De kern van alle dingen is stil en eindeloos. Alleen de dingen zingen. Ons lied is kort en broos.
En donker zingt mijn bloed, van heimwee zwaar doorwogen. Ik zeil langs regenbogen Gods stilte tegemoet.
Adagio Felix Timmermans
Voor zover ik mij kan herinneren heb ik de taak van de schrijver altijd in de eerste plaats gezien in het herinneren, het niet vergeten, het bewaren van het vergankelijke in het woord, het oproepen van het voorbije door liefdevolle uitbeelding.
HERMAN HESSE
Het bladerloze licht
HANNY MICHAELIS
Het bladerloze licht van een herfstdag zonder wind maakt oude mensen ontroerend mooi.
Doordat zij de worsteling met het verval al lang hebben gestaakt en spiegels niet meer vrezen, zijn zij broos geworden en doorschijnend als gesponnen glas met de zachte mysterieuze glans van zilver
ZOMER
dit is de barre tijd dat alles dorst heeft/ het is heet
... (een zon van vuur over de aarde staat en alles verzengt)
... Dit is de tijd dat vrouwen hevig zijn en mannen zwak: De Hond verlamt hun hoofd verzengt hun dij.
ALKAIOS (ca 600 V. C.) vert.Johan Boonen
Antieke Liefdespoëzie Kijken naar jou uit duizend ogen
verzameld door Patrick Lateur
De waterlelie
FREDERIK VAN EDEN 1860-1932
Ik heb de witte water-lelie lief, daar die zoo blank is en zoo stil haar kroon uitplooit in het licht.
Rijzend uit het donker-koelen vijvergrond, heeft zij het licht gevonden en ontsloot toen blij het gouden hart.
Nu rust zij peinzend op het watervlak en wenscht niet meer...
uit: van de Passielooze lelie 1901
Ernstig uur
RAINER MARIA RILKE 1875-1926
Wie nu ergens weent in de wereld, grondeloosweent in de wereld, weent om mij.
Wie nu ergens lacht in de nacht, grondeloos lacht in de nacht, lacht mij uit.
Wie nu ergens dwaalt in de wereld grondeloos dwaal in de wereld, dwaalt naar mij
Wie nu ergens sterft in de wereld, grondeloos sterft in de wereld, ziet mij aan.
Ik heb veel boeken en 's avonds... Ach je kent de beschrijvingen van het geluk evengoed als ik. We geloven erin; dat is al geluk.
Remco Campert
JOHAN DAISNE 1912-1978
Danken
In deze tijden van opstandigheid, die bruut met het verleden willen breken, die alles beter weten, maar geen teken of taal begrijpen van de eeuwigheid-- in deze tijd, eenzaam, maar niet alleen, voel ik mij geroepen om te danken, met een bedeesd geluid van blijde klanken, voor dit bestaan en zijn duizend -en- een schone geschenken,: een vader en een moeder, het oude huis, het lief, de vrouw, het kind, de buurman en de tuin, het stuifmeelpoeder waarmee de lente altijd opnieuw begint- de boeken, de muziek, de wetenschap, de schutsengel in dagen moe en slap, de moed, de arbeid en de beterschap, en van dat alles de betekenis: dat dit bestaan een zinrijk wonder is.
'k Weet diep in 't bos een koelebomenzaal, Vol ruis gewuif van linde-en meidoornmeien, Waar ranke bloemen blanke schermen spreien, Kapellen nodend tot een honingmaal.
Daar laat ik licht mijn dromen spelemeien, Bij melodie van meerl en wielewaal, Als sprokevogelen zingend zieletaal, Willen ze me op een wonder voorbereiden.
O 't sprookjeswonder, levenslang verwacht, -'t is al zo vreemdnu -zal het einlijk komen? Bij avondrood? - bij stille zilvernacht?
Vleugelgeklep voorspelt het me in de bomen, Die of 't misterie wordt volbracht, Roerloos-ontroerd door 't luistren naar mijn dromen.
Toen The chosen in Amerika verscheen (1967), werd deze eerste roman van Chaim Potok (geb.1921) onmiddellijk een succes. De indringende eenvoud van vertellen en de ongekende uitbeelding van een orthodox-joods millieu, hebben hebben hier zeker toe bijgedragen. Maar hoe toegankelijk Potoks proza ook moge zijn, alle oppervlakkigheid is hem wezensvreemd. Vragen omtrent het bestaan, conflicten tussen jodendom en 'heidendom' en de emotionele confrontatie tussen traditie en nieuwe ideeën-ziedaar de uitgangspunten van Potoks werk.
De vertaling van The Chosen biedt de Nederlandse lezers de mogelijkheid, kennis te nemen van een kleine, besloten gemeenschap van Chassidische joden in Brooklyn (New York). Hoofdpersonen zijn rabbi Saunders, en zoon Danny en diens latere vriend Reuven. De beide jongens groeien ieder in een verschillend joods milieu op en worden op navrante wijze met elkaar geconfronteerd. Reuven vertegenwoordigd in dit boek het jodendom dat openstaat voor de denkbeelden van de moderne westerse beschaving. Danny Saunders , voorbestemd om zijn vader op te volgen, wordt steeds meer tot Reuvens wereld aangetrokken. De aangrijpende wijze waarop rabbi Saunders reageert en daarin zijn wijsheid tegenover Danny gestalte geeft, maakt Potoks boek tot een werkelijk onvergetelijk boek.
