We proberen de bronnen welke we gebruiken terug te geven bij elk onderwerp, mochten er opmerkingen zijn worden deze aangevuld op aanvraag of worden de publicaties verwijderd.
GROTE MARKT - GRAANMARKT IN 1858 - 1899 EN VANDAAG
1858
Rechtsonder de oude of kleine lakenhalle (1411) gebouwd omheen het Belfort (1307). Omstreeks 1550 omgebouwd tot een 22 tal huizen met gezamenlijke binnenkoer, herbouwd in 1717 naar merendeel winkels.
Linksonder de huizen op Grote Markt Met in de laatste eeuwen benamingen :
16e eeuw Het Ketelken - 1913 Café Central – Café De La Paix – De Mussche -
De Peckepint - Den Cleynen Ovaere – Vanaf eeuwwisseling 1800-1900 Magazijn Der Beurs – Later Grand Bazar.
Midden rechts Grote Markt met Hoekhuis met Graanmarkt Jaren 1900 – Au Grand Bazar National – Gudul - Fotowinkel - Lindo en Etam in 2020 Frituur Pita…
Graanmarkt – Winkel De Goede Vrouwe – Restaurant en café De Zon. Andere zaken door de jaren heen waren : herberg De Hesp, na de oorlog winkel, dan Famibank, nu Asap.be interimkantoor - Center Broel Hotel gebouwd na WO2 door samenvoegen van twee percelen :17e eeuw ’t Kasteel van de Mooren – Van 1968 tot na WO1 café Rubens - 17e eeuw huis De Wingaerd .
Nr. 18 – 16-18e eeuw huis De Drye Leeuwen.
Hoekhuis Jan Persijnstraat 18 e eeuw paardensmederij, begin 1900 tabakswinkel en sedert 1919 bloemenwinkel D’Haene - Aan het einde van de Graanmark lag de herberg De Stuykmande, het gerucht deed de ronde dat er in een van de muren een schat was verborgen, soms hoorde men rare geluiden als van zuchten. Bij het afbreken in 1841 werd …niets gevonden.
In de achtergrond de streek van Bissegem en de Leie.
Bronnen
Beeldbank – Nat BIB Bxl – Archief turbo
1899 - De Kleine Hallen zijn in volle afbraak, enkel het Belfort zal blijven staan. In de diepte ziet men dat inmiddels meer bebouwing is (onder).
Oude of Kleine Lakenhalle gebouwd omstreeks 1411 , Lakenhalle , winkels en woningen omheen het Belfort, afgebroken in 1899.
In het Belfort
Woning nr.52.
1633 – 1698 - 1707 - 2 huizen De Cleene Drake - Den Rooden Hoet.
De Apotheek Verrue moet er nog geweest zijn.
1890 – Café Het Belfort.
A La Tête d’Or
Woning nr. 53.
Hoekhuis Rijselsestraat
1400 - Den Cop
1630-1714 - Den Gouden kop
1775 - Den Grooten kop
1780 - Den Cop
1900 - Estaminet – A La Tête D’Or
1953 - Heropgebouwd als Hotel Belfort en Bistro Kopke
2020 - Nieuwbouwappartementen.
Rijselsestraat nr. 4
19e eeuw – In de Paternoster.
Winkel van messen en Paternosters.
Geboortehuis van Julien Liebaert (Minister Liebaertlaan)
1930 – Sportwinkel Tigris (uitgebreid met naaste woning nr. 2)
Later diverse handelszaken waaronder ’t Vierspit en nu een winkel voor kunstnagels.
Leiestraat nr.1
De Raadskelder, vroeger Het Kelderke en Café Des Voisins. Was toen alleen toegankelijk via de Leiestraat. Gerestaureerd en vergroot in 1981 en terug geopend met toegangsdeur aan de Grote Markt.
Deur Lantaarnaanstekers
Deur waar de Kortrijkse lantaarnaanstekers (gasverlichting) hun gerief en ladders in onder brachten.
Leiestraat nr.3
17-18e eeuw – Twee huizen De Gouden Helm en Het Boergoens Kruis.
Drukkerij en boekhandel Blanchet (1774-1855)
Juwelier Vandeputte
1962- Medicura
Nu 2020 veranderingswerken.
Kasselrijhuis
Grote Markt nr. 3 en 4. (Vroeger gelegen tussen café Français en café Belge)
Van de 16de tot de 18de eeuw vormden de woningen het Kasselrijhuis.
1585 - Het gebouw wordt uitgebreid met de aankoop van het huis "Hoog Bourgondië".
1606 -1607 - Werken aan gevels en bekapping, het wagenhuis en de paardenstallen.
1806 - Openbaar verkocht.
1807 - Gevel wordt gedecapeerd en men maakt er een modern huis van.
1937 - Opsplitsen in twee handelszaken.
Nu Café Leffe en de Muze.
Café Belge
Nu de Nata
In de Coeyere
Lits et Matelas De Coeyere
Nu ongeveer Nata.
Roose-Verstraete
Winkel in verfwaren
Nu ongeveer Crocodile
(Bronnen : Turbo - Nat. Bib - Van Hoonacker - Vermelde jaartallen niet uiterst precies)
GOUDEN MINIATUUR VAN GERESTAUREERDE STADHUIS (1962)
Tegen 1962 was ons stadhuis terug gerestaureerd. Op 08 juli 1962 werd het Koningspaar Boudewijn en Fabiola uitgenodigd voor de opening van het stadhuis. Voor die gelegenheid werd hun een maquette van het stadhuis aangeboden in goud.
