Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND
EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
04-11-2012
Corinthiër 3:6 HTB
Hij
heeft ons geholpen anderen over Zijn nieuwe verbond te vertellen. Dit is geen
verbond door de wet, maar door de Heilige Geest. Want hoe men ook probeert de
wet van God te houden, het eindigt altijd met de dood. Door de Heilige Geest
komt er leven.2 Corinthiër 3:6HTB
Jezus zei: Ik ben de opstanding en het leven.
Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft,
en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven.
Geloof je dat ? Ja Heer, zei Marta, ik geloof dat U de Messias
bent,
de Zoon van God die naar de wereld zou komen.
Op weg naar Jeruzalem trok
Jezus verder langs steden en dorpen, terwijl Hij onderricht gaf.
Iemand vroeg Hem: Heer, zijn er maar weinigen die worden gered?
Hij antwoordde:
Doe alle moeite om door de smalle deur naar binnen te gaan, want velen, zeg Ik
jullie, zullen proberen naar binnen te gaan maar er niet in slagen.
Als de heer des huizes eenmaal is opgestaan en de deur heeft gesloten, en
jullie staan buiten op de deur te kloppen en roepen: Heer, doe open voor
ons!, dan zal Hij antwoorden: Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan?
Jullie zullen zeggen: We hebben in uw bijzijn gegeten en gedronken en u hebt
in onze straten onderricht gegeven.
Maar Hij zal tegen jullie zeggen: Ik ken jullie niet, waar komen jullie
vandaan? Weg met jullie, rechtsverkrachters!
Dan zullen jullie jammeren en knarsetanden wanneer je Abraham, Isaak en Jakob
en al de profeten in het Koninkrijk van God ziet, maar zelf buitengesloten
wordt.
Uit het oosten en het westen en uit het noorden en het zuiden zullen ze komen,
en ze zullen aan tafel genodigd worden in het Koninkrijk van God.
En bedenk wel: er zijn laatsten die de eersten zullen zijn, en er zijn eersten
die de laatsten zullen zijn.
Heer, zijn er maar weinigen die worden gered? Al bekennen we het zelf niet vlug, toch zijn we af en toe ook bezig met
deze vraag. We zouden graag willen weten of we op de wachtlijst naar de hemel
staan.
Jezus ziet deze vraag een beetje als een kinderlijke vraag, naïef en niet zo
verstandig. Want Hij antwoordt erop als een vader tot zijn kind, geduldig maar
toch vermanend: 'Begin alvast maar je best te doen en dan zullen we verder wel
zien'. 'Doe alle moeite... ' Jezus antwoordt naar de maat van onze vraag. God
is een verstandige Vader. Hij kent zijn kinderen. Hij weet, dat wij, als
gelovigen, vaak te laat komen, als de deur gesloten is.
Toch heeft Hij het ons anders geleerd. We zouden er als eersten bij moeten
zijn om de wil te doen van de Vader in de hemel en om de nood te lenigen van de
mensen op aarde. Vaak zijn we echter de eersten om onze eigen wil en zin door
te drijven, en de laatste om zijn wil te laten geschieden. Zo uitgebreid zijn
we dikwijls met onszelf bezig dat de nauwe deur waarover sprake is in het
evangelie voor ons een flessenhals wordt waarin we onherroepelijk vastlopen.
'...want velen, zeg Ik jullie, zullen proberen naar binnen te gaan maar er niet
in slagen.'
God is een Vader met doorzicht. Hij is onze excuses voor. Hij kent de
argumenten en doorziet de uitvluchten waarmee we voor de dag komen om onze
fouten wit te wassen. Hij verklaart ze bij voorbaat ongeldig. Weer is zijn
antwoord: 'Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan? Weg met jullie'.
Geloof wordt ongeloof als wij het met God op een koopje willen gooien. Op
zondag aanzitten aan de tafel van de Heer verschaft ons niet automatisch een
visum voor de eeuwigheid. Want het Lichaam dat wij nuttigen, en het Bloed dat
wij drinken, is werkelijke goddelijke vitamine. Het moet leven en vrucht dragen
als wij van de tafel van de Heer worden weggezonden naar het leven van iedere
dag. Zijn onderricht is nutteloos als het geen vlees en bloed wordt in ons
dagelijks doen en laten.