De verfilming van the chosen werd eerder ook in Nederland uitgebracht.
een betoverende roman over een Zuid-Amerikaanse vrouw die haar dromen waarmaakt.
KIRSTAN HAWKIN
Kirst Hawkins studeerde antropologie aan de Edinburgh Univerity en heeft voor haar werk veel gereisd in Afrika, Latijns- Amerika en Azië. Ze heeft veldwerk verricht bij de Ashaninka-indianen in het Amazone gebied in Peru, en voor haar proefschrift verbleef ze in Bolivia. Zij werkte als docente en is nu ontwikkelingswerker. Haar bijzonder debuut wordt in meerdere landen uitgegeven.
Het slaperige stadje Valle de la Virgin wordt onringd door verraderlijke moerassen en de wegen ernaartoe zijn slecht. Bezoekers komen er amper, laat staan toeristen. De zwijgzame jonge man die op een pik-uptruck is meegelifd, is dan ook het gesprek van de dag. Al snel is deze rugzaktoerist omgedoopt tot de Gringito. Na een rampzalig huwelijk met de aantrekkelijke maar volkomen onbetrouwbare man, zit Dona Ricanora met haar kinderen min of meer vastgeroest in het stadje. Haar leven is anders gelopen dan gehoopt: ze heeft niet veel van de wereld gezien. Alles wat ze nog over heeft is haar diepgekoesterde droom: de allereerste hoedenwinkel te openen in Valle de la Virgin. Die zal haar voortkabbelende bestaan van schoonheid en wat spanning voorzien. Don Bosco is al jaren Valle de la Virgins kapper en bij hem kun je immer terecht voor goede raad. Hij heeft Dona Nicanora altijd op afstand aanbeden, maar met de liefde is het nooit wat geworden en hij wil het rustiger aan gaan doen. Wanneer dan met de Gringrito de buitenwereld opeens van alle kanten het stadje komt binnenvallen, kan Don Bosco niets anders doen dan in actie komen. Onder het toeziend oog van de Gringito die vanonder de eucaliptusboom alles gadeslaat, komt Valle de la Virgin op zijn kop te staan, en lijkt voor Dona Nicnora het leven einde lijk een gelukkige wending te krijgen...
'Hoe lukt het u dat och, meneer Ibarhim, om gelukkig te zijn?' 'Ik weet wat er in mijn koran staat.' Misschien moet ik uw koran maar eens inpikken. Ook al hoor je dat niet te doen als je jood bent' ' Ach Momo, wat zegt jou dat nou, joods zijn?' 'Weet ik veel. Voor mijn vader betekent het de hele dag somber zijn. Voor mij... is het alleen maar iets waardoor ik niet iets anders kan zijn.' Menheer Ibrahim stak me een pinda toe. 'Je hebt geen goede schoenen, momo. Morgen gaan we schoenen kopen.'
In het Parijs van de jaren zestig van de vorige eeuw raakt Momo, een joods jongentje van twaalf jaar, bevriend met de oude Arabische kruidenier in de reu Bleue. Er ontrolt zich een prachtig verhaal dat de grenzen van de religie overstijgt.
Ach mooi gelaat waarin de ogen straalden, ach tred en houding, sierlijk en vol kracht. Ach stem die harde harten heeft verzacht en 't beste in de mens naar boven haalde!
ach lieve glimlach die mijn lot bepaalde en mij een dodelijke wond toebracht! Verheven ziel, bestemd tot grote macht als u in beter tijden naar ons daalde!
U ben de vlam die mij heeft aangedreven, u bent de adem die mij leven doet. Nooit zal ik dit verlies ten boven komen.
De laatste dat ik u zag bij leven, hebt u mijn hoop met tederheid gevoed. De wind heeft onze woorden meegenomen.
Klaprozen, korenbloemen, barstensvolle goudgele aren streelden mijn gezicht. Groengouden vliegen zoemden een gedicht. Rood liet het ooft de appelwangen bollen.
Zomernachtdonker is gesmolten licht. Niet bang zijn voor kabouters en voor trollen. Ze komen 's nachts het grasveld voor je rollen. Allen een dom kind houdt zijn ogen dicht.
Zullen we dit soort zomers nooit meer zien? Ging dan het paradijs voorgoed verloren omdat wij aan de wereld toebehoren? Huil niet, huil niet, de hemel zal misschien een zolder in een huis zijn zonder zorgen. Daar hebben ze die zomers opgeborgen.
In vroegere tijden, hoorde ik, daalden goden verliefd op sterfelijke vrouwen, uit de hemel neer. Deze dagen zijn voorbij. Het is Baishakh, het droge seizoen, een dag van uitgestorven velden en gezonken rivieren. Een boerendochter smeekt telkens weer: 'Kom, regen, kom!' haar treurende ogen, rusteloos en vol verwachting, werpen van tijd tot tijd een blik naar de lucht. Maar de regen valt niet. De wind, doof voor haar geroep, haast zich voorbij, drijft alle wolken uit elkaar en de zon likt alle vocht uit de hemel met een tong van vuur. Helaas, in deze verloederde dagen zijn de goden seniel. En de vrouwen kunnen nog enkel een beroep doen op sterfelijke mannen.
