Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
Dierbaren, in de
omgang met elkaar moet ieder van u altijd de minste willen zijn, want God keert
zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt Hij zijn genade. Onderwerp
u dus nederig aan Gods hoge gezag, dan zal Hij u op de bestemde tijd een
eervolle plaats geven. U mag uw zorgen op Hem afwentelen, want u ligt Hem na
aan het hart.
Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een
brullende leeuw, op zoek naar een prooi. Stel u tegen hem teweer, gesterkt door
uw geloof, in het besef dat uw broeders en zusters, waar ook ter wereld, onder
hetzelfde leed gebukt gaan.
Maar al moet u nog korte tijd lijden, God, de bron van alle genade, heeft u
geroepen om in Christus Jezus deel te krijgen aan zijn eeuwige luister. God zal
u sterk en krachtig maken, zodat u staande zult blijven en niet meer zult
wankelen. Hem komt de macht toe, voor eeuwig. Amen.
Met de hulp van Silvanus, die ik als een betrouwbare broeder beschouw, heb ik u
deze korte brief geschreven, om u moed in te spreken en om u er nadrukkelijk
van te verzekeren dat het werkelijk de genade van God is die u staande houdt.
De uitverkorenen in Babylon en mijn zoon Marcus groeten u.
Groet elkaar met een kus als teken van uw onderlinge liefde.
Vrede zij met u allen, die één bent in Christus.
De volgende dag stond de
menigte weer aan de oever van het meer. Ze hadden gezien dat er maar één boot
was en dat Jezus niet aan boord was gegaan, maar dat zijn leerlingen alleen
vertrokken waren.
Nu legden er andere boten uit Tiberias aan, dicht bij de plek waar ze het brood
gegeten hadden nadat de Heer het dankgebed had uitgesproken.
Toen de mensen zagen dat Jezus en zijn leerlingen er niet waren, stapten ze in
die boten en voeren ze naar Kafarnaüm om Hem te zoeken.
Ze vonden Hem aan de overkant van het meer en vroegen: Rabbi, wanneer bent U
hier gekomen?
Jezus zei: Waarachtig, Ik verzeker u: u zoekt me niet omdat u tekenen hebt
gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent. U moet geen moeite
doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig
leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft Hem
die volmacht gegeven.
Ze vroegen: Wat moeten we doen? Hoe doen we wat God wil?
Dit moet u voor God doen: geloven in Hem die Hij gezonden heeft, antwoordde
Jezus
Na de broodvermenigvuldiging
ontvlucht Christus de mensen: zij zijn meer op mirakelen en spektakel belust
dan op zijn boodschap. Ze gaan Hem zoeken. Ze willen niet zozeer zijn persoon,
maar meer voedsel en welvaart. Jezus geeft hen een harde les. Kunnen ook wij
onze verwachtingen corrigeren, als ze verkeerd en te oppervlakkig zijn ?
Vandaag lezen we dat men op zoek was naar
Jezus. Dat lezen we op meerdere plaatsen in de evangelies. Dat terugtrekken
deed Hij heel dikwijls: 'naar de overkant, in het gebergte, geheel alleen'. Hij
trok zich terug bij God.
Het goed om Jezus hierin te volgen. Niet
voor de wonderen, maar voor het voedsel dat niet vergaat en dat enkel Hij
alleen geven kan.
In het zich voortdurend terugtrekken
mogen we een uitnodiging zien van Hem uit aan ons adres; een dringende
uitnodiging tot gebed, met Hem, in de eenzaamheid, bij en met Hem.
Ja, enkel Hem. Om vanuit Hem weer op te
staan, het leven tegemoet, het volle leven dragend, om verenigd met Hem onze
dagtaken te doen, de anderen te ontmoeten, opdat Hij al weldoende zou
rondtrekken met ons, door ons, in ons.
De twee leerlingen
vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij zich aan hen kenbaar had
gemaakt door het breken van het brood.
Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en
zei: Vrede zij met jullie. Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een
geestverschijning te zien. Maar Hij zei tegen hen: Waarom zijn jullie zo
ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? Kijk naar mijn handen en
voeten, Ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen
vlees en beenderen zoals jullie zien dat Ik heb.
