Het bekende Engelse sprookje "The three little pigs"
Lang
geleden was er eens een oude zeug en die had drie biggetjes. En omdat
ze niet genoeg had om hun te eten te geven, stuurde ze hen de wereld in
om hun geluk te zoeken.
De eerste die wegging, ontmoette een man
met een bos stro en zei tegen hem: "Alsjeblieft man, geef mij dat stro
om er een huisje van te bouwen." Dat deed de man en het varkentje
bouwde er een huisje van.
Niet lang daarna kwam er een wolf
aanlopen die aan de deur klopte en zei: "Varkentje, varkentje, laat mij
erin." Waarop het varkentje antwoordde: "Nee, daarin heb ik geen zin,
je komt er niet in!" De wolf antwoordde daarop: "Dan blaas ik maar en
dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit elkaar." En toen blies
en proestte hij, blies het huisje uit elkaar en at het kleine varkentje
op.
De drie kleine biggetjesHet tweede varkentje kwam een man
met een bos takken tegen en zei: "Alsjeblieft man, geef me die takken
om er een huisje van te bouwen." Dat deed de man en het varkentje
bouwde zijn huisje. Toen kwam de wolf eraan, die zei: "Varkentje,
varkentje, laat mij erin."
"Nee, daarin heb ik geen zin, je komt er niet in."
"Dan
blaas ik maar en dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit
elkaar," antwoordde de wolf ook deze keer. En toen blies en proestte de
wolf, en hij proestte en hij blies, en tenslotte blies hij het huisje
omver en at het varkentje op.
Het derde varkentje kwam een man
tegen met een vracht stenen en zei: "Alsjeblieft man, geef mij die
stenen om er een huisje van te bouwen." De man gaf hem de stenen en het
varkentje bouwde er zijn huisje mee. Toen kwam, net als bij de andere
varkentjes, de wolf, die zei: "Varkentje, varkentje, laat mij erin."
"Nee, daarin heb ik geen zin, je komt er niet in."
"Dan blaas ik maar en dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit elkaar."
En
de wolf blies en proestte, en blies en proestte, en hij proestte nog
eens, maar hij kon het huisje niet omver krijgen. Toen hij merkte dat
hij met al zijn blazen en proesten het huisje niet omver kon blazen,
zei hij: "Varkentje, ik weet een mooi veldje met knollen."
"Waar?" vroeg het varkentje.
"In
de tuin bij het huis van meneer Smit. En als je morgenochtend klaar
bent, kom ik je afhalen en gaan we er samen een paar halen."
"Heel goed," zei het varkentje. "Ik zal klaar staan. Hoe laat wil je gaan?"
"O, om zes uur."
Het
varkentje stond om vijf uur op en haalde de knollen vóór de wolf kwam.
Die kwam om ongeveer zes uur en zei: "Varkentje, ben je klaar?" Het
varkentje zei: "Klaar? Ik ben alweer terug en ik heb een mooie pot vol
gehaald voor het eten." De wolf werd hier erg boos over, maar hij dacht
dat hij het varkentje toch wel op de een of andere manier te pakken zou
krijgen. Daarom zei hij: "Varkentje, ik weet een mooie appelboom te
staan."
"Waar?" vroeg het varkentje.
"In het grote park," antwoordde de wolf, "en als je wilt, haal ik je morgen om vijf uur af om wat appels te gaan halen."
Het
kleine varkentje nu repte zich de volgende morgen om vier uur het huis
uit en hoopte terug te zijn voordat de wolf kwam. Maar hij moest nu
verder lopen en ook nog in de boom klimmen. Zo kwam het dat hij de wolf
aan zag komen toen hij net bezig was weer naar beneden te klimmen. En
je kunt je voorstellen dat hij erg bang werd. Toen de wolf eraan kwam,
zei hij: "Hé, varkentje, was je hier al vóór mij? En zijn het lekkere
appeltjes?"
"Ja, erg lekker," zei het varkentje. "Ik zal er
eentje omlaag gooien." En hij gooide hem zover weg dat, toen de wolf
weg was om hem op te halen, het varkentje naar beneden sprong en hard
naar huis liep.
De drie kleine biggetjesDe volgende dag kwam de
wolf weer en zei tegen het varkentje: "Vanmiddag is er jaarmarkt in de
stad. Ga je mee er naar toe?"
"O ja," zei het varkentje, "ik ga mee. Hoe laat sta jij klaar?"
"Om drie uur," zei de wolf.