Mink is een briljant geschreven fantasie, die zich afspeelt in de dierenwereld. Met bijtende scherpzinnigheid stelt Peter Chippindale hierin de huidige maatschappij aan de kaak.
De jonge Mega ontketent een revolutie en wordt uitgeroepen tot de nieuwe leider van de minks. Het systeem van de ouderen die nergens tegen in opstand kwamen, wordt omvergeworpen: geen mink zal zich meer doelloos en zonder verzet laten afslachten. Vervolgens weten de minks uit de fokkerij te ontsnappen en komen terecht in het Oude Bos, waar hun ware agressieve aard al spoedig naar boven komt. De door Grote Klis, een konijn, geleide Bezorgde Boswachters en hun volgelingen zijn niet opgewassen tegen de roofzuchtige minks; ze vallen ten prooi aan geweldadigheid en onderdrukking.
Wanneer echter het gehate mensenras hun wereld binnendringt, besluiten de dieren hun krachten te bundelen om zich noodgewongen te keren tegen deze nog angstaanjagender vijand, die dreigt het hele bos te vernietigen.
Hoewel er zich hilarische taferelen afspelen, leidt de confrontatie tussen mensen en dieren tot een afgrijselijke climax. Daardoor stuiten de dieren op verwarrende keuzes, waardoor ieder individu zich geplaatst ziet in het hedendaagse maatschappelijke leven.
Wie of wat blijft er uiteindelijk overeind? Overwint de tolerantie en redelijkheid of zal het bos, evenals de wereld, voor altijd zijn aangetast door het huiveringswekkende nieuwe dogma van de 'Mink-doctrine'?
Peter Chippendale heeft als journalist en schrijver een aanzienlijke carrière achter de rug. In de jaren '70 was hij onderzoeksjournalist voor de Guardian; hij was de eerste journalist die wees op de onschuld van The Birmingham Six. vervolgens maakte hij programma's voor de London Weekend Television en uiteindelijk heeft hij zich, met bijzonder veel succes, volledig toegelegd op het schrijverschap.
Volgens de Portugese Media is Jose Saramago vrijdag gestorven op het Spaanse eiland Lanzarote. Hij leed aan leukemie en zou vrijdagochtend onwel geworden zijn waarna hij stierf.
Saramago won in 1998 de Nobelprijs voor de Literatuur. De overtuigde communist Saramago werd in 1922 geboren als zoon van dagloners.
Saramago verliet voortijdig het onderwijs en schopte het na veel carierewendingen tot journalist.
In 1969 sloot hij aan bij de clandestiene Communistische Partij van Portugal en nam in 1974 deel aan de Anjerrevolutie die het dictatoriale regime van Salazar deed vallen.
In 1988 Huwde Saramago met de Spaanse journaliste Pilar del Rio die ook zijn boeken vertaalde.
Saramago publiceerde in 1947 zijn eerste roman. Zijn internationale doorbraak kwam met de roman "Het jaar van de dood van Ricardo Reis" het verfilmde "Stad der blinden" en "Het evangelie volgens Jezus Christus" dat een rel veroorzaakte in het Katolieke Portugal.
Saramogo ruilde Potugal voor Het Canarische eiland Lanzarote en woonde daar tot aan zijn dood. (Knack)
In 2005 lazen wij met de leesgroep Kafkan" De stad der blinden." Hier volgen enkele bedenkingen.
Het boek is zeer goed onthaald. Niet iedereen heeft het graag gelezen, maar het heeft niemand onberoerd gelaten.
Dit boek is zeker de Nobelprijs waard.
Ik heb steeds beweerd dat een werk wààr moet zijn of minstens waar moet kunnen zijn. Ik ben bekeerd (Alex)
Ik heb spijt het boek te hebben gelezen.
Het is zoals iemand het zei, je kan het moeilijk een mooi noemen!
Nog te vaak ben ik met de verhaallijn bezig en bedoel ik met een mooi boek één waar ik me kan in vinden en waarin ik kan wegdromen. Nogmaals heb ik ondervonden hoe ver-rijkend onze leesgroep kan zijn. (Sylvie)
De uitdrukkingen benauwend, luguber, beangstigend en beklemmend kwamen regelmatig terug.
Sommigen waren op bepaalde momenten bang dat we zelf blind zouden worden, bang dat we in een zelfde situatie zouden terechtkomen.
Voor sommigen duurde het te lang voor er iets gebeurt, lange zinnen veel herhalingen.
Iemand anders vindt dat juist die lange zinnen vaart geven aan het boek
De chaos die er heerst wordt op een uitzonderlijke wijze weergegeven.
Er zijn verschillende wijzen van blindheid. Er zijn zoveel manieren van blind-zijn.
Het niet meer zien met de ogen en de innerlijke blindheid.
