Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND
EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
17-08-2012
Uit het evangelie volgens Matteüs
Uit het evangelie volgens Matteüs
19, 3-12
Er kwamen enkele Farizeeën op Jezus af om Hem op de proef te
stellen. Ze vroegen: Mag een man zijn vrouw om willekeurig welke reden
verstoten?
Hij zei: Hebt u niet gelezen dat de Schepper de mens bij het begin mannelijk
en vrouwelijk heeft gemaakt?
En Hij vervolgde: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich
hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; ze zijn dan niet langer
twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.
Toen vroegen ze hem: Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven haar een
scheidingsbrief te geven en haar zo te verstoten?
Hij antwoordde: Omdat u harteloos en koppig bent, daarom heeft Mozes u
toegestaan uw vrouw te verstoten. Maar dat is niet vanaf het begin zo geweest.
Ik zeg u: wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel,
tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis.
Hierop zeiden zijn leerlingen: Als het met de verhouding tussen man en vrouw
zo gesteld is, kun je maar beter niet trouwen.
Hij zei tegen hen: Niet iedereen kan deze kwestie begrijpen, alleen degenen
aan wie het gegeven is: er zijn mannen die niet trouwen omdat ze onvruchtbaar
geboren werden, andere omdat ze door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn, en er
zijn mannen die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben met
het oog op het Koninkrijk van de hemel. Laat wie bij machte is dit te begrijpen
het begrijpen!
Het huwelijk is
een onverbrekelijke band tussen man en vrouw. Zo heeft God het gewild. Het is
geen eenvoudig kontrakt dat kan verbroken worden. God zelf was trouw tegenover
zijn volk. Die trouw vraagt Hij ook van man en vrouw tegenover elkaar
Wanneer twee mensen verliefd worden kan het
ervan komen dat ze kiezen om te trouwen. 'Zij ' kiezen, maar wat er gebeurt bij
het altaar is niet van hen. God is daar werkzaam. Hij maakt deze twee mensen
tot één. Zij doen dat niet zelf, het is iets dat aan hen gebeurt, puur gave.
Dat is de kern van het sacrament van het huwelijk.
Bedoeling is dat de twee geliefden dagelijks
putten uit dit sacrament. Het is zoals een doopsel, elk sacrament is een bron
van levend water die niet ophoudt genade te schenken. Vandaar
het belang bij deze bron te blijven, in goede
en kwade dagen.
Dit laatste is niet vanzelfsprekend, een hele opdracht !
Liefde is gave, maar tevens een opgave, waar
dagelijks aan gewerkt moet worden, waar veel in ver- en gedragen moet worden.
Het is een weg waaraan getimmerd moet worden doorheen alle fases van het leven.
In het huwelijk kan een koppel getuigen van
Gods trouw aan de mens. Zij zijn als het ware beeld van deze trouw.
Vrienden, omdat God ons zulke geweldige beloften heeft gedaan, moeten wij ons afkeren van alles wat ons lichamelijk en geestelijk bevuilt. Wij moeten onszelf reinigen door ontzag voor God te hebben en ons volkomen aan Hem te geven. 2 Corinthiër 7:1HTB
eerste brief van Paulus aan de Korintiërs
15, 20-26
Broeders en zusters,
Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen.
Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood
er gekomen door een mens. Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door
Christus allen levend worden gemaakt.
Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer
Hij komt, zij die Hem toebehoren.
En dan komt het einde en draagt Hij het koningschap over aan God, de Vader,
nadat Hij alle heerschappij en elke macht en kracht vernietigd heeft.
Want Hij moet koning zijn totdat God alle vijanden aan zijn voeten heeft
gelegd. De laatste vijand die vernietigd wordt is de dood
Als eerste en voornaamste
Christus, vervolgens zij die Christus toebehoren.
Laat uw leven niet beheersen door geldzucht, neem genoegen met wat u hebt. Hij heeft immers zelf gezegd: Nooit zal ik u afvallen, nooit zal ik u verlaten, zodat we vol vertrouwen kunnen zeggen: De Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen. Wat zouden mensen mij kunnen doen? -- Hebreeen 13:5
De
Joden begonnen te protesteren omdat Jezus zei dat Hij het brood was dat uit de
hemel was neergedaald.
Dat is toch Jezus, de zoon van Jozef? We weten toch wie zijn vader en moeder
zijn? Hoe kan Hij dan zeggen dat Hij uit de hemel is neergedaald?
