Ken je iemand in je omgeving die het heeft? Ooit een relatie
of vriendschap op de klippen gelopen hierdoor?
Hier een lijstje (van internet afgeplukt), mensen met een hechtingsstoornis
zouden zich in bijna ieder regeltje moeten herkennen.
je durft je niet te binden of je kunt het helemaal niet.
je durft een ander niet te vertrouwen (ook als je het wel zou willen!)
je hebt grote angst een ander te verliezen
je niet kunnen inleven in een ander
je probeert veel te veel onder controle te houden
je bent weinig selectief of juist teveel selectief
je zorgt altijd voor anderen en verliest daarbij jezelf
je bent vaak boos of prikkelbaar om kleinigheden
Intens gevoel van leegte en eenzaamheid en het gevoel hebben dat niemand van
je houdt.
Constant een strijdt voeren met aantrekken en afstoten van mensen die
dichtbij komen.
Diep gewortelde angst om relaties aan te gaan. (hierbij horen ook
vriendschappelijke en werkrelaties)
Angst en pijn als mensen weg gaan en het gevoel hebben dat ze niet terug
zullen komen en daarbij een extreme verlatingsangst.
Moeilijk of helemaal geen vaste relatie kunnen aangaan.
Overlevingsmechanismen, dat zich uit in doorzettingsvermogen om koste wat het
kost voor elkaar te krijgen wat je wilt.
Controledwang, je leven hoe dan ook onder controle willen houden.
Stemmingswisselingen, zeker meerdere keren per dag (van depressief,
verdrietig, naar super vrolijk en andersom).
Piekergedachten en nervositeit, vooral voor het slapen gaan en uren achter
elkaar.
Perfect willen zijn en hierbij steeds het gevoel hebben erin te zullen falen
Afwijzend tegenover meest nabije figuren (moeder/verzorger/ouders).
Extreem onnatuurlijk claimend gedrag.
Niet aangeraakt willen worden, en worden bij knuffel pogingen benauwd,
angstig en/of agressief.
Voortdurend ruzie zoeken.
Bijna nooit spijt of berouw tonen.
Nooit een fout bekennen
Geniaal zijn in het ontdekken van kwetsbare plekken in hun onderlinge relaties.
Survivers (overlevings)- gedrag en
schijnaanpassing daar besteedt het kind onevenredig veel energie aan, die ten
koste gaan van andere dingen.
Door negatieve faalangst niet beginnen aan dingen, al bijvoorbaat niet aan
allerlei werkzaamheden, en wendt dan een soort onverschilligheid of schijn
domheid voor.
Goed aanvoelen van wat mensen van hen verwachten dat het daar geniaal op
inspelen.
Iets negatiefs over zichzelf wordt niet toegegeven; altijd onschuldig.
Er charmant en goed verzorgd uitzien; charmeren in de buitenwereld.
Egoïsme
Liegen en manipuleren in 't algemeen.
Vermijdingsgedrag thuis; bv. naar boven gaan als de ouders beneden zijn en
omgekeerd.
Niet geborgen voelen en verbonden voelen.
Het gevoel hebben dat mensen iets van je verwachten en daarom vaak opgejaagd
voelen
Fysiek en emotioneel veel ruimte in een relatie nodig hebben
Negatief denkbeeld
Twijfelen aan intenties van mensen als ze iets voor je doen
Houden zich nooit aan afspraken
Erkennen geen gezag hun wil is wet.
Vijandig
Veel kritiek op anderen
Gevoelig voor commentaar
Weinig medeleven
Steunt veel op de partner
Jaloers
Gevoelig voor afwijzing
De gewetensontwikkeling is niet opgang gekomen
03-07-2011, 22:34 geschreven door Webmaster Reacties (0)
07-06-2011
Gehechtheid bij kinderen
Gehechtheid bij kinderen.