De blindheid van het hart, maar ook de manier om de dingen te bekijken en te zien.
Zien is voelen met het hart.
Onroerende scène: het wassen van de oude blinde
De vrouwen die zich wassen in de regen.
Blindheid brengt kilte: "Zien is begrip opbrengen, is voelen met het hart.
Bij de gangsterbendeis de echte blinde de ziende
De rode draad in het boek is: in nood komt het beste en het slechtste in de mens naar boven.
Er komt veel slechtheid maar ook veel goedheid aan bod:
p 136 Ikkan me niets erger voorstellen dan wat we hier meemaken ik ben bang dat het kwaad geen grenzen kent
Iemand vindt het boek weinig poëtisch maar sommige delen bewijzen het tegendeel
Opvallend is het niet gebruiken van namen, maar van omschrijvingen:
De oogarts; de man die eerst blind wordt het meisje met de zonnebril; de vrouw van de oogarts; de oude man
Opvallend is de rol van de oude man die later naar het asiel komt
hij is eigenlijk een troost voor de inwonende:
Het is buiten eigenlijk nog slechter dan hier.
De vrouw van de oogarts is een sterke vrouw.
zij heeft erbarmen
kan begrip opbrengen
De gemeenschap van de oogarts met de jonge vrouw moet men zien in de context van het ganse gebeuren. Het is een gebaar van mededogen en van de vrouw van de oogarts en van de jonge vrouw.
De vrouw is bewonderenswaardig, zij kan enkel volhouden langs de gesprekken met haar man
Zien brengt verantwoordelijkheid mee.
Zij moet de beslissen - beslissen brengt risico mee
De reactie van de regering is er een van onmacht en paniek;
men reageert nog op epidemieën zoals in de middeleeuwen (pest cholera melaatsheid).
Men stoot deze mensen uit de gemeenschap.
Macht wordt altijd misbruikt.
Deze blindheid is een sociaal probleem. Er moet georganiseerd worden.
Het leger blijft het gebouw bewaken: bevel is bevel en moet uitgevoerd worden.vb op gezette tijden eten bezorgen.
p151 toen de autoriteiten de blinden vingen en hier heen overbrachten, weigerden ze rekening te houden met humanitaire overwegingen, de wet, zo zeiden ze, is voor iedereen gelijk en democratie is onverenigbaar met voorkeursbehandelingen
De schrijver leert ons ook iets over de relativiteit van cultuur en beschaving:
Iedere cultuur heeft dezelfde primaire behoeften maar iedere cultuur heeft zijn eigen uitingsvormen.
Iedereen wenst een menswaardig bestaan.
p154 Men kan zich dus de woede en opstandigheid voorstellen en tevens hoe pijnlijk ook, maar feiten zijn feiten, de angst van de overige zalen, die zich al bestormt zagen door de hongerlijders, terwijl ze zelf heen en weer werden geslingerd tussen de klassieke verplichting tot menselijke solidariteit en gehoorzaamheid aan het oude en niet minder klassieke gebod dat naastenliefde welbeschouwd bij jezelf begint (houding tav derde wereldlanden)
groep - reclameren -oproer
gevolg strafdrie dagen geen eten
daarna mindere dosis
oproer-oorlog-meer armoe
Tijdens oorlogstijden gelden andere normen zie de moord met de schaar
Wie kan nogjuist oordelen in zulke vernederende omstandigheden.
Het is niet het systeem die de samenleving kan ordenen, maar wel de solidariteit.
Men is verwonderd dat het boek geschreven is door een man.
De schrijver diept de verhoudingen en de verschillen tussen man en vrouw uit.
Het boek is een: Ode aan de vrouw.
Het zijn vaak de vrouwen die de moeilijke situaties moeten oplossen.
Bij oorlog en ontij zijn het de vrouwen die zorgen voor de primaire levensbehoeften (voedsel)
Vrouwen zijn solidair met elkaar.
na de verkrachting de betaling in natura laten de vrouwen elkaar niet los:
p169 Verdoofd, blind, zwijgend strompelden de vrouwen door de gangen, nog net wilskrachtig genoeg om de hand niet los te laten van degene die voor hen liep, de hand, niet de schouder zoals toen ze gekomen waren, waarschijnlijk zou geen van hen antwoord kunnen geven als men hen zou vragen waarom lopen jullie hand in hand, het was gewoon zo gegaan, er zijn gebaren waarvoor je niet meteen een verklaring kunt vinden, soms ook niet na lange tijd
Zeven naakte vrouwen de vrouw van de oogarts die een voor een haar zusters waste en daarna zichzelf.
Vrouwenmisbruik is van alle tijden.
p189De vrouwen herrijzen in elkaar, de eerbare in de hoeren de hoeren in de eerbare, zei het meisje met de zonnebril. Daarop viel een lange stilte, voor de vrouwen was alles gezegd, de mannen zouden de woorden moeten zoeken en wisten dat ze die niet konden vinden.
De brand.die veel slachtoffers eist is ook hun redding, zo ontdekken de overgeblevenen dat ze het gebouw kunnen verlaten.
Het is verwonderlijk hoe de mens altijd opnieuw probeert te overleven, hoe veerkrachtig hij kan zijn.
