Kritische kijk op het nieuws
Politieke satire, kritisch en vol humor, met teksten, beeld en geluid
OCMW - Je hebt er recht op!
OCMW - Je hebt er recht op!
Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn - OCMW
Hulpverlening. - Je hebt er recht op. Maar... Wie niets vraagt krijgt ook niets!
Overzicht van wat de wet op maatschappelijke integratie inhoudt:
Sinds 1 oktober 2002 is de Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie, beter bekend als de leefloonwet van toepassing (wet van 26 mei 2002, B.S., 31 juli 2002, 33610). Deze wet vervangt het bestaansminimum van 1974. Artikel 2 van de wet stelt Elke persoon heeft recht op maatschappelijke integratie. Dit recht kan onder de voorwaarden bepaald in deze wet bestaan uit een tewerkstelling en/of een leefloon, al dan niet gepaard met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (MI). Om recht te hebben op MI blijft men terugvallen op de oude algemene voorwaarden van de bestaansminimumwet (nationaliteit, verblijfplaats, werkbereidheid). Wel kunnen ook vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister, in hoofdzaak personen die al vijf jaar legaal in België verblijven, aanspraak maken op dit recht. Het recht op MI kan ook gepaard gaan met een geïndividualiseerd project. Dit is een contract dat de aanvrager op het leefloon (een verschrikkelijk woord, maar het is de officiële benaming) in principe moet aangaan met zijn OCMW. Het moet nageleefd worden of er zijn financiële gevolgen aan verbonden. Dit contract wordt op maat gemaakt, er wordt gekeken naar welke de mogelijkheden èn moeilijkheden zijn voor elke aanvrager. Dit kan over allerlei zaken gaan, van schuldbemiddeling tot het volgen van een opleiding. Uiteraard heeft de betrokkene hier zijn zeg in, hij kan zelfs iemand meebrengen om dit contract mee te helpen uitstippelen. Natuurlijk moet dit realistisch zijn (men kan wel graag de manager van de Wereldbank worden, maar hoop niet dat je dit gedaan krijgt op de kosten van de belastingbetaler).
Het ganse OCMW (samen met de maatschappelijke assistenten) moet duidelijk en open zijn over wat het doet met de subsidies die het krijgt van de overheid (dit is een ingewikkelde materie, immers het OCMW krijgt van verschillende overheden geld). Zoals iedereen wel weet maar gemakkelijk vergeet, zijn dit centen van jou en mij, van God (k weet niet hoe die juist bijdraagt zulle) en klein Peerke.
Hertekening categorieën leefloon vanaf 1 januari 2005
Een persoon die met één of meerdere personen samenwoont (4400 euro).
Een alleenstaande persoon (6600 euro).
Een persoon die uitsluitend samenwoont met een gezin ten laste (8800 euro).
Dit zijn uiteraard jaarbedragen. De wet wordt zo meer in overeeenstemming gebracht met andere stelsels van sociale zekerheid, maar roept wel een halt toe aan het principe van individualisering van rechten, één van de pijlers bij de invoering ervan. Binnen de wet zelf wordt geen rekening meer gehouden met de betaling van een onderhoudsgeld of een regeling co-ouderschap. Die wijziging wordt echter opgevangen door de creatie van een 'recht op specifieke hulp voor het betalen van onderhoudsgelden ten gunste van kinderen' in de OCMW-wet. Die specifieke hulp geldt voor de onderhoudsplichtige, die recht heeft op leefloon of financiële maatschappelijke hulp en bedraagt 50 procent van de betaalde onderhoudsgelden, met een maximum van 1100 euro per jaar. Dit bedrag stemt overeen met de verhoging die voordien voorzien was in de RMI-wet (Rijksmaatschappelijke integratie). In tegenstelling tot wat gold in de RMI-wet, kunnen zowel alleenstaanden als samenwonenden aanspraak maken op de specifieke hulp. Het OCMW krijgt de hulp integraal terugbetaald van de federale overheid. De ministerraad keurde onlangs ook een ontwerp-Koninklijk Besluit goed tot verhoging van de bedragen van het leefloon, met 1% op 1 oktober 2004, 1% op 1 oktober 2006 en 2% op 1 oktober 2007.