Koning Boudewijn en Koningin Fabiola op de Grote Markt op weg naar het stadhuis.Rechts de Kortrijkse Burgemeester Lambrecht.
Deze werd vervaardigd in opdracht van de syndicale kamer van juweelfabrikanten van Kortrijk en werd gemaakt door de firma Beheyt uit de Bloemistenstraat. Het ontwerp en de leiding lag bij Bernard Pospisil. Kortrijk was in die periode erkend als de juwelenhoofdstad van België met uiterst bekwame juweliers. Een tiental specialisten vervaardigden de maquette in een 2000 tal werkuren. Alle aspecten van het vak waren vertegenwoordigd, goudsmederij, graveerkunst, boetseerkunst, polijsten, vergulden en kleuren.
Het ontwerp is in 18 karaat geel goud. De dikte van de plaat bedraagt 0,5 mm, kleinere onderdelen zijn massief. In het geheeld is 1260 gram goud in bewerkt (gehalte 0.750 duizendste – 18 kt). Voor de steunen en spanbogen binnen het gebouw werd 480 gram zilver aangewend. Om de gevels levendig te maken werd achter de ramen Lapis Lazulli aangebracht, terwijl de dakkapellen van ivoor zijn. Het kunstwerk zit in de verzameling van het Koninklijk Paleis. Afmetingen 27 x 11 cm, hoogte 13 cm zonder toren.
Het vorstenpaar krijgen het geschenk in ontvangst.
Jonker Denys de Schinckele (1664-1727) was drager van een oude adellijke titel en hij vorderde van Kortrijkse schepen tot populaire Burgemeester van Kortrijk. Hij was burgemeester in diverse perioden tussen 1702 en 1724.
Hij zette zich in om het lot van de pestlijders te verbeteren en hij :
- verhoogde het loon van de stadambtenaren (300 florijnen)
- legde de Reepkaai aan
- plaveide straatwegen naar Menen, Gent en Doornik.
- liet het Mercurius beeld plaatsen op de Halletoren (1712)
Daarentegen voerde hij ook belastingen in.
Foto : Burgemeester Schinkel met de St Jansput op de achtergrond. De reus droeg een traditionele haarvlecht, een lange zwarte jas, een korte broek met witte kousen en pastoorsschoenen met zilveren gespen.
Overleie volkse maar armoedige buurt.
Er heerste tijdens zijn bewind ferme armoede, om de bewoners hun miserie te laten vergeten creëerde hij een kermis op Overleie. Ieder jaar tijdens oktober (eerste zondag na de 18e) werd het feest uitbundig gevierd. De “Schinkelzonen” droegen toen een kartonnen reuzenbeeld (drie meter hoog) van de burgemeester door de straten. Tijdens het jaar werd de reus opgeborgen aan de zijkant van de St Elooiskerk in de gebouwen van de Broeders van Liefde (Broederschool).
Foto : De kermisstanden op de koer van de Broederschool (Broeders van liefde). Op de achtergrond de huizen van de Kapelstraat. Let op het kind onderaan rechts in de “luxe-kindervoiture”.
Om klanten te trekken naar de kermis plaatse men in herberg “De Velodroom “ aan de Menenpoort een borstbeeld van de populaire burgemeester.
Foto : 1926 - Reuzenstoet of Cortège de Géants - Schinkel op de Graanmarkt met zijn jonkers en in zijn kielzog Manten en Kalle die hij zopas in de echt had verbonden.
In 1896 was het kartonnen reuzenbeeld zo versleten van gebruiken dat de plaatselijke handelaars besloten om de burgemeester te begraven. Doodsberichten werden rondgestuurd en er ontstond een lijkstoet met een enorme volkstoeloop. Op die manier kon Overleie met de giften een nieuw beeld bekostigen. Het beeld werd in 1926 nog eens vernieuwd.
Foto : 1926 - Reuzenstoet of Cortège de Géants - Schinkel met zijn jonkers op de Grote Markt, drie meter hoog en getrokken door twee paarden.
Het beeld werd tijdens de kermis aanvankelijk opgesteld aan de St Jansput en later aan het St Amandsplein. Na de eerste wereldoorlog werd ‘s morgens een mis opgedragen voor de oorlogsslachtoffers in de St Elooiskerk. Op het St Amandsplein, de Kapelstraat en in de broederschool stonden eetkramen en kermisattracties. ’s Avonds was er vuurwerk. De kermis ging de laatste maal door in 1961.
Foto : Rond 1900 - Brugsestraat "Estaminet In Schinkel” met links "In den Lokenaere" van Th. Dedeyne was tevens afspanning en men voorzag er in logement. Er was ook een magazijn van koorden en wit zand ondergebracht. Uiterst links zien we tevens "Allins Vischhandel”.
In de 19de en 20ste eeuw werd de Overleise gilde 'De Vereenigde Vrienden' ook 'De Schinckelheeren' genoemd naar Denis de Schinkel. Schinkel wordt ook vermeld in een gedicht (nagelaten dichtwerk VD5) van de Vlaamse dichter Guido Gezelle. Er zijn vier verenigingen gekend die de naam van de burgemeester overnamen: de maatschappij “De Schinckelbroers" die reeds bestond van 1712 en na haar ontbinding in 1896 ontstaan gaf aan de maatschappij “De Schinkelzonen”, De “Schinkelbolders” en de “Schinkel–heren”.