Het
ontwikkelen van een gehechtheidrelatie met een gehechtheidfiguur is een
normatief gegeven, dat evolutionair gezien onderdeel is van het menselijk
gedragspatroon. Praktisch iedereen ontwikkelt een gehechtheidrelatie en zoek troost
bij de gehechtheidfiguur in stressvolle situaties.
Bowlby probeerde de intense
verontrustende onlustgevoelens van kinderen, die gescheiden werden van hun
ouders, te begrijpen. Deze kinderen gingen buitengewoon gedrag vertonen
(roepen, schreeuwen, vastklampen, razend zoeken,..) om ofwel scheiding met de
ouders te vertonen, of om opnieuw in hun nabijheid te komen. Hij concludeerde
dat dit gehechtheidgedrag een aangepaste reactie was op scheiding van een
primaire hechtingsfiguur d.w.z. iemand die ondersteuning geeft, en bescherming
en zorg. In verband met gehechtheid is de volgende vraag fundamenteel: is de
gehechtheidfiguur nabij, bereikbaar en aandachtig? Als het kind het antwoord
ervaart als ja, dan zal het zich bemind voelen, zeker, vertrouwend, en zal
gedragsmatig, de neiging hebben om zijn omgeving te verkennen, met anderen te
spelen en sociaal te zijn. Als het kind het antwoord ervaart als neen, dan
ervaart het angst, en zal gedragsmatig, gehechtheidgedragingen vertonen die
gaan van eenvoudig visueel zoeken aan de ene kant tot actief volgen en vocaal
signaleren aan de andere kant. Dit gedrag blijft duren tot het kind een
wenselijk niveau van fysieke of psychologische nabijheid tot een
gehechtheidfiguur bewerkstelligd ziet, of totdat het kind uitgeput geraakt in
de context van een verlengde scheiding of verlies. In zulke gevallen van
hulpeloosheid, zegt Bowlby, ervaart het kind wanhoop en depressie.
Gehechtheid wordt gedefinieerd als een intern werkmodel, een verzameling
bewuste en onbewuste regels om informatie over gehechtheidervaringen en ideeën
over gehechtheid te organiseren.
Individuele verschillen in gehechtheidpatronen bij
kinderen
Mary
Ainsworth ontwikkelde een methode waarmee ze de individuele verschillen in de
reacties van de kinderen kon vaststellen. In de Vreemde Situatie procedure
werden ouders en kinderen systematisch gescheiden en terug verenigd.
De meeste kinderen (60%) reageerden volgens de normatieve theorie van Bowlby.
De meeste waren ontdaan wanneer de ouder de kamer verliet, maar, wanneer hij of
zij terugkeerde, zochten ze actief de nabijheid van de ouder, waren gemakkelijk
te troosten en gingen vervolgens weer tot exploratie over. Dit gedragspatroon
noemde ze veilig gehecht (secure attachment).
Andere kinderen (20% of minder) voelden zich initieel niet op hun gemak, en na
de scheiding reageerden ze extreem verontrust. Belangrijk daarbij is, dat ze
als ze terug herenigd werden met hun ouders, ze moeilijk waren te kalmeren en
ze vertoonden dikwijls conflicterende gedragingen (ambivalent gedrag), die
suggereerden dat ze wilden getroost worden, maar dat ze ook de ouder wensten te
straffen voor het verlaten van de kamer. Ze klampten zich vast aan de moeder,
gingen boos of juist passief reageren en kwamen niet meer tot exploratie. Deze
kinderen noemde men angstig ambivalent gehecht (anxious ambivalent)
Het derde gedragspatroon werd vermijdend (avoidant). genoemd. De kinderen
schijnen niet verontrust te zijn door de scheiding, en bij de hereniging,
vermijden ze actief het contact zoeken met de ouder, waarbij ze hun aandacht
richten op het speelgoed.
Deze individuele verschillen zijn verbonden met kind ouder interacties thuis
gedurende het eerste levensjaar. Veilig gehechte kinderen hadden meestal ouders
die reageerden op hun behoeften. De andere twee types hadden dikwijls ouders
die ongevoelig waren voor hun behoeften, of inconsistent of afwijzend in de
zorg die ze gaven.
