Minister Van Brempt reageert positief
op brief Jef Vergif!
6 juni 2006
Aan mevrouw Van Brempt, minister van Mobiliteit en van Gelijke Kansen
Als actieve senior met veel contact met tal van reizigers die, net als
ikzelf, aangewezen zijn op het openbaar vervoer, durf ik u vragen of het
niet mogelijk is om de reclame definitief te verwijderen van de trams en
autobussen van De Lijn.
Reclame maakt vooral van de trams, rijtuigen die soms voor meer dan de helft
in tweede klasse degraderen, afhankelijk van de reclame die al dan niet op
de ruiten plakt en het uitzicht sterk belemmert. Als men door die
bibberramen kijkt en daarvoor dienen de vensters toch dan doen de ogen
na een tijdje pijn, hoofdpijn en last van migraine (voor vele mensen die
daar gevoelig voor zijn) is ook een gekend gevolg.
Eigenlijk geeft De Lijn in zijn rijtuigen dus geen gelijke kansen meer aan
de reizigers.
En ook deze materie is uw bevoegdheid, nietwaar?
Daar komt nog bij dat de reclame afschuwelijk lelijk is, en de trams en ook
al de bussen, meestal totaal vermommen tot sandwichboxen.
Zelfs de mooie Hermelijntrammen worden al met schreeuwlelijke reclame
beklad.
De Lijn, maakt neem me niet kwalijk dat ik nu eens schrijf wat luidop
gezegd wordt van zijn voertuigen rijdende vloeken, een schande voor
Vlaanderen.
Geachte minister, ik weet het men doet het voor geld. Maar ten koste van
het comfort van de reizigers, en voor de mensen, toeristen en andere, is dit
toch een duidelijk gebrek aan, nu ja, cultuur.
God ja, heeft Bert Anciaux nog nooit in een tram gezeten? Hij moet er dan
toch al zien rijden hebben. En is hij niet verantwoordelijk voor cultuur?
Het wordt in elk geval hoog tijd dat deze miserie ophoudt!
Met vriendelijke groeten,
Jef
Van: VAN BREMPT, kabinet [kabinet.vanbrempt@vlaanderen.be]
Verzonden: vrijdag 9 juni 2006 12:03
Onderwerp: RE: Reclametrams- en bussen
Geachte heer,
Ik heb uw mail over de reclame op de trams en bussen van De Lijn aandachtig
gelezen.
Vanaf september 2006 zal De Lijn haar reclameregie onderbrengen bij een
dochtermaatschappij. Op dat ogenblik loopt het contract met de huidige
reclameregisseur - NV Streep- af.
Als voogdijminister van De Lijn heb ik van deze gelegenheid gebruik gemaakt
om te garanderen dat De Lijn een voorbeeldrol zal spelen op het vlak van
reclamevoering.
De Lijn zal daarom overheidsreclame opnemen over duurzame mobiliteit en moet
ook elk jaar reclame maken voor een initiatief voor maatschappelijk nut (bv:
derdewereldbeweging, sensibilisering rond minder mobielen,...).
Daarnaast moet De Lijn ook een Raad van Wijzen aanstellen die een ethische
én esthetische reclamecode moet uitwerken.
Reclame die te zien is op goederen van De Lijn mag bijvoorbeeld niet in
strijd zijn met duurzame mobiliteit (bv. geen reclame voor auto's). De
reclame zal ook geen discriminerende boodschappen mogen verspreiden.
Bussen en trams bepalen mee het straatbeeld van de steden en gemeenten. De
aanwezige reclame mag dan ook geen vervuiling van het straatbeeld betekenen.
En uiteraard mag reclame op de bussen en trams ook niet hinderlijk zijn voor
de reizigers. De Lijn zal in dat verband ook rekening moeten houden met de
eerder gemaakte opmerkingen door de Bond van Trein-Tram-Busgebruikers, onder
andere over de reclame op de ruiten.
Om deze reclamecode uit te werken zal er beroep worden gedaan op een raad
van experten, met adviseurs van De Lijn, de reclamewereld, de universitaire
wereld en het kantoor van de Vlaamse bouwmeester.
De opbrengsten van de reclamegelden zullen gebruikt worden om het comfort
van de reizigers te verbeteren. De middelen zullen geïnvesteerd worden in
nieuwe technologieën die mogelijk maken dat men in de toekomst slechts één
ticket nodig zal hebben op alle openbaar vervoermaatschappijen in ons land
(NMBS, De Lijn, MIVB en TEC). Met dit systeem zullen de maatschappijen ook
betere reizigersinformatie kunnen krijgen (aantal reizigers, trajecten,...).
Deze informatie kan gebruikt worden voor een dynamisch openbaar
vervoerbeleid, dat dankzij de goede registratie snel specifieke noden kan
detecteren bij overbezetting bijvoorbeeld.
Tot slot zal De Lijn de reclameopbrengsten ook moeten besteden aan de
verbetering en de uitbouw van de halteaccommodatie, de verhoging van de
real-time informatie aan de haltes en in de voertuigen en de verbetering van
de properheid en de sociale veiligheid van het openbaar vervoer.
Ik hoop u hiermee een beter inzicht te hebben gegeven in de nieuwe
reclameregeling bij De Lijn.
Met vriendelijke groeten
Kathleen Van Brempt