De kranige koekenman tante lizexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Er was eens een bakker , hij hete Jan Klaas ,
Die bakte veel poppen van broos speculaas ;
En toen , nu zijn oven eens open stond
Wipte één van de poppen vlug op de grond
En sprong in de winkel en riep tot de baas :
Zeg , pak m als je kunt nu , meneer speculaas .
Loop , loop , oude jongen , zo hard als je kan ;
Nooit , nooit vang je een kranige koekenman !
De bakker werd boos en hij liep als een haas .
Zijn vrouw liep hem na en hun kleine Jan-klaas ,
De poes roept miauw en de hond waf , waf !
En zo galoppeerden ze voort op een draf .
En de zwart bonte koe en het oude paard
Ijlden weg uit de stal in een dolle vaart .
En zo renden ze voort onder veel geraas
Achter t vluchtende ventje van speculaas ,
Dat lachte en riep luid :loop zo hart als je kan
Nooit , nooit ,vang je een kranige koekenman .
Toen kwam er een wolf uit het dichtst van t bos
En snelde op de pochende vluchteling los ,
En hapte pardoes , zo maar één , twee , drie ,
Een verbazend stuk uit zijn linkerknie .
Toen greep hij op eenmaal zijn rechterbeen
En slokte dat in , plus zijn kleine teen .
En de rest volgde spoedig , en nimmermeer
Zag Jan Klaas zijn kranige koekenman weer .