Kritische kijk op het nieuws
Politieke satire, kritisch en vol humor, met teksten, beeld en geluid
Graffiti aanbrengen mag niet op trams, treinen en bussen!
Graffiti aanbrengen mag niet op trams, treinen en bussen!
Volgens onze regeerders zijn tags en graffiti lelijk en luiden ze de verloedering van de leefomgeving in. Tags en graffiti zijn onder meer verboden op het openbaar vervoer. Bovendien zouden ze mee verantwoordelijk zijn voor het onveiligheidsgevoel!
We kunnen dit alleen maar beamen. We tonen u ter illustratie de binnen- en buitenkant van één van de vele - met instemming van onze regeerders - mottig bewerkte trams. Bemerk het verschil tussen het zicht door de onbewerkte glazen deur ende schemerende kijk door het beschilderde venster.
De Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad geeft geen zier om resoluties van de Verenigde Naties of van de bedreigingen van de Amerikanen. Hij zegt: "Vijanden denken tevergeefs dat ze ons land af kunnen houden van het verwerven van nucleaire energie." De president die, op minder dan één jaar tijd, er in geslaagd is zowat wat iedere grootmacht op de (nucleaire) tenen te trappen, is een Islamfundamentalist die door zijn eenvoudige levenstijl en efficiënte strijd tegen corruptie, het leiderschap verworven heeft in zijn olierijk land. Dus gesteund door het volk, dat de vroegere corrupte leiders meer dan beu was, maar natuurlijk ook door de Mollahs, de geestelijke leiders.
Ahmadinejad is van bescheiden afkomst, zijn vader was smid, hijzelf was een fervent voetballer in zijn jonge jaren. En Iran is trouwens een voetbalgekke natie. Toen hij burgemeester werd van Teheran, besloot hij een 'dienaar te zijn van het volk'. Hij ontsloeg alle vrouwen die in hogere managementsposities zaten. En hier en daar werden korangroepen toegevoegd aan het studieaanbod. De pers werd het zwijgen opgelegd of zweeg zelf uit terechte schrik. De Groot-ayatollahs juichten toen hij zei dat Israël best van de kaart zou verdwijnen, ook mocht hij gerust de uitroeiïng van de Joden door de Nazi's betwisten. Diezelfde geestelijken die Allah plus zijn Profeet in hun binnenzak hebben zitten, waren ronduit razend toen hun President met voetbalbenen, onlangs verklaarde dat in de toekomst de vrouwen voetbalwedstrijden zullen mogen volgen, zij het in aparte tribunes. Zo zouden de Iraanse vrouwen de kuisheid bevorderen, meende Mahmoud Ahmandinejad. Dat varkentje, pardon, dat koetje, krijgt dus zeker nog een staartje.
Informatie uit 'De Standaard' en van auteur Thomas Erdbrink.
Het Amerikaanse rijk, het eerste dat de aardbol omvat, is helemaal gebaseerd op de onrechtvaardigste vorm van economische macht.
Al wordt met vuur het tegendeel beweerd, toch is de kloof tussen arm en rijk de jongste dertig jaar alleen maar toegenomen. De
rijkdom zit vooral bij de grote Amerikaanse bedrijven - bij de
corporatocracy, de machthebbers in een wereldrijk dat berust op
economische macht. Dit nieuwe rijk heeft de eigentijdse versie van
slavernij door de onderworpenen doen aanvaarden door overreding - in
plaats van te dwingen, al is er weinig plaats voor keuze - en om alle
belangrijke aspecten van zijn cultuur over te nemen. Het vooral
Amerikaans imperium wordt geregeerd door mensen (vooral mannen) die het
voor het zeggen hebben in multinationals en banken, en via hen in de
overheden bij de VS en vele andere landen.
De politieke verantwoordelijken komen dikwijls uit de
groot-industrie en, gaan er na hun politieke loopbaan even dikwijls
naar terug. Deze schattenverdienende lieden pendelen veelal tussen de
hoogste niveaus van banken, ondernemingen en landen. Onder hen staat
een piramide van ondergeschikten, met een miljardenbevolking van
arbeiders (ook kinderen) die dikwijls onderbetaald zwoegen om het
merendeel van de rijkdommen der aarde naar de schatkisten van de
ondernemingen te versluizen. Mensen die toekomstige generaties 'slaven' zullen noemen.