Dit was eventjes ingewikkelde maar noodzakelijke informatie. Misschien nog dit: het leefloon, stempelgeld, ziekengeld, pensioen, enzomeer, zijn allemaal vervangingsinkomens, dit wil zeggen dat mensen deze uitkering krijgen omdat ze niet (kunnen) werken. Deze inkomens zijn niet cumuleerbaar, met andere woorden: je kan maar één vervan-gingsinkomen tegelijk genieten, in principe uiteraard. Een voorbeeldje van een afwijking: je krijgt een uitkering die onder het leefloon ligt, dan heb je recht op een bijpasssing van het OCMW tot het bedrag van het leefloon.
(Bron: www.cire.be waar ook een petitie kan getekend worden).
In België worden nog steeds kinderen opgesloten in verschillende gesloten centra, zoals het Centrum 127 bis in Steenokkerzeel, het Centrum 127 in Melsbroek, alsook in de 'centra voor illegalen' te Merksplas en Vottem, waar recent familievleugels werden geopend. Deze kinderen, al dan niet begeleid door hun ouders, worden opgesloten in afwachting van hun repatriëring naar het herkomstland of in afwachting van het resultaat van de asielprocedure. In het begin van de maand april 2006 bevonden er zich 55 kinderen in de gesloten centra. Dit aantal varieert en is vaak hoger. Alle nationaliteiten en leeftijden - de jongste kinderen zijn slechts enkele maande oud - zijn vertegenwoordigd. Sommige kinderen verblijven samen met hun ouders, tot 4 maanden of meer in het gesloten centrum. De omstandigheden waarin deze kinderen en hun families worden opgesloten zijn erbarmelijk. Zo is de leefruimte van het Centrum 127 bis enorm lawaaierig en is de ruimte amper bemeubeld. De TV wordt bijna nooit uitgezet en de programma's die getoond worden zijn vaak niet geschikt voor kinderen. De familie slaapt op een zelfde kamer (of hooguit twee kamers wanneer het om een groot gezin gaat). Een klein lokaaltje waar amper 10 kinderen tegelijk kunnen opgevangen worden, doet dienst als speellokaal en 'klas'. Speelgoed ontbreekt of is in zeer slechte staat. De activiteiten zijn beperkt tot knutselwerk. De kinderen krijgen geen onderwijs, terwijl de meeste kinderen vóór de opsluiting school liepen. De kinderen kunnen slechts twee uur per dag naar buiten op een kleine 'speelplaats', afgesloten door rijen hoge tralies en prikkeldraad. Er zijn ook veel te weinig begeleiders. In het Centrum 127 hebben vrienden en familieleden geen bezoekrecht. Daarenboven ligt dit centrum pal naast de Nationale Luchthaven van Zaventem. Het quasi-constante lawaai van opstijgende vliegtuigen is er oorverdovend. Er zijn geen aparte slaapruimten voor de kinderen. De meisjes slapen bij de volwassen vrouwen, de jongens bij de volwassen mannen. Er is manifeste promiscuïteit. Deze kinderen kenden reeds een eerste breuk in hun ontwikkeling bij de vlucht - vaak in zeer moeilijke omstandigheden - uit het herkomstland. Door het vluchten verloren zij familie, vrienden en hun socio-culturele aanknopingspunten. De meestal bruuske opsluiting is een nieuwe breuk die een eerder psychisch lijden kan doen opflakkeren. Door de opsluiting ontstaat er een nieuw trauma: het vertrouwen dat deze kinderen in anderen stellen wordt onherroepelijk geschonden.
Er wordt van deze kinderen verwacht dat zij het onbegrijpelijke begrijpen. Zij worden alleen of samen met hun ouders in een soort gevangenis ondergebracht terwijl zij niets misdaan hebben. Zij worden dagelijks geconfronteerd met de angsten van hun ouders die hun beschermende rol niet meer kunnen vervullen. Zij zijn eveneens vaak getuige van geweld tussen volwassenen. De opsluiting leidt tot een diepgewortelde psyhische pijn die schade toebrengt aan de ontwikkeling van de kinderen.