Foto : Interbellum - Voetbalmatch De Schinkel tegen de St Antoniusstraat. Let op de mooie vlag van “De Schinkel – Overleie” en rechts de meer volkse vlag van “Voetbal-Club St Antoniusvrienden”.
1926 : Reuzenstoet of Cortège de Géants
Stoet georganiseerd door Kortrijk Vooruit. Tijdens deze reuzenstoet in 1926 huwden de reuzen Manten en Kalle (Ontworpen door Victor Acke). De reus Manten trok van aan de Gentsepoort met zijn gevolg naar de Doorniksewijk, waar hij Kalle ten huwelijk vroeg. De verloofden trokken toen naar Overleie om het huwelijk te laten registreren door reus Schinkel. Dan trokken ze allen samen naar het stadhuis.
Foto : De Schinkelbolders in 1927.
Burgemeester Schinkelstraat
Noemde aanvankelijk de Boutrystraat, naar de schenker van de grond. In 1902 veranderde de naam naar de Schinkelstraat, in 1968 werd het de Burgemeester Schinkelstraat.
GILDENHOF DER BUSSENIERS “DE BOSSE” – WIJNGAARDSTRAAT
De Bossetoren was gelegen tussen de driehoek van de Wijngaardstraat , Vlamingenstraat en de St Janslaan. Recenter was er vele jaren de herberg De Gilde met boven de feestzaal De Bosse. Nu zijn het de gebouwen van de Christelijke mutualiteiten in de Wijngaardstraat.
Het “Gildenhof der busseniers” aan de Bossetoren opgericht in 1616 waar de bosseniers of busschieters hun munitie bewaarden. De bewapende schuttersgilden zijn als zodanig gesticht of bevestigd door een grondheer. Het zijn mannengezelschappen. De bedoeling was meestal bewaken en verdedigen van eigen volk, eigen milieu en eigen "cultuur outer en herd, altaar en haardstede". Gilden werden hechte organisaties, waarin het heel maatschappelijke was gebundeld. Voor alle activiteiten kwamen er gilden. Vele huidige schuttersgilden zijn nog uitlopers van de aanvankelijke.
Foto onder: St janslaan met achter het gebouw de Wijngaardstraat. Toren waar de “Busschutters” kwamen oefenen. Op het voorplan de vesten in 1863 waar de St Janslaan werd aangelegd.
Foto onder : Zypteland met achteraan de Bossetoren. Zypteland was een binnenplaats met arbeiderswoningen tussen de St Janslaan en de Vlamingenstraat, 82 huisjes gesloopt in 1895 om plaats te maken voor de beroepsschool, nu is er de vervallen woongelegenheid terug Zypteland genoemd.
Foto onder : Drukwerk van een foto genomen door Albéric Goethals anno 1863.
August Reynaert, geboren in 1833, was burgemeester van Kortrijk van 1884 tot aan zijn dood in 1915. Afgestudeerd als doctor in de Rechten, werd hij in 1864 volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Kortrijk. Hij zetelde maar liefst 46 jaar lang onafgebroken in het Parlement.
Men kan gerust stellen dat August Reynaert voor een groot stuk de basis gelegd heeft voor de welvaart van Kortrijk en dat hij duidelijk zijn stempel gedrukt heeft op het stadsbeeld.
Hij realiseerde belangrijke stadsuitbreidingen, trad op tegen de erbarmelijke huisvesting in sommige wijken en liet lanen en groenzones aanleggen. Zo werd onder zijn bewind werk gemaakt van een nieuw rioleringssysteem. Alles wat de vooruitgang bevorderde, kreeg zijn aandacht: spoorweg, telefoon, onderwijs , handel en industrie kenden een geweldige bloei onder zijn beleid.
14 juni 1931 - Onthulling van het standbeeld, Burgemeester Gillon houdt een gelegenheidsrede. Het gebouw rechtsachter is het Waaihof.
Er werden nieuwe belangrijke gebouwen ingehuldigd waaronder het centrale postkantoor op de hoek van de Graanmarkt en de Grote Markt. Daarnaast liet Reynaert ook de “Petite ceinture” (zie uitleg onderaan) en de boulevards aanleggen , de latere kleine stadsring R36, en liet hij tal van ongezonde beluiken slopen. In de wijk Overleie gaf dit laatste aanleiding tot de aanleg van het Volkspark, later het Koningin Astridpark gedoopt. In dat park werd het monument ter ere van Reynaert ingehuldigd. De Kleine Hallenstraat werd later herdoopt tot de huidige Burgemeester Reynaertstraat.
Er werden in vorige decennia vele postkaarten uitgegeven van het standbeeld.
Tijdens zijn mandaat liet hij tevens volgende standbeelden plaatsen, de borstbeelden van Guido Gezelle en Louis Robbe, het Palfijnmonument, het Groeningemonument.
Grote Markt, tijdens de eerste WO, de begrafenis van August Reynaert.
HUIDGE DAM AANSLUITEND AAN DE DAMKAAI - BROELKAAI & DE KLEINE LEIE
Cercle Musical of het Kalotepark
Lusthof van de Cercle Musical et Choral gesticht in 1868.