Slavernij
De meeste mensen in de hogere regionen van de piramide zijn zich er
niet van bewust dat zij een wereldrijk dienen. Ze leren dat de
samenleving altijd baat heeft bij de industrialisatie en economische
ontwikkeling, en dat de grote bedrijven en organisaties waarvoor ze
werken, bijdragen aan de verlichting van lijden en armoede, dat ze
banen scheppen en de vrede, rechtvaardigheid en stabiliteit in de
wereld bevorderen.
De feiten weerleggen echter deze overtuiging. De statistieken van na
de Tweede Wereldoorlog laten duidelijk zien dat de industrialisatie en
economische ontwikkeling in vele derdewereldlanden alleen maar een
handvol van de rijkste families - en de topmensen van grote ondernemers
en banken - in die landen ten goede is gekomen, terwijl de meeste
mensen het er slechter hebben gekregen. De verhouding tussen het
inkomen van het vijfde deel van de wereldbevolking in de rijkste landen
en dat van het vijfde deel in de armste landen is verschoven van 30
tegen 1 in 1960 naar 74 tegen 1 in 1995. Slavernij is een hard
woord. Directeuren van bedrijven horen het niet graag en men vindt het
evenmin in verslagen van internationale ontwikkelingsorganisaties. Toch
is het volkomen toepasselijk. Er zijn nog altijd slavenhandelaren. Zij
rekruteren radeloze mensen in landen waar weinig of geen sociale of
veiligheidsregels gelden, en bouwen fabrieken om jasjes, jeans,
schoenen, auto- of computeronderdelen en duizenden andere artikelen te
maken, die ze kunnen verkopen waar ze maar willen op de vrije markt. En
voor de mensen die er moeten werken zijn ze allerminst zachtzinnig,
naar uren wordt er niet gekeken en hongerloon is de juiste benaming.
De nationalisering van Bolivia's gas- en olievelden was toch een verrassing. De nieuwe president Evo Morales had het nochtans beloofd en doet hetzelfde als zijn politieke bondgenoot Hugo Chávez, in het kader van diens revolutie in Venezuela. Ook de man die in Peru de eerste ronde won van de presidentsverkiezing, Ollanta Humala, heeft aangekondigd buitenlandse energiebedrijven harder aan te pakken. En in Ecuador, waar in oktober een nieuwe president wordt verkozen, zijn identieke maatregelen in voorbereiding. Bolivia heeft de afgelopen jaren een reputatie opgebouwd op het gebied van demonstraties die de toen regerende politici uiteindelijk de kop hebben gekost. Morales was bij de meeste manifestaties zelf één van de hoofdrolspelers. Hij eiste met succes legalisering van de cocateelt. Ook de eis dat de waterwinning niet langer in Franse privé-handen mocht blijven, werd een succes in de streek rond Cochabamba. Over de gaswinning zei Morales dat het onbestaanbaar is dat indianen, die ongeveer tweederde deel van de negen miljoen leden tellende bevolking uitmaken, leven op de gronden waar het gas zit, maar zelf zonder gas zitten. Minder dan één procent van de bevolking is aangesloten op het gasnet. De meeste indianen leven in grote armoede. De gasvoorraden van Bolivia vertegenwoordigen een waarde van zo'n negentig miljard dollar. Volgens Morales profiteren, net zoals vroeger van het zilver, vooral de buitenlandse bedrijven en de blanke bovenlaag in zijn land van die rijkdom.
"Laat mensen zonder papieren werken", zegt de Antwerpse Unizo-voorzitter Ivo Nicolay. "In de tomatenpluk is er heel veel zwartwerk, waarom zouden die mensen dat werk niet mogen doen? Laat ze gewoon legaal werken. Dat lost twee problemen tegelijk op: het zwartwerk neemt af en het aanbod werkkrachten neemt toe." Nicolay stelt voor om een 'pool' op te richten, naar analogie met de havenarbeiders. Want er is niet alleen de tuinbouw. "De mensen zonder papieren zouden bijvoorbeeld ook ingezet kunnen worden om straten en pleinen na feesten en braderieën schoon te maken", zegt Nicolay. Dat mensen zonder papieren illegaal in ons land zijn en dus niet legaal mogen werken, moet volgens Ivo Nicolay maar aangepast worden.
