a. Eerst moeten de ruiten, de spiegels, de lichten, en de nummerplaat proper zijn - de ruiten: voor een betere zichtbaarheid rondom de wagen - de spiegels: om zijdelings en achter uw wagen te kunnen kijken - de lichten: om in t donker beter te zien en gezien te worden ( bochten ) - de nummerplaat: de voorste dan is beter reflecterend - de reflectoren: tonen van verder uw geparkeerde wagen in t donker b. Werken de signalisatiemiddelen? - de pinkers: tijdig gebruiken om een zijdelingse verplaatsing of een verandering van richting kenbaar te maken maar, tijdig gebruiken - de stoplichten: werken als u op de rempedaal duwt. Dit laat de andere weg- gebruikers tijdig te reageren (kop-staart aanrijding!!!!) - claxon: om uw aanwezigheid kenbaar te maken (zwakken verkeersgebruikers) c. Banden: zorgen voor - de rijstabiliteit, de rijcomfort - de remafstand - de grip op de weg - de wegligging van de wagen indien - de bandenspanning juist is, controleer 1X per maand als de band koud is (ook de reserve wiel) - de profieldiepte minstens 1,6mm is (minder gevaar voor watergladheid) - Opmerkingen: - met brede banden verbruikt men meer brandstof want, grotere wrijving met t wegdek -een te lage spanning veroorzaakt snellere slijtage van de band en hoger verbruik met 2 tot 3% - vermijd tegen stoepranden te rijden d. De remmen: - zijn de remblokjes nog dik genoeg - is de afstand tussen de remblokjes en remschijf niet te groot = te veel speling om de rempedaal - is het remoliepeil niet te laag e. De vering en schokdempers - zijn de bladen niet beschadigd en aangetast door roest - de schokdempers zorgen voor: - meer comfort - een beter contact tussen de banden en de weg f. De accu: - controleer het peil van het elektrolyt, eventueel gedistilleerd water bijvoegen - de capaciteit loopt in de winter sterk achteruit
g. Winternazicht - de ruitenwissers laten vervangen indien hard geworden (laten sporen achter) - koelsysteem : is er nog voldoende antivriesmiddel aanwezig - accus : voldoende opgeladen zijn - brandstof : vanaf oktober winterdiesel tanken h. De verlichting - controleer dagelijks de werking - verwijder het vuil van de lichten i. De niveaux controleren - accu: electrolyt - koelvloeistof - waterreservoir voor de sproeiers (met antivries) - remvloeistof - motorolie
j. Rokende uitlaat - blauwe rook: olielek in de motor - zwarte rook : vuil luchtfilter systeem