(4) bij slechte weersomstandigheden: regen, sneeuw, mist, zijwind, hagel (a) zorg dat: - de ruiten van de wagen zuiver zijn(beter zicht) - de spiegels " " - de ruitenwisseers en sproeiers: werken - de verwarming= ontdooier " - de airco= helpt bij beslagen ruiten(aangewasemd) " - de lichten " - je gordel draagt - de hoofdsteun goed afgesteld is= de bovenkant ter hoogte van de bovenkant van het hoofd - het is geruststellend als je weet dat er niets hapert aan je wagen - laat de radio niet te hard spelen (b) zorg dat: - je de juiste ingestelheid hebt: - sociaal verkeersgedrag - begrip hebben voor daden van anderen - anderen helpen - blijf kalm en wees niet gehaast (c) rijstijl: - blijf rechts rijden - ervoor zorgen dat je rijbewegingen gemakkelijk te voorzien zijn - gebruik je richtingsaanwijzers - houd voldoende afstand tot je voorligger - ontsteek de lichten : dim- en mistlichten - vermijd bruusk te remmen (vooruitzien) - al rijdend : altijd een vluchtweg zoeken=een veilige plaats in het verkeer waar je tijdelijk geen risico's loopt - geef de nodige ruimte aan de anderen weggebruikers - 1m tussen je wagen en de voetgangers of fietsers - plak niet aan de bumpers van je voorligger - blijf niet te lang rijden naast zware voertuigen: - opspattend water - dode hoeken - bij een natte wegdek kan de wagen soms slippen:reacties: - gaspedaal loslaten - niet remmen - tegensturen: indien de achterkant slipt naar rechts: draai het stuur lichtjes naar rechts als de wagen opnieuw in de richting van de weg komt , het stuur recht draaien - niet te bruusk reageren - pas je snelheid aan want de remafstand neemt toe bij het remmen in een noodtoestand en houd rekening met de zijwind - indien nodig even stilstaan naast de weg bij hevige regenen of sneeuw die het zicht belemmeren dan: - vier pinkers aanzetten - kies een veilige plaats waar stilstaan en parkeren toegelaten is maar opgelet bij oversteken van fietspad - op autosnelweg: veiligheidsvestje dragen gaan staan achter de vangrails blijf niet in je wagen zitten = gevaar - bij het rijden in plaswater : -stuur goed vasthouden - kan de wagen uit de rijrichting brengen d: bij slecht weer: - wees zeer voorzichtig, geen risico's nemen - het zicht is zeer beperkt - de wagen kan onstabiel zijn door de slechtere baanvastheid - grotere vermoeidheid