Er was eens een koppel uit Geel die liepen daar steeds in het gareel maar eens de stad uit dan riepen ze heel luid die van Geel wel die zien allemaal scheel.
Ga God verdorie uit mijn koren 'k wil niet dat je mij nog komt storen ga weg van mijn land vind het heel ambetant dat je hier was wil ik niet meer horen.
De wind die streelt zachtjes mijn gehoor hou het in mij vast als een trezoor er niet van afwijk voel me dan even rijk dat gevoel, daar doe ik het meestal voor.