Kritische kijk op het nieuws
Politieke satire, kritisch en vol humor, met teksten, beeld en geluid
Verkeer - Veiligheid - Milieu - De voortrekkers?
Verkeer - Veiligheid - Milieu - De voortrekkers?
"Ze lijken allemaal hun best te doen, en sommigen doen dat ook. Maar anderen, wat onzichtbaar, laten zich hangen. Helemaal achteraan - geloof me 't is waar - spartelen er zelfs tegen!
In mei vindt de Week van de Zachte weggebruikers plaats. Deze week wordt reeds voor de tiende keer georganiseerd door KOMIMO, een soort overlegforum gesteund door de overheid. Het verkeer wordt dan, gedurende één week iet of wat vanuit de positie van de zwakke weggebruikers voetgangers en fietsers - bekeken. De mensen te voet worden gepromoot door de Voetgangersbeweging, fietsers door de Fietsersbond. Beide organisaties zijn vzws en zijn in grote mate afhankelijk van overheidssubsidies. De onrechtvaardige subsidiëring (toegekend op de wijze van verdeel en heers) zorgt, samen met het groepsegoïsme van de betrokken verenigingen Voetgangersbeweging en Fietsersbond, maar ook de andere vzws die deel uitmaken van Komimo - dat er, buiten die ene week, praktisch nooit samen opgetreden wordt. Dat heeft als triestig gevolg dat dikwijls eerst de belangen en het overleven van de bonden wordt nagestreefd.
Solidariteit? Volgens nieuwe richtlijnen moet een fietspad 1,75 inplaats van 1,5 meter breed zijn. "De ruimte die naar de fietsers gaat, zal van de voet-gangers worden afgenomen", vreest gedelegeerd bestuurder Tom Dhollander van de Voetgangersbeweging.
Wat niet wil zeggen dat de Voetgangersbeweging en Fietsersbond geen resultaten behaald hebben en nog steeds halen. Er zijn wel degelijk schitterende verwezenlijkingen te vermelden. Voor de Voetgangersbeweging, (toen nog geen vzw) de wet op de risico-aansprakelijkheid in 1995, die de verantwoordelijkheid voor ongelukken voor een groot deel legt bij diegenen die ze veroorzaken: het gemotoriseerd vervoer. In 1996 werd het Koninklijk Besluit gerealiseerd dat voetgangers voorrang verleend op zebrapaden, niet beschermd door verkeerslichten (waarbij alles van de goedwil van de chauffeurs afhangt, politie is niet geïnteresseerd om in deze ook maar iets te doen). 1997 was het jaar waarin de Algemene Vlaamse Bouwverordening tot stand kwam, die onder meer ook het trottoir erkent en omschrijft (hoewel op veel plaatsen er gewoon nog geen trottoir is!). In 1998 samen met de Fietsersbond, was er het vernieuwd Zone-30 beleid, dat ook een wettelijk statuut inhoudt voor voetgangerszones en fietsen een volwaardige plaats gunt in het verkeer. Het nu volop op gang komende fietsbeleid is daar een gunstig vervolg van. Het begrip speelstraten werd toen gelanceerd. In een grote meerderheid van steden en dorpen is er ook aandacht voor zwakke weggebruikers en zijn er structurele aanpassingen en snelheidsver-tragende maatregelen gekomen. Terwijl een andere en betere mentaliteit groeit ten aanzien van het verkeersgebeuren. Daar hebben vooral de Voetgangersbeweging en de Fietsersbond een leeuwenaandeel in gehad. Tevens vestigden zij de aandacht op het groot aantal verongelukte zwakke weggebruikers door herhaaldelijke dodenwakes. Maar het had nog veel en veel beter gekund mochten die verenigingen echt