Een klein meisje wandelde dagelijks naar school en weer naar huis. Al zag het weer er deze dag twijfelachtig uit, en vormden zich dikke wolken, toch maakte zij haar dagelijkse trip naar school.
In de loop van de namiddag nam de wind toe, en begon het te onweren.
De moeder van het meisje werd bezorgd, dat haar dochtertje bang zou zijn, als zij door dit weer naar huis moest komen; en ze vreesde dat haar kind iets zou overkomen.
Gevolgd door de donder, sneed de bliksem als een vlammend zwaard door de hemel.
Vol zorg stapte zij in haar auto en reed haar kind tegemoet. Toen zag ze het meisje wandelen;
Bij elke bliksemflits stopte het kind, keek op en glimlachte.
De bliksems volgde elkaar snel op nu; Het meisje keek naar de flits en glimlachte, elke keer opnieuw.
De moeder stopte haar auto naast haar dochter en vroeg: "Wat ben je aan het doen, waarom stop je altijd"?
Ik probeer er mooi uit te zien God blijft maar fotos nemen van mij.
|