Ik zeg u
daarom, broeders, dat u zich helemaal aan God moet wijden. Temeer omdat Hij u
al Zijn liefdevolle goedheid aanbiedt. Laat uw lichaam een levend offer zijn;
heilig, zodat het een vreugde voor God is. Als u zich bedenkt wat Hij voor u
heeft gedaan, is dat toch niet teveel gevraagd?Romeinen 12:1HTB
In die tijd kwam Jezus
vergezeld van zijn leerlingen in Jericho.
Toen ze, vergezeld van een flinke menigte weer uit Jericho vertrokken, zat daar
een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs.
Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen:
Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!
De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij
schreeuwde des te harder: Zoon van David, heb medelijden met mij!
Jezus bleef staan en zei: Roep hem.
Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: Houd moed, sta op, Hij roept u.
Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus.
Jezus vroeg hem: Wat wilt u dat Ik voor u doe?
De blinde antwoordde: Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.
Jezus zei tegen hem: Ga heen, uw geloof heeft u gered.
En meteen kon hij weer zien en hij volgde Hem op zijn weg.
Hebben ook wij op sommige dagen niet het gevoel
neer te zitten, zoals de blinde Bartimeüs, aan de kant van de weg? Het zijn de
dagen dat wij de indruk hebben dat de zon alleen voor de anderen schijnt, dat
voor ons alles duister is. Het zijn de dagen dat wij weigeren onze ogen te
openen voor het goede dat er ook is, voor de liefde, die nochtans heel dicht
voorbij komt. Wij zijn dan vooral naar onszelf gekeerd en sluiten ons af van
het echte leven.
Er zijn zo van die dagen dat een man gewoonweg niet
meer wil zien dat zijn vrouw fijngevoelig en teder is. Er zijn zo van die dagen
dat een vrouw geen oog meer wil hebben voor de ijver en de
verantwoordelijkheidszin van haar man. Er zijn zo van die dagen dat jongeren
blind geraken voor de opofferingen en de zorgen van hun ouders jegens hen. En
er zijn zo van die dagen dat ouders moedwillig de ogen gaan sluiten voor het
verlangen naar zelfstandigheid van hun opgroeiende kinderen. En hoeveel dagen
zijn er niet dat wij allemaal de grote nood van de behoeftigen rondom ons niet
willen zien. Inderdaad, allemaal zitten wij soms als eenzame blinden langs de
kant van de weg. En wij kunnen er lang blijven zitten.
Maar vandaag worden wij uitgenodigd ons te laten
genezen van die opgeslotenheid van ons hart en, zoals Bartimeüs, terug mee op
te stappen in de stroom van het leven. Want in feite voelen wij ons, juist
zoals hij, ook niet gelukkig in onze geslotenheid. Uit het diepst van ons hart
klinkt een noodkreet: "Heb toch medelijden met mij!"
Maar nu moet ge eens zien hoe de omstanders
reageren. Er zijn twee reacties: "Velen snauwden hem toe te zwijgen".
Juist op het moment dat wij de moed opbrengen een eerste kleine stap te zetten
naar nieuwe openheid worden wij door sommigen afgesnauwd en terug in onze hoek
geduwd. Bartimeüs kroop waarschijnlijk nog dieper weg in de mantel waarin hij
zich had ingeduffeld. Bepaalde krachten rondom ons, maar ook wel wat angsten in
ons, proberen elke vernieuwing en openheid in de kiem te smoren en maken ons
nog meer geïsoleerd. Schrik voor menselijk opzicht doet ons soms lang aarzelen
om de zware mantel van onze eigen, veilige afgeslotenheid af te gooien.
Maar gelukkig zijn er ook op onze weg enkelen die heel anders reageren, in naam
en uit kracht van Jezus. "Hij bleef staan en zei: roep hem eens hier. En
nu riepen sommigen de blinde toe: Heb goede moed! Sta op! Hij roept u!"
Allemaal hebben wij ook hen in ons leven, die goede vriend of vriendin, die
vader of moeder, die partner of geliefde die ons juist op het goede moment
uitnodigt en toeroept: "Komaan! Heb goede moed! Blijf daar niet zo zitten.
