Onder moeders paraplu Liepen eens twee kindjes, Hanneke en Janneke, Dat waren dikke vrindjes. En hun klompjes gingen klik, klak, klik, En de regen deed van tik, tak, tik, Op moeders paraplu.
Toen kwam Jan de Wind erbij, Die joeg eerst heel zoetjes, Toen al hard en harder maar De regen in hun snoetjes. En Jan de Wind, die rukte en trok, En op en neder ging de stok Van moeders paraplu.
Maar Hanneke en Janneke Dat waren flinke klantjes! Die hielden stijf de paraplu In allebei hun handjes. En ze lachten blij van hi, ha, hi, En ze riepen: Jan, jij krijgt hem nie! 't Is moeders paraplu
De zon laat zich weer zien de lucht is blauw Kom uit je bed en wees happy en blij De straten zijn vol met plezier En zelfs bij de ijskraam staat een hele rij
Dansen door de straten Dat doet vandaag iedereen want de lente is in het land!