Het
varkentje ging zoals gewoonlijk eerder weg en kwam op de markt aan. Hij
kocht een regenton, waarmee hij op weg naar huis was toen hij de wolf
zag aankomen. Toen wist hij niet meer wat hij moest doen. Hij kroop in
de regenton om zich te verbergen, maar toen begon de ton rond te
draaien en rolde de heuvel af met het varkentje erin. Hierdoor werd de
wolf zó bang, dat hij naar huis holde zonder naar de markt te gaan. Hij
ging naar het huis van het varkentje en vertelde hem, hoe bang hij was
geweest voor een groot rond ding dat langs hem heen de heuvel was
afgerold.
Toen zei het varkentje: "Ha, ha, ik heb je bang
gemaakt! Ik ben naar de jaarmarkt geweest en heb daar een regenton
gekocht, en toen ik jou zag, ben ik erin gekropen en ermee de heuvel
afgerold."
Toen werd de wolf toch zó vreselijk boos! Hij
kondigde aan dat hij het varkentje op zou eten en door de schoorsteen
zou komen om hem te pakken. Toen het varkentje begreep wat de wolf van
plan was, hing hij een pot vol water op en stak er een groot vuur onder
aan. En net toen de wolf door de schoorsteen kwam, nam hij het deksel
van de pot en de wolf viel erin. Toen deed het varkentje ogenblikkelijk
het deksel er weer op, kookte de wolf en at hem op als avondeten. En
hij leefde nog lang en gelukkig in zijn stenen huisje.
Jij mooi versierde kerstboom wat sta je er stralend bij Je lampjes geven een mooi licht de ballen sieren je mooie groene takken
Kinderen hebben je mogen versieren het was voor hen een ware droom ze hebben gezongen voor jou o, dennenboom, o dennenboom samen danste ze rond je en hadden enorme pret
Maar straks in het nieuwe jaar is het met je afgelopen en word je naar de brandstapel gebracht arme mooie kerstboom
Deense
families worden bezocht door de "Julemand" die ook een zak draagt en
getrokken wordt door rendieren. Zijn helpers zijn de "Julenisser", de
elfjes die op de zolderkamer wonen en die dol zijn op kinderen en
dieren. Op kerstavond wordt daarom een bakje zoete pap op de zolderkamer
gezet om de Julenisser gunstig te stemmen en ze hopen dat het leeg is
de volgende morgen.
De figuur van de Kerstman maakt in Nederland en België nog maar kort deel uit van de kersttradities, maar hij heeft inmiddels een prominente plaats verworven op kerstkaarten, in etalages, in kerstmuziek en elders. De meest gebruikte verbeelding is een figuur uit de Verenigde Staten, die teruggaat op Sinterklaas, die door Nederlandse kolonisten werd meegenomen naar Noord-Amerika.
In Nederland ondervindt de Kerstman tegenstand van Sinterklaas-aanhangers, omdat deze mensen vinden dat de Sinterklaastraditie in stand moet worden gehouden en dat een tweede kindervriend niet nodig is
Voor veel mensen is kerstmis het
belangrijkste feest van het jaar. Midden in de winter vieren ze het
feest van het licht. Ze branden kerstkaarsen, geven elkaar kerstcadeaus,
zingen kerstliedjes onder de kerstboom en zitten urenlang aan het
kerstdiner.
Christenen vieren dat tweeduizend jaar geleden Jezus
werd geboren in een stal. Katholieke mensen zetten daarom van oudsher
een stalletje met Maria, Jozef en het kindje Jezus neer. De os en de
ezel, herders en schapen, engelen en koningen mogen ook meedoen.
IJslanders hebben een kerststal vol trollen. Die trollen brengen in de kerstnacht cadeaus. Uit Amerika komt de kerstman: Santa Claus. Rendieren trekken zijn arreslee vol geschenken door de lucht. Franse en Portugese kinderen zetten hun schoen onder de boom. De Franse kerstman heet Père Noël, de Finse heet Joulupukki. De elfjes heten daar Joulutonttu.
Sommige
Oostenrijkse kinderen geloven in het Christelkind: een bloot jongetje
dat cadeautjes brengt. Amerikaanse en Engelse kinderen hangen onder de
schoorsteen een lange sok die ze graag helemaal gevuld zien. In Engeland
maken mensen een kerstkrans aan de deur vast en gaan de kinderen langs
de huizen om kerstliedjes te zingen. In de woonkamer hangt een bos
mistletoe en als je daar onder staat, mag je elkaar zoenen. In Mexico
hangt een piñata aan het plafond. Dat is een versiering in de vorm van
een dier. Geblinddoekt moet je proberen met een stok de piñata stuk te
slaan. Het sneeuwt dan snoep en speelgoed. Of als je pech hebt, regent
het water of papiersnippers.
