Dichterlijke schrijfselkes voor contactonderhoud met de tijd en mezelf
11-03-2007
het daast ze is ver weg
kwieke rollebol je tasthandjes dribbelen over tafel grijpgraag blind op zoek schat ik weet naar wie en wat je ogen knipperen benen trillen op tapijten hoor schapen blaten de hond blaft weidevogels fluiten je onzekere vingers zamelen kracht zie ze schuiven naar de laptop zacht je leest verduveld je leest in mij
wacht maar met je zolder kusje zo kusje daar kus je al te graag ben aldoor in de hoogste staten het sneeuwt hier hoe was je feestje lekker beestje ik hou van je alsmaar meer opgewonden drentel lange uren onverdroten zoals in jou heb ik nog nooit vulling van bestaan gevonden zonder enig vastigheid genoten ik ken je niet ik val op jou
oh vreselijk heb ik die mail gestuurd slappe hap daar staat voor genen dele het heftige dat speelt in mij rond gaat uit al mijn poriën spat ziet daar nu gaat zij ja jij kroelie hoe ga jij schat door in ijle hoogten bezeten ik lees je vingers strelend mee voel ze glippen naar benee alles zweemt naar het niet deftige
man ik gloei vloei mijn hele lijf doet niet meer wat zou moeten als ik denk dan scheuren vele delen rede help zegt stop sloerie ik wil stoppen dit gaat veel te ver gast je raakt me binnenste buiten het wordt te link weer hete soep je komt aan alle kanten binnen in mijn toch al wankele lijf altijd overal al sprieten schat ik wil je helemaal ik wil je helemaal niet straks wil je niet meer los
kijk ze bloost zucht ze fladdert haar ogen verzinken ha ha ze slaat een gat in de lucht tot ze terugkomt en weer verder gaat
je gaat er niet meer uit vandaag niet gisteren niet al weken ben je niet geweken ik zweef weer naar de trap zo meteen mijn handen gaan lieve hemel wat sop ik oh god het sopt en sopt en sopt beheerst word ik door jou alles wringt zingt kiert kliert geil sta ik op niets weerhoudt het gevoel alles tintelt gaat een heel eigen weg
zij weet niet dat ik meelas nu supersnel weg zweef in een lange rechte lijn naar mijn stadse stulp want nu boven ligt mijn krolse lief zich geheel op eigen zicht aan mij te verslingeren oh no oh no oh no daar wil ik niet bij zijn
kruip lafbek kruip terug in je eigen schulp
thuis is er nog koffie ik tril mijn handen beven is dit niet het ware leven waar is de maan ja daar krom dun en geel wat schraal die banaan misschien blijf ik nog heel
-----------------
't daast ze is ver weg
kwieke rollebol je tasthandjes dribbelen over tafel griepgraag blind op zoek schat k weêt near wien en wat je ogen knipperen benen trillen op tapieten hoôr schaepen blaten de hond blaft weidevogels fluuten je onzekere vingers zamelen kracht zie ze schuuven near de laptop zacht je leêst verduveld je leêst in mie
wacht maar mee je zolder kusje zò kusje daè kus je al te graag bin aldoôr in de hoôgste staten t sneêuwt hier hoe was je feêstje lekker beêstje k hou van je alsmaar meêr opgewonden drentel lange uren onverdroten zòas in joe a k nog noôit vullieng van bestaen gevonden zonder enig vastigheid genoten k ken je nie k val op jou
oh vresliek a k die mail gestuurd slappe hap daè staat vò genen dele t heftige dat speêlt in mie rond gaat uut al mien poriën spat ziet daè noe gaat zie jeat jie kroelie hoe ga jie schat doôr in iele hoôgten bezeten k leês je vingers strelend meê voel ze glippen near beneê alles zweêmt near t nie deftige
man k gloei vloei mien hele lief doet nie meêr wat zou moeten as k denk dan scheuren vele delen rede help zegt stop sloerie k wil stoppen dit gaat veêl te ver gast je raakt me binnenste buuten t wordt te link weêr hete soep je komt aen alle kanten binnen in mien toch al wankele lief altied overal al sprieten schat k wil je helemael k wil je helemael niet doaken wil je nie meêr los
kiek ze bloôst zucht ze fladdert ear ogen verzinken ha ha ze slaat eên gat in de lucht toet ze terugkomt en weêr verder gaat
je gaat dur nie meêr uut vandehe nie gisteren niet al weken bin je nie geweken k zweêf weêr near de trap zò meteên mien aunden gaan lieve hemel wat sop k oh god t sopt en sopt en sopt beheêrst word k doôr jou alles wringt zingt kiert kliert geil stae k op niets weêrhoudt t gevoel alles tintelt gaat eên heêl eigen weg