Kalotepark genoemd omdat katholieken er samen kwamen. Ook nog Klein Park genoemd.
Later terrein van de Ijsfabriek.
Nu appartementsgebouw.
Damstraat & Kleine Leie
1815 – Vormde de Dam met de Damkaai samen, de Damstraat.
1846 – Quai de la Digue of Damkaai
1884 – Voor het eerst geplaveid
1913 – Dempen Kleine Leie, tot dan vloeide ze op deze plaats, en werd gegraven in 1398.
1925 – Damstraat veranderd naar gesplitste benaming Dam & Damkaai
Brugje
Geplaatst in 1854 om de Damkaai met de Broekaai te verbinden.
De reling langs de kleine Leie werd geplaatst in 1858.
Afgebroken bij demping in 1913.
Refuge van Wevelgem
Aan de overzijde van de grote Leie.
In de 16de eeuw stond daar het huis La Motie
Sedert 1833 de kloostergemeenschap van de H. Vincentius a Paulo, in de volksmond de Paulientjes en sedert 1964 het Instituut ten Broele. Nu opbouw van appartementen.
Olieslagerij van Devos
Het Oliekot genoemd. Later meubelfabriek van Degezelle en Broel hotel.
2019 bij afbraak van het Broel Hotel, vindplaats van de vroegere Trompetterstoren.
2020 bouw van appartementen.
Broeltorens
Deze middeleeuwse torens zijn de enige overblijfselen van de oudste stadsvestingen. De zuidelijke toren, de ‘Speyetoren' (± 1385), was een deel van de versterkte omheining van het grafelijk kasteel. De noordelijke toren, de ‘Ingelborchtoren' (± 1413), werd gebouwd voor de verdediging met primitief artilleriegeschut.
Tayaertstraat
Genoemd naar burgemeester Boudewijn Tayaert (Kortrijk, 1585 - 1667). Deze straat heette aanvankelijk het Tayaertsgat naar het gat in de nabijgelegen stadsmuur waar schepen konden laden en lossen aan de Kleine Leie. Met het verdwijnen van deze stadsmuur, die rechtstreeks aansloot op de Broeltorens, werd de straat later hernoemd tot Burgemeester Tayaertstraat.
De Leiebrug en café Au Pont de La Lys. In de diepte de Broeltorens. Daarachter de school van de Paulientjes met fabrieken langs de Leie. Links van de torens, de Olieslagerij Devos, later meubelen Degezelle. Het aangebouwd huisje is het begin van Tayaerts gat (Nu Tayaertstraat). Op het groene pleintje staat nog het beeld van Nepomucenus (Staat nu op de Broelbrug). Daarachter de woning Delplancke, later het Museum. Links aan het schip de zuigtoren van de molens van Kortrijk (Devos). Een gedeelte van de Broelkaai noemde toen nog Gentsche Kaai. Vooraan een openbaar toilet, waar Wartje Fluut regelmatig stond met zijn kraam met pannenkoeken. Rechts de Handboogstraat nu nog bestaande. Café Au Pont de la Lys en de achterliggende huizenrij zijn verdwenen en vormen nu de Verzetskaai.
Brugsesteenweg 33 - Café Des Cyclistes of het Cyclistje tussen 1920 tot in de jaren 1960 volksherberg met tafelvoetbal, de uitbater Karel Lannoye was fietshersteller. Dan De Vlasbloem, nog uitgebaat door de gekende Martin Bolle die later café Schild en Vriend had aan de Houtmarkt. Het herberg kreeg dan meerdere namen, waaronder Tip top – Cupido, Soulteam, Troubadour, Elvis Pub uitgebaat door Marnix Deraeve, waar radio Magic nog huisde. Vanaf 1986 eetcafé Square en in 1983 restaurant Cantarel, ook nog restaurant L’ Artichaut. Halverwege 1960 stikten er twee mensen op de eerste verdieping door een verwarming. De herberg kreeg gegeven moment de bijnaam in de Veertien Billekes omdat er zeven dochters waren.
Café Madrid, een zaak waar soms een dienster was en gekend was als een bar, ze gaven er ook kamers aan koppels. Was ook een logementshuis waar strippers verbleven die op de streek werkten. Tijdens een ontstane brand werd een baby door het venster gegooid die de val niet overleefde.
Ijzerhandel Gobin, zeer gekende winkel waar men alle ijzerwaren in groot en klein kon vinden. In de winkel waren er vele kasten met meerdere onderverdelingen voor detailhandel van vijzen, moeren enz…
Novalux – Brugsesteenweg 77 – Eenmanszaak van Maurice Byttebier gestart in 1931. Vanaf 1945 aan de spits van haar specialiteit. Doorgaans ongeveer 100 werknemers in die tijd. Beschouwd als een van de belangrijkste metaalverwerkende firma’s van het gewest. Verchroomde buismeubelen – Kookhaarden – Kachels (stoven) . In de jaren 1960 kwam er aan de Brugsesteenweg een nieuwe gevel met de afbeelding van een vliegend paard en mooie gevelverlichting. Firma in andere takken nog steeds bestaande.
Brugsesteenweg nr. 30. Den Biermarchand of Au Marchand de bière, aangekocht in 1895 door brouwerij Malfait uit Kuurne. Vanaf 1920 De Kemmelberg, later uitgebaat door Nelly, alleenstaande stille vrouw. Sedert 1996 Het Ornament.