Kerstmis is ook het feest van vrede op aarde. Mensen leggen hun ruzies bij en soms stoppen soldaten eventjes met schieten
De dagen voor Kerstmis zijn donker en grijs Maar als je naar buiten kijkt merk je dat niet Omdat je haast overal lichtjes ziet Mooie versierde bomen Een slee met flikkerende lichtjes Een ster voor het raam Het is niet zo donker en koud meer Als je al die gezellige lichtjes ziet
Het geven van geschenken rond Kerstmis gaat terug op oude tijden, maar in Nederland was lange tijd vooral het sinterklaasfeest het geschenkenfeest. De Kerstman leek eind twintigste eeuw Sinterklaas te gaan verdrijven. Zover is het niet gekomen, maar velen geven elkaar (ook) met Kerstmis geschenken. Deze gewoonte heeft geleid tot kritiek dat het feest al te commercieel zou zijn geworden. In veel bedrijven is het kerstpakket een traditioneel bedankje voor het werk verricht in het afgelopen jaar.
De Kerstman is een afstammeling van Sinterklaas en wordt ook in verband gebracht met kabouters (Nisse of Tomte), zoals Sinterklaas op Sint Nicolaas, bisschop van Myra, teruggaat. Het Sinterklaasgebruik is meegenomen door emigranten naar Amerika. In Amerika werd Sinterklaas Santa Claus. De Kerstman heeft ongeveer dezelfde gebruiken als Sinterklaas, zoals cadeautjes geven, een lange baard en een rood pak, maar hij is inmiddels ontdaan van alle religieuze symboliek.
De Kerstman ontstond in de ons bekende vorm in de Verenigde Staten, eind negentiende eeuw en raakte door de reclame van Coca-Cola wereldwijd verspreid. Zo kan het zijn dat in beeltenissen de Kerstman nog een groen pak droeg, terwijl de Amerikaanse Santa Claus tegenwoordig uitsluitend rode met witte kleding draagt (zoals het logo van Coca Cola). Santa Claus heeft nog wel een (vliegende) arrenslee getrokken door rendieren en wordt geholpen door elfjes op de Noordpool.
In vele landen heeft de commerciële kerstman (Santa Claus) de oorspronkelijke Kerstman echter niet verdrongen, denk aan de Joulupukki in Scandinavië of Father Christmas in Engeland. Hier zijn voorchristelijke elementen nog duidelijk in het kerstgebruik aanwezig. Het is ook zeker niet zo, dat de Kerstman over de hele wereld verspreid rood met witte kleding draagt. De Kerstman draagt in veel landen nog blauwe, gouden of groene (of nog een andere kleur) kleding.
In Oostenrijk en Duitsland komt niet de Kerstman maar het Christuskind . Deze brengt op 24 december cadeautjes. Het Christuskind is door Maarten Luther uitgevonden omdat hij niet aan de heilige verering mee wilde doen waar het Sinterklaasfeest naar verwijst. Opvallend is dat tegenwoordig juist alleen in het katholieke gedeelte Christuskind wordt gevierd. Terwijl de oorspronkelijke gedachte was dat het Christuskind geschenken geeft zoals Hij dat ook met zijn leven heeft gedaan, heeft de laatste 50 jaar de figuur van het Christuskind een gedaanteverwisseling meegemaakt. In plaats van het onzichtbare Christuskind is het geworden tot een engelachtige figuur. De laatste jaren heeft Christuskind te lijden onder de aanhoudende amerikanisering van de Kerstman. Zodoende is er een vereniging pro Christuskind ontstaan die de Kerstman wil bestrijden.
In
de zestiende eeuw bracht een handelaar enkele kalkoenen mee uit
Amerika. De vogels werden meteen populair. Het vlees was lekker en
andere dieren, zoals kippen en koeien, waren levend veel nuttiger. Een
kip was toen bovendien heel duur.
Sir Henry Cole zag er elk jaar met Kerstmis tegenop al zijn
familieleden, vrienden en kennissen handgeschreven brieven te sturen .