Daarna toonde Hij hun zijn handen en zijn voeten.
Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg
Hij hun: Hebben jullie hier iets te eten? Ze gaven Hem een stuk geroosterde
vis. Hij nam het aan en at het voor hun ogen op.
Hij zei tegen hen: Toen Ik nog bij jullie was, heb Ik tegen jullie gezegd dat
alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij
geschreven staat in vervulling moest gaan.
Daarop maakte Hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de
Schriften. Hij zei tegen hen: Er staat geschreven dat de messias zal lijden en
sterven, maar dat Hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, en dat in zijn
naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun
zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen
in Jeruzalem.'
De Verrezene houdt eraan te eten
voor het oog van zijn leerlingen. Zij durven er niet in te geloven. Zijn
verrijzenis betreft zowel het lichaam als de ziel. Wat een hoop wekt dit niet
voor heel de mens, voor alle mensen en het heelal. Als getuigen van deze
overweldigende ontmoeting en open voor het verstaan van de Schriften, zullen de
apostelen er de vurige bedienaars van worden voor heel de wereld.
Van vreugde konden de
leerlingen niet geloven dat Jezus daar werkelijk was...
En wij, zo dikwijls verdeeld tussen twijfel en geloof, kunnen wij in Hem
geloven ? Kunnen wij vandaag nog de Levende ontmoeten ?
De zondagse samenkomst is de plaats waar wij Hem erkennen. Het samenkomen onder
zijn leiding, het in herinnering brengen van zijn woorden en van de hele
Schrift, het opnieuw verhalen van de getuigenissen van hen die gezien hebben,
het breken van het brood in vreugde en het dan weer vertrekken naar de wereld
om de kleine vlam, ontstoken met Pasen, door te geven van de een aan de ander:
dat zijn voortaan de tekens van de Verrijzenis.
Er zijn geen bewijzen van het leven buiten het leven zelf.
Bij het vallen van de
avond daalden Jeuzs' leerlingen af naar het meer; ze stapten in een boot en
zetten koers naar de overkant, naar Kafarnaüm.
Het was al donker geworden, en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen. Er stak
een hevige wind op en het meer werd onstuimig.
Toen ze vijfentwintig of dertig stadie geroeid hadden, zagen ze plotseling
Jezus over het meer lopen; Hij was dicht bij de boot en ze werden bang.
Maar hij zei: Ik ben het, wees niet bang.
Ze wilden Hem aan boord nemen, maar meteen kwam de boot aan land op de plaats
waar ze naartoe wilden
Zelfs een diep gelovig
mens zal wel eens twijfelen als in zijn leven storm en verwarring woedt. 'Ik
ben er, wees niet bang', klinkt Jezus' woord. De leerlingen maken zo'n krisis
door. Geloof vraagt een zich volledig toevertrouwen, zonder reserves, zonder
twijfel. Dit woord van Jezus zal hen opnieuw moed geven
We zijn bang ons eigen ik te verliezen,
bang om in Gods liefde te treden.
Jezus kent ons egoïsme en biedt ons de genade aan ontvankelijk te worden voor
zijn liefde om ons te genezen van onze die ik-gerichtheid.
In Hem zullen we onze meest ware identiteit
vinden.
Jezus sprak tot
Nikodemus:
'Hij die van boven komt staat boven allen, wie uit de aarde voortkomt is aards
en spreekt de taal van de aarde. Hij die uit de hemel komt en boven allen
staat, getuigt van wat Hij gezien en gehoord heeft, en toch wordt zijn
getuigenis door niemand aanvaard. Wie zijn getuigenis wel aanvaardt, bevestigt
daarmee dat God betrouwbaar is.
Hij die door God gezonden is, spreekt de woorden van God, en God schenkt de
Geest in overvloed.
De Vader heeft de Zoon lief en heeft alle macht aan Hem overgedragen.
Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal
dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.
Wie gelooft in Gods Zoon heeft
het eeuwig leven. Wie niet echt gelooft, kan dat leven niet zien. We hebben
misschien ooit gemeend dat het eeuwig leven iets is voor na de dood. Jezus
woorden zijn klaar genoeg: het eeuwig leven begint hier reeds voor wie gelooft.
