Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
De kasten puilen zo langzamerhand uit. Een plank vol met niet-ingeplakte foto's, een plank met lapjes, papier, verf, gedroogde bloemen, kastanjes van de vorige herfst, schelpen en stenen, en noem maar op. Van alles heeft ze zo langzamerhand verzameld om leuke dingen mee te gaan maken. Ideeën zijn er in overvloed. En elke keer komen er weer nieuwe dingen bij. Haar man verzucht wel eens of er niet wat weg kan, er vallen al bijna nieuwe kastanjes van de bomen. Maar een blik op haar verschrikte gezicht doet hem al z'n mond houden.
In tegenstelling tot wat je zou verwachten, zie je er in haar huis niet zoveel van terug, - wanneer je de kastdeuren tenminste dicht laat. Ze is voortdurend van plan om aan de slag te gaan, alleen de tijd ontbreekt nog. Maar over een paar weken misschien!
Sommige mensen hebben al aardig wat uit de Bijbel verzameld en in hun hart een plaatsje gegeven. Het is de kunst er wat mee te doen. Het liefst zoveel mogelijk, zodat er evenwicht is tussen verzamelen en gebruiken. Want hoe mooi de materialen op zich ook zijn, ze komen beter tot hun recht als je ze gebruikt
Dit verhaal van een geloofsheld raakt mijn hart toen ik het las. Hoeveel vertrouwen en passie moet deze man wel niet hebben gehad voor God??
Vertaald uit "The mission of an evangelist", blz. 267/268, door Marten Visser
Het was 15 april 1912 toen de Titanic, met 1517 mensen aan boord, zonk in de ijskoude wateren van de noordelijke Atlantische Oceaan. Het grootste en meest luxueuze schip van haar tijd verging, en herinnerde de wereld weer aan de kwetsbaarheid van ons mensen. Maar het verhaal van de Titanic is niet slechts het verhaal van een historische tragedie. Er is ook een verhaal van heldenmoed en onwankelbaar geloof.
John Harper was aan boord van de Titanic toen ze uitvoer op haar eerste reis vanuit Southampton, Engeland. Hij was een evangelist afkomstig uit Glasgow, Schotland, en was in heel Groot-Brittannië bekend als een begaafde en gepassioneerde prediker die door zijn preken velen tot Christus leidde. In 1912 ontving dominee Harper een uitnodiging om te spreken in Moody Church, Chicago. 11 april 1912 ging John Harper aan boord van de Titanic.
Aan boord waren een paar van de rijkste mensen ter wereld. Terwijl vele passagiers spraken over zakendeals, aankopen en materiële verlangens, sprak John Harper met anderen over de liefde van Christus. In de dagen voor de tragedie, vertelden overlevenden later, zag men Harper het leven leiden van een man van God: vriendelijk en, waar hij kon, sprekend over de liefde van Christus.
Op de avond van 14 april, terwijl passagiers aan het dansen waren in de balzaal en hun geluk probeerden aan de kaarttafels, stopte John Harper zijn dochter in bed en las hij zijn bijbel, zoals elke avond. Om tien over half twaalf raakte de Titanic een ijsberg. Het "onzinkbare" schip was ten dode opgeschreven. Omdat ze het niet geloofden, of omdat ze zich er niet van bewust waren, gingen de passagiers verder met hun pleziertjes. Pas toen de bemanning een serie alarmseinen de lucht inschoot, realiseerden de passagiers de ernst van hun situatie. Chaos volgde. Het gebeurde allemaal zo snel.
Maar John Harpers reactie geeft ons een historisch voorbeeld van moed en geloof. Harper maakte zijn dochter wakker, tilde haar op en wikkelde haar in een deken voordat hij haar het dek opdroeg. Toen kuste hij haar gedag en gaf haar over aan een bemanningslid die haar in reddingsboot 11 zette. Harper wist dat hij zijn dochter nooit meer terug zou zien. Op zesjarige leeftijd zou zij wees worden.
