xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
t Is nacht . De torenklok slaat vijf
Er daalt een diepe stilte in de stad
En in mezelf . En ik bezie
Het slapend silhouet dat naast me ligt
Zijn ademhalen klinkt met zacht gefluit
En op zijn lippen is een stil bewegen
De onrust is nog steeds niet uit zijn lijf
Ik zie hem aan , en niets is mij meer zeker
Voor alles is een eerste keer , maar dit
Dit moet het eind van alles zijn ;
Een ongemerkt verglijden in de dood
Een mooiere bekroning is er niet
Ik voel een lichte trilling in mijn handen
Er komt weer langzaam leven in de stad
En hij slaapt door , zo schijnbaar ongerept
Het onafwendbaar lot nog net ontsnapt .
Cees van der Pluijm
|