1.bij het oprijden van een rotonde : (verkeer in één richting rond een middeleiland) a) signalisatie: - op de rotonde: bord D5 ( verplicht rondgaand verkeer) - de toegangswegen : B1 omgekeerde driehoek :voorrang verlenen : B5 stopbord : stoppen en voorrang verlenen b) regel: de bestuurder op de rotonde heeft voorrang op de bestuurders die de rotonde willen oprijden
c) andere richtlijnen op een rotonde -gebruik van de richtingsaanwijzers -bij het oprijden : niet -bij het verlaten : wel ( let op fietspad ) - plaats op de rotonde (eventueel met rijstroken of fietspad ) - de bestuurder moet niet zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan rijden - hij mag de rijstrook volgen die het best aan zijn bestemming beantwoordt - van rijstrook veranderen is een maneuver = voorrang verlenen aan de andere bestuurders en pinkers gebruiken - bij het verlaten voorrang verlenen aan de fietsers en bromfietsers op het fietspad d) opm: op een plein: waar men in alle richtingen mag en kan overrijden en eventueel met een middeneiland waarop een bord D1 (verplichting de door de pijl aangegeven richting te volgen)
en zonder verkeersborden op de toegangswegen: blijft de regel rechts heeft voorrang gelden regel:- de bestuurder die het plein wil oprijden heeft voorrang op het verkeer dat op het plein rijdt - op het plein zelf geldt de voorrang van rechts voor alle D5 bestuurders onder elkaar D1 D7 B1 B5