Ondertussen groeit het aantal protesten en opvangplaatsen voor die mensen indrukwekkend. Na de vele katholieke kerken, zetten nu ook al moskees hun bidplaatsen open, en zelfs bij de Brusselse vrijzinnigen staan hun lokalen open voor mensen zonder papieren.
In meerdere plaatsen gaan er hongerstakingen door, in Sint-Gillis bij Brussel werd er een inval gedaan in een private woning, waar de mensen zonder papieren in levensgevaar zouden verkeren, omdat ze daar ook niet meer wilden drinken.
Hoelang gaat het nog duren eer de politiek terug een menselijk kantje krijgt? Of gaat men dat helemaal aan de beruchte humanist minister Dewael overlaten?
Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn - OCMW
Hulpverlening. - Je hebt er recht op. Maar... Wie niets vraagt krijgt ook niets!
Overzicht van wat de wet op maatschappelijke integratie inhoudt:
Sinds 1 oktober 2002 is de Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie, beter bekend als de leefloonwet van toepassing (wet van 26 mei 2002, B.S., 31 juli 2002, 33610). Deze wet vervangt het bestaansminimum van 1974. Artikel 2 van de wet stelt Elke persoon heeft recht op maatschappelijke integratie. Dit recht kan onder de voorwaarden bepaald in deze wet bestaan uit een tewerkstelling en/of een leefloon, al dan niet gepaard met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (MI). Om recht te hebben op MI blijft men terugvallen op de oude algemene voorwaarden van de bestaansminimumwet (nationaliteit, verblijfplaats, werkbereidheid). Wel kunnen ook vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister, in hoofdzaak personen die al vijf jaar legaal in België verblijven, aanspraak maken op dit recht. Het recht op MI kan ook gepaard gaan met een geïndividualiseerd project. Dit is een contract dat de aanvrager op het leefloon (een verschrikkelijk woord, maar het is de officiële benaming) in principe moet aangaan met zijn OCMW. Het moet nageleefd worden of er zijn financiële gevolgen aan verbonden. Dit contract wordt op maat gemaakt, er wordt gekeken naar welke de mogelijkheden èn moeilijkheden zijn voor elke aanvrager. Dit kan over allerlei zaken gaan, van schuldbemiddeling tot het volgen van een opleiding. Uiteraard heeft de betrokkene hier zijn zeg in, hij kan zelfs iemand meebrengen om dit contract mee te helpen uitstippelen. Natuurlijk moet dit realistisch zijn (men kan wel graag de manager van de Wereldbank worden, maar hoop niet dat je dit gedaan krijgt op de kosten van de belastingbetaler).
Het ganse OCMW (samen met de maatschappelijke assistenten) moet duidelijk en open zijn over wat het doet met de subsidies die het krijgt van de overheid (dit is een ingewikkelde materie, immers het OCMW krijgt van verschillende overheden geld). Zoals iedereen wel weet maar gemakkelijk vergeet, zijn dit centen van jou en mij, van God (k weet niet hoe die juist bijdraagt zulle) en klein Peerke.
Hertekening categorieën leefloon vanaf 1 januari 2005
Een persoon die met één of meerdere personen samenwoont (4400 euro).
Een alleenstaande persoon (6600 euro).
Een persoon die uitsluitend samenwoont met een gezin ten laste (8800 euro).
Dit zijn uiteraard jaarbedragen. De wet wordt zo meer in overeeenstemming gebracht met andere stelsels van sociale zekerheid, maar roept wel een halt toe aan het principe van individualisering van rechten, één van de pijlers bij de invoering ervan. Binnen de wet zelf wordt geen rekening meer gehouden met de betaling van een onderhoudsgeld of een regeling co-ouderschap. Die wijziging wordt echter opgevangen door de creatie van een 'recht op specifieke hulp voor het betalen van onderhoudsgelden ten gunste van kinderen' in de OCMW-wet. Die specifieke hulp geldt voor de onderhoudsplichtige, die recht heeft op leefloon of financiële maatschappelijke hulp en bedraagt 50 procent van de betaalde onderhoudsgelden, met een maximum van 1100 euro per jaar. Dit bedrag stemt overeen met de verhoging die voordien voorzien was in de RMI-wet (Rijksmaatschappelijke integratie). In tegenstelling tot wat gold in de RMI-wet, kunnen zowel alleenstaanden als samenwonenden aanspraak maken op de specifieke hulp. Het OCMW krijgt de hulp integraal terugbetaald van de federale overheid. De ministerraad keurde onlangs ook een ontwerp-Koninklijk Besluit goed tot verhoging van de bedragen van het leefloon, met 1% op 1 oktober 2004, 1% op 1 oktober 2006 en 2% op 1 oktober 2007.