Brugsesteenweg nr.12 bestaande sedert 1892 als Au Pavillon belge, sedert 1944 Het Paviljoentje, korte tijd later gesloten wegens ontucht. In de jaren 1970 café Frituur Lugano uitgebaat door Raoul Duhamel gehuwd met Yvette Teyrlinck. Sedert 1979 restaurant Het Jachthuis. Later nog enkele restaurantuitbaters, laatste zaak de noemde Bon Appetit. In mei 2017 vatte het leegstaande restaurant vuur door een geparkeerde wagen voor het restaurant die in brand stond. De woning brandde volledig uit. Heden 2020 staat de zaak er nog steeds in uitgebrande staat.
Bakkerij Vanzieleghem, gekende bakker met groot aanbod van brood en patisserie, had reuze-boterkoeken.
Onderaan de foto een gedeelte van een politievoertuig, van waarop de foto werd genomen.
Koning Leopold 3 Laan, aangelegd in 1939-1940. De plechtige opening van de straat was voorzien op 12 mei 1940, wat niet doorging door het uitbreken van de oorlog.
De villa was aanvankelijk bewoond door de Familie van industrieel Millecam Jozef (Zoon Millecam Jacky (+) uitbater van café Lunapark aan de Gasstraat), daarna door Delmotte directeur van de kredietbank en door dokter André Dequae.
( Bron Inventaris onroerend erfgoed – Van Hoonacker - Archief Turbo)
Was de eerste en praktisch enige woning in die tijd. Dubbele rijlaan, met er rechtover nog een rij bomen, nu alles bebouwd.
Woning nr. 9 naar ontwerp van architect G. Albers van 1941. Albers was een interbellum architect welke meerdere woningen ontwierp in het Kortrijkse. (Zie https://inventaris.onroerenderfgoed.be/personen/71)
Samenstelling van verschillende volumes, o.m. ronde volumes van woonplaats en bureel, onder complex leipannen dakenspel. Gevels heden beraapt en wit beschilderd.
KAPUCIJNENSTRAAT - DE KAPEL EN CAFE SCHIPPERSHOF – DEEL 1/2
De kapel behorende bij het Kapucijnenklooster werd ingewijd in 1673. Nadat de Kapucijnen rond 1880 verjaagd werden uit hun klooster werd het geplunderd en vernield. In de overgebleven gebouwen nam de Rijkswacht hun intrek en werd de kapel gebruikt als opslagplaats van “kanonnen en schiettuig”. Verder werd de kapel gebruikt als paardenstal, opslagplaats van stro, hooi, kolen en granen. In 1874 werd ze aangekocht door een vrome juffrouw en in eer hersteld en werd elke zondag gebruikt als patronaatzaal van de St Germana meisjescongregatie. Ze werd op 26.03.1944 door de bombardementen van de 2e WO zwaar beschadigd en werd afgebroken in 1950.
Op die plaats kwam de spoedopname van het Heilig Hartziekenhuis, nu het verzorgingstehuis H Hart. De kliniek heeft in verschillende episodes de omgeving opgekocht en ingepalmd. Voor deze veranderingen stonden er appartementen en enkele herbergen waaronder cafés - ’t Hoekske, Oasis, De Nijl, Oblomov, Twilight, Motown (Dezelfde herberg kreeg soms een andere naam).
(Bronnen : Egied Hoonacker – Jacques Bostoen – Gerrit dekens)
Foto 001 : Het steegje tussen de kapel en de herberg betreft de huidige (verbrede) Korte Kapucijnenstraat. Daar was een smisse en een kartonkapperij, verder stonden er nog enkele woonhuizen. Aan de linkerkant van de kapel was een doodlopend straatje naar het dodenhuisje en de wasserij van de kliniek. Het liep dood op de fabriek van Desmet.
Van kort voor eeuwwisseling van 1900 waren er meerdere herbergen, waaronder Het Schippershof, Het Brouwershuis, De Reytuigmaker, In de Broeltorens, De Zonnewijzer, In ‘t Damberd. Deze werden druk bezocht door de werklieden van in de straat gelegen bloemmolens van Devos en Vande Venne, waar nu de Pentascoop staat. Tevens bezocht door aanmerende schippers. Het Schippershof lag aan het nummer 13 en bestelde de bieren van brouwerij Stacegem. Deze werd een tijd opengehouden door Simonne Vankeersbilck, was ook de laatste uitbaatster. De herberg bestond tussen 1895 en 1966, en werd gesloopt in 1980.
Foto :De Kapucijnenstraat met het atelier “l’Enclos des Capucins” die sedert 1892 gehuurd werd voor leden die er dagelijks konden schilderen of beeldhouwen. Links vooraan de Trompestraat. Het hoge gebouw links zijn de bloemmolens, rechts achter de Kapucijnenkapel en de herberg Schippershof.
Foto : De vroegere ligging van de kapel en het Schippershof in de huidige omgeving.
KAPUCIJNENSTRAAT - DE KAPEL EN CAFE SCHIPPERSHOF – DEEL 2
Onder : 1949 – de driejarige Gerrit Dekens, de zoon van Simonne Vankeersbilck uitbaatster van het Schippershof. Toen kinderen nog zonder gevaar konden fietsen op straat.
