Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
Stel uzelf niet langer in dienst van de
zonde als een werktuig voor het onrecht,
maar stel uzelf in dienst van God.
Denk aan uzelf als levenden die uit de dood
zijn opgewekt en stel uzelf in dienst van
God als een werktuig voor de gerechtigheid
Nadat Johannes gevangen
was genomen, ging Jezus naar Galilea, waar Hij Gods goede nieuws verkondigde.
Dit was wat Hij zei: De tijd is aangebroken, het Koninkrijk van God is nabij:
kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.
Toen Jezus langs het Meer van Galilea liep, zag hij Simon en Andreas, de broer
van Simon, die hun netten uitwierpen in het meer; het waren vissers. Jezus zei
tegen hen: Kom, volg mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken. Meteen
lieten ze hun netten achter en volgden Hem.
Iets verderop zag Hij Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes,
die in hun boot bezig waren met het herstellen van de netten, en direct riep
Hij hen. Ze lieten hun vader Zebedeüs met de dagloners achter in de boot en
volgden Hem.
Jezus
verschijnt regelmatig in het Galilea van ons hart, langs het meer van ons
leven. Hij vindt er ons bedrijvig in de sleur van ons dagelijkse werk: altijd
maar opnieuw die netten uitgooiend, dikwijls zonder veel te vangen, en dat nog
wel heel dicht bij enkele anderen die, een steenworp verder, op dezelfde vis
zitten te azen - vervelende concurrenten dus! - en dat terwijl wij moeten
meewerken in een bedrijf, waar de daglonersmentaliteit groeit onder de
werknemers, die er vooral op uit zijn voordeel te zoeken voor zichzelf. Het leven
is hard aan de oever van het meer van ons leven.
Maar zo vindt de Heer ons, wanneer Hij langs komt, wanneer Hij zijn
aanwezigheid weer eens laat ervaren, dikwijls vrij onverwachts, in een stille
wenk of uitnodiging van iemand die wij ontmoeten.
Dan roept Hij ons op die zware netten los te laten, die kleurloze
alledaagsheid, die mentaliteit van eisende werknemers, die onvruchtbare
bindingen aan ons eigenbelang en die overdreven zucht naar onafhankelijkheid,
die concurrentievrees en die verdeeldheid.
En Hij vraagt dat wij ons durven overgeven aan de diepersluimerende verlangens van ons hart die Hij weet wakker te maken:
mensen als vissen in een eenheid verzamelen, onszelf met al onze kracht geven
in dankbaarheid en werken in verbondenheid met elkaar om anderen samen te
brengen tot diezelfde bevrijdende liefdegemeenschap.
Jezus ging terug
naar huis, en weer verzamelde zich een menigte, zodat ze zelfs niet de kans
kregen om te gaan eten.
Toen zijn verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om Hem, desnoods onder
dwang, mee te nemen, want volgens hen had Hij zijn verstand verloren.
Volgens hen had Hij zijn
verstand verloren...
Wie leeft in de geest van Jezus zal beslist voor de velen in 'de wereld' ook
z'n verstand verloren hebben.
Voor 'de wereld' is het immers heel dikwijls niet meer dan normaal dat je die
dingen nastreeft die het eigenbelang dienen. Terwijl het evangelie oproept het
gemeenschappelijk belang te dienen. Wie deze weg gaat, zwemt dikwijls
stroomopwaarts
Jezus ging de berg op en riep al degenen bij
zich op wie Hij zijn keuze had laten vallen, en ze kwamen naar Hem toe. Hij
stelde twaalf van hen aan als apostel; ze moesten Hem vergezellen, en Hij wilde
hen ook uitzenden om het goede nieuws bekend te maken. Ze kregen de macht om
demonen uit te drijven.