Dit was eventjes ingewikkelde maar noodzakelijke informatie. Misschien nog dit: het leefloon, stempelgeld, ziekengeld, pensioen, enzomeer, zijn allemaal vervangingsinkomens, dit wil zeggen dat mensen deze uitkering krijgen omdat ze niet (kunnen) werken. Deze inkomens zijn niet cumuleerbaar, met andere woorden: je kan maar één vervan-gingsinkomen tegelijk genieten, in principe uiteraard. Een voorbeeldje van een afwijking: je krijgt een uitkering die onder het leefloon ligt, dan heb je recht op een bijpasssing van het OCMW tot het bedrag van het leefloon.
(Bron: www.cire.be waar ook een petitie kan getekend worden).
In België worden nog steeds kinderen opgesloten in verschillende gesloten centra, zoals het Centrum 127 bis in Steenokkerzeel, het Centrum 127 in Melsbroek, alsook in de 'centra voor illegalen' te Merksplas en Vottem, waar recent familievleugels werden geopend. Deze kinderen, al dan niet begeleid door hun ouders, worden opgesloten in afwachting van hun repatriëring naar het herkomstland of in afwachting van het resultaat van de asielprocedure. In het begin van de maand april 2006 bevonden er zich 55 kinderen in de gesloten centra. Dit aantal varieert en is vaak hoger. Alle nationaliteiten en leeftijden - de jongste kinderen zijn slechts enkele maande oud - zijn vertegenwoordigd. Sommige kinderen verblijven samen met hun ouders, tot 4 maanden of meer in het gesloten centrum. De omstandigheden waarin deze kinderen en hun families worden opgesloten zijn erbarmelijk. Zo is de leefruimte van het Centrum 127 bis enorm lawaaierig en is de ruimte amper bemeubeld. De TV wordt bijna nooit uitgezet en de programma's die getoond worden zijn vaak niet geschikt voor kinderen. De familie slaapt op een zelfde kamer (of hooguit twee kamers wanneer het om een groot gezin gaat). Een klein lokaaltje waar amper 10 kinderen tegelijk kunnen opgevangen worden, doet dienst als speellokaal en 'klas'. Speelgoed ontbreekt of is in zeer slechte staat. De activiteiten zijn beperkt tot knutselwerk. De kinderen krijgen geen onderwijs, terwijl de meeste kinderen vóór de opsluiting school liepen. De kinderen kunnen slechts twee uur per dag naar buiten op een kleine 'speelplaats', afgesloten door rijen hoge tralies en prikkeldraad. Er zijn ook veel te weinig begeleiders. In het Centrum 127 hebben vrienden en familieleden geen bezoekrecht. Daarenboven ligt dit centrum pal naast de Nationale Luchthaven van Zaventem. Het quasi-constante lawaai van opstijgende vliegtuigen is er oorverdovend. Er zijn geen aparte slaapruimten voor de kinderen. De meisjes slapen bij de volwassen vrouwen, de jongens bij de volwassen mannen. Er is manifeste promiscuïteit. Deze kinderen kenden reeds een eerste breuk in hun ontwikkeling bij de vlucht - vaak in zeer moeilijke omstandigheden - uit het herkomstland. Door het vluchten verloren zij familie, vrienden en hun socio-culturele aanknopingspunten. De meestal bruuske opsluiting is een nieuwe breuk die een eerder psychisch lijden kan doen opflakkeren. Door de opsluiting ontstaat er een nieuw trauma: het vertrouwen dat deze kinderen in anderen stellen wordt onherroepelijk geschonden.