Sta op! Het leven zelf roept je! De liefde heeft je nodig! Kom mee!"
"Toen, toen wierp hij zijn mantel af, hij sprong overeind en liep naar
Jezus toe." Dan durven wij eindelijk opnieuw die zware mantel afgooien
waarin wij ons hadden opgesloten. Wij durven opnieuw ingaan op de concrete
uitnodiging van de liefde die voorbijkomt op onze weg.
Geloof het maar, na die eerste, moedige stap van
openheid komt ook voor ons de echte ontmoeting. "Heer, maak dat ik kan
zien! Maak dat ik vandaag mijn ogen wat meer open voor het goede dat aan mij
gebeurt. Ook al lukt mij niet alles, zoals ik het wens, er is toch zoveels
goeds dat mij omringt. Maak dat ik er Uw liefde in erken, die mij uitnodigt om
weer open te staan en aandacht te hebben voor anderen."
Dat is de stap die ons kan genezen van onze
zelfverblinding: de beslissing om onszelf dankbaar te geven en anderen te
willen dienen. Zo ontdekken wij weer echt leven. Zo worden wij leerlingen van
Jezus. "Nu kon hij écht zien en hij sloot zich bij Hem aan op Zijn
tocht!"
Bij het begin van het verhaal was Bartimeus een eenzame verblinde aan de kant
van de weg. Op het einde heeft hij opnieuw een gemeenschap gevonden. Door onze
openheid vinden ook wij tochtgenoten op onze weg, de gemeenschap van Jezus'
broers en zussen.
In die tijd waren er enkele mensen aanwezig die jezus vertelden
over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed vermengd had met hun offers.
Hij zei tegen hen: Denken jullie dat die Galileeërs grotere zondaars waren dan
alle andere Galileeërs, omdat ze dat ondergaan hebben? Zeker niet, zeg Ik
jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde
wijze omkomen.
Of die achttien die stierven doordat de Siloamtoren op hen vieldenken jullie
dat zij schuldiger waren dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? Zeker
niet, zeg Ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal net
zo sterven als zij.
Hij vertelde hun deze gelijkenis: Iemand had een vijgenboom in zijn wijngaard
geplant en ging kijken of de boom vrucht droeg, maar hij vond geen vijgen. Hij
zei tegen de wijngaardenier: Al drie jaar kom ik kijken of die vijgenboom
vrucht draagt, maar tevergeefs. Hak hem maar om, want hij dient tot niets en
put alleen de grond uit. Maar de wijngaardenier zei: Heer, laat hem ook dit
jaar nog met rust, tot ik de grond eromheen heb omgespit en hem mest heb
gegeven, misschien zal hij dan het komende jaar vrucht dragen, en zo niet, dan
kunt u hem alsnog omhakken.
Lang
geleden profeteerde Jesaja reeds:
'Het geknakte riet breekt hij niet af, de kwijnende vlam zal hij niet doven.'
Zo gaat God, zo gaat Jezus met ons om: met een eeuwig geduld, met een vurige
hoop dat de mensheid, ieder individu, zich tot Hem zou (be)keren. Jezus
bemiddelt hierin voor ons. In zijn naam mogen we Hem dan ook vragen ons in Gods
barmhartigheid neer te leggen, biddend om genade ons te kunnen geven aan zijn leven
in ons.
Jezus
bemint ons zoals we zijn, met onze fouten en gebreken; wat niet perse wilt
zeggen dat Hij daarom onze levenswandel goedkeurt, maar zijn liefde vermindert
er niet om. Juist omdat we lauw en daardoor dikwijls zondig door het leven
gaan, houdt Hij niet op de grond van ons hart voortdurend om te spitten om er
de meststof van zijn liefde in te verwerken. Hij is geduldig, gooit niemand
weg, blijft kansen geven.
Zo zouden
we ook met elkaar moeten omgaan. Dikwijls zijn we veel te ongeduldig voor
elkaar, ook naar onszelf toe, en vervallen we in hard oordeel; ja, ook naar
onszelf toe. En da's dodelijk. Dat haalt een mens neer, daardoor verliest hij
alle kracht om er weer bovenop te komen.
We zouden met de ander zo moeten omgaan dat het beste in die ander naar boven
kan komen, opdat langzaam maar zeker z'n mogelijke duisternis kan verdwijnen en
het goede tot volle bloei kan komen.
