Kritische kijk op het nieuws
Politieke satire, kritisch en vol humor, met teksten, beeld en geluid
Receptje: ajuinringen
Ajuinbeetje (bijna) zonder politiek
Heb ik al verteld dat ik tegen mijn binnenste zelf spreek
(ik heb mijn alter ego Godfer genoemd, omdat er al te dikwijls vloeken bij te pas komen)?
Ach iedereen doet dit, hoe eenzamer (dikwijls hoe ouder) hoe meer. Kijk maar naar de
chauffeurs, al vloeken die meestal op de onkunde, de ongelooflijke stommiteiten van hun
collegas; ze gebruiken daarbij ook lichaamstaal, enfin vingertaal, vooral met de middenvinger.
Maar ik wil het over iets zeer eenvoudig, uitermate lekker en toch origineel hebben:
Ajuinringen, zo klaargemaakt dat ze, eens verorberd toch niet zwaar terug naar boven borrelen.
Dit gerecht is, opgesmikkeld, wonderlijk genoeg zelfs in intiem gezelschap niet te ruiken.
Ajuin kost niet veel, is zeer gezond, helpt zo t schijnt tegen te veel suiker en tal
van andere kwalen.
Dat de dokters het niet voorschrijven is uit schrik om een massa klanten, pardon, patiënten
te verliezen, vermoed ik.
Er zijn tal van soorten, allemaal anders en allemaal buitengewoon goed. - Gelijk onze
politiekers, bedoelt ge. - Zwijg Godfer, dit gaat heel gesmeerd zonder. Pel en snij een grote ui in ringen van een tongdikte in rust. Zet
ze in een potje geschikt voor de microgolf, giet daar dan droge of de
wat zoetere medium sherry over tot de onderste ringen zowat
(ver)dronken zijn, de bovenste moeten door de boel een paar keer om te
draaien ook hun deel
krijgen. Eerlijk behandelen dus. -Lach niet Godfer, dit gaat hier over een gerecht, niet over het Recht.
Dan zet ge dit geestrijke gedoe in de microgolf. Zet het ding aan op middelgrote kracht,
geef drie minuten en draai de schijfjes onderste boven en dan opnieuw op halve kracht drie
minuten. Nu zouden de ajuinringen precies bijtgaar moeten zijn, dus niet boterzacht maar
à dent zoals de Fransen zo welsprekend zeggen.
Ja vanzelfsprekend gaat dat, iets minder goed, ook in een pannetje
met dikke bodem op een gewoon, maar wel likzacht vuurtje. Ge moet dan
wel rekenen op ruim tien minuten vooraleer de ringskes om te keren, en
even lang langs de ommekant. Bijtijds ook eens met een vork testen aub.
Ge hebt boerenpaté gekocht, wildpaté is ook goed, maar het eerste past hier beter.
-Boeren boven, gelijk altijd. Stil nu Godfer. Neem grof brood, tarwe, rogge of gemengd, de boterhammen dik smeren met paté, druk
daarin zoveel uiringen als mogelijk en laat het u smaken. Ge zult er bij smakken, geloof me!
Natuurlijk kunt ge ook magere platte kaas, of kwark smeren in plaats van paté, dan nog
zal die ajuin meer dan deugd doen. Maar mijn voorkeur kent ge nu.-Uw voorkeur heeft u
godfer al dikwijls bedrogen. Godfer, het gaat nu eens niet over politiek, daarbij politiekers weten niets over
lek-mijn-lipje eten dat eenvoudig, goedkoop en toch gezond is. -Ben godfer benieuwd, hoe ge dit stukje gaat ondertekenen?
Alles wordt gewoonte. Zelfs de vreemdste dingen lijken na een tijd normaal.
Allé, toen ik een schoolmeisje was in Sint-Niklaas, was er aan mij veel meisje en weinig
schools. Op mijn zestiende kregen ze mij er met geen stokken meer binnen. En nu, nu ik
bijna dertig ben, een man heb, twee kinderen en twee katten, samen met een intense
belangstelling voor Derdewerelddingen, nu is schoolgaan voor mij routine geworden.
Maar ik moet er wel voor oprijden, alle dagen van Sint-Niklaas naar Brussel, waar ik in de
Sociale School de lessen volg.
Geloof het of niet, maar niets is bekwaam mij daar weg te houden. Geen schreiende kinderen
s nachts, of, zoals het nu weer was, ook geen bronstig kattengejank.
In het station van de Wase hoofdstad zie ik mijn dagelijkse reisgezel Antonio, een
Colombiaanse vluchteling, die eveneens naar Brussel trekt om daar Nederlands te leren.
Er was nergens anders plaats en er zijn trouwens te weinig subsidies voor.
Zoals iedere gewone mens al weet, wordt er in deze kostelijke tijd bij de verkeerde lui
bespaard.