Er wordt van deze kinderen verwacht dat zij het onbegrijpelijke begrijpen. Zij worden alleen of samen met hun ouders in een soort gevangenis ondergebracht terwijl zij niets misdaan hebben. Zij worden dagelijks geconfronteerd met de angsten van hun ouders die hun beschermende rol niet meer kunnen vervullen. Zij zijn eveneens vaak getuige van geweld tussen volwassenen. De opsluiting leidt tot een diepgewortelde psyhische pijn die schade toebrengt aan de ontwikkeling van de kinderen.
Opsluiten van kinderen moet gezien worden als een psychologische behandeling!
Vandaar dat ons individueel en collectief geweten ons verplicht een halt toe te roepen en dit zonder enige toegeving. Wij vragen dan ook dat er geen kinderen meer worden opgesloten. Laat hen samen met hun ouders verblijven in niet-gesloten plaatsen, waar zij een leven kunnen leiden in overeenstemming met hun behoeften, zoals vooropgesteld door het Kinderrechtenverdrag en de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens.
Wie verantwoordelijk is voor deze onmenselijke behandeling van kinderen? Het zal wel niemand verwonderen: minister van Binnenlandse Zaken De Wael. Maar ook onder zijn voorganger minister Louis Tobback, was dit schandelijk gedoe al aan de gang!
En nog meer Kinderdrama's
"Wereldwijd overlijden er jaarlijks 7 miljoen kinderen aan te voorkomen diarree en ondervoeding". Aldus artsen en deskundigen op een congres van Gemenebestlanden, dat in februari 2006 in Bangladesh plaatsvond. Aan deze schrijnende problematiek kan vrij gemakkelijk heel veel gedaan worden!
Vanaf 1 mei is pluimvee weer vrij!
Als men weet dat de beruchte vogelgriep wereldwijd tot op heden zo'n honderd menselijke slachtoffers heeft gemaakt, is het toch duidelijk dat het belang van de vogelgriepaffaire sterk overbelicht werd. En dat er grote financiële belangen mee gemoeid zijn. Er werd ook gemeld dat er katten en honden gestorven zijn door de vogelgriep, en van andere dieren is men niet zeker. Wel zeker is dat nergens ter wereld een mens een andere mens besmet heeft met vogelgriep! Wat men niet kan zeggen van gewone griep.
Toen ik hem leerde kennen was hij zowat zestig jaar, één been al kwijt en hij woonde in zo'n Antwerps Dienstencentrum, waar slechts heel bejaarde mensen mogen huizen of wat oudere gehandicapten. Lowieke was te voet op het zebrapad, door een razende auto te grazen genomen - wat men al te beschaafd een ongeluk noemt. De aanrijder, met de van reclame welbekende sportieve rijstijl, pleegde vluchtmisdrijf en Lowieke zat met de gebakken peren. Zijn verwondingen werden niet beter, integendeel zij werden steeds maar kwaadaardiger. Lowieke zelf niet, hoewel hij het niet rechtvaardig vond dat dit 'ongeluk', benevens zijn gezondheid, ook nog al zijn spaarcentjes opeiste. Veroordeeld tot de rolstoel dus.