De overeenkomst in gehechtheidclassificatie van een moeder en die van haar kind
is 75% op het niveau van de splitsing veilige - onveilige gehechtheid. De
sensitieve responsiviteit van de ouder bleek een deel van de intergenerationele
overdracht te bepalen Hechtingsstijlen zitten dus ook in de familie
Later werd een vierde categorie toegevoegd. Gedrag van kinderen dat niet goed
paste in de drie voorheen beschreven profielen. Dit gedrag wordt onveilig
gedesorganiseerd gehecht genoemd. Deze vierde categorie is predictief voor
latere gedragsproblemen bij kleuters en tijdens de lagere schoolleeftijd en voor
psychopathologie bij adolescenten.
Samenvattend kunnen we veilige gehechtheid of nabijheid omschrijven als een
duurzame verbondenheid, waarbij de ander beschikbaar is voor het kind en zo
zijn veiligheid garandeert. Beschikbaarheid is een gehechtheidfactor,
beschikbaarheid is ook het gericht zijn op de ander. In de ouder - kind relatie
betekent het dat ouders gericht zijn op wat dit kind nodig heeft. Dat uit zich
in het zien van de behoefte van het kind op velerlei terreinen op sensitiviteit
in de relatie met het kind.
07-06-2011, 23:31 geschreven door Webmaster Reacties (0)
05-06-2011
Reactieve hechtingsstoornis
Reactieve hechtingsstoornis
Bij een reactieve hechtingsstoornis betreft het steeds een ernstige stoornis in de sociale relatievorming, in het hechtingsgedrag, dat optreedt bij zuigelingen en jonge kinderen (<5 jaar), als reactie op een ernstige vorm van verwaarlozing.
Men spreek ook wel over 'bodemloze' kinderen.
Naargelang de ernst van de verwaarlozing en de leeftijd waarop de verwaarlozing optreedt, zijn de symptomen verschillend. Er zijn in feite 2 subtypes te onderscheiden:
1) Het afweren van contact
Bij ernstige vormen van verwaarlozing en zeker wanneer die zich reeds voordoet tijdens het eerste levensjaar, zullen deze kinderen niet (meer) positief reageren op een poging tot toenadering, integendeel het contact afweren. Men ziet volgende gedragskenmerken:
- geen of een zeer arme gezichtsmimiek
- depressieve indruk
- veel huilen
- zelden lachen of glimlachen
- volkomen gedesinteresseerd in de omgeving
- motorisch onrustig, overprikkelbaar
- somatische en psychosociale ontwikkeling stagneert
- slaap - waakritme is verstoord
- gewichtsverlies
2) Het allemansvriendje
Wanneer de affectieve verwaarlozing niet zo extreem is of zich slechts in de loop van het tweede of derde levensjaar voordoet, of er wel voldoende affectie geboden wordt, doch door teveel steeds wisselende verzorgingsfiguren spreken we over het allemansvriendje.
Het zijn kinderen die een zeer grote honger naar affectief contact tonen, een zeer vlot, doch oppervlakkig contact aangaan met elke volwassene die ze ontmoeten.
Bij de verdere familie en buren komen ze over als hele lieve en aanhankelijke kinderen, maar in het gezin gedragen ze zich moeilijk.
Gedragskenmerken
- intieme emotionele banden worden als bedreigend ervaren
- sociale ontwikkeling: vertoont een ander gezicht aan de buitenwereld dan thuis
- gestoorde gewetensontwikkeling en normbesef
- specifieke leerproblemen
Wat kan er aan gedaan worden?
Als we over 'bodemloze' kinderen praten en de begeleiding ervan, dan zijn we bezig met een meerjarenplan. Naast de behandeling van het kind, wordt er ook aandacht besteed aan het gezin.
