratom (binnen de EU). Elk land dat met kernenergie begon, gaf grote voordelen aan de uitbaters van  kerncentrales, zoals vrijstelling van schadevergoeding indien zich een nucleair  ongeval zou voordoen. Men besefte dat, als men de totale kost van een kernramp  zou aanrekenen, er geen enkele privé-investeerder bereid zou zijn om  kerncentrales te exploiteren. Argument: “Als kerncentrales echt zo veilig zijn, waarom  dragen de uitbaters dan geen 100% aansprakelijkheid in geval van een  ongeval?” Kernenergie is een schoolvoorbeeld van een industriële activiteit die de  winsten privatiseert (alle winst gaat richting Suez, Parijs dus) en de kosten  socialiseert. Zo zegt een “vertrouwelijke” nota van het NIRAS dat de kosten voor  het bergen van het radioactief afval normaal gedekt worden door het daartoe  aangelegde fonds (gespijsd door de producenten), maar als na 2025 (als de  laatste kernreactor moet sluiten) blijkt dat er onvoldoende geld is, dan zal  Electrabel niet meer afdokken en zullen de extra middelen van de  belastingbetaler moeten komen. Argument: “Als kernenergie echt zo goedkoop is, hoe komt  het dan dat Belgische huishoudens tijdens de monopolieperiode van Electrabel de  op één na hoogste stroomfactuur van alle OESO-landen gepresenteerd  kregen?” Momenteel wil Electrabel de stoomgenerator van Doel 1 vervangen. De kostprijs  hiervoor zou zowat 100 miljoen euro bedragen, hetgeen overeenkomt met de prijs  van 50 grote windturbines. Doel 1 moet normaal gezien in 2015 dicht… Argument: “Als kernenergie echt zo goedkoop is, hoe komt  het dan dat de stroom van Electrabel op alle onafhankelijke  leveranciersvergelijkingen steevast tot de duurste behoort en stukken duurder is  dan deze van bijvoorbeeld Ecopower, die 100% groene stroom  levert.” Een nieuwe kernreactor bouwen is al helemaal onbetaalbaar. Een Franse  producent mag er nog eens een bouwen in Finland. De kostprijs, oorspronkelijk  geraamd op 3 miljard euro, is ondertussen opgelopen tot 4,5miljard, en de kosten  blijven nog steeds oplopen. En dan zwijgen we nog over al het overheidsgeld dat gepompt werd in  allerhande nutteloos gebleken nucleaire prestigeprojecten als de snelle  kweekreactor van Kalkar of de opwerkingsfabriek Eurochemic. terug naar boven 
 Kernenergie biedt geen  bevoorradingszekerheid Kernenergie is niet duurzaam, want de uraniumvoorraden zijn eindig. Algemeen  wordt ervan uitgegaan dat er a rato van het huidige verbruik, nog voor ca. 60  jaar uranium voorradig is. Indien de optimistische expansieplannen in China en  India effectief doorgaan, dan zal de uitputtingsdatum vervroegen. Vanaf  2030-2050 zouden er zich volgens de World Energy Council ernstige  toeleveringsproblemen voor uranium voordoen en zal betaalbaar uranium vrij  zeldzaam worden. Met het oog op een betaalbare stroombevoorrading is het dus  niks te vroeg als we tegen 2025 onze kerncentrales sluiten.  Maar ook de veroudering van ons kerncentralepark  moet ons zorgen baren. Er is wereldwijd bitter weinig ervaring met het  operationeel houden van reactoren ouder dan 40 jaar. De gemiddelde leeftijd van  reactoren die stilgelegd worden, bedraagt iets meer dan 20 jaar. De kans dat er  bij oude reactoren mankementen optreden die het stilleggen van een reactor  noodzakelijk maken, is reëel. Dan moet er plots een productiecapaciteit van  1.000 MW uit productie genomen worden. Vermits al onze reactoren van hetzelfde  type zijn is het niet ondenkbaar dat ze dan allemaal preventief moeten worden  stopgezet. Op dat ogenblik worden de operatoren voor een groot dilemma  geplaatst: openhouden en een ongeval riskeren of herstellen en een fundamenteel  gedeelte van onze stroomvoorziening uit productie nemen?