Toch werd Lowieke hierdoor niet helemaal verbitterd. Een moedig man, geloof mij. Hij leerde zich behelpen, en eerlijk waar, hij kon er, vergeef me de uitdrukking, al goed mee uit de voeten. Het was een met de hand gedreven rolwagen, want een elektrische kon hij zich niet permitteren. Hij vertelde in een vloeiend arbeidersjargon, want hij was een knappe gast geweest in de tekstiel-branche, en ook zowat delegee van de vakbond. -"Makker", zei hij, "in de vakbond, al weet ge veel van de mensen, hebt ge als arbeider niet veel te zeggen, en da's verkeerd. Maar als ge wat tegen komt, zodat ge niet meer kunt werken lijk ik, dan zijt ge helemaal van geen tel meer." We zaten op zijn kamer, hij in zijn rolstoel, ik op een gewone. Hij reed wat zenuwachtig over en weer, met precisie gestoeld, nu ja, op ervaring, alle obstakels juist vermijdend. -"Weet ge", vertelde hij nu toch met opstand in zijn stem, "na zo'n ongeluk, na een jaar bedoel ik, schiet er niet veel bezoek meer over jongen." Met zijn handen op de banden stopte zijn karretje vlak voor mij. - "Ver weg durf ik niet meer alleen, en altijd vragen om mij ergens naar toe te begeleiden, kan en doe ik niet. Op de meeste trams of bussen geraak ik niet. Dat is dus een gemeenschappelijk vervoer dat niet gemeenschappelijk is. Op de maan kunnen ze mensen brengen, ook in een soort rolstoel hoor, maar op tram of bus gaat dat niet zo goed, zeggen de dikke nekken, de ministers en de directeurs van die maatschappijen, die zelf nooit met het openbaar vervoer rijden. Allé, neem nu de minister, gouverneur, of de burgemeester van Antwerpen. Die staan met gouden letters vermeld dat ze de eerste steen gelegd hebben voor de metrotunnel in 1983. En in 1990 hebben die heren zelf eens in de tram gezeten, bij de opening van de tunnel naar de linkeroever! Maar er kan nog altijd geen rolstoel in hoor, en ook bijna geen enkele kinderwagen. Ik vind dat schandalig. O, in die metro zijn wel liftkokers gebouwd, heb ik gehoord, maar er zijn geen liften in gemaakt. Naar het schijnt zijn er onlangs toch enkele opstappen voorzien voor rolstoelen bij de nieuwste trams. Maar men kan er enkel in op de linkeroever en dan kan men er met een rolstoel niet meer uit, aan de meeste halten. En dus," herhaalde hij met zijn hand op de mijne, om nog meer nadruk te leggen, " is de tram niet voor ons." - "Ze hebben nu al kleine bussen gemaakt, bij ons in België, waar gehandicapten met hun rolwagen in kunnen. Die hebben een lage vloer, ook gemakkelijk voor bejaarde mensen", zei ik, in een poging om hem wat te bemoedigen. - "Dat klopt", antwoordde hij, want hij toonde zich, zoals dikwijls, goed op de hoogte. "Die kosten acht miljoen frank. Als ge nu weet dat onze burgemeester en schepenen, die overal zeggen samen met hun partijen, dat het openbaar vervoer moet geherwaardeerd worden, zelf meer dan zestien miljoen frank per jaar krijgen om dat openbaar vervoer niet te moeten gebruiken. Om, nondidikke, niet eens hun eigen chique sleeën te verslijten, maar overal, dag en nacht, in prachtige voituren van de stad, moeten gevoerd worden. Dan weet ge meteen dat ze met dat geld twee aangepaste bussen per jaar zouden kunnen betalen. Terwijl ze tevens het vervoer van gewone mensen zouden leren kennen van binnenuit, en er wat aan doen om het te verbeteren. Zo zouden ze respect verwerven ook. Maar ze verwerven liever wat anders, ja?" besloot hij, mij vragend in de ogen kijkend. Ik wist dat hij gelijk had en ik knikte, maar ik moest niets meer zeggen. Het was alsof een grote opgespaarde hoop onredelijke dingen, al te veel en al te lang binnen in dat hoopje menselijke ellende had gezeten.
- "Ja makker", zei hij, mij eveneens toeknikkend, "dat maakt dat de wereld heel klein is geworden voor mij. Juist nog het blokje rond kan ik alleen, oversteken is er voor mij niet bij". Hij zag dat ik toch wat wou zeggen maar hij was me voor. - "Ja, ze hebben hier het voetpad aangepast met van die afgeschuinde fabriekstegels. Jongen! Vorige maand probeerde ik daar af te rijden, ik wou gewoon een pint gaan pakken op de hoek aan de overkant. Ik draaide mij, zodat ik er langs achter afreed, want langs voor komen die schoepen waar mijn voet op staat, op die veel te scherpe afschuining; maar makker, ik vloog achterover uit mijn rolstoel, en 't scheelde geen haar of ik was nog eens verongelukt, nondidikke!" Hij zweeg eventjes en ik ook, wat moet ge zeggen over zoiets, nietwaar. "Nu blijf ik binnen, ik moet wel, ik heb alleen de pijn nog om altijd aan te denken. En gij, ik moet u nog bedanken om naar mijn geklaag te luisteren." Ik vond dat ik hem moest bedanken, maar wist niet hoe hem dat te zeggen...