de handen in elkaar geslagen hebben (wat de Voetgangersbeweging vroeger herhaaldelijk tevergeefs vroeg). Zo hadden ze kunnen uitgroeien tot een volwaardige partner van de sterke automobilistenbonden. Dan konden ze nu echt eisen stellen om het verschrikkelijk groot aantal slachtoffers onder fietsers en voetgangers, drastisch te verlagen en de leefbaarheid in steden en gemeenten even drastisch te verhogen. Zo ligt ook de verkeersuitstoot, zonder veel weerstand te ondervinden, in grote mate mee aan de basis van zeer vele doden en nog meer zieken vooral kinderen en ouderen door ademhalings-problemen. De stinkende uitlaatgassen, gekoppeld aan lawaai en stress in woonkernen en daarbuiten, zijn bijna niet te harden, maar worden toch praktisch zonder morren verdragen. Net zoals het veel te groot aantal verongelukten, voornamelijk veroorzaakt door te snel rijden van autos en motos, als een schijnbaar niet te vermijden offer of noodlot aanvaard wordt. Eigenlijk is dat een massale offergang, maar gezien dat dit slachtoffer na slachtoffer gebeurt valt dat niet als dusdanig op, ook omdat overheid en media daar veel te weinig aandacht aan besteden. De door het gemotoriseerd verkeer veroorzaakte ongelukken dan. Eigenlijk moet ik zeggen dat men hier in ons land in feite geen, of maar een flauw benul heeft van het aantal verkeersverongelukten op onze wegen. De meest recente cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) dateren van 2002! En reeds op 25 juni 2002 schreef Johan De Mol, van het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling in De Morgen dat: Geen 30 procent van de ongevallen in onze statistieken opduikt. Het aantal gewonden en ook het aantal doden wordt dus zwaar onderschat. Er is sedertdien niet veel veranderd. Wel is het zo dat minister van Mobiliteit, Renaat Landuyt, nu via de parketten cijfers opvraagt, wat hem toelaat via deze toch gebrekkige en onvolledige informatie twee jaar vroeger (maar nog steeds veel te laat) een beetje inzicht te krijgen van wat er aan de gang is op onze wegen. Het aantal slachtoffers lijkt wel te verminderen, kunnen we zeggen met het nodige voorbehoud. Ook wat de doden en gewonden betreft van de zwakke weggebruikers. Zo stierven er op de weg in 2004 volgens de Landuyt-cijfers, 115 voetgangers (122 in 2003), en 89 fietsers (118 in 2003). Europees bekleedt België een plaats in de lage middenmoot van de rangschikking. Als we weten en België weet dit al lang dat wij met 128 doden per miljoen inwoners meer dan het dubbel tellen van ons buurland Nederland (61 doden per miljoen inwoners) dan is het duidelijk dat bij ons nog veel werk aan de winkel is. Nog enkele gegevens van de Europese Commissie: elk jaar vallen er in de Europese Unie zowat 40.000 doden in het wegverkeer en 1.700.000 gewonden. Bijzonder kwetsbaar zijn de jongeren: jaarlijks 10.000 doden. Ook voetgangers zijn de dupe: 7000 doden, fietsers: 1800 doden. De kosten van dit bloedbad, zowel direct als indirect, worden geschat op 160 miljard euro.
De bijna bovenaardse verering voor de auto en de snelheid, ligt aan de basis van niet te schatten lichamelijk en moreel lijden. In praktisch elke familie betreurt men doden en/of gehandicapten door het moordende gemotoriseerd verkeer.