Onder :Foto moet van na 1950 dateren. De Kapucijnenkapel gedeeltelijk afgebroken. Links van de kapel doodlopend straatje naar de wasserij en het dodenhuisje van de kliniek. Hier wordt een overledene opgehaald. De ingang van de kapel met vermelding “Heilige Germana’s Avondschool” is nog steeds zichtbaar. Rechtsboven het dak van herberg het Schippershof.
Onder : De Kapucijnenstraat gezien vanuit de Budastraat tijdens de overstromingen van 1894. Achteraan (ingekleurd) de kapel en de herberg Schippershof die eveneens ondergelopen waren.
Er is waarschijnlijk geen land in Europa waar die straatzangers meer en ook langer actief bleven dan in Vlaanderen. Zij brachten het nieuws in de vorm van volksliederen, de zogenaamde marktliederen. Op markten en pleinen, kermissen, bedevaarten en andere gelegenheden waar volk samenstroomde waren ze eeuwenlang niet weg te denken. Hun gezongen nieuws werd door middel van ‘vliegende blaadjes’ aan de man gebracht (verkocht!), zodat het publiek de marktliederen kon meezingen. Die liederen vertelden het verhaal van vreselijke moorden, oorlogsleed, pikante liefdesperikelen, modeverschijnselen, uitvindingen, koersoverwinningen, … maar vooral ook van veel plezante feiten en gebeurtenissen waarmee zij het volk vermaakten. Soms maakten de marktzangers gebruik van ‘plakkaten’ of ‘rolprenten’ waarop het verhaal in tekeningen werd verduidelijkt. Met hun kritische en soms gepeperde teksten waren zij door de wetsdienaars en de geestelijkheid zeker niet geliefd. Door het volk des te meer!
Alberic 'Brieken" Cattebeke - zoals hij in de omgang werd genoemd - werd marktzanger door "omstandigheden". Loodgieter van beroep overkwam hem in april van 1914 een zwaar ongeval. In Wetteren wilde hij (dronken) op een rijdende tram springen, gleed daarbij uit en kwam onder het voertuig terecht, waardoor hij zijn beide benen verloor. Tijdens zijn revalidatie leerde hij trekzak spelen en werd omstreeks 1920 marktzanger. Daarbij verplaatste hij zich in een invalidewagentje. In de marktzangerswereld bleef hij een apart geval. Alberic Cattebeke trouwde in 1919 met Valerie Dekimpe en " 't was van moeten". In de eerste jaren werd hij bij optredens soms vergezeld van zijn vrouw en dochter.
Later werd hij bijgestaan door zijn schoonbroer Arthur Lebon “Zotte Tuur”. Samen gingen ze op zondag en feestdagen naar kerken uit de omgeving, waar ze na de hoogmis de laatste gebeurtenissen in gezang verkondigden. Ze waren ook te zien op kermissen en jaarmarkten en tijdens ommegangen en processies. Per optreden werden 2 tot 300 liedblaadjes verkocht. Alle genres waren vertegenwoordigd. Cattebeke zijn repertoire bevat een 300 nummers met voorkeur voor sentimentele sensationele en sociaal kritische liederen. Het beste schoorde hij met zijn liefdes- huwelijks- wees – en dodenliederen waarmee hij op algemene emoties inspeelde.
Bovenste afbeelding Cattebeke met vrouw en kinderen, onder met dochter en Alberic op latere leeftijd tijdens een café-optreden.
In 1940 bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, onderbreekt hij zijn marktzangerscarrière en wordt standwerker op de markt, waarbij hij lederwaren verkoopt. Na de oorlog herneemt hij zijn oud beroep maar blijft ook lederwaren verkopen. Na 1947 stopt hij definitief met zingen en leeft zich volledig uit als standwerker met zijn lederhandel. Cattebeke sterft op eenentachtigjarige leeftijd, amper drie maanden na het overlijden van zijn vrouw (20-1-1975). Zijn werkterrein bleef beperkt tot West-Vlaanderen.
Enkele van zijn teksten :
Een vreselijke moord te Kortrijk, eene laffaard vermoord zijne brave vrouw Marie Blieck met een scheermes
De gruwelijk moord te Tiegem - gebeurtenis
De gruwelijke moord te Rumbeke - gebeurtenis
Het portret van mijn Treeze - klucht
Ik heb mijn gezicht verloren - Poeme
Voor ik naar het regiment trok – klucht.
De kinderbeul van Eessen – Romance
Een van zijn "Vliegende blaadjes" over een vreeselijke moord in Kortrijk.
STADSOMWALLING - TOREN AAN ONZE LIEVE VROUWHOSPITAAL
Op het einde van de 12e of in het begin van de 13e eeuw wordt op Overleie, buiten de Leiepoort, het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal gebouwd. De bouw van de stadsmuur loopt van 1354 over 1387 tot 1454. Er wordt een bakstenen ringmuur gebouwd, voorzien van torens en poorten. Buda - voorheen Pamele - komt op de noordelijke Leie-oever tot stand. Uiteindelijk is de ommuring 2,3 km lang en zijn er 5 poorten en 26 torens. Om de gracht watervoerend te houden waren daarnaast allerlei waterbouwkundige ingrepen nodig.
Bronnen : Archief Turbo - Despriet P. – Stichting De Bethune Marke.