Toen ik enkele maanden nadien daar weer moest zijn, hoorde ik zeggen dat Lowieke nooit meer zou klagen, dat ongeluk is nu helemaal gelukt. Hij is dood. Eigenlijk maar goed ook, want als hij mocht weten dat ze hier in 't stad, weer overal op bespaarden behalve op de voituren van de 'dikke nekken', zoals hij die noemde, dat zou hem zeker geen deugd gedaan hebben. Want al vervloekte hij zijn verkankerd ongeluk, hij vond de kanker van 'dikke nekken' toch nog erger.
Aardappelen, vooral als ze opgepakt zitten, hebben veel weg van uitgezakte politiekers die in 't Parlement doodstil bijeenplakken, als de regering ons weer een loer draait. Haal er een kilo uit, dat scheelt dan toch dat, schil en kook ze zonder zout maar met twee laurierblaadjes, dat kunt ge niet doen met die zetelzitters. Laat ze wat afkoelen. Doe er drie à vier eetlepels natuuryoghurt bij, een losgeklopt ei, ja met een snuifje zout, peper, veel peper uit de molen, wat geraspte nootmuskaat, een gulzig geutje tobasco en een frisse bos fijngesnipperde peterselie. De massa moet er groen uit zien, niet groenachtig maar echt en volop peterseliegroen. Stamp ze door met een aardappelstamper (niet gemakzuchtig mixen!). Snipper een ui tot flinters, tranen behoren tot het leven en betekenen niet altijd verdriet. Roerbak ze blond, niet bruin, bruin is verbrand Vlaams Belang, blond is in deze precies goed. Eigenlijk zouden we ook een recept moeten opstellen hoe we zelf willen dat een partij en politici moeten werken. Het is nu al te dikwijls zo dat velen samenklitten rond een voorzitterlijk partijprogrammake, en voor de rest uitkijken of ze geen gratis reisje kunnen versieren. Maar hup, terug naar ons program: koop een kilo kabeljauwwangen, die zijn heel goedkoop en klaargemaakt heel lekker ook. Een dikke wijting is ook goed. Kuis die zorgvuldig, ja dat vraagt wat werk, maar gij zijt toch geen Parlementslid nietwaar? Kook gaar met een snuif peper en zout, en verwijder alle graten, vel en ongerechtigheden. Met een stevige vork de vaste zuivere vis vermorzelen zodat hij, samen met de geblondeerde uisnippers, flink onder de gestampte patatjes kan gemengd worden. Amaai, dat is nogal wat hé? Maar nu zijn we er bijna. Als de puree goed gemaakt is dan kunt ge er met de handen en met inzet, meerdere handpalmgrote en bijna handdikke koekjes van fabrikeren. De specie moet nog vochtig genoeg zijn om, om en om pakkend en plakkend bekleed te worden met tarwezemelen. Zoals politieke partijen in verkiezingstijd met beloften. Zet die smeuïge beloftevolle pasteitjes voorzichtig een uurtje in de koelkast. Giet dan gul olijfolie in een diepe pan en bak de ene kant gedurende drie minuten op een niet al te hevig vuur, de andere kant (van het vuur af omkeren) mag zelfs vier minuutjes hebben. Oppassen, ik zei het al, voor aanbranden. Dien op, vergeet de politiek eventjes (die komt toch weer, net als die kat in dat Zuid-Afrikaans liedje) en knijp koleriek als was het in de pree van een minister, een halve citroen uit over die gebakjes en schransen maar. Natuurlijk doet een droog wit wijntje hierbij deugd. Proef maar, dit is prima piekfijne peterselievevis. Nadien kunt ge het leven zelfs met politiekers weer tenvolle aan.
Een woordje uitleg: u kan het kruiswoordraadsel als volgt invullen.
U plaatst uw cursor in een vakje. Dan ziet u net boven het
kruiswoordraadsel de opgave. Het rode vakje en de grijze vakjes geven
aan op welke plaats het gezochte woord moet komen. Het antwoord typt u
gewoon in. U kan doorheen het rooster bewegen met de pijltjestoetsen,
of met de muis. Als u alles correct hebt ingevuld, ziet u de foto
verschijnen van de politicus die wij zoeken.