Omstreeks 1840 vroeg Cole aan de Britse schilder John Callcott Horsley,
een kerstkaart voor hem te ontwerpen. Horsley leverde die
kerstkaart af in november 1843 en Cole liet met behulp van lithografie
duizend kerstkaarten drukken op stevig karton en daarna met de hand
inkleuren. De schatting is dat er van de gedrukte exemplaren van deze
kaart nog
slecht dertig intact zijn. De kaarten werden in 1843 voor één shilling
per stuk verkocht. In het midden van de negentiende eeuw was dit een
gemiddeld weekloon.
Sir Henry Cole, wiens familie op de kaart is afgebeeld, wilde met de
opbrengst van de kaartenverkopen de armen in Londen prettige kerstdagen
bezorgen. De kaart werd onder andere te koop aangeboden aan de lezers
van het tijdschrift Felix Summerly's Home Treasury. De afbeelding werd
niet door alle lezers gewaardeerd. Men vond het niet zo kies dat er ten
bate van de armen een welgestelde, proostende familie werd afgebeeld.
Ook vond men het niet netjes dat er kinderen op de prent zijn te zien
die wijn drinken.
In de jaren zestig van die eeuw werd een goedkopere manier ontdekt om
kleuren te drukken, waardoor het mogelijk werd kerstkaarten veel
goedkoper aan te bieden. Toen kwam er in 1870 een speciaal posttarief
voor kaarten: zegels van een halve penny. Nu werd men echt overspoeld
met kerstkaarten, waarvan er veel heel gedetailleerd waren ontworpen. Ze
werden zo populair en schonken zoveel plezier dat er onvermijdelijk
protesten tegen kwamen. Een boze brief aan The Times in 1877 noemde de
kerstkaarten ronduit 'een sociaal kwaad'. Ze waren echter niet meer te
stoppen en vandaag de dag worden er elk jaar in december miljarden
kerstkaarten verstuurd.
Een
kerstboom is een naaldboom die traditioneel rond kerstmis in huis wordt
gehaald om versierd te worden met kaarsjes, ballen, slingers,
engelenhaar, uiteenlopende decoratieve figuren (engelen, rendieren,
pakjes... ) en eventueel een piek. De traditie van de kerstboom is
allengs uitgebreid tot verlichte en versierde bomen op pleinen en in
parken, straten en tuinen.
De
kerstboom gaat terug op een voor-christelijk, ook wel "heidens"
vruchtbaarheidssymbool. De groenblijvende boom vertegenwoordigt daarin
de vernieuwing van het leven.
In
veel gemeenten wordt een grote verlichte kerstboom neergezet, meestal
op een markt, plein of andere centrale plaats in de stad of het dorp.
* Afrikaans: Geseende Kerfees en 'n gelukkige nuwe jaar * Baskisch: Gabon Zoriontsuak eta urte berri on * Deens: God jul og godt nytår * Duits: Fröhliche Weihnachten und ein glückliches Neues Jahr * Engels: Merry Christmas & a happy New Year * Ests: Häid jõule ja Head uut aastat * Fins: Hyvää Joulua ja Onnellista Uutta Vuotta * Frans: Joyeux Noël et Bonne Année * Italiaans: Buon Natale e Felice Anno Nuovo * Nieuwgrieks (Ελληνικά): Καλά Χριστούγεννα και ευτυχισμένος ο Καινούριος Χρόνος * Pools: Wesołych Świąt i Szczęsliwego Nowego Roku * Portugees: Boas Festas e um feliz Ano novo * Russisch: С Новым годом и с Рождеством Христовым! * Spaans: Feliz Navidad y Próspero Año Nuevo * Vietnamees: Chúc mừng Giáng Sinh * Zweeds: God Jul och Gott Nytt År
Ik heb een wens voor iedereen Een mooie Kerst met lieve mensen om je heen. Mensen die van je houden om wie je bent In wie je een stukje van jezelf herkent. Laat merken dat je om die mensen geeft. Dat je samen met hen iets moois beleeft. Geniet van de warmte die dat alles brengen kan. Prettige feestdagen.
Voor
veel mensen is kerstmis het belangrijkste feest van het jaar. Midden in
de winter vieren ze het feest van het licht. Ze branden kerstkaarsen,
geven elkaar kerstcadeaus, zingen kerstliedjes onder de kerstboom en
zitten urenlang aan het kerstdiner.
Christenen vieren dat
tweeduizend jaar geleden Jezus werd geboren in een stal. Katholieke
mensen zetten daarom van oudsher een stalletje met Maria, Jozef en het
kindje Jezus neer. De os en de ezel, herders en schapen, engelen en
koningen mogen ook meedoen.