Opsluiten van kinderen moet gezien worden als een psychologische behandeling!
Vandaar dat ons individueel en collectief geweten ons verplicht een halt toe te roepen en dit zonder enige toegeving. Wij vragen dan ook dat er geen kinderen meer worden opgesloten. Laat hen samen met hun ouders verblijven in niet-gesloten plaatsen, waar zij een leven kunnen leiden in overeenstemming met hun behoeften, zoals vooropgesteld door het Kinderrechtenverdrag en de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens.
Wie verantwoordelijk is voor deze onmenselijke behandeling van kinderen? Het zal wel niemand verwonderen: minister van Binnenlandse Zaken De Wael. Maar ook onder zijn voorganger minister Louis Tobback, was dit schandelijk gedoe al aan de gang!
En nog meer Kinderdrama's
"Wereldwijd overlijden er jaarlijks 7 miljoen kinderen aan te voorkomen diarree en ondervoeding". Aldus artsen en deskundigen op een congres van Gemenebestlanden, dat in februari 2006 in Bangladesh plaatsvond. Aan deze schrijnende problematiek kan vrij gemakkelijk heel veel gedaan worden!
Vanaf 1 mei is pluimvee weer vrij!
Als men weet dat de beruchte vogelgriep wereldwijd tot op heden zo'n honderd menselijke slachtoffers heeft gemaakt, is het toch duidelijk dat het belang van de vogelgriepaffaire sterk overbelicht werd. En dat er grote financiële belangen mee gemoeid zijn. Er werd ook gemeld dat er katten en honden gestorven zijn door de vogelgriep, en van andere dieren is men niet zeker. Wel zeker is dat nergens ter wereld een mens een andere mens besmet heeft met vogelgriep! Wat men niet kan zeggen van gewone griep.
Toen ik hem leerde kennen was hij zowat zestig jaar, één been al kwijt en hij woonde in zo'n Antwerps Dienstencentrum, waar slechts heel bejaarde mensen mogen huizen of wat oudere gehandicapten. Lowieke was te voet op het zebrapad, door een razende auto te grazen genomen - wat men al te beschaafd een ongeluk noemt. De aanrijder, met de van reclame welbekende sportieve rijstijl, pleegde vluchtmisdrijf en Lowieke zat met de gebakken peren. Zijn verwondingen werden niet beter, integendeel zij werden steeds maar kwaadaardiger. Lowieke zelf niet, hoewel hij het niet rechtvaardig vond dat dit 'ongeluk', benevens zijn gezondheid, ook nog al zijn spaarcentjes opeiste. Veroordeeld tot de rolstoel dus.
Toch werd Lowieke hierdoor niet helemaal verbitterd. Een moedig man, geloof mij. Hij leerde zich behelpen, en eerlijk waar, hij kon er, vergeef me de uitdrukking, al goed mee uit de voeten. Het was een met de hand gedreven rolwagen, want een elektrische kon hij zich niet permitteren. Hij vertelde in een vloeiend arbeidersjargon, want hij was een knappe gast geweest in de tekstiel-branche, en ook zowat delegee van de vakbond. -"Makker", zei hij, "in de vakbond, al weet ge veel van de mensen, hebt ge als arbeider niet veel te zeggen, en da's verkeerd. Maar als ge wat tegen komt, zodat ge niet meer kunt werken lijk ik, dan zijt ge helemaal van geen tel meer." We zaten op zijn kamer, hij in zijn rolstoel, ik op een gewone. Hij reed wat zenuwachtig over en weer, met precisie gestoeld, nu ja, op ervaring, alle obstakels juist vermijdend. -"Weet ge", vertelde hij nu toch met opstand in zijn stem, "na zo'n ongeluk, na een jaar bedoel ik, schiet er niet veel bezoek meer over jongen." Met zijn handen op de banden stopte zijn karretje vlak voor mij. - "Ver weg durf ik niet meer alleen, en altijd vragen om mij ergens naar toe te begeleiden, kan en doe ik