Er is veel sarcasme: vb stemming door de hand op te steken.
Het is een van de weinige boeken die een goed einde heeft.
Belang van de media/we weten en zien alles, het brengt angst bij kinderen.
De schrijver is een politiek en sociaal bewogen mens. Het boek De stad der blinden van José Saramago heeft bij iedereen heel wat gevoelens losgemaakt.
Door dit boek loopt een spoor. Het begint bij een schelpenwinkel in Oostende en het eindigt bij een graf in graniet. Op dat graf ligt een dennenappel van een zeepijn. Wie hem opraapt, zal merken dat het vanzelf Kerstmis wordt.
Reacties van de lezers:
Niet iedereen kon zich terugvinden in het boek.
Iemand vond het boek origineel, scherp, en filosofisch.
Er zit geen verhaal in het boek het zijn alleen maar beschouwingen
Sommigen konden het niet opbrengen het boek uit te lezen.
Iemand anders heeft het boek gelezen als bedverhalen, iedere avond een hoofdstukje.
Voor Oostendenaars komen er bekende mensen en plaatsen in voor.vb het beschrijven van de beiaard die 49 klokken heeft waarvan verschillende de naam dragen van een bekende inwoner van Oostende. De schrijfster vindt een denappel op het graf van haar ouders, ligt daar de oorsprong van haar zoektocht?
Het is opvallend hoe de schrijfster steeds verder graaft naar
het verband tussen een pijnboom en de zee.
Charlotte Mutsaers komt in haar boek over als verwaand en getormenteerd.
Zie ook de foto op de achterzijde van het kaft.
De schrijfster die naar eigen zeggen vaak in de spiegel kijkt is hier overmatig opgemaakt de foto is bijna karikaturaal.
We hebben het gevoel dat de schrijfster orde op zaken wil stellen, afrekenen met de vooroordelen uit haar jeugd. De schrijfster legt de link naar schrijvers die zelfmoord plegen. Wij vragen ons af of de schrijfster zelf niet in een neerwaartse spiraal zit waar ze door het neerschrijven van haar beschouwingen probeert zich te bevrijden. Zeepijn is opgebouwd uit kleine en grote voorvallen en inzichten die in de vorm van essays, verhalen, brieven en gedichten met foto's en tekeningen aan elkaar geschakeld zijn. Ze vormen allen tezamen de zoektocht van de schrijfster die via allerlei overbruggingen en labyrinten tussen de dingen die haar het meest intrigeren, pijnbomen en de zee, misschien wel op zoek is naar verzoening met de dood.
Een groots boek over verlangen en ontgoocheling, huwelijk, overspel en bedrog. Geconstrueerd als een hechte legpuzzel, een woud van symbolen, waarin het verhevenste en het banaalste elkaar afwisselen. Brouwersschrijft stilistisch meesterlijk over de vraag of het tussen man en vrouw in deze gebroken schepping ooit goed komt
In filmische scènes ontrolt zich een merkwaardig drama, waar aan het slot alle betrokkenen zich kunnen afvragen: wat waren nu eigenlijk precies de gebeurtenissen die hiertoe hebben geleid?
Is er in werkelijkheid wel iets gebeurd?
Het was een boeiende bespreking.
Enkele lezers waren er niet toe gekomen het boek uit te lezen.
Een paar mensen vonden het een mooi boek.
Anderen waren wel te vinden voor het mooie taalgebruik maar hadden wel moeite met de inhoud.
Het verhaal is zeer summier, zit verpakt in lyrische omschrijvingen, met herkenbare situaties.
Vb: receptie
Blz. 19 Ik wilde ongemerkt richting uitgang schuifelen, maar plotseling stond de hooggeleerde Möser weer voor me, zijn toga op borsthoogte bemorst met een bleek soort eetbaar gras waar een garnaaltje tussen hing. Hij dreef mij met mijn rug tegen de vitrine en stond zo dicht tegenover me dat ik zijn kleren en adem rook Terwijl het zweet van mijn wenkbrauwen lekte, beperkte ik me tot nu en dan knikken, zonder het besef van zijn betoog, dat alleen maar uit op mij inhamerend stemgeluid leek te bestaan. Met gerimpelde vinger wees hij naar de vitrine, en naar het gefacetteerde zirkoon, de verkiezelde boomstam, Het garnaaltje plakte nu op een andere plaats tegen zijn gewaad.
Alle hoofd personages komen irritant over
Het boek is eerder deprimerend, er is geen enkele gezonde relatie tussen de verschillende personages.
De liefde wordt voorgesteld al vernietigend.
Jelmer van Hoff is een zwakke persoonlijkheid met zeer weinig zelfvertrouwen.
Vanwege zijn faalangst afgekeurd als leraar geschiedenis,
leeft op een woonboot samen met zijn ziekelijke hond en zijn vrouw Paula Doorenbos.
Sinds de geboorte van hun mongoloïde dochter Hanneke is hun huwelijk uitgeblust.
Paula is arts zeer dominant en koel.Paula heeft het kind nooit kunnen accepteren
en heeft Jelmer verboden haar nog aan te raken
De geboorte van hun dochtertje vormt het breekpunt in de relatie tussen Paula en Jelmer.
