Jij was nog jong prins van mijn leven maar toch was je toen al gedreven je zag naar niets om riep naar mij toe, kom maar ik wist ‘t nog niet, ‘t was maar voor even.
Ik jank mijn ziel uit tot aan de maan wie heeft daar al eens bij stilgestaan dat zo iets nog kan daar verschiet ik toch van ook ik ben door die illusie ontdaan.
De appels die zijn haast plukkend klaar te hangen en ze zijn al beetgaar zo lust ik ze graag eten doe ik ze traag en je weet 't is een goed en vruchtbaar jaar.