Toen gaf Harper zijn zwemvest aan een medepassagier, daarmee elke hoop op eigen overleven opgevend. Van een overlevende weten we dat hij riep: "Vrouwen en kinderen en onbekeerden in de reddingsboten!" Hij begreep dat er iets belangrijkers was dan deze verschrikkelijke ramp te overleven. Hij begreep dat er mensen waren die niet voorbereid waren op de eeuwigheid. Terwijl om hem heen de wanorde en de geluiden van doodsangst doorgingen, richtte Harper zich op zijn door God gegeven levensdoel. Overlevenden vertelden dat ze hem op het opperdek op zijn knieën zagen liggen, omringd door doodsbange passagiers, biddend voor hun zaligheid. Om tien over half drie 's nachts zonk de Titanic weg in de Atlantische Oceaan. Boven haar graf liet ze een paddestoel van rook en stoom achter en, tragisch genoeg, meer dan 1.000 mensen, waaronder Harper, die voor hun leven vechtten in het ijskoude water. Het lukte Harper om een stuk wrakhout te vinden waar hij zich aan vast kon klampen. Snel zwom hij van de ene naar de andere drenkeling en drong er bij hen op aan hun vertrouwen op Jezus Christus te stellen. Terwijl in het aangezicht van de dood anderen de dwaasheid van alles waar ze in hun leven druk mee geweest waren onder ogen moesten zien, werd John Harpers doel om anderen voor Christus te winnen alleen maar belangrijker.
In het water bewoog John Harper zich zo goed als mogelijk voort en sprak met zoveel mogelijk mensen. Zijn vraag was: "Is uw ziel gered?" Als mensen niet gered waren, of als ze de vraag niet begrepen, dan legde hij zo snel mogelijk het Evangelie uit. Al snel bezweek John Harper voor de ijzige zee. Maar tot zijn laatste moment ging deze onvermoeibare man met zijn onwankelbare geloof door met waar hij voor leefde: het winnen van verloren zielen.
Een persoon herinnerde zich: "Ik ben een overlevende van de Titanic. Ik was één van slechts zes mensen die uit de ijskoude wateren van die verschrikkelijke nacht getrokken werden. Net als de honderden om me heen, was ik aan het worstelen met de koude, donkere wateren van de Atlantische Oceaan. Het gejammer van degenen die omkwamen klonk om me heen, toen er een man voorbijdreef die me toeriep: "Is uw ziel gered?" Toen hoorde ik hem naar anderen roepen, tot hij en iedereen om me heen wegzonk onder de golven. Daar, alleen in de nacht, met twee mijl water onder me, riep ik het uit tot Christus. Ben ik John Harpers laatste bekeerling?
Moody zei eens: "In wie stel je je vertrouwen? Vertrouw op jezelf en je zult teleurgesteld worden. Vertrouw op je vrienden, zij zullen eens sterven en je alleen laten. Vertrouw op je eigen goede reputatie; de een of andere lasteraar komt en hij bederft je reputatie. Vertrouw op God en je zult nooit teleurgesteld worden, hier op aarde niet en ook niet straks in de eeuwigheid."
Maarten Luther kon ook getuigen dat het veilig is alleen op God te vertrouwen. Hij zei eens: "Ik heb veel dingen in mijn handen gehouden, maar ik ben ze allemaal kwijtgeraakt. Maar alles wat ik in de handen van God gelegd heb, heb ik nog."
Het is beter bij de Heer te schuilen dan op mensen te vertrouwen; het is beter bij de Heer te schuilen dan op edelen te vertrouwen.
Een niet-christelijke rechtsgeleerde woonde een kerkdienst bij en luisterde met verbazing naar de getuigenissen van sommige christenen die hij vanwege zijn beroep als rechtsgeleerde had leren kennen als bedriegers en oplichters. Na de dienst vroeg iemand hem wat hij vond van deze prachtige getuigenissen. Hij antwoordde: 'Voor een rechter is er een groot verschil tussen een getuigenis en een bewijs.'
Woorden zijn inderdaad goedkoop. Het is gemakkelijk een mooi getuigenis van je geloof in Christus te geven, maar het is veel moeilijker in je dagelijks leven een bewijs te geven van de reinigende kracht van God in je leven. 'Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij vandaan' (Mark. 7:6).