Paula bezoekt haar kind nooit en zwijgt het dood.
De woonark van Jelmer en Paula die vast op een basalten onderbouw in het water lijkt te rusten, komt los en geraakt op drift, net als hun huwelijk.
Crisissituaties en ruzies gaan gepaard met noodweer, storm en watersnood.
Jelmer gaat wel op bezoek en heeft wel contact met zijn kind.
Hanneke is zijn reden van bestaan.
De hond speelt een grote rol in hun contacten.
Op de vraag, hoe het kan dat een ouder zijn gehandicapt kind kan verstoten
werd de opmerking gemaakt dat men niet te vlug mag oordelen.
Ontkenning kan een vorm van zelfbescherming zijn.
Beide ouders reageren verschillend en dat kan tot een breuk leiden in de relatie,
zoals ook in dit boek wordt beschreven.
Een gehandicapt kind is altijd een belasting voor het gezin.
Door de vele zorgen en aandacht voor het gehandicapt kind
kunnen de andere kinderen in de verdrukking komen.
Het kan gebeuren dat een ouder het gehandicapte kind gebruikt om zelf in de belangstelling te staan.
Soms kan het een band scheppen tussen ouders en de andere kinderen.
Na een gezellige nieuwjaarsbabbel en kennismaking met Olga hebben we met veel aandacht de verfilming van het boek bekeken. De film kreeg als titel The Shipping News nadien hebben we het boek en de film vergeleken.
Het boek en de film spelen zich af aan de kust van het Canadese eilandNewfoundland.
NewFoundland: (Archaïsch Nederlands:Terneuf, verbastering van het Franse Terre-Neuve.) is een eiland in de Atlantische Oceaan voor de noordkust van Noord Amerika. Het behoort tot de Canadese provincieNewfoundland en Labrador. Newfoundland wordt door de Straat van belle Isle gescheiden van het schiereiland Labrador. Het eiland heeft een oppervlakte van111.390 km². Ruim driemaal die van Nederland.
De film verschilt op vele punten van het boek. In de film heeft Quoyle maar een dochtertje en in het boek heeft hij er twee. Het ene dochtertje doet nogal gevaarlijke dingen zoals op een dak kruipen, in de film wordt hier niet over gesproken. Ook niet over de hond Warren. De film mist drie themas die in het boek erg belangrijk zijn:
-Qouyle leert dat de liefde prettig kan zijn in plaats van pijnlijk;
-Qouyle verandert van een derderangs journalist in een goede chef-redacteur;
-Bunny (het dochtertje van Quoyle) leert wat de dood is. Zij overwint haar angsten en krijgt meer zelf vertrouwen.
Hoewel de film onder Hollywood liefhebbers erg populair was, heeft hij veel kritiek gekregen in Canada, omdat hij Newfoundland extreem onnauwkeurig en beledigend af zou schilderen.
Annie Proulx (1935) was tot voor kort een volslagen onbekende Amerikaanse schrijfster, die in 1991 debuteerde met de roman Postcards, waarvoor zij als eerste vrouw de Pen/Faulkner- Award ontving. Haar definitieve doorbraak volgde in 1993 met haar tweede roman Shipping News. In de Verenigde Staten werden er meer dan 700 000 exemplaren verkocht en werd het overladen met literaire prijzen, waaronder de National Book Award en de Pulitzer Prize.
Bijna vierhonderd paginas lang giert de ijzige wind tussen de regels van het boek.
Met korte elliptische zinnetjes- een vergelijking met de stijl van Mac Carthy, een van haar favoriete auteurs, dringt zich op weet Proulx de manier van denken en converseren van die geïsoleerde samenleving tot uiting te brengen. Haar taalgebruik zit vol pakkende beelden die een situatie of personage haarscherp neerzetten. Over Quoyle collega op de krant schrijft ze:Gezicht als kwark waar een vork doorheen was gehaald.
Veel hoofdstukken beginnen met de beschrijving van een scheepsknoop uit Het knopenboek van Ashley, en zetten daarmee de toon voor wat komen gaat: de Liefdesknoop, de Wurgknoop, de Slijpende halve steek. Een ander terugkerend element zijn Quoyles gedachten in de vorm van krantenkoppen:domme man opnieuw in de fout, Verslaggever likt hielen van redacteur. Wat ook raar is, is dat ze steeds spreekt over de tante maar bijna nooit de naam van dit personage vermeldt. Proulx is op haar best als ze de verbeten strijd beschrijft die het individu vanuit zijn isolement moet voeren om zich te verweren tegen de permanente dreiging van het natuurgeweld, een thema dat binnen de Amerikaanse literatuur op een lange traditie kan steunen.
Proulx is sterk in het typeren van personen.
Qouyle is een onhandig e en ongelukkig man. Hij is journalist bij een plaatselijke krant. Hij trouwt met de eerste vrouw van wie hij houdt (Petal) maar het huwelijk is ongelukkig.
In Newfoundland ontmoet hij Wavey zij helpt hem in de groei naar zelfvertrouwen, hij wordt groter als mens, als vader en als jounralist.
