Veiligheidxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
- Verkeersveiligheid = veilig verkeer = de anderen niet in gevaar brengen
Uitleg: bevordering van veiligheid van weggebruikers door een veilige omgeving, regelgeving gericht op veilig- heid en gedragregels in het verkeer.
2. Veiligheidsafstand - afhankelijk van de snelheid moeten de bestuurders tussen hun voertuig en de voorligger een voldoende veilige afstand houden zodat ze tijdig kunnen stoppen bij een bruuske vertraging - aanbevolen vuistregel: de minimumafstand zou moeten gelijk zijn aan de helft van de snelheid Vb: snelheid 50km/u : afstand : 25m 90km/u : : 45m Opm: 45m = afstand tussen 2 verlichtingspalen op de autosnelweg
3. Veiligheidsgordel
- de veiligheidsgordel en de bevestigingssystemen moeten op correcte wijze gedragen en gebruikt worden - kinderen kleiner dan 1,35m moeten vervoerd worden in een aangepast kinderbeveiligingssysteem - vanaf 1,35m : moeten ze meereizen in een kinderbeveiligings- systeem of de gordel dragen
- aangepast systeem : - een babyzitje achterin ( tegen de rijrichting in) , een kinder- zitje of een verhogingskussen.
4. Veiligheidsvest
op autosnelwegen en autowegen moet de bestuurder van een pechvoertuig een retro-reflecterende veiligheidsvest dragen zodra hij zijn voertuig verlaat.
|