Hopelijk willen anderen ook zo met ons omgaan, en wij ook met onszelf.
Wat de
medemens betreft: daarvan kunnen we enkel hopen dat hij een dergelijke
mentaliteit in zich draagt.
Wat Jezus betreft: van Hem mogen we erop aan dat Hij zo'n hart heeft. Dat mogen
we weten, dat mogen we geloven, daar mogen we zeker van zijn.
Laten we
Jezus welkom heten, nog het meest in onze diepste duisternis, opdat de heling
die Hij in ons wilt bewerkstelligen werkelijk ten volle kan geschieden
Jezus is middelaar tussen ons en God.
In zijn oeverloze liefde zal Hij het geduld afsmeken van God opdat ieder van
ons tot bekering mag komen.
Al de Boeken zijn door
inspiratie van God geschreven en zijn nuttig om ons de waarheid te leren en ons
te wijzen op wat er aan ons leven en geloof nog mankeert; ze zetten ons leven
op orde en helpen ons in te zien wat juist en goed is. Zo maakt God ons klaar,
opdat Hij ons voor alle goed werk kan gebruiken.2 Timotheüs 3:16-17HTB
Spreek veel met elkaar over de Here en zing
psalmen, lofliederen en geestelijke liederen. Zing met uw hele hart voor de
Here. Dank God, onze Vader, altijd voor alles in de naam van onze Here Jezus
Christus.Efeziërs 5:19-20HTB
Jezus sprak: 'Sta klaar, doe
je gordel om en houd de lampen brandend, en wees als knechten die hun heer
opwachten wanneer hij terugkeert van een bruiloft, zodat ze direct voor hem
opendoen wanneer hij aanklopt. Gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst
wakend aantreft. Ik verzeker jullie: hij zal zijn gordel omdoen, hen aan tafel
nodigen en hen bedienen. Gelukkig degenen die hij zo aantreft, ook al komt hij
midden in de nacht of kort voor het aanbreken van de dag.'
Het Koninkrijk is reeds midden
onder ons; anderzijds moet het nog komen. Dit vraagt een voortdurende
onthechting en waakzaamheid. Op elk ogenblik moeten we klaar staan om de Heer
te ontvangen. Zo ook voor het leven na onze dood.
Waakzaamheid heeft te maken met drie zaken :
Enerzijds voor de dag van ons sterven.
Normaal sterven we als we oud zijn. Een jonge mens is daar doorgaans niet mee
bezig. Oudere mensen over het algemeen meer. Doch is het voor beide leeftijden
belangrijk. Immers, ons sterven zal altijd onverwacht komen. Het kan bij wijze
van spreken vandaag nog zijn.
Een trieste gedachte ? Ja, toch wel, een mens wilt immers leven, het zit in de
natuur van de mens te willen leven, niet dood te gaan. Toch is het iets waar we
niet zullen aan ontkomen, het is ons aller lot. Dit hoeft geen trieste gedachte
te zijn. Als gelovigen geloven we immers dat we na onze dood hierboven zullen
ontvangen worden in de eeuwige liefde van de Heer.
Vraag is of we er klaar voor zijn. Eigenlijk zouden we zo moeten leven alsof deze
dag onze laatste kan zijn. Leven in het licht van de eeuwigheid doet ons immers
anders leven. Ons handelen zal gebeuren vervuld van hoop en geloof dat we niet
voor niets handelen, maar mét Iemand en voor Iemand. Ons handelen krijgt een
eeuwigheidswaarde en zal vervuld zijn van een diepe vrede en vreugde, de deur
van de hemel nu reeds op een kier.
Waakzaamheid heeft ook te maken met de
aanwezigheid van de Heer vandaag. Immers elke minuut van de dag roept Hij,
nodigt Hij uit, trekt Hij aan ons. Waakzaamheid betekent dan je hart afstellen
op die aanwezigheid, openstaan voor Christus tegenwoordigheid, bereid zijn
Gods Liefde in je leven welkom te heten. Zo kan je al je doen en laten laten
bevruchten door Gods aanwezigheid, opdat al wat je doet vervuld mag zijn van
zijn liefde.