Eeuwig leven is God. Geloven is God liefhebben. Christen-zijn is het eeuwig
leven in zich dragen en het reeds nu beleven.
Wie leeft in ontmoeting met de Heer,
zal de Heer en zijn liefde steeds meer leren verstaan. Niet zozeer vanuit een
louter menselijk denken dat steeds om bewijzen en ervaring vraagt, maar vanuit
de warmte van de heilige Geest die ons geschonken is. Doorgaans hechten we aan
dit laatste te weinig belang en daardoor geven veel mensen het op, of geraken
in een twijfel waar ze niet meer uitgeraken. Het geloof is dan abstract
geworden, misschien nog in stand gehouden door bepaalde rituelen of zelfs vormen
van liefdadigheid, maar de levende overgave en de blijheid van het leven in
Gods aanwezigheid zijn zoek geraakt
Het gebed van en met het hart is
mijn inziens de sleutel om weer tot een levendig geloof te komen; een geloof
dat ons leven bevrucht en ons aanzet dragers en uitdragers te zijn van Gods
Blijde Boodschap.
Laat ons bidden, er ons van bewust
zijnde dat de Heer ons bevrucht met zijn liefde.
Laat ons in het bidden veel stil zijn, met zeer veel geduld en discipline.
Jezus sprak tot Nikodemus:
'God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat
iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te
vellen, maar om de wereld door Hem te redden.
Over wie in Hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in Hem
gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods
enige Zoon.
Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van
de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht.
Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden
bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar
wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.'
Geloven in Christus wil zeggen:
geloven dat Hij midden ons ons werd gezonden uit pure liefde, omdat God liefde
is. Zo een geloof geeft licht aan het leven dat soms zo duister is. Dat licht
is God zelf. Wie leeft in dit licht wordt licht voor anderen.
'Wie kwaad doet, haat het licht; hij
schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht
handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles
wat hij doet.'
Liefde en kwaad zijn tegengesteld,
zoals licht en duisternis dat zijn. Wie kwaad doet, leeft in tegenstelling met
de liefde en leeft in de duisternis.
Wie oprecht tracht te leven en daardoor het licht
opzoekt, zal getuigen van Gods
Liefde, want hij leeft in de Liefde en de Liefde spreekt van God.
Er was onder de
Farizeeën iemand die Nikodemus heette. Hij kwam in de nacht naar Jezus toe.
Rabbi, zei hij, wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is,
want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die U verricht.
Jezus zei: Waarachtig, Ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan
het koninkrijk van God zien.
Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is? vroeg Nikodemus. Hij kan
toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?
Jezus antwoordde: Waarachtig, Ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van
God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. Wat geboren is uit
een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. Wees niet
verbaasd dat Ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden. De wind
waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij
vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest
geboren is.
Het
verhaal van de ontmoeting tussen Jezus en Nikodemus leert ons de diepere zin
van het doopsel: herboren worden, nieuwe mens worden . De mens is meer dan
vlees en bloed en stof. Hij is in het doopsel als het ware opnieuw geboren.
Elke gedoopte is een kans voor Jezus om weer mens te worden onder de mensen.
Het doopsel eist dat wij elke dag als gedoopten leven.
Biologisch gezien
zijn wij uiteraard uit een mens geboren. Een wonderlijk gebeuren dat haar
wortels vindt in God zelf !
De roeping van de christen echter is in zijn leven een diepere dimensie van
geboorte ontdekken, namelijk een geboren of herboren worden in de heilige
Geest.
Jezus zegt daarover vandaag: 'De wind waait waarheen hij wil;
je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen
gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.'
Jezus spiegelt het leven van een gedoopte hier aan het bestaan van de wind: je
hoort zijn geluid maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen
gaat.
Een christen valt doorgaans niet zo op. Men hoeft ook niet van elkaar de hele
voorgeschiedenis te kennen om een goed christen te zijn. Dikwijls is het zelfs
goed om je bedeesd te houden in het kenbaar maken van die voorgeschiedenis,
omdat dat in wezen een zaak is tussen God en jou.