Qouyle bekijkt zichzelf als een kritische buitenstaander:
-De domme man opnieuw in de fout ( 117)
-Man onverschillig voor voorouderlijk huis op puntje van de landtong. (p114)
-Man klinkt als stompzinnige dwaas.(p141)
-Verslaggever afgetuigd.(P174)
-Verslaggever lijkt magneet voor dode mensen.(p 248)
Ook De tante Agnis is zeer goed weergegeven.
Een vrouw gehard en getekend door het leven.
In de scène op de plee rekent, ze op haar eigen radicale manier, af met het verleden.
Het wekt nauwelijks verbazing te lezen dat Annie Proulx zelf al jaren lang in haar eentje in een klein gehucht, diep verscholen in de bossen van Vermont woont. Dat zij haar huis eigenhandig heeft gebouwd en genietvan de vrijheid die het isolement haar biedt. Er wordt vermoed dat zij in de figuur van de enigszins excentriek, maar ook zeer doortastende en niet kapot te krijgen tante van Quoyle aardig wat eigenschappen van zichzelf heeft verwerkt. Ook gaan haar verhalen vaak over het harde leven op het platteland.
De flaptekst
Quoyle, een onhandige derderangs journalist, werkt voor een plaatselijke krant in het noorden van de staat New York. Nadat zijn vlinderachtige overspelige echtgenote is verongelukt, weet zijn tante Quole over te halen om met haar en zijn dochtertjes het verlaten voorouderlijk huis aan de kust van Newfoundland te betrekken. De ruige streek met zijn onherbergzame klimaat stelt de weduwnaar voor nieuwe uitdagingen: hij moet een oud huis bewoonbaar zien te maken en zich als verslaggever van de scheepsberichten bewijzen in de Gammy Bird, een bizarre krant die voornamelijk aandacht besteedt aan de seksschandalen en auto-ongelukken.
De confrontatie van de trage, maar allesbehalve domme Quole met de woeste natuur en zijn contacten met de niet bepaald tamme Newfounlanders worden met groot vakmanschap, veel vaart en een aanstekelijk gevoel voor humor geschreven.
Scheepsberichten doet je ernaar verlangen in de Flying Squid te zitten, om zeehondevincurry te eten en ijsbergen op elkaar te zien botsen The Times
De lezer wordt bestookt met hemels proza vol toespelingen, herhalingen, gedurfde beeldspraak, bruuske dialogen en passage
Als de bejaarde Alice de door haar man Jules gezette koffie ruikt, staat ze op.
Dit ritueel herhaalt zich iedere dag. Tot ze hem op een ochtend levenloos aantreft in de sofa in de kamer- de koffie is nog niet helemaal door gelopen. Terwijl Jules langzaam transformeert in een beeld dat uit marmer gehouwen lijkt, haalt ze herinneringen op en zegt zedingen tegen hem die ze niet eerder heeft kunnen of durven uitspreken. Als ze vervolgens in het reine moet komen met het verdriet en het gemis waarmee ze geconfronteerd wordt, raakt haar autistische buurjongen David op onverwachte wijze betrokken bij het verwerkingsproces
De buitenkant van Meneer Jules is een ontroerend verhaal over omgaan met gemis.
Reiskoorts
Alice wil op reis, haar herinneringen achterna, weg uit de gevangenis die haar huis is geworden.
Maar ze is oud en uitgeblust na de dood van haar man en haar stapjes in de wereld liggen steeds dichter bij huis. Soms komt ze dagenlang de deur niet uit en reist ze alleen nog in haar gedachten.
Reacties van de lezers
De beide boeken werden graag gelezen.
Vooral het boekje De buitenkant van Meneer Jules heeft iedereen aangesproken.
De taal is soms poëtisch.
Van in het begin gebruikt de auteur een zeer beeldende taal:
Het tijdloze halfuurtje tussen het wakker worden en opstaan omhult Alice als een vertrouwd kledingstuk. Ze drijft in een denkbeeldige baarmoeder, dobbert een nieuwe dag tegemoet. Haar lichaam voegt zich ontspannen in de warme plooien van het bed, haar spieren en gewrichten zijn gewichtloos, haar geest leeg.
Alice heeft geleefd onder het juk van haar man. Ze ervaart zijn overlijden als een man als een stuk vrijheid.
Ze liep, behoedzaam haar voeten neerzettend, om de lederen bank heen, en ging naast haar man zitten. Dat hij van zijn eigen huisregels afweek om door de muur van glas het sneeuwlandschap in zich op te nemen, stemde haar mild. Ze kreeg daardoor zelf onverwacht een stukje vrijheid cadeau. Ze moest niet meteen in het gareel.-De buitenkant van meneer Jules. Blz9
Jules zou het bovendien niet goedkeuren als ze in haar eentje in een reisbus of een vliegtuig
stapte Hij keek haar vorsend aan vanuit zijn zilveren lijst op het dressoir. Pas toen ze de foto een halve slag gedraaid had, kon ze haar gedachten de vrije loop laten... Reiskoorts. blz. 9
Alice wordt door de ene lezer als laf ervaren. Durft enkel na de dood van Jules praten over de zaken die haar hinderen.