 Bepaalde cruciale onderdelen van een kernreactor die versleten zijn, kunnen  vervangen worden, maar een reactorvat vervangen kan niet. Het is precies dit  reactorvat dat onder constante stress staat als gevolg van de hoge  neutronenflux. Hierdoor treedt verbrossing van het staal op, maar ook het  fenomeen van de “vessel head penetration cracks” (VHPC), waar enkele van onze  reactoren in het verleden al last van hadden, zal met de ouderdom toenemen. Argument: “Kernreactoren van 40 jaar behoren tot de  oudste van de wereld. Hun levensduur verlengen houdt risico’s in qua  betrouwbaarheid en veiligheid. De kans dat ze plots voor dringende herstellingen  moeten worden stilgelegd is reëel. Een wagen van 12 jaar oud zal ook vaker naar  de garage moeten dan een wagen van slechts 2 jaar” De boutade dat in 2015 plots alle reactoren sluiten en het licht uitgaat is  stemmingmakerij. Precies om toeleveringsproblemen op te vangen, is de  kernuitstap geprogrammeerd over 25 jaar: in 1999 werd ze in het paars-groene  regeerakkoord ingeschreven en pas in 2025 zullen de laatste kernreactoren  sluiten. Als men er over een periode van een kwarteeuw niet in slaagt om de  kerncentrales overbodig te maken, dan heeft dit niets te maken met economische  of technologische obstakels, maar zuiver met politieke onwil! De gefaseerde timing van de kernuitstapwet maakt dat de sluiting van onze 7  kernreactoren niet holderdebolder gebeurt, maar geleidelijk aan over een periode  van 10 jaar. De kleinste centrales Doel 1 en Doel 2 (beide 450MW) en Tihange 1  (900MW) sluiten op hun veertigste verjaardag, in 2015. De vier centrales die  1000MW leveren, Doel 3 en 4 en Tihange 2 en 3, sluiten pas in de periode  2022-2025. Argument: “In Oostenrijk, Denemarken, Ierland, enz.,  staan helemaal geen kerncentrales. Ook zij hebben geen eigen  energiegrondstoffen. De economie draait er en het licht blijft er branden.  Bovendien hebben deze landen een lagere CO2-uitstoot per capita en per eenheid  BNP dan België.” De 7 Belgische kernreactoren vertegenwoordigen in termen van  productiecapaciteit bovendien slechts één derde van de Belgische  elektriciteitscentrales. Omdat kernreactoren echter moeilijk moduleerbaar zijn  (ze kunnen technisch gezien niet zomaar hun vermogen aanpassen), draaien ze  steeds op volle toeren. Daardoor produceren onze kerncentrales, ondanks hun  eerder beperkte capaciteit, toch 60% van onze elektriciteit. Maar de reactoren  sluiten betekent dus niet dat we voor 60% vervangcapaciteit moeten zoeken, wel  slechts voor 1/3. Argument: “Bij een vooraf geplande, lang voorbereide en  geleidelijke sluiting van de kernreactoren – zoals voorzien in de federale  kernuitstapwet - zal het licht niet uitgaan, maar wel bij een plotse gedwongen  sluiting, bijvoorbeeld als gevolg van acute ouderdomsverschijnselen die optreden  als kerncentrales langer dan voorzien draaiende gehouden worden” terug naar boven 
 Kernenergie is onlosmakelijk gelinkt aan  atoomwapens Kernenergie is zowel historisch, technisch als institutioneel onlosmakelijk  gelinkt aan de productie van atoomwapens. Kernenergie is een “spin off”-product  van de ontwikkeling van de atoombom.  Ook in België is de link manifest. De Belgische regering,  in ballingschap in Londen tijdens WOII, verkocht al het hoogwaardig uranium uit  de rijke uraniummijnen van Katanga (Belgisch Congo) exclusief aan de VS. Deze  maakten daar de atoombom mee die op 6 augustus 1945 zo’n 100.000 burgers (!) in  Hiroshima verasten. Uit dank voor deze loyale bijdrage schonken de VS aan ons  land een onderzoeksreactor, het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol.