Waar de christen zijn weg zal eindigen is al even onbekend voor de
buitenwereld, zelfs voor de mens in kwestie. En da's een goede zaak. Het gaat
om vandaag, om de wijze van ons christen-zijn op deze dag. En morgen... da's
voor morgen.
De diepere inhoud van dit 'niet-weten' is het geheimnisvol handelen van God in
ons leven. Wie leeft doorheen de Geest, laat zich leiden door het leven van
Christus in hem. Of om het met de woorden van Paulus te zeggen: 'Het is niet meer ik, maar het
is Christus die leeft in mij'.
Het gaat om een volledige
beschikbaarheid jegens God, een overgave aan Christus' aanwezigheid in ons, een
zich toevertrouwen aan zijn leven in ons bestaan. Zo zal Hij door ons heen al
weldoende rondtrekken en zoals de wind waaien waar God ons naar toe zendt.
Op de avond van die
eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren
afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden.
Jezus kwam in hun midden staan en zei: Ik wens jullie vrede!
Na deze woorden toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren
blij omdat ze de Heer zagen.
Nog eens zei Jezus: Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft
uitgezonden, zo zend Ik jullie uit.
Na deze woorden blies Hij over hen heen en zei: Ontvang de heilige Geest. Als
jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet,
dan zijn ze niet vergeven.
Een van de twaalf, Tomas (dat betekent tweeling), was er niet bij toen Jezus
kwam. Toen de andere leerlingen hem vertelden: Wij hebben de Heer gezien! zei
hij: Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn
vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het
geloven.
Een week later
waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij.
Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. Ik wens
jullie vrede! zei Hij, en daarna richtte Hij zich tot Tomas: Leg je vingers
hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer
ongelovig, maar geloof.
Tomas antwoordde: Mijn Heer, mijn God!
Jezus zei tegen hem: Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die
niet zien en toch geloven.
Jezus heeft nog
veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek
staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de
Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam.
Niets of niemand kan de
Verrezene nog beletten de zijnen te bezoeken. Hij brengt hen zijn Geest met de
vruchten ervan: vrede, vreugde en de macht om zonden te vergeven. In de persoon
van Tomas, die de Heer wilde zien en Hem heeft aangeraakt, lijkt Hij aan de
christenen van alle tijden te zeggen: wees er zeker van , Ik ben het werkelijk,
geloof ook jij dan.
Nadat
Jezus vroeg op de eerste dag van de week uit de dood was opgestaan, verscheen
Hij eerst aan Maria uit Magdala, bij wie Hij zeven demonen had uitgedreven. Ze
ging het nieuws vertellen aan de mensen die Hem hadden vergezeld en die nu om
Hem treurden en rouwden. Toen ze hoorden dat Hij leefde en dat zij Hem had
gezien, geloofden ze het niet.
Daarna verscheen Hij in een andere gedaante aan twee van hen toen ze buiten de
stad aan het wandelen waren. Ze gingen terug en vertelden het aan de anderen;
maar ook zij werden niet geloofd.
Ten slotte verscheen Hij aan de elf terwijl ze aan het eten waren, en Hij
verweet hun hun ongeloof en halsstarrigheid, omdat ze geen geloof hadden
geschonken aan degenen die Hem hadden gezien nadat Hij uit de dood was
opgewekt.
En Hij zei tegen hen: 'Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel
het goede nieuws bekend.'
Zij die
geloven kennen soms twijfel, zelfs de apostelen. Er zit tenslotte in elke mens
een stuk geloof en een stuk ongeloof. Dit evangelie leert ons, dat ook zij die
aanvankelijk geen geloof kunnen opbrengen, tot geloof geroepen blijven, om
daarna in volle kracht te getuigen. Dat is tevens de eindbalans van deze
paasweek. God heeft tijd. Maar als de tijd er is, moet de mens zich helemaal
gewonnen geven en geloven
Jezus sprak: 'Trek
heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend.'