niet. Op de meeste trams of bussen geraak ik niet. Dat is dus een gemeenschappelijk vervoer dat niet gemeenschappelijk is. Op de maan kunnen ze mensen brengen, ook in een soort rolstoel hoor, maar op tram of bus gaat dat niet zo goed, zeggen de dikke nekken, de ministers en de directeurs van die maatschappijen, die zelf nooit met het openbaar vervoer rijden. Allé, neem nu de minister, gouverneur, of de burgemeester van Antwerpen. Die staan met gouden letters vermeld dat ze de eerste steen gelegd hebben voor de metrotunnel in 1983. En in 1990 hebben die heren zelf eens in de tram gezeten, bij de opening van de tunnel naar de linkeroever! Maar er kan nog altijd geen rolstoel in hoor, en ook bijna geen enkele kinderwagen. Ik vind dat schandalig. O, in die metro zijn wel liftkokers gebouwd, heb ik gehoord, maar er zijn geen liften in gemaakt. Naar het schijnt zijn er onlangs toch enkele opstappen voorzien voor rolstoelen bij de nieuwste trams. Maar men kan er enkel in op de linkeroever en dan kan men er met een rolstoel niet meer uit, aan de meeste halten. En dus," herhaalde hij met zijn hand op de mijne, om nog meer nadruk te leggen, " is de tram niet voor ons." - "Ze hebben nu al kleine bussen gemaakt, bij ons in België, waar gehandicapten met hun rolwagen in kunnen. Die hebben een lage vloer, ook gemakkelijk voor bejaarde mensen", zei ik, in een poging om hem wat te bemoedigen. - "Dat klopt", antwoordde hij, want hij toonde zich, zoals dikwijls, goed op de hoogte. "Die kosten acht miljoen frank. Als ge nu weet dat onze burgemeester en schepenen, die overal zeggen samen met hun partijen, dat het openbaar vervoer moet geherwaardeerd worden, zelf meer dan zestien miljoen frank per jaar krijgen om dat openbaar vervoer niet te moeten gebruiken. Om, nondidikke, niet eens hun eigen chique sleeën te verslijten, maar overal, dag en nacht, in prachtige voituren van de stad, moeten gevoerd worden. Dan weet ge meteen dat ze met dat geld twee aangepaste bussen per jaar zouden kunnen betalen. Terwijl ze tevens het vervoer van gewone mensen zouden leren kennen van binnenuit, en er wat aan doen om het te verbeteren. Zo zouden ze respect verwerven ook. Maar ze verwerven liever wat anders, ja?" besloot hij, mij vragend in de ogen kijkend. Ik wist dat hij gelijk had en ik knikte, maar ik moest niets meer zeggen. Het was alsof een grote opgespaarde hoop onredelijke dingen, al te veel en al te lang binnen in dat hoopje menselijke ellende had gezeten.
- "Ja makker", zei hij, mij eveneens toeknikkend, "dat maakt dat de wereld heel klein is geworden voor mij. Juist nog het blokje rond kan ik alleen, oversteken is er voor mij niet bij". Hij zag dat ik toch wat wou zeggen maar hij was me voor. - "Ja, ze hebben hier het voetpad aangepast met van die afgeschuinde fabriekstegels. Jongen! Vorige maand probeerde ik daar af te rijden, ik wou gewoon een pint gaan pakken op de hoek aan de overkant. Ik draaide mij, zodat ik er langs achter afreed, want langs voor komen die schoepen waar mijn voet op staat, op die veel te scherpe afschuining; maar makker, ik vloog achterover uit mijn rolstoel, en 't scheelde geen haar of ik was nog eens verongelukt, nondidikke!" Hij zweeg eventjes en ik ook, wat moet ge zeggen over zoiets, nietwaar. "Nu blijf ik binnen, ik moet wel, ik heb alleen de pijn nog om altijd aan te denken. En gij, ik moet u nog bedanken om naar mijn geklaag te luisteren." Ik vond dat ik hem moest bedanken, maar wist niet hoe hem dat te zeggen...