O ja, ik heb Spaans geleerd in de avond-school en dat komt goed van pas voor mijn contacten
met politieke vluchtelingen die, voor diegenen die ze zien wil, ook in onze kontreien
vereenzamen en wat verloren lopen.
We stapten in de vroege ochtend in de trein die ons in deze natte wintertijd, als eerste
reizigers met open ramen en natte banken, koud en vochtig opnam. Rillend voelden we het
grote verschil tussen eerste en tweede klasse bijzonder goed aan.
We sloten de ramen, droogden de banken af en terwijl de gewone medepassagiers
in Sint-Niklaas een tweetal leraressen die ook tot Brussel moesten binnenkwamen,
zaten we huiverend op het vertrek te wachten.
Ik stopte de natte zakdoek in mijn open-staande boekentas naast mij op de bank, en
probeerde via de Spaanse woordenvloed van Antonio de treinmiserie te vergeten.
We reden en in Temse, de eerste stopplaats van onze boemel waar zich een drietal
reizigers bij ons voegden, begonnen wij de verwarming te voelen. Tevens drong er een sterker
wordende geur stank is eigenlijk een juister woord in mijn neusgaten.
Maar net als daarstraks de vochtige kou, wilde ik die niet tot mij laten doordringen. Ja,
jawel dat kan. Het is zoiets als die crisis van tegenwoordig. De topleiding van het land en
zelfs de vakbondsleiders, lijken die toch ook maar zeer moeizaam te willen beseffen.
Maar wij waren echter maar net opnieuw beginnen rijden toen plots klaar en duidelijk in
onvervalst Sint-Niklaas dialect, de zin klonk: Azoe hier stinken seg, was da noo?
Ik keek nu toch even op en zag de twee leraressen verdacht verder onder
mekaar fezelen, terwijl ze beschuldigend keken
naar mij, nee naar Antonio. Maar die scheen er niets van te merken en vertelde in zijn rad
Spaans verder over de methoden die ze toepasten om gemakkelijk Nederlands te leren.
We stopten in Bornem, Puurs en in Willebroek liep dan, zoals altijd, ons compartiment vol.
Ik nam dan ook de boekentas van naast mij en zwierde hem op de open bagageruimte voor mij,
boven de hoofden van de twee schooljuffrouwen.
Het was ondertussen al lekker warm geworden in de trein. De kille klammigheid van een
beetje geleden deed de warmte nog prettiger aanvoelen. Ook de stank leek te verminderen.
Alles scheen echt behaaglijk te worden zoals wij het graag hebben en zo rap
vanzelf-sprekend vinden.
Eventjes zweeg Antonio en ik ook, daardoor was het contrast zo groot toen diezelfde
Wase scherpe stem luid zei: Seg, dienen bruine heed hem zekers nie gewassen? Is t niet
schandaolig gelek as dat die vremde luizen ons hier allemoal kommen verpesten?
Er viel een harde stilte.
Ik voelde het bloed naar mijn hoofd stijgen van schaamte en woede. Ik zag dat Antonio
die de woorden wel begreep, dat wist ik goed genoeg integendeel bleek werd toen hij de
smerige bedoeling doorkreeg. Rondkijkend van de ene naar de andere reiziger, zwijgend
kroppend, inwendig vloekend over de domme lompigheid van die lerares, vielen mijn blikken
op mijn tas boven haar hoofd.
En plots wist ik het!
Natuurlijk, God, ik had het al eerder kunnen weten. Ik vloog recht, greep de boekentas,
trok hem verder open en stak er mijn gezicht in en dan, dan hield ik hem opengesperd onder
de neus van dat mens dat kinderen moest opleiden. Hier!! riep ik, hier zit de stank
madam! Walgend trok die haar hoofd terug. Maar ik hield niet af en terwijl Antonio mijn
arm greep, slaagde ik er toch in om de tas bijna over haar hoofd te krijgen.
Ruikt ge t? schreeuwde ik, ja steek er uw snuffel maar eens goed in, dan weet ge
t zeker. Het is namelijk mijn loopse kater die er vannacht in gepist heeft. Mijn Vlaamse
kater in mijn Vlaamse boekentas madame. En dienen bruinen heeft zich wél gewassen, hoor!
Ik was gewoon razend. Antonio echter probeerde mij sussend naast zich te trekken, toch
voegde ik er nog aan toe: Weet ge madame, wat er nu nog meer stinkt? Wel, dat is uw rot
racisme, en vergeet dat niet meer, nooit meer!.
De lerares, met een tomaatrode kop slikte krampachtig, maar blijkbaar toch niet haar
lesje, want ze stond recht, greep de arm van haar collega en zei: Kom.
Ze verdwenen in een ander compartiment.
Echt waar, ik had de indruk dat op slag de stank veel draaglijker werd, menselijker,
als ik dat van kattenpis mag zeggen.