De Spreukendichter zegt van de mieren dat ze in de zomer hun spijs bereiden (Spr. 30:25). Een prachtig voorbeeld hiervan zijn de zogenaamde graanverzamelende mieren die vooral in de landen om de Middellandse Zee voorkomen. In lange rijen trekken deze mieren er op uit. Nadat ze een heel eind gelopen hebben, verspreiden ze zich over een vlakte en gaan ze op zoek naar zaden. Allerlei zaden worden door hen meegedragen. Sommige zaden zijn zo groot, dat zij ze met moeite mee kunnen slepen. Soms vergissen ze zich en slepen ze een zandkorrel of een klein slakkenhuisje mee. In het nest wordt alles gesorteerd. Wat ze niet kunnen gebruiken, wordt naar buiten gewerkt. Ook ontkiemende zaden worden naar buiten getransporteerd om daar te drogen, terwijl de kiempjes eraf worden gebeten. In het nest heerst een ver doorgevoerde arbeidsverdeling. Soms gaan de mieren op rooftocht en plunderen ze de graankamers van een andere kolonie. Zo'n strijd tussen twee kolonies kan weken duren.
Een andere soort van mieren zijn de zogenaamde 'kwekers'. Zij komen voor in de tropische bossen van Zuid-Amerika. De 'arbeidsters' onder hen trekken er op uit, begeleid door 'soldaten'. Zij klimmen naar de kruinen van de bomen en verzamelen daar stukjes van de bladeren. Hun kaken zijn daar heel geschikt voor. Het stukje blad dat ze meenemen, is vaak wel viermaal zo groot als de mier zelf. Met veel moeite en volharding dragen zij hun blaadjes over alle hindernissen heen naar hun nest.
Hun nest bestaat uit een grote verzameling van holen. De meeste holen worden gevuld met bladmoes, dat een sponsachtige massa vormt. Op deze groene massa wordt een schimmelcultuur aangebracht. De schimmeldraden vinden een uitstekende voedingsbodem. Ze brengen witte knopjes voort, die het voedsel vormen voor de mieren. Alle onkruid wordt gewied. Na enige tijd verliest het bladmoes zijn voedingskracht. Het bruine stukje wordt dan vervangen door een vers blaadje. De 'werksters' zorgen er dan direct voor dat er nieuwe schimmeldraden in worden gestoken.
Een derde groep van interessante mieren zijn de zogenaamde 'veehouders'. Deze gele weidemier komt in ons land veel voor. Deze mieren schuwen het licht. Tussen het gras van de weiden maken zij een hoop aarde, die uit gangen en kamers bestaat. De wortels van het gras lopen erdoorheen. Op deze wortels leven allerlei soorten luizen. Die luizen kunnen als 'vee' voor deze mieren gezien worden. De sappen die door de luizen uit de wortels gezogen worden, gaan door hun lichaam en worden daarna als een zoete vloeistof aan de weidemieren afgegeven. Af en toe laten de luizen zich gewillig door de mieren naar een andere plaats brengen. Er is ook een soort mieren dat 'stallen' bouwt, die door overdekte gangen met elkaar verbonden zijn. Een 'stal' wordt als een kamer van aarde rondom de luizen gemaakt. Overal waar bladluizen zijn, kan men ook mieren vinden. Als er een stroom van mieren tegen een boom opklimt, zijn er vast en zeker in die boom ook luizen. Wie tot de mieren gaat, ontdekt de wijsheid van de Schepper.
Een bergbeklimmer en zijn gids waren bezig een hoge berg te beklimmen. Plotseling kwam er een onweer opzetten. De lucht werd donker, de wind begon te waaien. De toerist wilde snel naar beneden gaan, maar de gids hield hem tegen en zei: 'Nee, we gaan niet naar beneden, we gaan juist naar boven.' De man was verstandig, hij luisterde naar de gids en ging met hem zo snel mogelijk naar boven. Na een poosje waren ze op een hoogte waar de zon scheen en waar het windstil was. Zij waren volkomen veilig, terwijl het beneden hen noodweer was.
Ook wij zijn onderweg en wij hebben, net als de bergbeklimmer, een Gids. Een betrouwbare Gids. En die Gids moeten we volgen. Ook voor ons kunnen de omstandigheden opeens veranderen. Het leven kan soms heel moeilijk worden. Geliefden kunnen weggenomen worden. We kunnen veel verdriet hebben, we kunnen ons eenzaam voelen. Satan kan proberen ons aan het twijfelen te brengen. Dan is het nodig te luisteren naar de aanwijzingen van onze Gids. Ook Hij wil dat we in onze moeilijkheden naar boven gaan, niet naar beneden. We moeten op Hem zien en de omstandigheden in Zijn hand leggen en op Hem vertrouwen. Dan worden we als het ware boven die moeilijkheden en problemen uitgetild.
