Dinsdag 26 december 1961.
Oproep van de gerechtelijke diensten aan de Kortrijkse bevolking. “Een meisje die tussen 12.30 en 13.00 uur in de Innovation een kluw wol van rode kleur kocht, wordt verzocht zicht bij de politie te melden”. Een kind zou er inderdaad op die dag een kluwen wol hebben aangekocht de verkoopster Georgette Hugo kon niet met zekerheid verklaren dat het eventueel om Magda ging…niemand bood zich aan.
De familie heeft inmiddels beroep gedaan op een pendelaar en een helderziende welke beweerden dat het kind in een grootwarenhuis was geweest langs de Doorniksewijk.
Er word beroep gedaan op de beroemde speurhond Royland en zijn begeleider Reddy Thoman uit Amsterdam (Nederlandse reddingshondenbrigade), welke belangloos deelnemen aan het onderzoek . Deze zal meerdere keren op diverse dagen worden ingezet. Om 10.00 uur laat men de hond de geur opnemen van kledij van Magda. De hond vertrekt aan de woning, via de tunnel aan de Aalbeeksesteenweg naar de centrum van stad. Via een omweg speurt de hond tot aan de Innovation. Het dier krabt aan de glazen ingangsdeur om vervolgens naar de wol-stand te lopen en er een kluw wol in de muil te nemen (dixit : Het Volk)
In de namiddag wordt de hond naar Bellegem bos gebracht omdat een helderziende beweert dat het kind die richting uitging. Na één uur worden de opzoekingen gestaakt.
Er wordt niet uitgesloten dat Magda ver van de Leiestreek kan gevonden worden, eventueel ook in Noord Frankrijk. De Franse TV zend een programma uit aangaande de verdwijning, er is een grote belangstelling van de binnen en buitenlandse pers.
De speurhond en zijn begeleider op diverse terreinen en in de Innovation.
Aan de woning van Magda met de onderzoekers, in de deuropening van de bakkerij staat de moeder van Magda.
Woensdag 27 december 1961
Kortrijk wordt overspoeld door buitenlandse verslaggevers die een deel van het nieuws willen oppikken. De speurtocht gaat verder. Tientallen personen worden verhoord, huiszoekingen worden verricht.
Krantenkoppen doorheen de gebeurtenissen.
Donderdag 28 december 1961
De privé detective René Debergh (°1925) uit Wevelgem bood zijn diensten aan en liet zich 5000 frank uitbetalen voor de opsporing, hij zegde te werken in opdracht van het parket. Betrokkene bleek echter een oplichter te zijn en werd enkele dagen later aangehouden en diende op 24.01.1962 voor te komen bij de Onderzoeksrechter. Hij betaalde het bedrag terug en kreeg de gepaste veroordeling.
Inmiddels werd eveneens een landloper als verdachte aangehouden en na verhoor overgebracht naar de gevangenis, hij bleek niets met de verdwijning te maken te hebben.
Noch de Politiediensten, noch de speurhond, noch pendelaars en helderzienden konden hulp bieden naar de verdwijning toe. Inmiddels werden 160 Pv’s opgemaakt waaronder 80 voor huiszoeking, controle alibi’s en andere onderzoeksdaden.
Gedurende het volledige onderzoek kwamen stapels brieven binnen van helderzienden, pendelaars, handelaars, maar ook van gewone mensen welke hun diensten al dan niet belangloos aanboden.
Een plan werd uitgedokterd om alle puin in de omgeving opnieuw te doorzoeken. Tijdens de opzoekingen bevinden agent Frans Sinnaeve en een collega zich op een puinhoop op de hoek van de Pieter Tacklaan en de Bloemistenstraat, achter een houten afsluiting. Tijdens het zoeken worden ze echter teruggeroepen omdat ze buiten hun toegewezen territorium zochten. Ze waren op enkele meters van het lijk !
Links Onderzoeksrechter Desmet, leden parket en rechts Commissaris Mannekens.
Onderaan rechts Commissaris Desmet.
Nieuwe helderzienden en pendelaars bieden zich verder aan.
In de verlopen dagen ontstaat er een aaneenschakeling van valse geruchten. Zo zou het meisje reeds gevonden zijn nu eens te Moen dan eens te Zwevegem, ook aan de Kortrijkse Beverlaai. Ze zou gezien zijn te Saintes in Frankrijk in gezelschap van een man, dan eens van drie Noord Afrikanen. Alles wordt onderzocht zonder resultaat.
Meer dan tweehonderd Rijkswachters van de Mobiele Groep van Gent, gewapend met pieken en houwelen doorzoeken de streek. Voor het stadhuis staan diverse politievoertuigen en vrachtwagens die de opzoekingen coördineren. In twintig groepen wordt gezocht op braakliggende terreinen en bosjes te Menen, Moeskroen, Marke, Avelgem, Kortrijk, Dottenijs, Anzegem, Harelbeke enz. Ook de oevers van de Leie worden onder de loep genomen, terug alles zonder resultaat. De omgeving van het kasteel van Bethune in Marke krijgt bijzondere aandacht. De groep Rijkswachters blijft een viertal dagen bezig met de opzoekingen.
Rijkswachters van de Brigades en Mobiele eenheden leveren bijstand.
|