De belangrijkste oorzaak van ongelukken is de te hoge snelheid van het gemotoriseerd vervoer. Daarover zijn alle verkeersdeskundigen het eens. Toch biedt men in de standaardversie van nieuwe wagens topsnelheden aan van 168 km/uur, maar bij de meest verkochte wagens ligt die top op 180 km/uur. De wagens met hoog vermogen halen gemakkelijk 220 tot 250 km/uur. De Mercedes SRL met een topsnelheid van 334 km/uur wordt ook verkocht in kleine aantallen. De enkele exclusieve merken zoals Ferrari, Porsche en Bently, die nog hogere snelheden halen, worden hier niet vermeld, maar ze geven wel mee de toon aan. De gegevens komen van het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling, universiteit Gent (Johan De Mol en Sven Vlassenroot). Het is een waanzinnige race naar nog hogere vermogens. In ons land is de maximum snelheid 120 km/uur. Maar er zijn snelheidsmaniakken die uit de opgefokte motoren willen halen wat er in zit. Ten koste van wie of wat dan ook! Ik wil niet somber eindigen. In 2003 heeft de universiteit van Gent een pilootproject opgestart waarbij in 34 autos en drie bussen een Intelligent Snelheids-Aanpassing (ISA) systeem werd ingebouwd. Zodat bij overtreden van de op de wegen aangegeven snelheden, dit in de autos duidelijk werd aangegeven en gevoeld (er bestaan variaties in ISA die het moeilijk of zelfs onmogelijk maken om de aangegeven snelheid te overschrijden). De Gentenaren en hun Bestuur werden betrokken bij dit project. De algemene indruk was uitermate positief. Zo groeide er volgend voorstel van resolutie uit:
De Kamer van volksvertegenwoordigers,
gelet op het nog steeds hoog aantal slachtoffers van verkeersongevallen;
gelet op het feit dat te snel rijden nog steeds de belangrijkste oorzaak is van verkeersongevallen;
gelet op het feit dat door het installeren van een ISA-systeem de maximum snelheid van een voertuig voortdurend kan aangepast worden aan de geldende snelheidslimieten;
gelet op de gunstige resultaten die zowel in binnen- als buitenlandse studies over ISA-systemen behaald worden;
gelet op het nadelig effect op comfort, emissies en kosten van wegbeheer van de traditionele snelheidsremmende maatregelen;
gelet op het feit dat de overgrote meerderheid van de Belgen voorstander is van het ISA-systeem;
gelet op het feit dat het beleid veel minder middelen en personeel zal moeten inzetten voor de handhaving van de geldende snelheidslimieten;
vraagt aan de regering: de veralgemeende invoering van een ISA-systeem (open en half-open variant) na te streven en op termijn dwingend te maken, en zich daarvoor op de reeds uitgevoerde of zich opdringende wetenschappelijke onderzoeken te baseren.
16 januari 2004.
Dit voorstel van resolutie (758/6), werd goedgekeurd in de zitting van 6 mei 2004. Maar nadien, werd er spijtig genoeg, weinig of niets meer over gepubliceerd. Welke politieke partij breit hier een serieus vervolg aan? Wie helpt mee om een enorme hoeveelheid dodelijke en minder dodelijke ongelukken te vermijden?
Volgens onderzoek van de universiteiten van Leuven en Luik (2002-2003) leeft bij de Belgen een groot wantrouwen tegenover hun justitie. Van alle spelers in de gerechtelijke wereld - rechters, parketmagistraten, advokaten, deurwaarders - zijn de reacties over raadslieden het negatiefst. Advokaten zijn duur, geven te weinig informatie, hebben gebrek aan dossierkennis en aan sociale vaardigheden. Ze laten ook de zaken dikwijls te lang aanslepen.
Het justitie- of vlinderpaleis van Antwerpen past vlinderend juist in dit plaatje. Het werd door deskundigen (!) begroot op 250 miljoen euro en zal uiteindelijk 600 miljoen euro kosten aan de belastingbetaler. Ze gaan het verhuren en na 36 jaar woekerhuur betaald te hebben zal de overheid er niet eens eigenaar van zijn! Aldus 'De Morgen' van 5 april 2006, en CD&V-Kamerlid Verherstraeten.
Graffiti aanbrengen mag niet op trams, treinen en bussen!
Graffiti aanbrengen mag niet op trams, treinen en bussen!
Volgens onze regeerders zijn tags en graffiti lelijk en luiden ze de verloedering van de leefomgeving in. Tags en graffiti zijn onder meer verboden op het openbaar vervoer. Bovendien zouden ze mee verantwoordelijk zijn voor het onveiligheidsgevoel!
We kunnen dit alleen maar beamen. We tonen u ter illustratie de binnen- en buitenkant van één van de vele - met instemming van onze regeerders - mottig bewerkte trams. Bemerk het verschil tussen het zicht door de onbewerkte glazen deur ende schemerende kijk door het beschilderde venster.
De Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad geeft geen zier om resoluties van de Verenigde Naties of van de bedreigingen van de Amerikanen. Hij zegt: "Vijanden denken tevergeefs dat ze ons land af kunnen houden van het verwerven van nucleaire energie." De president die, op minder dan één jaar tijd, er in geslaagd is zowat wat iedere grootmacht op de (nucleaire) tenen te trappen, is een Islamfundamentalist die door zijn eenvoudige levenstijl en efficiënte strijd tegen corruptie, het leiderschap verworven heeft in zijn olierijk land. Dus gesteund door het volk, dat de vroegere corrupte leiders meer dan beu was, maar natuurlijk ook door de Mollahs, de geestelijke leiders.