 Argument: “Atoomwapens en kernenergie zijn vruchten van  dezelfde bo(o)m!” Ook de drukwaterreactor (PWR), het type dat wij in Doel en Tihange hebben  staan, was oorspronkelijk een militair ontwerp, geconcipieerd om in duikboten te  worden ingebouwd. Pas later is men het ontwerp gaan aanpassen aan de noden van  een civiele reactor voor de commerciële opwekking van elektriciteit. Dit  betekent dat de specifieke veiligheidsstandaarden die eigen zijn aan een civiele  reactor niet vanaf het prille ontwerp deel uitmaakten van het concept van de  PWR. Overigens maakt slechts een handvol landen gebruik van kernenergie. Voor het  overgrote deel zijn dit rijke landen, want het aantal derde wereldlanden met  kernenergie is nog beperkter. Bij deze laatsten vallen echter twee zaken op: Ten  eerste is het aandeel van de (met dure valuta aangekochte) kerncentrales in de  stroomproductie van het land zeer miniem (zowat 1 tot 5%) en kan die peperdure  investering eigenlijk niet verantwoord worden. Ten tweede hebben al deze landen,  op Mexico na, ooit de intentie gehad om atoomwapens aan te maken. We denken  hierbij bijvoorbeeld aan Argentinië, Brazilië of Zuid-Afrika. Sommige, waaronder  Noord-Korea en Iran hebben die ambitie vandaag nog. Israël, India en Pakistan  haalden dan weer volledig legaal de infrastructuur voor een zogenaamd ‘civiel’  kernenergiepark binnen, maar ontwikkelden dankzij die materialen, kennis en  expertise de atoombom. Argument: “De ‘Atoms for Peace’ droom uit de jaren ’50 is  een mythe. Kernenergie overspoelde de wereld niet met veilige en overvloedige  energie waarvan men zei dat ze zelfs te goedkoop zou zijn om het verbruik er van  te meten (‘too cheap to meter’). Integendeel, kernenergie is een monopolie van  enkele rijke landen en een handvol ontwikkelingslanden die er in de eerste  plaats atoomwapens mee willen maken” De sluier van geheimhouding die typisch is voor militaire projecten heeft  zich ook steevast doorgezet bij de civiele ontwikkeling van kernenergie. Open  debatten en doorzichtige besluitvorming hebben, ook in België, nooit aan de  basis gelegen van beslissingen die tot de bouw van kerncentrales hebben  geleid. terug naar boven 
 Maar… Kernenergie is gelukkig ook  overbodig Kernenergie is wereldwijd gezien een marginale energiebron, waar maar een  handvol landen gebruik van maken. Vandaag reeds wordt er wereldwijd meer  elektriciteit opgewekt door middel van hernieuwbare energiebronnen dan door  kernenergie. Kerncentrales leveren amper 2% van het mondiale  energieverbruik. Zelfs in de EU zijn er meer lidstaten zonder, dan met kerncentrales. Alleen  Frankrijk en Finland bouwen momenteel een nieuwe reactor. De laatste reactorbestelling in de VS, die effectief tot de bouw en  ingebruikname van de reactor heeft geleid, dateert reeds van 1973. De bouwstop  werd in de bakermat van de kernenergie dus al ingezet op het moment dat de  eerste reactor bij ons nog niet operationeel was en lang voor de kernongevallen  in Harrisburg (1979) en Tsjernobyl (1986). Azië werd lange tijd voorgesteld als groeipool voor kernenergie. Vandaag  lopen er effectief nog programma’s in China, India, Taiwan, Korea en Japan. Maar  in China komen er jaarlijks nog steeds meer hernieuwbare energieprojecten dan  nucleaire tot stand. België en Frankrijk (met respectievelijk 60 en 75% marktaandeel) vormen grote  uitzonderingen door zo resoluut voor kernenergie te kiezen. De andere EU-landen  met kerncentrales hebben allemaal een veel kleiner aandeel nucleaire  elektriciteit: Zweden de helft, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Finland en  Spanje ca. 30% en Nederland amper 5%. Italië, Portugal, Oostenrijk, Denemarken,  Ierland, Luxemburg, Griekenland en Polen hebben helemaal geen kerncentrales. Het sluiten van de kerncentrales tussen 2015 en 2025 betekent dat we  geleidelijk vervangcapaciteit moeten voorzien voor één derde van ons huidig  elektriciteitspark (omdat Electrabel dat zo wil, produceren onze kernreactoren  60% van onze elektriciteit, maar de kerncentrales vertegenwoordigen slechts 1/3  van ons productiepark). Op diverse fronten wordt gezocht naar alternatieven.  