De twaalf die Hij aanstelde, waren achtereenvolgens Simon, die hij de naam
Petrus gaf, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, Johannes, de broer van Jakobus (aan
deze twee gaf hij de naam Boanerges, wat zonen van de donder betekent),
Andreas, Filippus, Bartolomeüs, Matteüs, Tomas, Jakobus, de zoon van Alfeüs,
Taddeüs,Simon Kananeüs en Judas Iskariot, die hem
heeft uitgeleverd.
Jezus
kiest uit wie Hij zelf wil. En deze keuze is een balangrijke gebeurtenis in
Jezus' leven. De twaalf leerlingen zullen Hem volgen en apostelen zijn, nu het
volk en de leiders zich van Hem afkeren. Deze twaalf zullen zijn werk
voortzetten als eenmaal zijn taak volbracht is. De jonge Kerk zag in deze
aanstelling het begin van haar eigen geschiedenis en roeping. Jezus ging de berg op en
riep al degenen bij zich op wie Hij zijn keuze had laten vallen, en ze kwamen
naar Hem toe.
Het
evangelie van vandaag gaat over roeping en zending. Maar wat opvalt is dat
Jezus voor Hij zendt de leerlingen eerst bij zich roept.
Jezus zal nooit roepen en van op afstand zenden. Hij zal altijd de geroepene
eerst bij zich roepen, om vanuit het samenzijn met Hem, te zenden.
Net
zoals de leerlingen roept Hij ook ons. Maar Hij roept ons eerst bij zich. Hij
vraagt ons een stap te zetten, een keuze te maken. Hij vraagt van ons een
beslissing. Hij spreekt ons aan op onze vrijheid, en vraagt heel persoonlijk te
kiezen. Naar Hem toegaan is ons eerste ja-woord.
Eenmaal bij Hem zal Hij ons uitnodigen in Hem onze woonst te maken. Hierop
ingaan is ons tweede ja-woord.
Vanuit dit ja-woord zal Hij ons in zich opnemen, om ons nadien te zenden. Ook
hier moeten we weer 'ja' op zeggen, de derde keer.
Concreet
betekent dit dat wij iedere ochtend geroepen worden door Hem. Elke morgen
opnieuw mogen we naar Hem toegaan. Ons eerste ja-woord.
Hij zal ons vragen in Hem onze woonst te maken, ons tweede ja-woord.
Hij zal ons in zich opnemen en ons uitnodigen door Hem gezonden te worden. Erop
ingaan is ons derde ja-woord.
Dat betekent dat we ervoor kiezen deze dag mét Christus door te gaan. Dat wil
zeggen dat we ons engageren om ieder die we die dag ontmoeten lief te hebben
met de liefde van de Heer.
We hoeven dit niet alleen te doen, want Christus, in wie wij onze woonst hebben
gevonden, zal mét ons beminnen. Ons drievoudig ja-woord tot Hem betekent dat
wij instrument zullen zijn van zijn handelen in ons leven. En wel zo, dat we
zijn liefde zullen worden.
Met alle goede gevolgen van dien.
Jezus week met zijn leerlingen uit naar het meer, en een grote
menigte uit Galilea volgde Hem. Ook uit Judea en Jeruzalem, uit Idumea en het
gebied aan de overkant van de Jordaan en uit de omgeving van Tyrus en Sidon
kwamen veel mensen naar Hem toe, omdat ze hadden gehoord wat Hij allemaal deed.
Hij zei tegen zijn leerlingen dat ze een boot voor Hem gereed moesten houden,
om te voorkomen dat Hij door de menigte onder de voet zou worden gelopen.
Allerlei zieken verdrongen zich om Hem aan te raken, want Hij had al veel
mensen genezen. Telkens als de onreine geesten Hem zagen, vielen ze voor Hem
neer en schreeuwden: Jij bent de Zoon van God! Hij sprak hen bestraffend toe,
en verbood hun bekend te maken wie Hij was.
Jezus
week met zijn leerlingen uit naar het meer, en een grote menigte uit Galilea
volgde Hem.