05-06-2011, 12:58 geschreven door Webmaster Reacties (0)
31-03-2011
Brochures en Lezingen van De Knoop over Hechtingsproblemen
Genoemde prijzen zijn inclusief verzend kosten. U kunt de informatie online aanvragen door de onderstaande lijst in te vullen en via de verzendknop te verzenden.
Let op: want u ontvangt in uw mailbox een link om deze binnen 24 uur te bevestigen daarna wordt de lijst pas verzonden naar het mailadres van de Knoop. U kunt de gevraagde informatie betalen door middel van een eenmalige machtiging of via een eigen overschrijving en dan op rekening 62.47.31.154 t.n.v. De Knoop te Emmeloord, o.v.v. de bestelcode(s), uw volledige naam en adres.
Zodra wij uw betaling met uw volledige gegevens en het bestelformulier hebben ontvangen sturen wij binnen 10 werkdagen u de gevraagde informatie toe.
LET OP! Bestelling vanuit het buitenland binnen Europa kunt u wel online aanvragen maar dan zonder een machtiging u dient dit dan ook zelf over te maken en houd u er rekening mee dat extra portokosten bij komen: Verzending standard tot 250 gram 1,50 Verzending standard tot 500 gram 2,00 Verzending priority tot 250 gram 2,00 Verzending priority tot 500 gram 2,95 de verzending gaat op deze manier nog wel eens mis vandaar dat wij dit even met u willen overleggen. De informatie kan ook: aangetekend extra zeker worden verzonden alleen is dit kosten plaatje hoger. Wilt u voordat u de betaling gaat doen via uw bank eerst even met ons overleggen (dit kan per mail) op welke manier u de informatie per post vanuit het buitenland wilt ontvangen zodat wij met u kunnen afspreken wat dan de porto kosten worden voor uw bestelling. Zodra wij uw betaling met uw volledige gegevens en het bestelformulier hebben ontvangen sturen wij binnen 10 werkdagen u de gevraagde informatie toe.
31-03-2011, 22:55 geschreven door Webmaster Reacties (0)
16-11-2010
Beslissingen over kinderen in problematische opvoedingssituaties: inzichten uit gehechtheidsonderzoek
Prof.dr. Femmie Juffer, hoogleraar Adoptie bij het Centrum voor Gezinsstudie en mede-oprichter van ADOC Adoptie Driehoek OnderzoeksCentrum (Universiteit Leiden), schreef een Research Memorandum over het belang van vroege gehechtheidsrelaties. Geschreven voor kinderrechters, maar ook relevant voor werkers in de jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdgezondheidszorg. Titel: "Beslissingen over kinderen in problematische opvoedingssituaties. Inzichten uit gehechtheidsonderzoek". uitgebracht voor de Raad voor de Rechtspraak. Lees meer over gehechtheid en de relevantie voor interventies en beslissingen.
Kinderrechters nemen beslissingen die verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor kinderen en hun ouders zoals het wel of niet uithuisplaatsen van een kind, of het toewijzen van een kind aan een van de ouders. Zij baseren hun oordeel mede op rapportages die zijn opgesteld door medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg of andere instanties.
De in het onderzoek bijeengebrachte informatie ondersteunt kinderrechters bij hun inschatting van de opvoedingsproblematiek en helpt hen bij de beoordeling van de deskundigenadviezen. Het rapport laat zien hoe bepalend de kwaliteit van de interactie tussen de opvoeder en jonge kinderen, al vanaf hun geboorte, is voor de kwaliteit van de gehechtheid. Een veilige gehechtheidsrelatie geldt als een beschermende factor voor de verdere ontwikkeling van het kind.
Misverstand Met nadruk waarschuwt de auteur voor het nogal wijdverbreide misverstand dat niet veilig gehechte jonge kinderen geen baat meer zouden hebben aan correctieve interventies op latere leeftijd. Het is daarom dat zij uitgebreid aandacht besteed aan populaire valkuilen en concrete aanbevelingen formuleert. Centraal daarbij staat de notie: sensitief ouderschap. Het is voor de rechters van belang daarop hun focus te richten bij hun poging om de ouder-kind relatie te verbeteren.