1918 – De oostelijke toren gezien vanaf de Fabriekskaai, was tijdens de beschietingen van de 1e WO danig gehavend dat ze hem dienden af te breken. Werd gesloopt in 1919.
Zicht van uit de tuin van het OLV Hospitaal op de toren, foto moet dateren van voor de eerste WO. Uit een postkaartenreeks van het Hospitaal. Op de foto een zuster Augustines en twee tuinmannen.
Zicht op de vernielde Reepbrug. Gedynamiteerd door de terugtrekkende Duitsers. Links ingekleurd de Oostelijke toren aan het hospitaal. Midden ingekleurd de kapel van het Hospitaal.
Zicht op de vernielde Reepbrug. Rechts ingekleurd de Oostelijke toren aan het hospitaal. Links de Fabriekskaai met de statige herenhuizen. Achteraan centraal de Budabrug, een tijdelijke ,noodbrug.
Had hij er nog moeten staan…hedendaagse foto met inbreng van de verdwenen toren, hij stond waarschijnlijk iets meer naar rechts. Achter de toren, de vijftig meter lange muur is het laatste restant van de Kortrijkse stadsversterking ... de historische stadsmuur, tussen het klooster van de zusters Augustinessen aan de Budastraat 39 en de Leie.
De Lange-Brugstraat (Voorheen Lambrechtstraat) liep dood op het Boerenhol. Ze was voornamelijk bewoond door wevers. Het Boerenhol zelf paalde aan de tuin van de deken en de omheiningsmuur van de Sint-Maartenskerk.
Lees onderaan deel 3 ook de bijlage:
"DE HEKS VAN HET BOERENHOL"
(Bronnen : Archief turbo - Erfgoedinzicht – Beeldbank – Van Hoonacker – Robert Huysentruyt – Curtricke – J. Vanbossele.)
Foto : Een van de eerste afbeeldingen van het Boerenhol, een lavistekening (gewassen tekening in één kleur) door de Kortrijkse Serafijn Vermote (1788-1837), Vlaamse kunstschilder gespecialiseerd in stads- en dorpsgezichten. Links merkt men tevens de poort van het Karmelietenklooster. Werk uit 1813.
Op dezelfde plaats werd in 1582 het Boerenkerkhof ingewijd. Het was een kerkhof bestemd voor de menige buitenlieden die door de pest overleden waren. In de 17de eeuw werden op die plaats twee rijen huisjes gebouwd. Zij stonden loodrecht op de omheiningsmuur van de kerk. Voor elk huisje lag een kleine moestuin.
Foto : Zicht op het Boerenhol omstreeks 1860. Onbekende kunstenaar.
De ronde van de Kortrijkse nachtwakers vertrok vanuit het Boerenhol. Door hen ontstond het verhaal dat men in de duisternis dwaallichtjes kon zien ronddolen: dat waren de zieltjes van doodgeboren en ongedoopte kindjes die alsnog hoopten iemand te vinden die hen zou helpen om gedoopt te worden. Ook de zielen die terug op aarde kwamen omdat de aflijvige hier nog een gelofte te vervullen had en daarom voorlopig in het voorgeborchte van de hel moest doorbrengen.
Foto : Ingevolge een blikseminslag ontstond op 07 augustus 1862 brand in de Sint-Maartenskerk. Meerdere huizen van het achterliggende Boerenhol vatten eveneens vuur (ingekleurde zone onderaan). Op de achtergrond zien we de Onze-Lieve-Vrouwekerk
Er was reeds voor de eerste WO sprake om er een weg door te trekken van de Lange-Brugstraat naar de het Sint-Maartenskerkhof, doch die oorlog verhinderde dit. In 1900 stonden er nog 22 huisjes. In 1938 nog 13 huizen eigendom van Vande Velde een advocaat bij het beroepshof van Gent.
In 1955 ging men de huizen afbreken wegens gezondheidsreden, doch alles werd slechts afgebroken in 1960. De weg werd pas doorgetrokken met de aanleg van het Overbekeplein in juli 1982, waarbij een geasfalteerde weg door het Boerenhol en de tuin van het dekenaat werd gerealiseerd.
Foto : Datum niet gekend. Links de muur van het Karmelietenklooster, aan het begin er van, waarschijnlijk een waterpomp. Het centrale huis rechts heeft hedendaags nog steeds dezelfde gevelconstitutie.
Foto : Tijdens de bombardementen van 9 oktober 1918 werden enkele huisjes aan het Boerenhol vernield. Hierbij kwam een 80-jarige man om. Het hoge gebouw rechts van de kerk (centraal op foto) is de woning van de deken.
Schilderij van een rij lage huisjes van het Boerenhol aan de voet van de Sint-Maartenskerk. Op de straat een stappende vrouw met emmer in de rechterhand. Rechts een waterpomp. Groen en kerktoren op de achtergrond. Getekend (links onderaan) : Boerenhol Courtrai - signatuur (rechts onderaan) : Sarah van Bogaert 15-9-30.
1970 - Rechts zien we cinema 'Ons Huis' (De latere Retro) en links een hoekhuis in okerkleurige baksteen welke verdween in 1979 voor de aanleg van het Overbekeplein. Toen nog gouden tijden voor de goed gekende cinema. De huizen rechts achter hebben nog dezelfde gevelbouw. De cinema is inmiddels vervangen door appartementen van de Goedkope woningen.