Het
moet een mooi zicht geweest zijn: Jezus die met zijn leerlingen richting meer
trok en die grote menigte die Hem volgde. Wat een dorst moet er geleefd hebben
onder de mensen om Hem te willen ontmoeten, om Hem te willen aanhoren.
Ik denk dat het vandaag niet anders zou zijn. Neem dat Jezus plots hier zou
staan, in lichamelijke gestalte: woorden sprekend, zieken genezend. Velen
zouden Hem willen zien, zijn woorden willen horen. Velen zouden Hem willen
aanraken, of door Hem aangeraakt willen worden.
Maar
God heeft gewild dat Jezus niet onder die gedaante bij ons is. Zelfs na de weg
die Hij moest gaan is Hij als Verrezene maar korte tijd onder de mensen
geweest. Na z'n hemelvaart was het gedaan met de zichtbare Jezus.
..
God
heeft gewild dat we de weg van het geloof bewandelen, de weg van de overgave
aan zijn Zoon in de liefde van zijn Geest.
Deze weg, die in zekere zin een achterlaten is van ons oppervlakkig 'ik', zal
ons brengen tot ons meest waarachtige 'ik', het 'ik' waarvan God gezegd heeft
en zegt: 'Ik heb je geschapen naar mijn beeld en gelijkenis'.
In Christus zullen we onze ware identiteit ontdekken. Hij zal ons zo in zich
opnemen dat we zijn liefde zullen worden, in al ons doen en laten.
Hij zal dat met ieder van ons heel persoonlijk doen, en tegelijkertijd zal Hij
op die wijze ons mensen bij elkaar brengen rond Hem. Daar ontstaat Kerk, niet
door mensenhanden gemaakt, maar gevormd door Christus zelf.
Waar
is de menigte uit Galilea ?
Gaan we Hem enkel volgen wanneer we Hem lichamelijk zien ?
Of gaan we de weg waartoe God ons uitnodigt: de weg van het geloof, de
overgave.
Hij is niet minder aanwezig dan toen aan het meer van Galilea.
Laten we blij zijn om zijn aanwezigheid en Hem volgen.
Weer ging Jezus naar de
synagoge. Daar was iemand met een verschrompelde hand.
Ze letten op Hem om te zien of Hij die op sabbat zou genezen, zodat ze Hem
zouden kunnen aanklagen.
Hij zei tegen de man met de verschrompelde hand: Kom in het midden staan.
Aan de anderen vroeg Hij: Wat mag men op sabbat doen: goed of kwaad? Een leven
redden of het vernietigen? Maar ze zwegen.
Hij keek hen boos aan, maar ook diepbedroefd vanwege hun hardleersheid, en toen
zei Hij tegen de man die in het midden stond: Steek uw hand uit. Hij stak
zijn hand uit en er kwam weer leven in.
De Farizeeën verlieten de synagoge en gingen meteen met de Herodianen
overleggen hoe ze Hem uit de weg zouden kunnen ruimen.
De Joodse sabbatwet was tot in
het kleinste detail streng uitgewerkt. Door op de sabbat te genezen wil Jezus
laten zien dat het Hem op de eerste plaats gaat om de mens. Niet de uiterlijke
daad is de eerste norm van goed of kwaad, maar wel de innerlijke gesteltenis
waaruit zij voortkomt.
Jezus zei tegen de man met de
verschrompelde hand: Kom in het midden staan.
Hoeveel mensen lopen er vandaag niet rond
met een verschrompelde hand, met een verschrompeld hart... Velen, zeer velen.
En misschien horen we er zelf ook wel bij.
Zijn we bereid om net als Jezus, en
vanuit Jezus, tot hen te zeggen: 'Kom, kom in het midden staan. Je bent niet
uitgesloten, je hoort erbij, ik vind je de moeite waard, voor mij ben je mijn
broeder/zuster,...'
Al te vaak komen de verschrompelden over als 'lastige' medemensen, terwijl ze
in zekere zin de Heer belichamen die zegt: 'Ik heb dorst'.