Download Download het rapport via deze LINK (pdf, 1835 kb)
De professionele homepage van Femmie Juffer is te vinden onder deze LINK
16-11-2010, 23:47 geschreven door Webmaster Reacties (0)
10-11-2010
Hechtingsstoornistheorie
Hechtingsstoornistheorie
Hechtingsstoornis is een psychologische koepelterm (niet te verwarren met de specifieke reactieve hechtingsstoornis). De theorie houdt onder andere in dat men het hechtend vermogen van een kind met therapie kan herstellen als dit niet of onvolledig tot ontwikkeling is gekomen. Hierbij brengt men verschillende ontwikkelingsstoornissen, gedragspatronen of persoonlijkheidsstoornissen onder één noemer:
Asociaal gedrag tijdens de kindertijd (inclusief baby- en peutertijd):
Intimidatie, gewelddadig en agressief gedrag, geringe bekwaamheid om te leren uit een ervaring (zoals straf, begrenzing).
Het kind kan een sadistische en sociaal vernietigende intentie vertonen en pijnigt andere kinderen of dieren, heeft geen echte schaamte, schuldgevoelens en spijt en legt bij een confrontatie de schuld bij de anderen.
Deze kinderen zullen vaker een anti-sociale persoonlijkheid(sstoornis) ontwikkelen
Oppervlakkig hechtingsgedrag
Is onbekwaam om het verschil te ervaren tussen vertrouwde personen en onbekenden, is dikwijls aanhankelijk (plakbandgevoel), vertoont onvolwassen hechtingsgedrag dat niet evolueert.
Korte en oppervlakkige relationele patronen.
Angstig hechtingsgedrag Te denken valt aan separatieangststoornis
Omvang Afhankelijk van de betreffende cultuur lijden 5% van alle kinderen aan een ernstige hechtingsstoornis en 15% had te maken met een vroegere verwaarlozing die minder ernstige symptomen veroorzaakte, een onzeker hechtingsproces dat zich veruiterlijkte in tekenen van afhankelijkheid, gebrek aan zelfwaardering en nieuwsgierigheid, twijfel en angst voor normale activiteiten voor kinderen zoals spelen, vechten en vrolijk, spontaan sociaal gedrag.
10-11-2010, 19:53 geschreven door Webmaster Reacties (0)
29-10-2010
Altijd hetzelfde, daar hou ik van
'Altijd hetzelfde, daar hou ik van'
donderdag, 28 oktober 2010 06:42
Op woensdag 17 november spelen Lara Bellis en Mathieu Pater van Muziek & Therapie de voorstelling 'Altijd hetzelfde, daar houd ik van' in Theater De Kamers. Het is een voorstelling over hoe een autist communiceert met de wereld om hem heen. De voorstelling is geschikt voor alle mensen die werken of leven met kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS). Centraal staat de positieve invloed die muziek heeft op het welbevinden van mensen met autisme. De voorstelling begint om 20.15 uur.
De 16 jarige Sjoerd is autistisch. Hij houdt niet van onverwachte harde geluiden, maar wel van Knex, auto's, tante Juliëtte en zijn moeder. Sjoerd vindt het fijn als de dagelijkse dingen altijd hetzelfde gaan. Omdat dit niet altijd mogelijk is, loopt het contact met de mensen om hem heen moeizaam. Hoe moet Sjoerd met al die 'rare' mensen omgaan en hoe doen die mensen dat met hem?
Sjoerd houdt er ook niet van om nieuwe dingen te proberen, maar als er op een doordeweekse dag zomaar ineens een groot zwart ding in de woonkamer staat, wekt dat uiteindelijk toch zijn belangstelling. Wie had kunnen bedenken dat dat onbekende ding zoveel gevolgen zou hebben voor iedereen...