Jezus zei: Ik hoor u bezwaren maken. Toch kan niemand bij mij komen, tenzij de
Vader die mij gezonden heeft hem bij me brengt, en Ik zal hem op de laatste dag
tot leven wekken. Het staat geschreven in de Profeten: Zij zullen allemaal
door God onderricht worden. Iedereen die naar de Vader luistert en van Hem
leert komt bij mij. Niet dat iemand ooit de Vader gezien heeft alleen hij die
van God komt, heeft Hem gezien. Waarachtig, Ik verzeker u: wie gelooft, heeft
eeuwig leven. Ik ben het brood dat leven geeft. Uw voorouders hebben in de
woestijn manna gegeten en toch zijn zij gestorven. Maar dit is het brood dat uit
de hemel is neergedaald; wie dit eet sterft niet. Ik ben het levende brood dat
uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven.
En het brood dat Ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.
De eeuwige vraag omtrent Jezus luidt: staat Hij
niet te dicht bij ons om van elders te komen? Is Hij niet te goed ingeburgerd
op onze aarde om van God te komen? Nochtans door Christus trekt de Vader de
mensen tot zich. Door Christus, gegeven als brood, schenkt de Vader aan de
mensen het eeuwig leven.
Toen Jezus en de
leerlingen zich weer bij de mensenmassa voegden, kwam er iemand naar Hem toe
die voor Hem op zijn knieën viel en zei: Heer, heb medelijden met mijn zoon,
want hij is maanziek en lijdt daar erg onder; hij valt dikwijls in het vuur of
in het water. Ik heb hem bij uw leerlingen gebracht, maar zij konden hem niet
genezen.
Jezus antwoordde: Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang
moet Ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet Ik jullie nog verdragen? Breng
hem bij me.
Daarop sprak Jezus de demon op strenge toon toe. Deze ging uit de jongen weg,
en vanaf dat moment was hij genezen.
Later kwamen de leerlingen naar Jezus toe.
Eenmaal met Hem alleen vroegen ze: Waarom konden wij die geest niet
uitdrijven?
Hij antwoordde: Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als
jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg
zeggen: Verplaats je van hier naar daar! en dan zal hij zich verplaatsen.
Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.
Gebrek aan
geloof maakt het de leerlingen onmogelijk om de zin te ontdekken van de
wonderen in Christus' zending. Zijn werken zijn niet enkel gebaseerd op
wonderen, maar vooral op de aanwezigheid van zijn Geest. Deze bewerkt het
geloof en doet alles zien met de ogen van God.
Twijfel is niet het tegendeel van geloof, maar een wezenlijk bestanddeel
ervan. Moest het geloof een zomaar vanzelfsprekende zaak zijn zou de mens niet
groeien. Juist doorheen twijfel maakt God ons sterk en volwassen, leert Hij ons
geloven, los van gevoelens, maar enkel gericht op Hem, vanuit zijn aanwezigheid
in ons.
Geloof is tegelijk een gave én een act van de mens.
Het is gave omdat de mens niet zou kunnen geloven zonder dat God zijn Geest in
ons hart heeft gelegd. Het is de Geest die ons naar God zal wenden, Hij zal ons
leren bidden, Hij zal dat in ons doen.
Maar geloof is ook een act van de mens. De mens moet kiezen om te geloven, hij
moet het willen, hij moet willen meewerken met de Geest. De mens kan namelijk
ook 'nee' zeggen, en dan zal God zich in de meeste gevallen ook nederig
afzijdig houden. Hij respecteert de vrijheid van de mens. Dat afzijdig houden
is echter geen passief gebeuren van God. In alle deemoed zal Hij in al zijn
liefde blijven aankloppen aan de deur van ons hart, tot we opendoen en Hem
welkom heten. Hij dorst naar ons.
Geloof is een houding van overgave. Ik 'geloof' is een beweging van de mens naar God toe,
nadat God een beweging heeft gedaan naar de mens toe. Het is op zijn
uitnodiging, zeg maar door de inwoning van de Geest, dat wij kunnen zeggen: 'Ik
geef mijn hart aan U'.
Wie dit nederig kan, in een diepe stille overgave, in een werkelijk bewustzijn
dat God hem in zich wilt opnemen, zal de genade van groei ontvangen. Het kan
gepaard gaan met een stille ervaring van 'alleluja', maar het kan evengoed
gepaard gaan met woestijn, met een zwijgen van de Heer, wat ons kan doen
twijfelen. Hier is God de liefdevolle opvoeder. Trouw en discipline zijn hier
de sleutelwoorden om deze tijd van woestijn in liefde te kunnen aanvaarden,
gelovend dat God met ons, de Kerk, de wereld, bezig is.