IJslanders hebben een kerststal vol trollen. Die trollen brengen in de kerstnacht cadeaus. Uit Amerika komt de kerstman: Santa Claus. Rendieren trekken zijn arreslee vol geschenken door de lucht. Franse en Portugese kinderen zetten hun schoen onder de boom. De Franse kerstman heet Père Noël, de Finse heet Joulupukki. De elfjes heten daar Joulutonttu.
Sommige
Oostenrijkse kinderen geloven in het Christelkind: een bloot jongetje
dat cadeautjes brengt. Amerikaanse en Engelse kinderen hangen onder de
schoorsteen een lange sok die ze graag helemaal gevuld zien. In Engeland
maken mensen een kerstkrans aan de deur vast en gaan de kinderen langs
de huizen om kerstliedjes te zingen. In de woonkamer hangt een bos
mistletoe en als je daar onder staat, mag je elkaar zoenen. In Mexico
hangt een piñata aan het plafond. Dat is een versiering in de vorm van
een dier. Geblinddoekt moet je proberen met een stok de piñata stuk te
slaan. Het sneeuwt dan snoep en speelgoed. Of als je pech hebt, regent
het water of papiersnippers.
Kerstmis is ook het feest van vrede op aarde. Mensen leggen hun ruzies bij en soms stoppen soldaten eventjes met schieten.
Voor de liefste van de liefsten bracht de Sint van overzee echt het beste van het beste op zijn reis naar hier mee schepen boordevol geschenken grote pakjes en ook klein maar deze pakjes kunnen alleen van jullie zijn !
O...kom eens kijken wat ik in mijn schoentje vind Alles gekregen van die beste Sint Een pop met vlechten in het haar een snoezig jurkje kant en klaar O...kom eens kijken wat ik in mijn schoentje vind Alles gekregen van die beste Sint
Sinterklaas is weer in het land! dat las ik vandaag in de krant. hij komt weer cadeautjes brengen, maak je maar geen zorgen. het wordt alvast een hele mooie tijd, dat is zeker feit! maar dan gaat hij weer terug, wat gaat de tijd dan vlug! maar zover is het nog niet, daarom zingen we nog geen afscheidslied.
De kleding van Sinterklaas is duidelijk
afgeleid van die van een bisschop, inclusief de pontificalia, maar bevat
enkele opvallende afwijkingen daarvan, en Sinterklaas is daardoor
duidelijk te onderscheiden van een echte bisschop. Opgemerkt dient te
worden dat de kleding van Sinterklaas vaak om praktische redenen
eenvoudiger is uitgevoerd dan hier beschreven.
Wat bij
Sinterklaas doorgaans een tabberd of tabbaard wordt genoemd, is in de
katholieke liturgie de soutane of toog/toga: een lang priesterkleed dat
bij bisschoppen paars is. De eigenlijke soutane heeft 33 knoopjes,("33"
verwijst naar het aantal levensjaren van Christus) maar bij Sinterklaas
is deze vaak eenvoudiger uitgevoerd. Wanneer de Sint gaat paardrijden,
draagt hij vaak een tot broekrok vermaakte tabberd. Over de tabberd
draagt de Sint een albe. De albe is met kant afgezet en eindigt tussen
knieën en enkels. Op de albe draagt de Sint over zijn schouders een rode
stola. Om deze op zijn plaats te houden, draagt Sinterklaas vaak een
cingel (koord met kwastjes aan het einde) om zijn middel. Een van de
grootste en opvallendste paramenten is de rode koormantel. Deze mantel
draagt Sinterklaas over alle andere kledingstukken heen. Het is een
wijde rode lap die vanaf de schouders tot bijna op de grond hangt en aan
de voorkant met een ketting en twee haakjes wordt vastgemaakt. De
mantel heeft meestal ook nog een kap met mooie gouden franjes eraan. De
mantels van Sinterklaas zijn allemaal met goud en band versierd. De
binnenkant is goudgeel of wit.
Op zijn hoofd draagt Sinterklaas
een rode mijter. Deze wijkt zowel qua vorm als kleur enigszins af van de
mijters die bisschoppen thans dragen: rode mijters worden in de
Katholieke Kerk niet gedragen. Meestal zijn ze wit of een andere
basiskleur met een bij de gelegenheid passende versiering. Ook de
kromstaf is van oorsprong een waardigheidsteken van een bisschop dat
afkomstig was van de Etrusken. De staf van Sinterklaas heeft wel een
duidelijk andere vorm dan die van een bisschop: de krul is groter en
steekt aan beide zijden van de staf uit. De krul is een symbolische
slang, teken van wijsheid en oneindigheid, die uitloopt in een verticale
lijn naar beneden, de afdaling van geest of wijsheid naar aardse
sferen.