Datum: woensdag 17 november; Locatie: De Kamers, Wezeperberg 1, Amersfoort (Vathorst); Tijd: 20.15 uur; Toegang: 10 euro en 8 euro (jongeren).
Meer informatie en reserveren via www.dekamers.nl,
info@dekamers.nlDit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.
of 033-2012343.
'Altijd hetzelfde, daar hou ik van'
donderdag, 28 oktober 2010 06:42
Op woensdag 17 november spelen Lara Bellis en Mathieu Pater van Muziek & Therapie de voorstelling 'Altijd hetzelfde, daar houd ik van' in Theater De Kamers. Het is een voorstelling over hoe een autist communiceert met de wereld om hem heen. De voorstelling is geschikt voor alle mensen die werken of leven met kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS). Centraal staat de positieve invloed die muziek heeft op het welbevinden van mensen met autisme. De voorstelling begint om 20.15 uur.
De 16 jarige Sjoerd is autistisch. Hij houdt niet van onverwachte harde geluiden, maar wel van Knex, auto's, tante Juliëtte en zijn moeder. Sjoerd vindt het fijn als de dagelijkse dingen altijd hetzelfde gaan. Omdat dit niet altijd mogelijk is, loopt het contact met de mensen om hem heen moeizaam. Hoe moet Sjoerd met al die 'rare' mensen omgaan en hoe doen die mensen dat met hem?
Sjoerd houdt er ook niet van om nieuwe dingen te proberen, maar als er op een doordeweekse dag zomaar ineens een groot zwart ding in de woonkamer staat, wekt dat uiteindelijk toch zijn belangstelling. Wie had kunnen bedenken dat dat onbekende ding zoveel gevolgen zou hebben voor iedereen...
Datum: woensdag 17 november; Locatie: De Kamers, Wezeperberg 1, Amersfoort (Vathorst); Tijd: 20.15 uur; Toegang: 10 euro en 8 euro (jongeren).
Meer informatie en reserveren via www.dekamers.nl ,
info(A)dekamers.nl
Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.
of 033-2012343.
Over het boek: De sociaal-emotionele ontwikkeling is ook voor leerlingen met een verstandelijke beperking de basis voor de verdere ontplooiing. De ontwikkeling verloopt bij leerlingen met een verstandelijke beperking niet zo vanzelfsprekend. Ze zijn veel kwetsbaarder in hun sociale ontwikkeling. Ze vragen daarom extra ondersteuning en begeleiding.
We schetsen een aantal uitgangspunten die de schoolvisie op sociaal-emotionele ontwikkeling beïnvloeden. Het bepalen van de beginsituatie van de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling is het vertrekpunt om doelen te selecteren. Hoe we doelen realiseren vindt u terug in de aanpak. We beschrijven hierbij heel wat concrete suggesties en voorbeelden. Het evalueren van de sociaal-emotionele ontwikkeling helpt ons om te komen tot een nieuwe beeldvorming. De betrokkenheid van ouders zorgt ervoor dat wat we aanleren, functioneel en zinvol is.
Deze uitgave kwam tot stand door én voor mensen die in de praktijk werken met leelringen met een matige of ernstige verstandelijke beperking. Het boek biedt een houvast of kader om een individueel handelingsplan, groepswerkplan of schoolwerkplan op te stellen waarin het sociaal-emotioneel functioneren van deze kinderen of jongeren een belangrijke plaats heeft.
19-09-2010, 14:10 geschreven door Webmaster Reacties (0)
03-06-2010
Sluit de baby opvang
Sluit de babyopvang
Marilse Eerkens, 03-06-2010 14:22
Het wordt tijd dat er serieuze aandacht komt voor het probleem waar veel ouders mee worstelen: hoe kan ik mijn werk en het ouderschap zo combineren dat mijn kinderen daar niet het slachtoffer van worden?