Laten we naar hen toe gaan niet als
meerderen, maar als broeders en zusters, als één van hen, om samen met hen de
Heer te ontmoeten en te verheerlijken in ons samenzijn waarin Hijzelf ons
gebracht heeft.
De leerlingen
van Johannes en de Farizeeën hadden de gewoonte regelmatig te vasten. Er kwamen
mensen naar Jezus toe, die Hem vroegen: Waarom vasten de leerlingen van
Johannes en de leerlingen van de Farizeeën wel, maar uw leerlingen niet?
Jezus antwoordde: Bruiloftsgasten kunnen toch niet vasten zolang de bruidegom
bij hen is? Nee, zolang ze de bruidegom bij zich hebben, kunnen ze niet vasten.
Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, en dan is het
hun tijd om te vasten. Niemand verstelt een oude mantel met een lap die nog
niet gekrompen is, want dan trekt de nieuwe lap de oude stof kapot en wordt de
scheur nog groter. Niemand giet jonge wijn in oude leren zakken, want dan
scheuren ze open en gaat de wijn verloren, net als de zakken zelf. Jonge wijn
hoort in nieuwe zakken.
Jezus
bracht geen streng systeem of een ascetische godsdienst. Zijn komst wilde
vreugde brengen. Iets helemaal nieuw. Niet zo maar een soort commentaar op de
oude wet. De nieuwe geest die Hij brengt is helemaal niet verenigbaar met de
praktijken van sommige Joden. Hun praktijken zijn maar lompen en oude klederen
in vergelijking met wat Hij brengt. De christenen van vandaag genieten de
vrijheid die Christus in zijn Kerk bracht. 'Niemand verstelt een oude
mantel met een lap die nog niet gekrompen is, want dan trekt de nieuwe lap de
oude stof kapot en wordt de scheur nog groter. Niemand giet jonge wijn in oude
leren zakken, want dan scheuren ze open en gaat de wijn verloren, net als de
zakken zelf. Jonge wijn hoort in nieuwe zakken', zegt Jezus ons vandaag.
De oude
wereld heeft bepaalde zingevingen die beperkt zijn. De nieuwe wereld, de nieuwe
schepping heeft Jezus als de zin van alles. Hij is het centrum waaromheen zich
het leven van de nieuwe mens opbouwt. Jonge wijn in nieuwe zakken. Geen ongekrompen
verstellap op een oud kleed. Bij Jezus hoort een nieuwe levenswijze, een nieuw
volk, een nieuwe Kerk, want Hij is voor allen die Hem gehoorzamen, dat wil
zeggen: die naar Hem luisteren en die hun leven op zijn leven willen afstemmen,
oorzaak geworden van eeuwig heil.
In die dagen stond Johannes er daar met twee van zijn
leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: Daar is het lam van
God.
De twee leerlingen hoorden wat hij zei en gingen met Jezus mee.
Jezus draaide zich om, en toen Hij zag dat ze hem volgden, zei Hij: Wat zoeken
jullie?
Rabbi, zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal meester), waar logeert
U?
Hij zei: Kom maar mee, dan zul je het zien.
Ze gingen met Hem mee en zagen waar Hij onderdak had gevonden; het was ongeveer
twee uur voor zonsondergang en ze bleven die dag bij Hem.
Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was
Andreas, de broer van Simon Petrus.
Vlak daarna kwam hij zijn broer Simon tegen, en hij zei tegen hem: Wij hebben
de Messias gevonden (dat is Christus, gezalfde), en hij nam hem mee naar
Jezus. Jezus keek hem aan en zei: Jij bent Simon, de zoon van Johannes, maar
voortaan zul je Kefas heten (dat is Petrus, rots).