Verder draagt hij meestal zwarte schoenen, lange witte
handschoenen, soms paarse. Om zijn ringvinger draagt hij een gouden
bisschopsring met een robijn erin. Deze hoort traditioneel om de
rechterringvinger, maar vaak draagt Sinterklaas hem links zodat hij met
het handen geven niet zo in de weg zit.
Op de hoge hoge daken Zit Sint met zijn pieten Hoor de kinderen beneden zingen Piet zegt we moeten naar beneden springen Dat is hoog zegt de Sint Ik breng mijn paardje eerst naar de stal Piet begrijpt de hint Jullie Pieten gaan de kinderen maar verwennen Kijk wie lief is geweest Pieten gluren door het raam En zien daar kinderen zingend staan Opeens een geroffel op het raam Zou de deur nog open gaan Piet gooit het snoepgoed in het rond Kinderen vallen op de grond Er wordt nog harder gezongen Sinterklaasje kapoentje Gooi wat in mijn schoentje Gooi wat in mijn laarsje Dank je Sinterklaasje
Sinterklaas leefde in de vierde eeuw en was
bisschop van Myra in Klein-Azië (Turkije). Al twee eeuwen later was de
verering in Klein-Azië en Rusland opmerkelijk groot.Men vereerde hem om
zijn goedheid en vrijgevigheid.De verering in het westen is van latere
datum. Ze is te danken aan het feit dat Italiaanse zeelieden in 1087
zijn stoffelijk overschot vanuit Myra overbrachten naar het
Zuid-Italiaanse stadje Bari. Zij deden dit om het te redden uit de
handen van de Saracenen. Vanuit Italië kwam de verering naar Noord-Europa. Sint Nicolaas is de beschermheilige geworden van schippers en kinderen
Rond
de heilige Nicolaas hebben zich veel plaatselijke legenden gevormd.
Aan de vooravond van zijn feest is in veel gezinnen 'pakjesavond': men
geeft elkaar geschenken. Deze gaan vergezeld van gedichten, waarin
bepaalde eigenschappen of gebeurtenissen uit het afgelopen jaar
aangehaald worden. In gezinnen met jonge kinderen of kleinkinderen
bestaat nog wel het gebruik dat een familielid of een vriend voor Sint
Nicolaas speelt en iets zegt over de goede en minder goede dingen die de
kinderen gedaan hebben. Uit een grote zak verdeelt hij cadeautjes en
snoep. Vroeger kregen de kinderen ook een tikje met een roe. Het was
oorspronkelijk een gebaar van zegening: de roe beloofde, als de levende
tak, bij aanraking vruchtbaarheid.
Tegenwoordig
lijkt het feest van Sint Nicolaas vaak nog slechts een commerciële
bedoening. Het gaat enkel nog maar om de cadeautjes en het snoep en
volstrekt niet meer om de herinnering aan een goedgeefse heilige. De
oorsprong van Zwarte Piet is niet zo duidelijk: is hij de overwonnen
duivel? Een moorse slaaf? Of is hij niets anders dan het symbool van het
kwade, de tegenpool van Sint, die het goede vertegenwoordigt? Piet
luistert immers stiekem aan de schoorsteen en onthoudt alle slechte
dingen van de mensen om ze vervolgens aan Sint mee te delen, opdat deze
het goede kan belonen en het kwade kan bestraffen.
Sinterklaas
wordt voornamelijk in Nederland en België gevierd, maar ook onze
landgenoten in het buitenland worden niet vergeten in december
Vanavond Zag ik een sterretje, heel hoog in de diepe nacht Het leek mij of het van zilver was en dat het twinkelde, dat het het lichtje van een wereld was die ik niet kende, maar wel graag zou leren kennen
Weet je wat ik je wil vragen, lieve Sint ? Wel . Geen speelgoed, geen snoep of klatergoud maar
Pluk zon sterretje uit het firmament voor mij, asjeblief Ik zal het bewaren in mijn hart, het koesteren en laten schitteren, om onze koude wereld wat te verwarmen, om haar wat licht, wat liefde te schenken