Recent onderzoek van orthopedagoog Esther Albers toont aan dat babys veel meer stress hebben in de crèche dan thuis hou ze een jaar thuis, is haar advies. Acht jaar geleden wees hoogleraar Ontwikkelingspsychologie Marjan Riksen Walraven ook al op de kwetsbaarheid van het babybrein. Hoe lang moet het nog duren voor we maatregelen gaan nemen? De economie moet draaien, maar ten koste van wat?
Agnes van Hoesel, de dagvoorzitter van het onlangs gehouden congres Babyopvang kan beter windt er geen doekjes om. Jarenlang stelde ze ouders gerust die hun drie maanden oude (of jongere) baby aan haar kinderdagverblijf toevertrouwden: voel je maar niet slecht, het is echt niet schadelijk voor je kind. Nu ze zelf net oma is geworden durft ze dit niet tegen haar eigen dochter te zeggen. Er is veel nieuwe kennis. Had ik dit maar eerder geweten.
Bewijs Toch is deze kennis niet nieuw. Het is eerder zo dat het bewijs steeds sterker wordt. Acht jaar geleden wees Marianne Riksen Walraven in haar inaugurele rede er al op dat er een duidelijk verband lijkt te bestaan tussen het aantal uren dat kinderen doorbrengen op de crèche en de kans dat ze op lange termijn te maken krijgen met sociaal-emotionele problemen. Dit verband lijkt des te sterker naarmate de kinderen op jongere leeftijd naar de crèche worden gebracht. Verder wees zij er toen al op dat babys voor hun ontwikkeling vastigheid en aandacht nodig hebben. Dus: veel één-op-één contact en de aanwezigheid van een sensitieve vaste leidster.
Deze informatie viel helemaal niet in goede aarde. Wilde Riksen Walraven vrouwen weer terug naar het aanrecht sturen? En daar bleef de discussie bij. (Dat mannen ook voor kinderen kunnen zorgen kwam in veel geëmancipeerde hoofden niet op.)
Groei Ondertussen groeit het aantal kinderen dat gebruik maakt van babyopvang enorm. Nog steeds moet één leidster zorgen voor vier hele jonge kinderen. Nog steeds is er vanwege de vele parttimers en een hoog ziekteverzuimpercentage zelden sprake van een vaste leidster. En nog steeds ligt het accent op de fysieke verzorging en niet op ontwikkelingsstimulering is het niet vanwege een gebrek aan kennis of sensitiviteit, dan is het wel vanwege een gebrek aan tijd.
Nog steeds moet één leidster zorgen voor vier hele jonge kinderen
De informatie voor ouders over deze ongunstige omstandigheden is gebrekkig. Het standaard commentaar is: voel je niet schuldig over de crèche, uit onderzoek blijkt dat een kind zich kan hechten aan meer dan één vaste verzorger. Dat is ook zo, maar dan hebben we het over één, hooguit twee verzorg(st)ers naast de vader en de moeder en dat hebben de meeste crèches niet in de aanbieding. Bovendien is die hechting maar één van de vele aspecten waar je op moet letten, zoals nu weer duidelijk wordt.
Ander veel gebezigd misverstand: mijn kind heeft het heerlijk op de crèche, hij is zo rustig. Maar nu blijkt uit onderzoek van Albers dat ook deze rustige kinderen verhoogde stresswaarden hebben. Het ene kind uit zijn gevoelens nou eenmaal anders dan het andere.
Economen Maandagavond 31 mei is in de Rode Hoed gediscussieerd over de integratie van kinderopvang in het basisonderwijs. Alles wijst er op dat de kinderopvang er niet beter op gaat worden. Want wie zijn de belangrijkste deelnemers aan het debat? Drie hoogleraren economie, de jurist Ina Brouwer van de Taskforce kinderopvang, Pia Dijkstra van de Taskkforce deeltijd plus en een aantal politici waaronder Sharon - kinderopvang dat gun je ieder kind- Dijksma. De ontwikkelingspsychologen en pedagogen schitteren weer eens door afwezigheid. Money rules!