1975 – Het Boerenhol braakliggend terrein met rechts cinema Retro (Vroegere Ons Huis). Centraal Onze Lieve Vrouwkerk.
Drie gouache werken door C. Berbiers. Deze was actief als schilder op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. In 1902 maakte de kunstenaar meer dan vijftig pittoreske zichten van Kortrijkse beluiken.
RUSTHUIS ST JOZEF – HET OUD MANNENHUIS - HET KADULKOT (Deel 3/3)
1968 - Gezien vanaf het Plein. Het rusthuis is afgebroken, enkel een gedeelte van de buitenmuren staan er nog, eveneens de brievenbus van de Post. De kapel is nog niet afgebroken. Het is pas nu dat men een goed zicht heeft op de kapel, die vroeger enkel van op de binnenkoer te bezichtigen was. De gekende sigarenwinkel rechts werd een tijdje later eveneens afgebroken. Het linkse gebouw staat er nog altijd en is mooi gerenoveerd.
De Molenstraat ( Langemeersstraat). Halverwege de straat links het St Jozefinstituut. Achteraan de Veemarkt.
1969 – Het rusthuis heeft plaats gemaakt voor een parking. Rechts het St Jozefinstituut, kinderen verlaten de school. Achteraan rechts het Plein. De St Niklaaskliniek is nog steeds in opbouw.
RUSTHUIS ST JOZEF – HET OUD MANNENHUIS - HET KADULKOT (Deel 2/3)
Het personeel kweekte varkens met de etensresten uit de keuken. Het gewassen linnen werd gebleekt op de kleine weide. Men zegde dat het er binnen stonk omdat de geur van de oude mensen in de muren getrokken was. Op een bestaand ouder plan waren verscheidene ruimtes aangeduid, waaronder : Chambre pour payants - Réfectoire pour hommes - Jardin du Révérend – Chapelle – Buanderie – Parloirs – Tisanerie - Dépöt mortuaire (ja ook dat was voorzien !) - Bätiment pour relisieuses - Atelier pour charpenterie.
Op 8 juli 1962 kregen de bewoners van het ouderlingengesticht Sint-Jozef het bezoek van koning Boudewijn en van koningin Fabiola. De dag van de senioren kon dan niet meer stuk. Een honderdjarige bewoonster uit de Molenstraat begroet koningin Fabiola en koning Boudewijn. Op de achtergrond de gevel van het rusthuis en de nonnen uit het rusthuis.
Getrouwde oude paartjes mochten niet samen slapen , daarom zaten ze zo handje in handje op een zitbank in het park aan het Plein. Wassen met koud water was de boodschap, winter en zomer. Als tijdverdrijf konden de bewoners breien, lezen, wandelen, kaarten of in het Plein gaan zitten op een bank.
Bejaarden stappen eind 1965 of begin 1966 in de bus voor de verhuis van het bejaardentehuis in de Voorstraat naar het nieuwe rustoord Sint-Jozef (nu: woonzorgcentrum) in de Condédreef. De autocar van Jonckheere is van het Britse type Leyland Royal Tiger, een succesvol bustype in de jaren '60.
Radio en TV bestond er niet. Er mocht bezoek ontvangen worden een ontvangstplaatske vooraan aan de ingangsdeur. Jaarlijks was er een feest op "Onnozele Kinderendag" tussen Kerstdag en Nieuwjaar. Dan mochten de ouderen zich verkleden, liedjes zingen en ter gelegenheid van deze dag werd er een andere overste gekozen. Jaarlijks was er ook een uitstap met de bus naar Lichtaart waar Bobbejaan Schoepen de oudjes een gelukkige dag bezorgde, de inslapende meiden en de zusters waren er toen eveneens bij. Het reglement verbood in dronken toestand binnen te komen. Gebeurde dat toch dan spelden de nonnen de les.
Het rusthuis is afgebroken, zicht vanuit de Molenstraat. Links de Stompaertshoek waar eveneens enkele woningen verdwenen. De hoekwoningen achteraan rechts werden later eveneens afgebroken. Let op de St Niklaaskliniek in opbouw.
In de nabije omgeving bestond op het plein nog het café “Het Lindeke”. Deze herberg werd druk bezocht door de rusthuisbewoners die er gezellig kwamen rond de “Buizestoove” zitten en er een grote pint konden krijgen voor “een dikken” (10 centimen van een vroegere Belgische frank). Het gebouw werd in 1968 gesloopt voor de aanleg van de Romeinselaan. Bij de verhuis in 1966 trokken veel bewoners tegen om naar de "Condédreef" te gaan omdat ze de Voorstraat gewoon waren. Tijdens die werken werden bij opgravingen 25 Gallo-Romeinse graven blootgelegd. Meerdere andere panden in de omgeving gingen eveneens tegen de vlakte. Eveneens verdwenen delen van de Keer der Kleine St Jansstraat, de Twaalf Apostelenstraat en Stompaertshoek. De Romeinselaan werd in 1977 opengesteld. Het nieuwe rusthuis St Joseph aan de Condédreef werd op 4 juni 1966 plechtig ingewijd. Op de vroegere plaats van het oud rusthuis werd door het O.C.M.W. in 1979-80 het flatgebouw Ten Olme gebouwd, dat 60 woningen bevat en einde 1983 in gebruik genomen werd. In 1986 kwam er eveneens het dienstencentrum “De Zonnewijzer”.