Ahmadinejad is van bescheiden afkomst, zijn vader was smid, hijzelf was een fervent voetballer in zijn jonge jaren. En Iran is trouwens een voetbalgekke natie. Toen hij burgemeester werd van Teheran, besloot hij een 'dienaar te zijn van het volk'. Hij ontsloeg alle vrouwen die in hogere managementsposities zaten. En hier en daar werden korangroepen toegevoegd aan het studieaanbod. De pers werd het zwijgen opgelegd of zweeg zelf uit terechte schrik. De Groot-ayatollahs juichten toen hij zei dat Israël best van de kaart zou verdwijnen, ook mocht hij gerust de uitroeiïng van de Joden door de Nazi's betwisten. Diezelfde geestelijken die Allah plus zijn Profeet in hun binnenzak hebben zitten, waren ronduit razend toen hun President met voetbalbenen, onlangs verklaarde dat in de toekomst de vrouwen voetbalwedstrijden zullen mogen volgen, zij het in aparte tribunes. Zo zouden de Iraanse vrouwen de kuisheid bevorderen, meende Mahmoud Ahmandinejad. Dat varkentje, pardon, dat koetje, krijgt dus zeker nog een staartje.
Informatie uit 'De Standaard' en van auteur Thomas Erdbrink.
Het Amerikaanse rijk, het eerste dat de aardbol omvat, is helemaal gebaseerd op de onrechtvaardigste vorm van economische macht.
Al wordt met vuur het tegendeel beweerd, toch is de kloof tussen arm en rijk de jongste dertig jaar alleen maar toegenomen. De
rijkdom zit vooral bij de grote Amerikaanse bedrijven - bij de
corporatocracy, de machthebbers in een wereldrijk dat berust op
economische macht. Dit nieuwe rijk heeft de eigentijdse versie van
slavernij door de onderworpenen doen aanvaarden door overreding - in
plaats van te dwingen, al is er weinig plaats voor keuze - en om alle
belangrijke aspecten van zijn cultuur over te nemen. Het vooral
Amerikaans imperium wordt geregeerd door mensen (vooral mannen) die het
voor het zeggen hebben in multinationals en banken, en via hen in de
overheden bij de VS en vele andere landen.
De politieke verantwoordelijken komen dikwijls uit de
groot-industrie en, gaan er na hun politieke loopbaan even dikwijls
naar terug. Deze schattenverdienende lieden pendelen veelal tussen de
hoogste niveaus van banken, ondernemingen en landen. Onder hen staat
een piramide van ondergeschikten, met een miljardenbevolking van
arbeiders (ook kinderen) die dikwijls onderbetaald zwoegen om het
merendeel van de rijkdommen der aarde naar de schatkisten van de
ondernemingen te versluizen. Mensen die toekomstige generaties 'slaven' zullen noemen.
Slavernij
De meeste mensen in de hogere regionen van de piramide zijn zich er
niet van bewust dat zij een wereldrijk dienen. Ze leren dat de
samenleving altijd baat heeft bij de industrialisatie en economische
ontwikkeling, en dat de grote bedrijven en organisaties waarvoor ze
werken, bijdragen aan de verlichting van lijden en armoede, dat ze
banen scheppen en de vrede, rechtvaardigheid en stabiliteit in de
wereld bevorderen.
De feiten weerleggen echter deze overtuiging. De statistieken van na
de Tweede Wereldoorlog laten duidelijk zien dat de industrialisatie en
economische ontwikkeling in vele derdewereldlanden alleen maar een
handvol van de rijkste families - en de topmensen van grote ondernemers
en banken - in die landen ten goede is gekomen, terwijl de meeste
mensen het er slechter hebben gekregen. De verhouding tussen het
inkomen van het vijfde deel van de wereldbevolking in de rijkste landen
en dat van het vijfde deel in de armste landen is verschoven van 30
tegen 1 in 1960 naar 74 tegen 1 in 1995. Slavernij is een hard
woord. Directeuren van bedrijven horen het niet graag en men vindt het
evenmin in verslagen van internationale ontwikkelingsorganisaties. Toch
is het volkomen toepasselijk. Er zijn nog altijd slavenhandelaren. Zij
rekruteren radeloze mensen in landen waar weinig of geen sociale of
veiligheidsregels gelden, en bouwen fabrieken om jasjes, jeans,
schoenen, auto- of computeronderdelen en duizenden andere artikelen te
maken, die ze kunnen verkopen waar ze maar willen op de vrije markt. En
voor de mensen die er moeten werken zijn ze allerminst zachtzinnig,
naar uren wordt er niet gekeken en hongerloon is de juiste benaming.