'Zondigen' is de vertaling van een grieks woord dat betekent 'het doel missen'. We gebruiken dat woord ook vaak zo. Bij een gemiste goal in een voetbalwedstrijd of een taartje dat op de grond valt, zeggen we vaak: 'Zonde!' En dan gaat het meestal nog om relatief kleine zaken, want zelfs een nederlaag bij een wedstrijd, daar komen mensen nog wel weer overheen. Maar het kan zo ook gaan bij belangrijkere zaken: bijvoorbeeld bij het doel dat God met ons leven had. Psalm 139 zegt dat God ons in de moederschoot heeft geweven en dat Hij daar een bedoeling mee had. Bij hoeveel mensen die geboren worden, zal Gods doel verwezenlijkt worden?
Denk aan de gelijkenis van de zaaier en het zaad. Er werd zaad gestrooid op de rotsen: dat kreeg niet eens de tijd om te ontkiemen of het werd al door de vogels opgegeten. Dan was er het zaad dat in ondiepe plaatsen viel. Het schoot wortel, maar niet genoeg, omdat het zo ondiep was. Toen het even tegen zat, redde het plantje het niet. En er was nog het zaad dat tussen de dorens viel. Toen het opkwam, werd het overwoekerd. Tenslotte was er het zaad dat in goede grond viel, heel goed opgroeide en zelf weer heel vruchtbaar was. Je zou je kunnen voorstellen dat God ook zo zaait in mensen, in families, in dorpen en in steden. Sommige zaden zijn in heel goede grond terecht gekomen, andere in minder goede grond of ze hebben last van dorens. Dat kan door allerlei oorzaken komen. Niet alles daarbij was de wil van God, echt niet. Maar God kán er altijd nog wel iets mee. 'Hij zal het geknakte riet niet buigen en de walmende vlaspit niet doven', zegt de Bijbel, want Hij wil dat het riet weer opgericht wordt en de vlaspit licht verspreidt.
Zo kunnen we op meerdere momenten van ons leven er opnieuw voor kiezen om Gods wil, en het doel dat Hij met ons leven heeft, te zoeken. De weg naar dat doel bevat namelijk ook kruispunten. Bij elke niet goed gekozen weg komt er gelukkig wel weer een nieuw kruispunt, waar de route aangepast kan worden, zodat we toch de goede richting uit kunnen gaan. Al gaande op de weg van God zult u in ieder geval de ervaring hebben, dat het de meeste voldoening en innerlijke vrede geeft om zo dicht mogelijk bij het doel te zijn dat God met ons leven heeft. Dan komen we namelijk pas echt 'tot ons recht'. Gelukkig gaat het bij God niet alleen om de kampioenen. Ook met een tweede, derde of vierde plaats 'vallen we nog in de prijzen'. En zelfs voor wie daarna komt, is er nog een beloning. De weg die met God gegaan wordt, heeft sowieso al meerwaarde op alle andere wegen, omdat die meewerkt aan het grotere totale doel van God. In dat geloof zijn al velen op weg gegaan. Langs wegen die voor mensen soms onduidelijk leken, zal blijken dat God met hen zijn doel niet heeft gemist.
John Wesley moest eens een lange reis maken en hij reisde samen met een officier met wie hij bijzonder goede gesprekken had. Alleen vond Wesley het vervelend dat zijn reisgenoot af en toe grove woorden gebruikte. Toen ze moesten overstappen, nam Wesley de officier even terzijde en zei tegen hem dat hij het fijn vond nog verder samen met hem te reizen, maar dat hij hem eerst een gunst wilde vragen. De officier antwoordde: 'Het zal me een genoegen zijn aan jouw verzoek te voldoen, Wesley. Want ik ben ervan overtuigd dat jij niets onredelijks zult vragen.' Wesley zei: 'We zullen nog een heel eind samen reizen. Als het mocht gebeuren dat ik in het vuur van het gesprek me vergis en grove woorden gebruik, wil je me dan daarop wijzen?' De officier begreep het meteen. Hij glimlachte en zei: 'Alleen Wesley is in staat iemand op zo'n manier te vermanen.'