Laat ons niet ophouden dagelijks te bidden, ook al zegt het ons bij
momenten misschien weinig.
In mijn visioen zag ik
dat er tronen werden neergezet en dat er een oude wijze plaatsnam. Zijn kleed
was wit als sneeuw, zijn hoofdhaar als zuivere wol. Zijn troon bestond uit
vuurvlammen, de wielen uit laaiend vuur. Een rivier van vuur welde op en
stroomde voor hem uit. Duizend maal duizenden dienden hem, tienduizend maal
tienduizenden stonden voor hem. Het hof nam plaats en de boeken werden geopend.
In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand
kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem
geleid. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en
naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een
eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit
te gronde gaan.
Zijn kleed
was wit als sneeuw.
Uit
het evangelie volgens Marcus
9, 2-10
Zes
dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee een hoge berg
op, waar ze helemaal alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante,
zijn kleren gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op
aarde voor elkaar zou kunnen krijgen.
Toen verscheen Elia aan hen, samen met Mozes, en ze spraken met Jezus.
Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: Rabbi, het is goed dat wij hier zijn;
laten we drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia. Hij
wist niet goed wat hij moest zeggen, want ze waren door schrik overweldigd.
Toen viel de schaduw van een wolk over hen, en uit de wolk klonk een stem: Dit
is mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!
Ze keken om zich heen en zagen opeens niemand meer, behalve Jezus, die nog bij
hen stond.
Toen ze de berg afdaalden, zei Hij tegen hen dat ze aan niemand mochten
vertellen wat ze hadden gezien voordat de Mensenzoon uit de dood zou zijn
opgestaan.
Ze namen zijn woorden ter harte, maar vroegen zich onder elkaar wel
af wat hij bedoelde met deze opstanding uit de dood.
Jezus neemt
drie van zijn leerlingen mee naar de berg Tabor. Zij mogen als het ware een
blik vooruit werpen, Jezus als God ervaren en zien waar dit alles op zal
eindigen: zijn verheerlijking.
Soms overvallen ons
bepaalde gebeurtenissen waarvan wij slechts achteraf de diepe zin ontdekken. Zo
hebben de drie uitverkoren leerlingen, Petrus, Jakobus en Johannes, het
Tabor-gebeuren ervaren. De verblindende helderheid waarmee Jezus hen zijn waar
gelaat van God laat zien overrompelt hen zo, dat zij dit mooie moment willen
vasthouden. Zij voelen zich op hun bestemming. Waarom nog verder gaan? Zonder
de pijn en het lijden van Goede Vrijdag zouden zij Pasen willen vieren. In deze
voorafbeelding van zijn verrijzenis gunt Jezus ons een blik achter de schermen
van onze eeuwige toekomst. Maar met Hem moeten wij ook de weg naar Jeruzalem
gaan, de weg van een consequent geloof tot het uiterste.
Maar de HERE zei tegen hem: "Beoordeel een man niet op
zijn uiterlijk of zijn lengte, want dit is niet de man die Ik bedoel. Ik beslis
op andere gronden dan u! De mensen beoordelen iemand naar zijn uiterlijk, maar
Ik kijk naar zijn gedachten en hoe hij innerlijk is.
Wat halen zij zich toch in het hoofd! Is Hij, de pottenbakker, niet veel
belangrijker dan de potten die Hij maakt? Zult u tegen Hem zeggen: "Hij
heeft ons niet gemaakt?"
Het is met het koninkrijk van de hemel als met een schat die
verborgen lag in een akker. Iemand vond hem en verborg hem opnieuw, en in zijn
vreugde besloot hij alles te verkopen wat hij had en die akker te kopen.
Ook is het met het koninkrijk van de hemel als met een koopman die op zoek was
naar mooie parels. Toen hij een uitzonderlijk waardevolle parel vond, besloot
hij alles te verkopen wat hij had en die te kopen.'
De twee korte parabels die Mattheüs hier weergeeft, de parabel
van de schat in de akker en de parabel van de parel, willen het gedrag van de
gelovigen illustreren. In blijde hoop en niet uit vrees voor de straf moeten
zij zich van alles ontdoen om het rijk te verwerven.
Het is
met het koninkrijk van de hemel als met een schat die verborgen lag in een
akker. Iemand vond hem en verborg hem opnieuw, en in zijn vreugde besloot hij
alles te verkopen wat hij had en die akker te kopen.