De nationalisering van Bolivia's gas- en olievelden was toch een verrassing. De nieuwe president Evo Morales had het nochtans beloofd en doet hetzelfde als zijn politieke bondgenoot Hugo Chávez, in het kader van diens revolutie in Venezuela. Ook de man die in Peru de eerste ronde won van de presidentsverkiezing, Ollanta Humala, heeft aangekondigd buitenlandse energiebedrijven harder aan te pakken. En in Ecuador, waar in oktober een nieuwe president wordt verkozen, zijn identieke maatregelen in voorbereiding. Bolivia heeft de afgelopen jaren een reputatie opgebouwd op het gebied van demonstraties die de toen regerende politici uiteindelijk de kop hebben gekost. Morales was bij de meeste manifestaties zelf één van de hoofdrolspelers. Hij eiste met succes legalisering van de cocateelt. Ook de eis dat de waterwinning niet langer in Franse privé-handen mocht blijven, werd een succes in de streek rond Cochabamba. Over de gaswinning zei Morales dat het onbestaanbaar is dat indianen, die ongeveer tweederde deel van de negen miljoen leden tellende bevolking uitmaken, leven op de gronden waar het gas zit, maar zelf zonder gas zitten. Minder dan één procent van de bevolking is aangesloten op het gasnet. De meeste indianen leven in grote armoede. De gasvoorraden van Bolivia vertegenwoordigen een waarde van zo'n negentig miljard dollar. Volgens Morales profiteren, net zoals vroeger van het zilver, vooral de buitenlandse bedrijven en de blanke bovenlaag in zijn land van die rijkdom.
"Laat mensen zonder papieren werken", zegt de Antwerpse Unizo-voorzitter Ivo Nicolay. "In de tomatenpluk is er heel veel zwartwerk, waarom zouden die mensen dat werk niet mogen doen? Laat ze gewoon legaal werken. Dat lost twee problemen tegelijk op: het zwartwerk neemt af en het aanbod werkkrachten neemt toe." Nicolay stelt voor om een 'pool' op te richten, naar analogie met de havenarbeiders. Want er is niet alleen de tuinbouw. "De mensen zonder papieren zouden bijvoorbeeld ook ingezet kunnen worden om straten en pleinen na feesten en braderieën schoon te maken", zegt Nicolay. Dat mensen zonder papieren illegaal in ons land zijn en dus niet legaal mogen werken, moet volgens Ivo Nicolay maar aangepast worden.
Ondertussen groeit het aantal protesten en opvangplaatsen voor die mensen indrukwekkend. Na de vele katholieke kerken, zetten nu ook al moskees hun bidplaatsen open, en zelfs bij de Brusselse vrijzinnigen staan hun lokalen open voor mensen zonder papieren.
In meerdere plaatsen gaan er hongerstakingen door, in Sint-Gillis bij Brussel werd er een inval gedaan in een private woning, waar de mensen zonder papieren in levensgevaar zouden verkeren, omdat ze daar ook niet meer wilden drinken.
Hoelang gaat het nog duren eer de politiek terug een menselijk kantje krijgt? Of gaat men dat helemaal aan de beruchte humanist minister Dewael overlaten?
Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn - OCMW
Hulpverlening. - Je hebt er recht op. Maar... Wie niets vraagt krijgt ook niets!