zie weêt nie da k meêlas noe supersnel weg zweêf in eên lange rechte lien near mien stadse stulp want noe boven ligt mien krolse lief zich geheêl op eigen zicht aen mie te verslingeren oh no oh no oh no daè wil k nie bie zien
kruup lafbek kruup vromme in je eigen schulp
thuus is dur nog koffie k tril mien aunden beven is dit nie t ware leven waar is de maan jeat daè krom dun en geêl wat schrael die banaan misschien blief k nog heêl
zeg niet dat de veluwe niet kolkt de ouwezijdskolk waar ik mij gedurende vele malen laveloos en zat vertrad is er niks bij vergeleken toegegeven alles was zwart maar het was donker mijn pet was kwijt de soos van sally en gerrie was dicht en ik voelde me knap klote het woei goot of had gegoten de in sambalsaus very hot gebakken uitsmijter of biefstuk daar wil ik vanaf zijn kwam met hevige schokken uit diepe kanalen opwaarts niet te stoppen naar buiten ik hing met mijn kop over de groene ijzeren reling zag water vanachter de nicolaaskerk hevig in stralen spuien uit juist ja spuigaten toen ettelijke liters bier nog schuimend vele meters niet te bedwingen uit mijn keel op gifzwarte stromen met koppen kletterden jasses wat een diepte mijn hoofd ging steeds meer hangen ik kreeg hoogtevrees en werd tot overmaat van ramp subiet ook echt misselijk terwijl de echte substantie nog moest komen ik zei zet door in mezelf terwijl mijn onderlijf afschrikwekkende jankende boer kots en schraaplawaai voortbracht kwam een dame met kniekousen langs die vroeg voelt u zich wel goed waarop ik mij vermande en zei god kan een man nou nooit eens alleen gelaten even later een studentikoos type dat sprak gij zijt lazarus ik werd woest want ik was geen lazarus ik kende die hele man ook niet terwijl ik iedereen kende ik kom daarop aangezien ik nu bezopen lig te kronkelen aan een kronkelige bandijk of omgekeerd daar wil ik vanaf wezen maar men sprak in de kroeg op het dorp van een eeuwig jong juffersgat jong en bruisend waarin het als je binnengaat vanzelf gaat kolken omdat de sluizen niet werken ik dacht dat is mn pakkie an nam een fles jajem om mijn pion wat te krieken kwam een vrouw met boezeroen voorbij ik dacht dat is ze dan ha ha maar nee nee toen ik haar lamp streelde bij wijze van export van voorspel gaf ze me zo maar zonder opvoeding een pets schreeuwde blijf van mijn fiets af gaf toen een zet waardoor ik schuin van de dijk kukelde met mijn hoofd naar benee
vanmiddag vijf over vijf zat ik midden in Den Haag aan de koffie in de Boterwaag ik dach ik wach op Lady Love want die is jarig ze zal zeggen halve gare lieve slome ben jij dat hele end voor mij gekomen
mijn plan was een kusje te kidnappen door eggie menens met je aan te pappen zeggen dat ik voor altijd zal gedogen dat je naar hugo wulps wil knipogen tot ik ongerust in mijn agenda keek de datum met die van de krant vergeleek altijd te laat bleek ik nu een dag te vroeg
lieve lady love van harte de beste wensen dat het toneel je leven mag verrijken ik zal juichend naar je komen kijken
menigeen denkt wakker dat men den haagse poëet herkent als van oudsher kakker gezeten op één en dezelfde krent van B.B.Bolpap de goedkoopste bakker men vergeet dan Bart van het Notenplein die staat op maanzaadstrudel met ambrozijn
zo ook de tamtam rond Amsterdam meisjes wieberen aan de rivier dromend van het dichtend gordeldier gepantserd met een lange staart trap je er tegen het zegt vier bier niemand spreekt ze aan als gordelroos dichters daar zowaar met sint-antoniusvuur lyrisch zakjeszwammen trip lijkt wel lsd koud op straat rode vlekjes overstuur brakend net binnen het was camillethee
Kempisch bakkerstelg hugo nu bosanemoon nam op het scherm bevrinde tuinderszoon ter Cruyswegh geboren getogen te Monster scabreus titulair in dicht op de korrel geen lidwoord wel de kop Zuijdermonster
van zulke kwaadaardige zotteklap raakt een heer ontsteld overstuur ontsteekt in toorn en gramschap wraak ontvlamt in hel vuur Ulicoots zwaar weer met klootjes al noemt hij zich fanatiek humorist zonder klauwen zachte pootjes weest u eens eerlijk en objectief zon mafkees moet van zijn statief