In
die dagen stond Johannes er daar met twee van zijn leerlingen... Johannes was zo'n goede
"vriend van de Bruidegom", dat hij niet zijn eigen glorie zocht: hij
gaf eenvoudigweg getuigenis van de waarheid (Joh 3,29.26). Zou hij erover
denken om zijn leerlingen bij zich te houden en ze beletten om de Heer te
volgen? Helemaal niet, hij toont hen zelfs zelf wie ze moeten volgen. Hij
verklaart hen: "Waarom hechten jullie je aan mij? Ik ben het Lam van God niet.
Daar is het Lam van God, dat is Degene die de zonden van de wereld
wegneemt."
Bij
het horen van die woorden volgden de twee leerlingen die bij Johannes waren. Jezus draaide zich om, en toen
Hij zag dat ze hem volgden, zei Hij: Wat zoeken jullie? Ze zeiden:
"waar logeert
U?" Ze volgden Hem nog niet definitief; wij weten dat ze zich
aan Hem gehecht hebben toen Jezus hen opriep om hun boot te verlaten, toen Hij
tegen hen zei: "Kom
achter mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken" (Mt
4,19). Vanaf dat moment hebben ze zich aan Hem gehecht om Hem nooit meer te
verlaten.
Nu
wilden ze zien waar Jezus woonde, en het volgende woord van de Schrift in
praktijk brengen:
"Als je een verstandig mens vindt, ga hem dan al vroeg in de ochtend
bezoeken en laat je voet de drempels van zijn deuren afslijten. Leer van hem de
voorschriften van de Heer" (Sir 6,36v).
Jezus
toonde hen dus waar Hij verbleef; ze zijn meegekomen en zijn bij Hem gebleven.
Wat hebben ze een gelukkige dag doorgebracht! Wat een zalige nacht! Wie zal ons
zeggen wat ze uit de mond van de Heer hebben gehoord? Laten wij ook een woning
in ons hart bouwen, een huis waar Jezus ons zou kunnen komen onderrichten en
een gesprek met ons voeren.
Jezus vertrok en ging weer naar het meer. Een grote
mensenmenigte kwam naar Hem toe, en Hij onderwees hen.
Toen Hij langs het meer liep, zag Hij Levi, de zoon van Alfeüs, bij het tolhuis
zitten, en Hij zei tegen hem: Volg mij.
Levi stond op en volgde Hem.
Op een keer was Hij bij Levi thuis uitgenodigd voor een maaltijd, samen met
zijn leerlingen en een groot aantal tollenaars en zondaars, want velen van hen
volgden Hem.
Toen de Farizeese schriftgeleerden zagen dat Hij samen met zondaars en
tollenaars at, zeiden ze tegen zijn leerlingen: Eet Hij met tollenaars en
zondaars?
Jezus hoorde dit en zei tegen hen: Gezonde mensen hebben geen dokter nodig,
maar zieken wel; Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar
zondaars.
Ook de roeping van Levi, hoe kort zij ook verhaald wordt, bevat alle
elementen van een goddelijke roeping. Gods initiatief, het antwoord van de
geroepene, en de samenwerking van vele anderen. Deze roeping is trouwens een
teken dat zelfs als zodanig gekende zondaars niet van Gods barmhartigheid zijn
uitgesloten. Christus is gekomen om te redden wat verloren was.
Jezus
sprak: "Gezonde mensen hebben
geen dokter nodig, maar zieken wel; Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te
roepen, maar zondaars."
Deze
uitspraak kan alleen maar ieder van ons tot diepe dankbaarheid stemmen. Niet ?
Moesten enkel de rechtvaardigen (degenen dus die 'recht' varen, altijd en
overal) geroepen worden... wat zou Jezus weinig volgelingen hebben.
Het
mooie van God is dat Hij bereid is zijn verhaal met ons te schrijven op de
kromme lijnen van ons leven.
Is het verhaal daarom minder ? Nee, integendeel.