Iemand anders vindt haar den weer een sterke vrouw, die eigen beslissingen durft te nemen;
Als ze ontdekt dat Jules een minnares heeft, belet ze hem met haar op zakenreis te gaan: Hoe dan ook Jules, je vakantie met Olgais nooit doorgegaan, en daar heb ik voor gezorgd Ik heb hem (de man van Olga) gebeld en hem gezegd dat ik de vrouw was van de man waar zijn Olga een verhouding mee had ..De volgende dag kwam je thuis met het bericht dat je congres niet doorging De buitenkant van Meneer Jules blz. 46-48
Aan een opgedrongen vakantie bij haar zuster aan zee maakt ze kordaat een einde.
Kordaat liep Alice naar de slaapkamer. Ze legde haar koffertje op het bed het koste haar maar een paar minuten om haar kleren op te vouwen . Op straat ademde ze bevrijd de koude najaarslucht in en stapte stevig door. Haar koffertje-op-wielen volde haar als een trouwe hond. Niet één keer keek ze om Reiskoorts blz. 40.
We vragen ons af of Alicereeds een lichte vorm van dementie heeft bij het overlijden van Jules.
Haar manier van reageren op de dood van Jules is eigenaardig.
Haar inschattingsvermogen is verminderd, ze heeft weinig notie van tijd en ruimte.
Er zijn geen tekenen van verdriet.
Misschien is de belevenis van die eerste dag een vorm van verwerking.
Hij leefde, zolang zij dat wilde.. Ze moest hem nog zoveel zeggen. Het zou haar wel invallen naarmate de dag vorderde. Ze moesten haar vandaag allemaal met rust laten De buitenkant van Meneer Julesblz.20
Ook David, de autistische buurjongen helpt haar bij het verwerken van de dood van Jules.
zijn dagelijkse partij schaken met Meneer Jules was een eiland in de tijd, een witzwart geblokt toevluchtsoord . het ging hem niet om het spel maar, om de veiligheid van een zich steeds herhalende gewoonte.
David aanvaardt de dood als een gewoon gebeuren . Toen ze samen bij de bank stonden, dicht bij elkaar maar zorgvuldig vermijdend om elkaar aan te raken bekeek David aandachtig het tafereel. Toen maakte hij zich uit de schaduw van Alice los en ging naar Jules toe. Hij legde zijn hand op het versteende voorhoofd en blies zachtjes tegen het dunne haar .Meneer Jules is niet ziek. Meneer Jules is dood zei David. Tja gaf Alice toe. Dat weet ik ook wel.Blz.32
Meneer Jules is dood zei Alice zachtjes . David sloop dichterbij, Toen hij zichzelf weer in bedwang had, streelde hij met trage vingers het marmeren gezicht. Hij trok tedere sporen op het voorhoofd en de wangen als een bezwering. Meneer Jules is weg. Dit is de buitenkant van Meneer Jules zei hij .
Hij had het helemaal begrepen. Een levenloze man op een bank en een oude vrouw die daar als een voldongen feit mee omging pasten in zijn bevattingsvermogen. Er ging een zekerheid en een veiligheid van uit.blz. 61 62.
Het samen pannenkoeken eten, het slapen gaan word ontroeren mooi beschreven.
Het boek doet denken aan het boek van Dimitri Verhulst:Mevrouw Verona daalt de heuvel af.
Het boek Meneer de buitenkant van Meneer Jules heeft iedereen graag gelezen.
Het boek Reis koorts is minder indringend en is minder mooi van taal en minder poëtisch.
Lezen was mijn afleiding en genoegen, mijn troost mijn zelfgekozen verslaving lezen voor de lol, voor de schitterende stilte die je omringt als je de woorden van de schrijver hoort weerklinken in je hoofd. Paul Auster
Ik ben een god in 't diepst van mijn gedachten, maar in de bibliotheek een volontair die hunk'rend op een baantje zit te wachten en boeken uitleent met en zeker air.
Ik lever geestlijk voedsel aan mevrouwen die binnenkomen en alleen maar van de allernieuwste liefdesboeken houen, 'maar niet zo'n engerd als die Wassermann'.
Ik loop met stapels boeken rond te sjouwen en plak een etiket op Gorters Mei. Och, als nu jufrouw Jansen eens ging trouwen, dan kwam er eind'lijk eens een plaatsje vrij.
Ik ben het niet alleen, die staat te wachten achter mij staat nog een hele rij. Ik ben een god in mijn gedachten, maar niet zo heel veel in de maatschappij...
O, bij haar verliest het fakkellicht zijn kracht. Zij hangt tegen de wang aan van de nacht. Als in een ebbehouten oor een edelsteen- Een schoonheid over grenzen heen. Sneeuwwitte duif. Dat licht zo lichtelaaie. Schamel zijn haar vriendinnen. Doffe kraaien. Na deze dans wil ik haar hand aanraken- Mijn hand zal, zo onaf, de hemel smaken. Heb ik ooit lief gehed? vergeet het ogen. Al wat ik zag aan schoons was maar gelogen.