Het wordt tijd dat er serieuze aandacht komt voor het probleem waar veel ouders mee worstelen: hoe kan ik mijn werk en het ouderschap zo combineren dat mijn kinderen daar niet het slachtoffer van worden? Dat vraagt om een serieuze erkenning van dit onderwerp waar niemand zijn vingers aan wil branden babyopvang is een persoonlijke keuze.
En dat vraagt om het stimuleren van opvang die beter aansluit bij de ontwikkeling van jonge kinderen: oppas aan huis, kleinschalige opvang in een gastoudergezin of betere verlofregelingen voor ouders. Goede kans dat dit op de lange termijn meer vruchten afwerpt dan het mompelen van bezwerende mantras als de kwaliteit van de kinderopvang moet omhoog, het verlagen (!) van de gastouderbijdrage en verder alles bij het oude laten.
Marilse Eerkens is psycholoog en vaste medewerker van het maandblad J/M ouders
03-06-2010, 22:16 geschreven door Webmaster Reacties (0)
30-04-2010
Gedrag belonen werkt 'net zoals medicijnen' tegen ADHD
Gedrag belonen werkt 'net zoals medicijnen' tegen ADHD
De hersenen van kinderen die aan ADHD lijden, reageren precies hetzelfde op een onmiddellijke beloning als op medicatie. Dat zeggen wetenschappers van de universiteit van Nottingham op de website van BBC.
ADHD-kinderen vertonen vaak gedragsproblemen, zoals impulsieve reacties of een zeer korte aandachtsspanne, die de sociale en leervaardigheden ondermijnen. De researchers registreerden de hersenactiviteit van zulke kinderen als ze een computerspelletje speelden, en deelden extra punten uit voor minder impulsief gedrag.
In het spelletje moesten de proefpersonen aliens van een bepaalde kleur vangen, die van een andere kleur moesten ze dan weer vermijden. Bedoeling van de game was testen of de kinderen konden weerstaan aan de aandrang om de 'verkeerde' aliens te vangen. Om na te gaan in hoeverre beloningen werken, werd de beloning voor het vangen van de 'juiste' alien in één variant van het spelletje vervijfvoudigd. Ook werden in die variant vijf keer zoveel strafpunten uitgedeeld als de 'verkeerde' werd gevangen. Bij dit onderzoek werd duidelijk dat de incentives de kinderen hielpen om beter te presteren, zij het niet in dezelfde mate als medicatie. Toch toonden EEG-scans dat de beloning en de medicatie dezelfde delen van de hersenen 'normaliseren'.
Twee manieren, gelijkaardig effect "De combinatie van medicijnen en beloning is het efficiëntst", zegt professor Chris Hollis, die het onderzoek leidt. "Het kan betekenen dat we lagere dosissen van de medicatie moeten voorschrijven om hetzelfde effect te bereiken."
Opwekkende medicijnen zoals Rilatine, die een invloed hebben op concentratie en gedrag, worden vaak voorgeschreven bij ADHD-patiënten. Daarnaast kunnen de daden van het kind uiteraard ook rechtstreeks gestuurd worden door positief gedrag te belonen en negatieve gevolgen te verbinden aan slecht gedrag. Maar in tegenstelling tot kinderen die niet aan ADHD lijden, heeft het bij deze groep geen zin om de beloning of straf uit te stellen naar een later moment op de dag.
De resultaten kunnen er nu toe leiden dat er minder Rilatine moet worden voorgeschreven, maar belangengroepen waarschuwen dat het voor ouders en leraars vaak moeilijk is om instant beloningen te geven. "Opdat zo'n aanpak succesvol kan zijn, moet je 24 uur op 24 bij het kind zijn", luidt het bij de National Attention Deficit Disorder Information and Support Service (Addiss). "In de praktijk is dat onhaalbaar." (tw)