Er was eens een dame uit Kalmthout die droeg altijd een ketting van goud ze pronkte ermee zelfs op het strand aan zee het probleem was alleen hoe je ‘t schoonhoud.
Snoepen dat doe ik al lang niet meer maar dat lekkers nog altijd begeer er 's nachts nog van droom maar ik houd mij in toom ter bevrediging eet ik dan een peer.
Langs berg en dal, door mooie natuur al is zo 'n tocht soms van korte duur want waar je ook gaat wees gerust er een staat een bierhuis in een omgebouwde schuur.
Ik had haar eens ontmoet in Borgloon zij speelde daar de alt saxofoon ik schreef haar een noot haar geen uitsluitsel bood en sindsdien vind ik haar buitengewoon.
Een verliefde pater uit West Vleteren wou met zijn liefje conserveren niet te vergeten dat niemand mocht 't weten want hij wilde zijn leven wel beteren.
Een boom lange vrouw die ging stappen menigeen wou er mee aanpappen maar zonder succes want ze was stewardess en het liefst ging z' alleen op de lappen.
Hij dacht dat ze zijn woord geloofde omdat die niets dan moois beloofde daar had hij het mis omdat het niet zo is maar zich wel veel vrijheid veroorloofde.
Een stomdronken visser uit Veere terug nuchter deed het hem zere zo wou hij niet zijn liefst een vis aan zijn lijn want zijn klanten die hield hij in ere.
Een bakkers gast met een kapotte fiets verkocht die en verdiende toch iets een blaam van zijn baas want die vond hem een dwaas en de mensen die vonden hem te bits.
Een lieve meid uit het Sas van Gent daar is al heel wat over gepend ze deed soms wat raar maak het nu openbaar want ze zat daar als trotse kot student.