Het is tevens oog hebben voor Jezus in de naaste; Hij die via de andere naar
ons toekomt als bedelaar naar liefde. Het is zien en doen.
Het is ook aandacht hebben voor Jezus' aanwezigheid is veelerlei situaties die
zich voordoen doorheen de dag. Gewoonlijk beleven we die als zeer
vanzelfsprekend. Doch is de Heer er meer in aanwezig dan we doorgaans
vermoeden. Doorheen alles wat zich aandient openbaart Hij zich, nodigt Hij uit.
De afwas doen, het vegen van de kamer, het schillen van de aardappelen,... het
zijn maar voorbeelden.
Waakzaamheid heeft in wezen ook te maken met
het maken van onderscheid; onderscheid tussen wat van God komt en wat niet, wat
God je aanbiedt of wat het kwade je influistert. Het is onderscheid maken
tussen licht en donker, goed en kwaad. En dan kiezen voor het goede, tegen het
kwaad in.
Deze drie vormen van waakzaamheid - die in
het dagelijks leven naadloos in elkaar overvloeien - zullen vruchtbaar zijn in
die mate dat ons leven verbonden is met het leven van de Heer in ons.
Iemand uit de menigte zei
tegen Jezus: Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet
delen!
Maar Jezus antwoordde: Wie heeft Mij als rechter of bemiddelaar over jullie
aangesteld?
Hij zei tegen hen: Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht, want iemands
leven hangt niet af van zijn bezittingen, zelfs niet wanneer hij die in
overvloed heeft.
En Hij vertelde hun de volgende gelijkenis: Het landgoed van een rijke man had
veel opgebracht, en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen
ruimte om mijn voorraden op te slaan. Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal
doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en
goederen kan opslaan, en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen
in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. Maar
God zei tegen hem: Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden
teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?
Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is
bij God.
Men legt Jezus een
erfenisbetwisting voor. Maar Hij weigert tussenbeide te komen. Aardse goederen
zijn geen verzekering voor het ware leven. Christenen kunnen hun leven niet
inrichten zonder rekening te houden met God
Rijk zijn bij God betekent leven van de liefde die
Hij geeft; àlles liefhebben vanuit zijn liefde.
Het betekent leven in het bewustzijn dat heel het bestaan van Hem komt, dat Hij
schepper is van hemel en aarde.
Het is leven in het levendig geloof dat God in zijn
Zoon in ons woont met de bedoeling ons helemaal in zich op te nemen om deel te
hebben aan zijn liefde voor de hele mensheid.
Rijk zijn bij God is leven in het bewustzijn dat
Jezus ieder van ons verlost heeft; dat we dus mogen leven als verlosten.
Het betekent tevens leven in het besef dat je die verlossing nog niet tenvolle
welkom heet, dat je vecht met duistere kanten, zondige plekken, waar het licht
van de Heer nog heling moet brengen.
Rijk zijn bij God is je openen voor zijn barmhartigheid opdat Hij jou tot
genezing kan zijn en al het duistere kan ombuigen naar zijn licht.
Rijk zijn bij God betekent leven in dankbaarheid
omdat God God is.
Het is leven in een geest van voortdurende aanbidding, van Aangezicht tot
aangezicht.
Het is een rijkdom die 'de wereld' niet geven kan,
maar enkel kan ontvangen worden van Hem die zelf de bron is van z'n eigen
rijkdom.
Jezus
riep de leerlingen bij zich en zei tegen hen: Jullie weten dat de volken
onderdrukt worden door hun
eigen heersers en dat hun leiders hun macht misbruiken.
Zo mag het bij jullie niet gaan. Wie van jullie de belangrijkste
wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de
eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn, want ook de
Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar
om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.
Wee degenen die het kwade goed noemen en het goede kwaad,
die het licht tot duisternis maken en het duister tot licht,
die van zoet bitter maken en van bitter zoet.