het betrof echter mij en ik zei wacht denk tot het brein is uitgedacht nam toen in dromen de tekst door dat scheelde een slok op een borrel de bosbaljuw had het goede voor ik had mij in de jenner vergist
amai wat had hij zwaar geleden in wanhoop tegen mijn persoon gestreden zag toen het monster met twee koppen waarvan één voor dansende poppen hij besloot verlicht met veel wijsheid in de omgang tot tweesporenbeleid
deel 2 cultuurhistoriche plaatsing
gelukkig had ik directe strijd ontlopen het is zoals ooit een turnhouts heer die zag rook maar geen schoorsteen op het dak van de Sint Pieterstoren riep in nood 'brand' om de brandweer
die spoot in een mum en een scheet de bedekking van schaliën vol gaten waarbij naar later bleek veel muggen in paniek hun leven hebben gelaten
deel 3 Eigentijds, jenner krijgt een snor
Turnhouters hebben de boodschap gesnopen zij en sommige muggen zijn niet van de vluggen kijken nu eerst in alle rust of wat rookt misschien zwermt zodat men weet dat men blust
men leeft daar nu traag maar stoer indoor op een adventureparcours met tunnel tussen paters en nonnen men kan de bil kussen van madelonne onder kwinkslag van besnord toch tennisbal kansarm jonggoed heeft een eigen hal zonder apart toegang voor invaliden ze hebben 't gewoon over anders-validen*
heb je vroeger nooit fluitjesmaakonderwijs gehad het kan daar bijgeleerd aan het Boerenfluiterspad**
zo ziet men hier veel waarheden ongeloguh geloof 't of niet zie ze verder onder oguh
*http://www.turnhoutblogt.be/wp/page/3/
** Zie de kaart van Turnhout voor de locatie, men leert de fluitjes maken uit bloemen en struiken.
Toelichting: muggenblusser is de bijnaam sindsdien, 1755, voor inwoners van Turnhout: de tunnel en de zoenbillen van Madelon bestaan ook echt
weten de mensen veel wie in het echt achter dat mokkel schuil gaat
yes heb tr zojuist in 't echt gezien midden op de Leidseplein Square zette gewoon dr HD-chopper in de middle of nowhere there
Voodoo Black Sunglasses big motor cycle smile eskimo red kissing lips jij denkt breekbaar sensitive softy poetic tears jerking lady no way man she's too mad&crazy
als ze toch breakable is je ziet t fragiele d'r niet van af black shadow twinkling eyes man you are standing paf
op haar jack heel vet Im the real and only UltraSTUFF trekt ze die uit je leest op haar geelwit geruite blouse here comes Nr One of the Blues blauw tahoma lettertype
twee obers hijgend aangesneld uit HET Café met grote glazen bier blijkt ze viert dr verjaardag hier ach man ich bin ein pleiner jazzy baby borne boven Alto
I dare to say in that quality since presley hier came from germany toen nog in the yoe-es-eej-Army hier came to sing voor de scene nevernooit zoiets meer gezien
zonder gedachten rustig aam de wandel geheel alleen in de intieme p.c. hooft vroeg ik met het oog op alle mooie handel worden privacy en vrijheid niet geroofd
dichtbij zei een toestel knip iemand die een plaatje schoot misschien was er wel aanstoot met W.F.H. uit A. op mijn lip
lang niet gezien goede vrind laten wij even nu hier niet stilstaan elkaar liever uit de weg gaan
onbekenden maken ongezien foto's misschien halen we de krant oude vrind samen hier heet daar dan maffioos
drijfveerzoeker vroeg vrouw met carnaval 's morgens in de kroeg wat beweegt u zo al
zij zei krijg het heen en weer mallerd kijk eens uit je doppen ik beweeg toch helemaal niet en als ik me laat bewegen dan doe ik dat grammaticaal juist niet door wat maar door wie
kijk mafkees ik zeg het voor je zielenrust jaap mag met me schuiven als-ie erbij kust mijn lieve schat die met arie staat te matten daar we te mobiel intiem zijn bij het chatten
hoe koel moet het gevoel ik denk een heleboel om meer dan tienduizend jaar tot nu als vers in de gletscher geconserveerde vleeswaar samen met wolven en bruine beren zojuist ontdooid te consumeren in de taiga van alaska
het ligt nu binnen ons bereik een kariboe voor de schijn als eeuwig ingevroren kwam uit smeltend ijs vrij
ik was er via de buis bij zag een door god vergeten lijk
Toelichting: Ik zag het op animal planet: het begon als een whodunit tot men ontdekte uit de maaginhoud dat de kariboe 10.000 jaar onder ijs had gezeten.