Wie werkelijk van God houdt
wil ten volle leven voor Hem. Hij wil alles geven om Gods liefde te kunnen
beantwoorden. Dit geven geeft vreugde; een vreugde die haar wortels vindt in
God.
In wezen gaat het hier over
dezelfde vreugde van de wijzen toen zij in het oosten de ster ontdekten die hen
naar de koning der Joden bracht: "Op het zien van de ster werden zij
vervuld van overgrote vreugde.
Het is de vreugde die het hart van Jeremia overstroomde: Zodra uw woord mij
bereikte, Heer, verslond ik het, het was mijn vreugde, het maakte mij
zielsgelukkig."
Laten wij ook alles geven aan
de Heer, ons hele hart, ons hele zijn. Het zal van ons vreugdevolle mensen
maken in de diepe religieuze betekenis van het woord. We zullen immers dragers
zijn van de vreugde, de vrede, de liefde van de Heer.
Herinneren we ons de woorden
van Jezus uit het Johannes-evangelie: "Nu kom Ik naar u toe, en Ik zeg
dit terwijl Ik nog in de wereld ben, opdat zij vervuld worden van mijn
vreugde."
Laten we dragers worden van
Gods vreugde dooronze overgave aan Hem.
Maar allen die Hem wel aanvaard hebben, heeft Hij het recht
gegeven kinderen van God te worden. Door geloof in Zijn naam worden zij opnieuw
geboren, natuurlijk niet als mens, maar geestelijk uit God.
Jezus hield de mensen
deze gelijkenis voor:
Het koninkrijk van de hemel lijkt op een zaadje van de mosterdplant dat iemand
meenam en in zijn akker zaaide. Het is weliswaar het kleinste van alle zaden,
maar het groeit uit tot de grootste onder de planten. Het wordt een struik, en
de vogels van de hemel komen nestelen in de takken.
Hij vertelde hun een andere gelijkenis: Het koninkrijk van de hemel lijkt op
zuurdesem die door een vrouw met drie zakken meel werd vermengd tot alle meel
doordesemd was.
Al deze dingen zei Jezus in gelijkenissen tot de menigte; Hij sprak uitsluitend
in gelijkenissen tot hen. Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet:
Ik zal het woord nemen en spreken in gelijkenissen; Ik zal bekendmaken wat
sinds de grondvesting van de wereld verborgen was.
De parabels van het mosterdzaadje
en van de gist duiden op het povere begin van het koninkrijk en op de grootse
toekomst die het beloofd werd. Het groeit, langzaam maar zeer beslist. Het
doordringt heel het leven als een gist.
God heeft ons in zijn goedheid geplant met de bedoeling een boom te worden met
uitgestrekte takken waar vele vogels in kunnen komen rusten.
De mens is zowel boom als vogel. We mogen boom zijn voor elkaar en we mogen ook
in elkaars takken komen rusten.
Vraag
is: zijn we die boom ook werkelijk voor elkaar... Mag iedere medemens (niet
enkel degene waarvoor we sympathie voelen maar ook degenen waarmee we het
moeilijk hebben) in onze takken komen rusten... Of zeggen we: nee, enkel hij en
zij, maar zeker niet die daar, of die ginder. Dit laatste kan een keuze zijn,
maar het is niet echt evangelisch te noemen. Een christen opent zijn hart voor
ieder, hoe menselijk de natuurlijke voorkeur ook is. Een christen zou dit in
naam van Jezus moeten kunnen overstijgen en zijn hart openen voor ieder, ook
voor hem of haar waar we niet zo van houden (om welke reden ook).
Hoe
lopen we over straat, hoe kijken we naar onze collega's, onze broeders of
zusters in de gemeenschap,... Kijken we naar hen met de ogen van Jezus, gaan we
hen beminnen met het hart van Hem, of gaan we weer die keuzes maken van die wel
en die niet.
Laten we elkaar ontmoeten met en in de liefde van de Heer; elkaar opnemend,
elkaar de vrede wensend, elkaar vergevend.
Zovelen
in deze wereld verlangen naar dergelijke mensen. Velen zijn vogels die moe zijn
van het vliegen. Ze vinden geen boom waar ze kunnen tot rust komen, niemand die
hen echt wil. Ze moeten al naar bepaalde centra vliegen om wat warmte en
voedsel te krijgen.
Laten we als christenen toch bomen zijn voor elkaar, bijzonder voor hen die moe
zijn van het vliegen.
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….