Het zal een verhaal zijn van mensen die bemind worden door een God die gelooft
in zijn kinderen, die ieder de moeite waard vindt om hem persoonlijk aan te
spreken, aan te raken, uit te nodigen, zichzelf aan hem te geven in zijn Zoon.
Jezus
zal met ons meegaan, niet roepend, niet schreeuwend, de kwijnende vlaspit niet
dovend, het geknakte riet niet brekend, maar ieder van ons teder en krachtig
optillend uit de bekrompenheid van ons ego om ons op te nemen in z'n eigen
leven, opdat we groeiend in geloof en overgave aan Hem, zijn Liefde mogen
worden, meer en meer.
Ga
eenvoudig naar Hem, zoals Hij ook naar u komt. Omhels elkaar. En ontvang de
gave van één-zijn.
Toen Jezus terugkwam
in Kafarnaüm, werd bekend dat Hij weer thuis was. Er stroomden zo veel mensen
toe dat er zelfs voor de deur geen plaats meer was, en Hij verkondigde hun de
heilsboodschap.
Er werd ook een verlamde bij Hem gebracht, die door vier mensen gedragen werd.
Omdat ze zich niet door de menigte konden wringen, haalden ze een stuk van het
dak weg boven de plaats waar Jezus zat, en toen ze een opening hadden gemaakt,
lieten ze de verlamde op zijn draagbed naar beneden zakken.
Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: Vriend, uw zonden
worden u vergeven.
Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij
zichzelf: Hoe durft Hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit:
alleen God kan immers zonden vergeven!
Jezus had meteen door wat ze dachten en dus zei Hij: Waarom denkt u zoiets?
Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen: Uw zonden worden u vergeven
of: Sta op, pak uw bed en loop? Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon
volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.
Toen zei Hij tegen de verlamde: Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.
Meteen stond hij op, pakte zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stonden
versteld en loofden God. Zoiets hebben we nog nooit gezien', zeiden ze.
Mensen kunnen ons een
voorbeeld geven van ongeloof, maar anderzijds blijkt uit hun gedrag soms ook
hoe diep zij geloven. Voor Jezus was dat geloof voldoende om de zonden van de
lamme te vergeven. Het was voor Hem tevens een teken van zijn goddelijke macht.
Men kan dit teken van zijn godheid naast zich neerleggen of aanvaarden in
geloof.
God
wil zich echter ook aan elke mens heel persoonlijk meedelen en openbaren. Heel
persoonlijk worden wij door God aangesproken, met de bedoeling dat dat woord
ons raakt en ons in ontmoeting brengt met de Heer. Maar er zijn dikwijls heel
wat belemmeringen voor het zover is, zoals ook het geval was bij de vier mannen
en hun lamme vriend: drukte, mensen die in de weg zitten, en dat is nog maar de
buitenkant. Innerlijk zitten er ook allerlei dingen in de weg die verhinderen
dat het woord van God tot je doordringt, die beletten dat je je persoonlijk tot
God wendt: drukte in je hoofd, je denkt aan van alles en nog wat, zodat je
geest en je hart niet vrij zijn voor Hem. Of je wilt jezelf beschermen, je wilt
jezelf veilig stellen, je leven in eigen hand houden. Zo kunnen er allerlei
dingen zitten tussen jou en het woord van God.
Dat
was ook het geval met de lamme in dit evangelie. Maar de mannen lieten zich
niet tegenhouden en lieten hun vriend voor de voeten van Jezus neer. Zo
ontstond er toch een moment waarop er niemand en niets was tussen hem en Jezus,
tussen de zondaar en de barmhartige liefde van God.
Jezus zei tot hem:
"Vriend, uw zonden worden u vergeven." Dat was raak, dat
raakte hem! De bron van zijn wezen werd gereinigd.
Dat wat hier in het evangelie gebeurt, kan ook ieder van u gebeuren, namelijk
dat je persoonlijk geraakt wordt door het woord van God. Dat staat altijd aan
de oorsprong van een bekeerd leven.