Het goede nieuws
bekend maken, de blijde boodschap verkondigen, getuigen van Jezus, betekent
niet de mensen met dit alles rond de oren slaan. Het betekent op de eerste
plaats bereid zijn, net zoals Jezus, broederschap te vormen met allen zonder
uitzondering. Niet vanuit een drang anderen te willen bekeren, maar vanuit een
Vrede die de ander laat aanvoelen dat God bestaat en van elke mens houdt, dat
Hij in Christus de mensheid verlost heeft en daarmee ieder de gelegenheid geeft
te leven in zijn Zoon.
Uiteraard mag
hierover ook met woorden gesproken worden, maar dit hoeft niet altijd. God is
groter dan onze woorden. Vanuit zijn Vrede die Hij in ons legt benadert Hij de
ander. Deze wijze van naar de ander toegaan is soms veel krachtiger dan het
gebruik van eigen woorden die dikwijls meer iets over ons zeggen dan over God.
Jezus verscheen weer aan de leerlingen, nu bij het
meer van Tiberias. Dat gebeurde als volgt.
Bij het meer waren Simon Petrus en Tomas (dat betekent tweeling), Natanaël
uit Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee andere leerlingen.
Petrus zei: Ik ga vissen.
Wij gaan met je mee, zeiden de anderen. Ze stapten in de boot, maar de hele
nacht vingen ze niets.
Toen het al ochtend werd, stond Jezus op de oever, al wisten de leerlingen niet
dat het Jezus was.
Hij riep: Hebben jullie soms iets te eten?
Nee, antwoordden ze.
Gooi het net aan stuurboord uit, riep Jezus, dan lukt het wel.
Ze wierpen het net uit en er zat zo veel vis in dat ze het niet omhoog konden
trekken.
De leerling van wie Jezus hield zei tegen Petrus: Het is de Heer!
Zodra Simon Petrus dat hoorde, schortte hij zijn bovenkleed opmeer had hij
niet aanen sprong in het water.
De andere leerlingen kwamen met de boot en sleepten het net vol vis achter zich
aan. Ze waren niet ver van de oever, ongeveer tweehonderd el.
Toen ze aan land kwamen zagen ze een vuurtje met vis erop en brood.
Jezus zei: Breng ook wat van de vis die jullie net gevangen hebben.
Simon Petrus ging weer aan boord en trok het net aan land. Het zat vol grote
vissen, welgeteld honderddrieënvijftig, en toch scheurde het niet.
Jezus zei tegen hen: Kom, eet iets.
Geen van de leerlingen durfde Hem te vragen wie Hij was, ze begrepen dat het de
Heer was.
Jezus nam het brood en gaf hun ervan, en Hij gaf hun ook vis.
Dit was al de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen nadat hij uit de
dood was opgestaan.
Na de dood van Jezus hebben de
apostelen hun gewone bezigheden hernomen. Tijdens de maaltijd, zien ze de Heer
weer. Jezus openbaart zijn aanwezigheden in het alledaagse. Als we maar willen
zien met open ogen en met open hart
Wij hebben wel eens de neiging om de Heer te gaan zoeken in het buiten-gewone,
alsof Hij zich enkel zou openbaren buiten het alledaagse leven.
Het evangelie van vandaag toont aan dat Jezus zijn aanwezigheid openbaart in
het alledaagse, in onze dagelijkse bezigheden, in de gewone dingen van elke
dag.
We hoeven Hem echt niet ver te zoeken.
Wie Hem in de kleine dingen van elke
dag aanwezig weet, en de levenskunst verstaat zich te laten opnemen door Hem,
zal deze kleine dingen als grote dingen ervaren, omdat hij ze zal beleven als
gezegend en geleid door Christus zelf.
Onze dagelijkse maaltijden, onze
arbeid, onze omgang met echtgenoot of kinderen of collega's of wie dan ook, ons
gemeenschappelijk en persoonlijk gebed, onze verwondering over de pracht van de
natuur, enz... in alles openbaart Hij zijn aanwezigheid en krijgen wij van Hem
de uitnodiging ons te laten opnemen in zijn Liefde voor allen en alles.
Laat ons eenvoudig, fris en blij naar
Hem toegaan. Hij is in je hart, zie je het niet ?
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….