Toen ik enkele maanden nadien daar weer moest zijn, hoorde ik zeggen dat Lowieke nooit meer zou klagen, dat ongeluk is nu helemaal gelukt. Hij is dood. Eigenlijk maar goed ook, want als hij mocht weten dat ze hier in 't stad, weer overal op bespaarden behalve op de voituren van de 'dikke nekken', zoals hij die noemde, dat zou hem zeker geen deugd gedaan hebben. Want al vervloekte hij zijn verkankerd ongeluk, hij vond de kanker van 'dikke nekken' toch nog erger.
Aardappelen, vooral als ze opgepakt zitten, hebben veel weg van uitgezakte politiekers die in 't Parlement doodstil bijeenplakken, als de regering ons weer een loer draait. Haal er een kilo uit, dat scheelt dan toch dat, schil en kook ze zonder zout maar met twee laurierblaadjes, dat kunt ge niet doen met die zetelzitters. Laat ze wat afkoelen. Doe er drie à vier eetlepels natuuryoghurt bij, een losgeklopt ei, ja met een snuifje zout, peper, veel peper uit de molen, wat geraspte nootmuskaat, een gulzig geutje tobasco en een frisse bos fijngesnipperde peterselie. De massa moet er groen uit zien, niet groenachtig maar echt en volop peterseliegroen. Stamp ze door met een aardappelstamper (niet gemakzuchtig mixen!). Snipper een ui tot flinters, tranen behoren tot het leven en betekenen niet altijd verdriet. Roerbak ze blond, niet bruin, bruin is verbrand Vlaams Belang, blond is in deze precies goed. Eigenlijk zouden we ook een recept moeten opstellen hoe we zelf willen dat een partij en politici moeten werken. Het is nu al te dikwijls zo dat velen samenklitten rond een voorzitterlijk partijprogrammake, en voor de rest uitkijken of ze geen gratis reisje kunnen versieren. Maar hup, terug naar ons program: koop een kilo kabeljauwwangen, die zijn heel goedkoop en klaargemaakt heel lekker ook. Een dikke wijting is ook goed. Kuis die zorgvuldig, ja dat vraagt wat werk, maar gij zijt toch geen Parlementslid nietwaar? Kook gaar met een snuif peper en zout, en verwijder alle graten, vel en ongerechtigheden. Met een stevige vork de vaste zuivere vis vermorzelen zodat hij, samen met de geblondeerde uisnippers, flink onder de gestampte patatjes kan gemengd worden. Amaai, dat is nogal wat hé? Maar nu zijn we er bijna. Als de puree goed gemaakt is dan kunt ge er met de handen en met inzet, meerdere handpalmgrote en bijna handdikke koekjes van fabrikeren. De specie moet nog vochtig genoeg zijn om, om en om pakkend en plakkend bekleed te worden met tarwezemelen. Zoals politieke partijen in verkiezingstijd met beloften. Zet die smeuïge beloftevolle pasteitjes voorzichtig een uurtje in de koelkast. Giet dan gul olijfolie in een diepe pan en bak de ene kant gedurende drie minuten op een niet al te hevig vuur, de andere kant (van het vuur af omkeren) mag zelfs vier minuutjes hebben. Oppassen, ik zei het al, voor aanbranden. Dien op, vergeet de politiek eventjes (die komt toch weer, net als die kat in dat Zuid-Afrikaans liedje) en knijp koleriek als was het in de pree van een minister, een halve citroen uit over die gebakjes en schransen maar. Natuurlijk doet een droog wit wijntje hierbij deugd. Proef maar, dit is prima piekfijne peterselievevis. Nadien kunt ge het leven zelfs met politiekers weer tenvolle aan.
Een woordje uitleg: u kan het kruiswoordraadsel als volgt invullen.
U plaatst uw cursor in een vakje. Dan ziet u net boven het
kruiswoordraadsel de opgave. Het rode vakje en de grijze vakjes geven
aan op welke plaats het gezochte woord moet komen. Het antwoord typt u
gewoon in. U kan doorheen het rooster bewegen met de pijltjestoetsen,
of met de muis. Als u alles correct hebt ingevuld, ziet u de foto
verschijnen van de politicus die wij zoeken.