Denken we maar aan de WKK- en STEG-centrales die op verschillende, veelal  industriële, plaatsen verrijzen. Kernfusie, jaren terug nog als het ultieme redmiddel ter vervanging van de  kernsplijting naar voor geschoven, kan alvast de verwachtingen niet  inlossen. Argument: “Zal de ontwikkeling van kernfusie het probleem  oplossen? Ondanks miljarden euro’s steun en het ter beschikking stellen van de  knapste wetenschappers gedurende de afgelopen decennia, heeft gecontroleerde  kernfusie tot op vandaag minder bruikbare energie geproduceerd dan de  stroomturbine aan de watermolen van Rotselaar”  Argument: “De enige kernfusiereactor die veilig is en die  we echt nodig hebben, bevindt zich op vele lichtjaren van de Aarde: de  zon!” Diverse studies tonen aan dat het ondervangen van de kernuitstap echter niet  noodzakelijk zware technologische innovaties vereist. De stroomproductie van ons  kerncentralepark kan zowel technisch als economisch, realistisch gecompenseerd  worden middels een bewust beleid, gebaseerd op de ‘Trias Energetica’: 
Energiebesparing thuis (zuinigere elektrotoestellen, spaarlampen,  stand-by-functies uitschakelen,…), op bureau (niet gebruikte Pc’s, printers of  kopieerapparaten afzetten,…) en in de industrie (zuinigere en beter afgestelde  elektromotoren en pompen,…). Hernieuwbare energiebronnen maximaal benutten: wind op land, wind offshore,  zonne-energie, waterkracht, duurzame biomassa. De meest performante stroomproductietechnieken met hoogste rendement en  laagste milieu-impact: warmtekrachtkoppelingsinstallaties (WKK) en stoom- en  gasturbines (STEG) op aardgas.   Het studiebureau E-ster berekende dat België nog  een ruime marge heeft voor het besparen van elektriciteit. Op korte termijn  (minder dan twee jaar) zou het gaan om een vermindering van 9.510 GWh. Op  middellange termijn (10 jaar) kunnen we nog eens 14.260 GWh besparen of samen  een potentieel van 23.770 GWh. Dit is meer dan het vermogen van onze zeven  steenkoolcentrales én de drie oudste kernreactoren samen. Met een doorgedreven  besparing op het elektriciteitsverbruik kunnen we op 10 jaar tijd dus niet  alleen de eerste drie kernreactoren sluiten, zoals gepland, maar ook de zeven  sterk vervuilende steenkoolcentrales.
 Volgens een rapport van het Duits Instituut voor Windenergie (DEWI) kan  windenergie bovendien, op één generatie tijd, zorgen voor één derde van de  elektriciteit voor alle landen aan de Noordzee. België moet met de andere  Noordzeelanden, gaan samen zitten om een gezamenlijk hoogspanningsnet uit te  bouwen dat de verschillende offshore windparken op de Noordzee verbindt. Koppel hieraan dan ook nog eens de vele, lokale WWK- en STEG-centrales die  onlangs in gebruik werden genomen of in de steigers staan, en je kan niets  anders concluderen, dan dat het licht ook na de kernuitstap zal blijven branden.  En dat het onder het onder de vorm van een spaarlamp zal zijn, is dan ook nog  aardig meegenomen. Argument: “Kernenergie is voorbijgestreefd. Een  kernreactor is de laatste fase van het tijdperk van de stoomketel, waarbij door  het verbranden van hout, gas en steenkool of door het splijten van uraniumkernen  hitte geproduceerd wordt om water te koken en stoom te maken om een turbine aan  te drijven en zo via een generator elektriciteit te maken. Moderne en  toekomstgerichte elektriciteitsopwekking gebeurt op decentrale wijze dicht bij  de locatie van verbruik en maakt gebruik van schone en veilige technologieën  gebaseerd op fotovoltaïsche procedés, aerodynamische processen, hernieuwbare  bronnen en nieuwe materialen”  06-02-2009 om 08:41 
geschreven door groene kriebel  
 |