In die tijd stelde de
Heer tweeënzeventig anderen aan, die Hij twee aan twee voor zich uit zond naar
iedere stad en plaats waar Hij van plan was heen te gaan. Hij zei tegen hen:
âDe oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig; vraag dus de eigenaar van de
oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen. Ga op weg, en
bedenk wel: ik zend jullie als lammeren onder de wolven. Neem geen geldbuidel,
geen reistas en geen sandalen mee, en groet onderweg niemand. Als jullie een
huis binnengaan, zeg dan eerst: âVrede voor dit huis!â Als er een vredelievend
mens woont, zal jullie vrede met hem zijn; zo niet, dan zal die vrede bij je
terugkeren. Blijf in dat huis, en eet en drink wat men je aanbiedt, want de
arbeider is zijn loon waard. Ga niet van het ene huis naar het andere. En als
jullie een stad binnengaan en daar welkom zijn, eet dan wat je wordt voorgezet,
genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: âHet Koninkrijk van God heeft
jullie bereikt.â
Het Koninkrijk van God is onder
ons. Ja, de Heer is met ons. Laat ons op weg gaan.
Als je de woorden van Jezus die we
vandaag horen omzetten in onze moderne taal, klinkt dat heel gewoon: zoek je
kracht niet in je kredietkaarten of je bankrekening, verlies je tijd niet met
oppervlakkig gepraat, met vrijblijvende discussies, durf dieper contact nemen
met de mensen, met hun verlangens en noden. Straal vrede en vreugde uit. Je
komt in een harde wereld terecht, er lopen wolven rond, wees niet naïef; als
het hen niet interesseert, ga dan verder, wees goed voor zieken en zwakken.
Er staat ook iets eigenaardigs bij: 'eet
wat ze je presenteren'. Let op, het gaat hier niet over beleefdheid! Joden in
Jezus' tijd, en nu nog, aten alleen wat zij rein vonden, kosjer, Jezus was dus
wel erg revolutionair voor zijn tijd. Eet wat u wordt voorgezet, ook al
verbiedt je godsdienst of je cultuur dat. Voor ons betekent dat: als je met
vreemden omgaat, hou dan niet halsstarrig vast aan je westerse gebruiken, wordt
Griek met de Grieken, Afrikaan met de Afrikanen, Turk met de Turken. Misschien
worden die dan ooit wel Vlaming met de Vlamingen, of Nederlander met de
Nederlanders.
We horen ook dat er veel werk is aan de
winkel. Jezus zegt: genees de zieken. Ook in onze tijd zijn er zieken genoeg.
Want nu worden ook veel gezonde mensen ziek, omdat de maatschappij zelf
dikwijls ziek is. Mensen raken in de put omdat ze ontevreden zijn, omdat ze
alleen maar met zichzelf bezig zijn of omdat er niemand in hun omgeving
tevreden is, velen zitten te kankeren en te kritiseren. Werk genoeg dus. Je
moet niet eerst een paar jaar gaan studeren om dat soort zieken te helpen. De
ziekte van onze tijd is toch duidelijk het materialisme, alsmaar meer willen
hebben, nooit tevreden zijn, steeds meer willen profiteren ten koste van de
samenleving, ten koste ook van jezelf, van je gezondheid, van je geweten. Je
moet geen theologische of zelfs medische opleiding hebben om die diagnose te
kunnen stellen, om de mensen te laten aanvoelen dat het materialisme hen ziek
maakt.
Wij kunnen een van die tweeënzeventig
zijn die niet ziek zijn, die Christusâ vrede uitstralen en de weg tonen naar
ware gezondheid, naar bevrijding en diepe christelijke levensvreugde.
Broeders en zusters,
wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet. Het
is bekend wat onze eigen wil allemaal teweegbrengt: ontucht, zedeloosheid en
losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede,
gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras en slemppartijen, en nog meer van
dat soort dingen. Ik herhaal de waarschuwing die ik u al eerder gaf: wie zich
aan deze dingen overgeven, zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God.
Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld,
vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is
geen wet die daar iets tegen heeft.
Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en
begeerte aan het kruis geslagen.
Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de
Geest ons wijst.
Aan zijn vruchten erkent men een boom. Aan de vruchten van de Geest kan
men nagaan of wij onze zelfzucht gekruisigd hebben en leven volgens de Geest,
om zo het koninkrijk van God te erven
Onderwerp u aan God,
en verzet u tegen de duivel,
dan zal die van u wegvluchten.
Nader tot God, dan zal Hij tot u naderen.
Reinig uw handen, zondaars;
zuiver uw hart, weifelaars.
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….