Het
woord van God is een goddelijke kracht die in staat is een heel leven
ondersteboven te keren. Als je trouw blijft aan dat woord, aan die goddelijke
kracht, je van de nabijheid ervan bewust blijft, eraan gehoorzaamt, ernaar
blijft luisteren, in de ban ervan blijft, kun je het een na het ander als het
ware moeiteloos uitvoeren. Niet meer door eigen kracht, maar doordat je eigen
zwakke kracht is opgenomen in de kracht van God, in de kracht van de heilige
Geest.
Toen Jezus, Jakobus en
Johannes uit de synagoge kwamen, gingen ze rechtstreeks naar het huis van Simon
en Andreas.
Simons schoonmoeder lag met koorts in bed, en ze spraken met Jezus over haar.
Hij ging naar haar toe, pakte haar hand vast en hielp haar overeind. Toen
verliet de koorts haar, en ze begon voor hen te zorgen.
s Avonds laat, toen de zon al was ondergegaan, brachten de mensen alle zieken
en bezetenen naar Hem toe; alle inwoners van de stad hadden zich bij de deur
van het huis verzameld.
Hij genas vele zieken van allerlei kwalen en Hij dreef veel demonen uit, maar
stond ze niet toe om iets te zeggen, want ze wisten wie Hij was.
Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond Hij op, ging naar
buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden.
Maar Simon en de anderen die bij Hem waren, gingen Hem vlug achterna, en toen
ze Hem gevonden hadden zeiden ze tegen Hem: Iedereen is naar U op zoek!
Toen zei Hij: Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen hier in de
omtrek, zodat Ik ook daar het goede nieuws kan brengen. Daarvoor ben Ik immers
op weg gegaan.
In heel Galilea bracht Hij het nieuws in de synagogen en dreef Hij demonen uit.
Het
moet fantastisch geweest zijn om te zien hoe Jezus wonderen deed, hoe Hij
mensen genas van hun lichamelijke kwalen, hoe Hij vergeving schonk in Gods
naam, hoe Hij de mensen onderwees, hoe Hij met zondaars omging, enz...
Maar wat velen niet wisten, beluisteren we in de volgende zin: "Vroeg in de ochtend, toen het
nog helemaal donker was, stond Hij op, ging naar buiten en liep naar een
eenzame plek om daar te bidden."
Jezus had die momenten van gebed nodig. Los van eender welke mens wilde Hij,
moest Hij, af en toe alléén kunnen zijn met de Vader. In het gebed trad Hij als
het ware in het leven van de Vader, en nam de Vader Hem in zich op. Niet dat
buiten die uitdrukkelijke gebedsmomenten de Vader meer verwijderd zou zijn van
Jezus, maar schijnbaar zijn die uitdrukkelijke momenten van gebed van
fundamenteel belang.
Te snel
wordt er gezegd dat 'mijn gebedsleven mijn goede werken zijn'. Daar is
natuurlijk iets van. Bedoeling is dat we de geest van het gebed levend houden
tijdens onze bezigheden. Deze vorm van bidden is zeker ook niet minder dan het
uitdrukkelijke gebed. En toch is deze laatste vorm van fundamenteel belang, en
gaat ze zelfs vooraf aan het 'biddend in het leven staan'.
Het is
zoals de eerste twee geboden, waarvan de Heer zegt dat ze één zijn: 'Bemin God
bovenal, en uw naaste als uzelf.' Deze geboden zijn dus één, en toch dragen ze
een zekere hiërarchie in zich. Wij kunnen maar onze naaste en onzelf écht
beminnen als we ook God beminnen. We beminnen onszelf en de ander vanuit de
inwoning van God.
Zo is het ook met het gebed. Het uitdrukkelijke gebed en het 'gebed in het
leven' zijn één, doch zit er een hiërarchie in verborgen. Wij kunnen maar écht
biddend in het leven staan, wanneer wij het 'uitdrukkelijk gebed' onderhouden
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….