Overzicht van wat de wet op maatschappelijke integratie inhoudt:
Sinds 1 oktober 2002 is de Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie, beter bekend als de leefloonwet van toepassing (wet van 26 mei 2002, B.S., 31 juli 2002, 33610). Deze wet vervangt het bestaansminimum van 1974. Artikel 2 van de wet stelt Elke persoon heeft recht op maatschappelijke integratie. Dit recht kan onder de voorwaarden bepaald in deze wet bestaan uit een tewerkstelling en/of een leefloon, al dan niet gepaard met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (MI). Om recht te hebben op MI blijft men terugvallen op de oude algemene voorwaarden van de bestaansminimumwet (nationaliteit, verblijfplaats, werkbereidheid). Wel kunnen ook vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister, in hoofdzaak personen die al vijf jaar legaal in België verblijven, aanspraak maken op dit recht. Het recht op MI kan ook gepaard gaan met een geïndividualiseerd project. Dit is een contract dat de aanvrager op het leefloon (een verschrikkelijk woord, maar het is de officiële benaming) in principe moet aangaan met zijn OCMW. Het moet nageleefd worden of er zijn financiële gevolgen aan verbonden. Dit contract wordt op maat gemaakt, er wordt gekeken naar welke de mogelijkheden èn moeilijkheden zijn voor elke aanvrager. Dit kan over allerlei zaken gaan, van schuldbemiddeling tot het volgen van een opleiding. Uiteraard heeft de betrokkene hier zijn zeg in, hij kan zelfs iemand meebrengen om dit contract mee te helpen uitstippelen. Natuurlijk moet dit realistisch zijn (men kan wel graag de manager van de Wereldbank worden, maar hoop niet dat je dit gedaan krijgt op de kosten van de belastingbetaler).
Het ganse OCMW (samen met de maatschappelijke assistenten) moet duidelijk en open zijn over wat het doet met de subsidies die het krijgt van de overheid (dit is een ingewikkelde materie, immers het OCMW krijgt van verschillende overheden geld). Zoals iedereen wel weet maar gemakkelijk vergeet, zijn dit centen van jou en mij, van God (k weet niet hoe die juist bijdraagt zulle) en klein Peerke.
Hertekening categorieën leefloon vanaf 1 januari 2005
Een persoon die met één of meerdere personen samenwoont (4400 euro).
Een alleenstaande persoon (6600 euro).
Een persoon die uitsluitend samenwoont met een gezin ten laste (8800 euro).
Dit zijn uiteraard jaarbedragen. De wet wordt zo meer in overeeenstemming gebracht met andere stelsels van sociale zekerheid, maar roept wel een halt toe aan het principe van individualisering van rechten, één van de pijlers bij de invoering ervan. Binnen de wet zelf wordt geen rekening meer gehouden met de betaling van een onderhoudsgeld of een regeling co-ouderschap. Die wijziging wordt echter opgevangen door de creatie van een 'recht op specifieke hulp voor het betalen van onderhoudsgelden ten gunste van kinderen' in de OCMW-wet. Die specifieke hulp geldt voor de onderhoudsplichtige, die recht heeft op leefloon of financiële maatschappelijke hulp en bedraagt 50 procent van de betaalde onderhoudsgelden, met een maximum van 1100 euro per jaar. Dit bedrag stemt overeen met de verhoging die voordien voorzien was in de RMI-wet (Rijksmaatschappelijke integratie). In tegenstelling tot wat gold in de RMI-wet, kunnen zowel alleenstaanden als samenwonenden aanspraak maken op de specifieke hulp. Het OCMW krijgt de hulp integraal terugbetaald van de federale overheid. De ministerraad keurde onlangs ook een ontwerp-Koninklijk Besluit goed tot verhoging van de bedragen van het leefloon, met 1% op 1 oktober 2004, 1% op 1 oktober 2006 en 2% op 1 oktober 2007.
Dit was eventjes ingewikkelde maar noodzakelijke informatie. Misschien nog dit: het leefloon, stempelgeld, ziekengeld, pensioen, enzomeer, zijn allemaal vervangingsinkomens, dit wil zeggen dat mensen deze uitkering krijgen omdat ze niet (kunnen) werken. Deze inkomens zijn niet cumuleerbaar, met andere woorden: je kan maar één vervan-gingsinkomen tegelijk genieten, in principe uiteraard. Een voorbeeldje van een afwijking: je krijgt een uitkering die onder het leefloon ligt, dan heb je recht op een bijpasssing van het OCMW tot het bedrag van het leefloon.