In een nota van de Europese Commissie stond dat fijn stof -
stofdeeltjes van minder dan 10 micrometer - verantwoordelijk is in
Europa voor 370.000 vroegtijdige sterfgevallen per jaar. In België zou
het gaan om 11.000 vroegtijdige overlijdens.
Dit zeer fijn stof wordt vooral uitgestoten door auto's, schepen en industrie.
De venijnige miniscule stofdeeltjes nestelen zich vooral in de longen van de mensen met dus
zeer kwalijke gevolgen.
Niet alleen de overlijdens dienen hierbij vernoemd, maar ook het onmeetbare lijden dat die
dood voorafgaat en het enorme verdriet voor het verlies. Daar komt nog bij dat de economische
schade niet te onderschatten is.
Daarom heeft Europa ook Richtlijnen uitgevaardigd die de grenswaarden voor dit fijn stof
vastleggen. Er is een jaargrenswaarde van 40 microgram fijn stof per kubieke meter en een
daggrenswaarde die niet meer dan 35 dagen per jaar mag overschreden worden. Vanaf 2010
worden die normen nog verstrengd tot een jaargrenswaarde van 20 microgram per kubieke meter
en mag de daggrenswaarde nog slechts zeven keer per jaar overschreden worden.
Vlaanderen, wat doet Vlaanderen?
In ons gewest haalt men die normen
helemaal niet. Uit metingen van de Vlaamse Milieumaatschappij
bleek dat in 2004 van de meetstations er 7 procent de jaargrens
overschrijdt. Voor de daggrens is dat zelfs in 83 procent het geval.
Vandaar dat de ministers Peeters en Tobback, bevoegd voor deze materie,
samen de strijd - of wat daar voor doorgaat - gaan aanbinden.
Bijkomende actie is nodig, zegt Peeters heel strijdvaardig, maar maar,
we moeten er ons wel van bewust zijn dat Vlaanderen in deze geen
geïsoleerd eiland is. 70 tot 80 procent van de fijnstofconcentraties
zouden afkomstig zijn van bronnen uit het buitenland. Hij stelt dan
conreet voor om milieuvriendelijke voertuigen fiscaal aantrekkelijk te
maken. Dat voorstel zal hij aanvullen met een bijkomende bonus voor een
roetfilter
Ik, zegt Tobback, ga geen subsidies toekennen om oudere wagens een
roetfilter te geven.
Ik ga pleiten voor het vervroegd - in 2007 inplaats van 2008 -
toepassen van de reeds sterk, door Europa, verstrengde emissienormen.
En zou er nu eens geen minister van onze
vele regeringen, of zeg maar een politieke partij zijn, die pleit voor
het afzetten van motoren van stilstaande auto's en bussen?
Ze stinken en ze verpesten niet enkel het milieu maar het heeft daarenboven ook geen
enkele zin, en het kost geld op de koop toe!
Zegt één van onze vele (een veelvoud van wat er op de foto staat) bezoekende parlementairen,
die zijn naam niet op de website wil:
"Maar zeg, hoe doen ze dat ze bij jullie zo prachtig en krachtig,
de mensen meer dan 12 uur per dag laten werken
voor een appel en een ei, zonder vakbonden veiligheid- of milieuzorgen?"
"Ha, hi chi-chi", antwoordt na een buiging een Chinese collega, die ook onbekend wenst te blijven:
"Dat gaat via ons aangepast chi-chi communisme,
dan werken de mensen gewoon uit vaderlandsliefde. Al de anderen zijn landverraders
en die zijn daar niet goed van."
Na drie buigingen lispelt de parlementaire Chinees: "O grote wijze, mag ik u vragen hoe jullie
dat klaarspelen om met zoveel edel volk ons land te bezoeken op kosten van uw ministaatje?"
Onze aangesproken 'wijze' bezoeker antwoordt: "Maar dat is simpel hoor:
Ons landje heeft een oppervlakte van 32.545 km², ik weet het China is
295 keer groter, maar wij hebben dat verdeeld in drie gewesten, we
hebben zes, een half dozijn ja, regeringen, plus dan nog 10 provincies.
Vandaar dat wij veel bezoekers kunnen sturen. Knap he?"
"Hi chi chi ha mai" zei de Chinees bewonderend buigend zonder ophouden.
Een woordje uitleg: u kan het kruiswoordraadsel als volgt invullen.
U plaatst uw cursor in een vakje. Dan ziet u net boven het
kruiswoordraadsel de opgave. Het rode vakje en de grijze vakjes geven
aan op welke plaats het gezochte woord moet komen. Het antwoord typt u
gewoon in. U kan doorheen het rooster bewegen met de pijltjestoetsen,
of met de muis. Als u alles correct hebt ingevuld, ziet u de foto
verschijnen van de politicus die wij zoeken.