Reeds in de jaren 1300 was er op die plek een broederschap actief onder het patronaat van de toen heel populaire Sint-Elooi. Zij hadden er een gasthuis en een kapel. Overleie lag toen nog buiten de Kortrijkse stadsmuren en wellicht hadden de bestuurders liever dat armen, zwervers en zieken voor de stadspoorten werden opgevangen dan binnen de stad.
De latere “Broederschoole van Overleie” was in feite van de “Broeders van Oostakker” - “Broeders van Lourdes” of de “Broeders van liefde”, een congregatie gesticht door ene Modest Glorieux (1802-1872) uit het bisdom van Gent. De orde was bedrijvig over verschillende domeinen waaronder volksonderwijs, diensten in bedelaarsgestichten, gevangenissen en hospitalen, zorg voor ouderen,ook bedrijvig in missieregio’s zoals Congo, Indonesië, Nederlandse Antillen, Brazilië en Canada.
Bronnen : Archief Turbo – José Vanbossele – Loontjes - Beeldbank -
Hieronder : Stichter van de broederschool Constant Rogez (1806-1 889) van de Onze Lieve Vrouwkerk welke daarvoor de hulp in te inriep van de Broeders der Goede Werken in Ronse, later congregatie der Broeders van 0.-L.-Vrouw van Lourdes van Oostakker.
De school had een redelijke voorgeschiedenis maar werd in feite in 1938 gesticht door onderpastoor Constant Rogez (1806-1 889). Samen met twee andere broeders gaven ze naast godsdienstles ook lees- en rekenles. Twee huisjes werden tot klaslokaal ingericht. Maar dat bleek ontoereikend. In 1840 verhuisden ze naar de Overleiestraat 15 waar een afgedankte olieslagerij in de Koestraat werd omgebouwd.
Hieronder : Affiche van het jubelfeest in 1898 voor het zestigjarig bestaan van de school.
Eind 1840 verstrekten de twee broeders er kosteloos onderricht aan ruim 160 kinderen. Eind 1841 waren er al 400, daarin begrepen de kleintjes van de noenschool, de jongetjes die lees- en rekenles kregen, de leerlingen van de zondagschool en van het avondonderwijs voor volwassenen, plus 23 geplaatste kinderen of wezen. Rond 1843 namen de broeders de gewezen school voor arme meisjes in huur. Het gebouw paalde aan de St.-Elooiskapel en was eigendom van de Burgerlijke Godshuizen.
Hieronder : Panorama van de omgeving. De pastorie in de Overleiestraat en de broederschool palen aan elkander via de tuin.
Er was een bewaarschool ook papschool genoemd voor kleintjes van drie à vier jaar. s' Morgens werden ze door de ouders naar school gebracht en 's avonds om 16 uur afgehaald. In een blikken trommel brachten ze hun boterhammetjes mee en van de broeders kregen ze een bol pap.
Hieronder :
Het schoolgebouw rond vorige de eeuwwisseling. De speelkoer was nog niet aangelegd. Achteraan de St Elooiskerk. Er stond nog geen schutterstoren welke werd gebouwd omstreeks 1932.
|