hoe spiegelt de stapper zich s morgens bij de kapper met een kater van Damrak tot Oudewater muntje in zijn mond hij ruikt gezond
herkennen doet hij met zure wrevel bij verdampte kapnevel vooreerst zichzelve niet ook door opschudding darmen in razernij tot papse pudding
waar hij nog op haar kan bogen met niet al te brede scheiding het valt in slierten zonder vaste leiding vet vies kam vergeten wallen om de ogen zijn heilig vuur zit hij uit te zweten
ziet zijn ogen rollen zachtjes om niet te storen vraagt de haarsnijders hij ziet er twee drie vijf help hoort stemmen en die krijsen hoe wilt u het hebben kort lang middellang gedekt lekker lotionnetje uit een flaconconconnetje wenkbrauwen neus oren fries weertje ferrie smoggie vandaag en niet van gisteren
lijkbleek wordt hij verlost weet zich uit de stoel te hijsen mompelt iets hoort inwandig klots maar dat kan niet
gisteren bij tonny en laurens wezen shoppen in thoeckhuys watergraafsfeertje grotesk geleek gargantua en pantagruel je kent je rabelais nog wel bij tonnie kon je grabbelen daar was wonderfee kerima konden eindelijk babbelen ze bestaat nu zonder twijfel ik voor haar als op het scherm dracula marcel en branka op hun tandem zeiden simultaan tandeloos om het te verzachten tantalus
twee rondes van verversing iedereen ging stil zitten voor vier rijmelheren met kreuk van spreuk één powete van de blues met flonker van juwelen montuur aan onwijs gaaf touwtje ze zei ik zweer dit is mijn eerste keer
flamboyante jako kwam ingevlogen op heus interlakens tapijt hij zei voor één keer per dag heen en weer draai ik mijn hand niet om klinkt krom maar is niet dom laurens deed stout gauwe gabber de coca cola stond cool waar was mijn koppie thee hou je haaks in de estaminee je weet wat ik bedoel
Toelichting: gisteravond 't Hoeckhuys bezocht in Amsterdam-Waterfraafsmeer - optredens van Jako Fennek Blue, Marcel de Kleijn, Laurens Windig, Bert Vos; gitaar Remco Karreman. Het leek wel een echte surprise-avond voor mij..
ieder die in Den Haag op zoek gaat naar letteren in de Oude Molstraat laat zich door p. karhof ophalen van de Plaats bij de wegwijspalen
zo enterde ik bij Opstaan in café Momfer de Mol fotos van Melker en Max Lerou op Dichttalent bewogen daar breed innemend midden in de tent onder kletsmeijers rook zoop ik me lekkâh vol Algemein Geschaaf Haags hoor je ze eg nie lullûh Bij leegstand wel je mot nie so lullûh maah vullûh
over het algemeen was er een peil met hoge zeden waarbij ik voor het nu en het hiernamaals aanteken dat vroeger naar men zei er later werd afgegleden
je staat er voor open je denkt er niet aan je kunt het niet beramen je bent niet in tel of juist wel tel eens je knopen
's nachts in de kalverstraat een jongedame die danste lachte bewoog naar me woof
door sidder bevangen gelost mijn puike relatie dagelijkse belangen ogen werden vochtig schijnbaar omhoog getild lustig hartstochtig de ware zwevend en mild alles kwam in mij samen perplex en geprikkeld engelen die zongen
ijlde de sprookjesprins vluchtig niet raakbaar en aan te spreken zonder enige inspanning der wille lichaam ging recht toe recht aan zonder remming zijwaartse weging of bedenking wij vlogen in elkaar niks van ja maar
togen naar haar boot waar wij met veel slagzij in een meer ver weg dreven geen bedding of oevers gedicht of simpel vers terwijl het tranen goot voor éénmaal en andermaal geschiedenis schreven