In Kol. 4:16 lezen we dat we 'in alle wijsheid elkaar moeten leren en terechtwijzen.' En in vers 5 en 6 lezen we: 'Gedraag u wijs tegenover de ongelovigen en gebruik elke gelegenheid om hun het goede nieuws door te geven. Wees in uw spreken vriendelijk en verstandig en zorg ervoor dat u iedereen een goed antwoord geeft.'
Een student vroeg eens aan een rabbijn: 'Waar- om gaf de Heer elke dag manna aan het volk van Israël in de woestijn? Waarom gaf Hij niet in één keer voldoende voor een lange tijd?' De rabbijn gaf het volgende antwoord: 'Een koning had een zoon aan wie hij een jaarinkomen gaf. Wat gebeurde er? De zoon kwam één keer per jaar bij zijn vader om het geld voor een heel jaar in ontvangst te nemen. Dat was niet goed. Daarom bracht de wijze koning er verandering in. Voortaan moest de zoon dagelijks komen om zijn geld voor één dag te ontvangen. Zo bracht de zoon elke dag een bezoek aan zijn vader. Daardoor leerde hij zijn vader beter kennen en begreep hij hoe hij de tegenwoordigheid, de liefde en de wijsheid van zijn vader elke dag nodig had. Zo had ook het volk van Israël niet alleen elke dag het manna nodig, maar ook de aanwezigheid van God.' Tot zover de rabbi. Voor ons geldt hetzelfde. Wij kunnen dankbaar zijn voor de goede gaven die God ons geeft. Maar kennen we ook de Gever en danken we Hem? Ook wij hebben elke dag voedsel nodig: dat voedsel vinden we in het Woord van God. Op die manier leren we onze vader beter kennen.
Een wesp kan geen honing maken. Om dit te kunnen moet hij een bij worden. Een zeug zal niet voor het vuur gaan zitten om zijn snuit te wassen, zoals een kat. Evenmin zal een losbol graag een heilig leven leiden. Geen duivel zal God loven, zoals de engelen. Mensen die God niet kennen, kunnen Hem niet welgevallig dienen, zoals de kinderen van God. Hun onvermogen is van geestelijke aard. Ze kunnen het niet omdat ze het niet willen. Van de broers van Jozef wordt gezegd dat ze niet vriendelijk met hem konden spreken, zo groot was hun haat tegen hem. Maar een dergelijke onmacht is nog geen excuus. De bron waaruit zij voortkwam, deugde niet. Evenmin is een drugsverslaafde te verontschuldigen omdat hij zijn verslaving niet kan overwinnen. Zo is het ook met een zondig mens, die geen berouw heeft over zijn leven. Hij zal zich nooit kunnen verontschuldigen met: 'Ik kon mij niet veranderen.' De vraag is: wilt u zich bekeren? Zo niet, dan zal de Rechter eenmaal tegen u zeggen: 'U hebt niet gewild!' Zo ja, dan is geen verslaving voor Hem te groot: u krijgt namelijk een nieuwe natuur en de Geest van God. Dan zijn alle dingen mogelijk voor hem die gelooft.
Bij Florence lag een groot blok marmer. Verschillende beeldhouwers hadden geprobeerd het te bewerken, maar ze waren er niet in geslaagd. Het enige resultaat was dat het aan alle kanten geschonden was en nergens meer geschikt voor leek te zijn. Toen kwam men op het idee aan Michelangelo te vragen of hij van dit onogelijke blok marmer nog iets kon maken. De grote kunstenaar liet een schuur om het stuk marmer heen bouwen, zodat hij ongestoord kon werken. Anderhalf jaar werkte hij er aan. Toen gaf hij de opdracht de schuur af te breken. Daar stond een prachtig standbeeld van de jonge David (nog steeds te bewonderen in Florence). Zoiets kon alleen de meesterhand van de beroemde Michelangelo tot stand brengen. Maar God kan nog oneindig veel meer! Hij kan harde harten met zijn Woord bewerken. Dat Woord is 'als een hamer die een steenrots vermorzelt' (Jer. 23:29). God brengt zondaars tot geloof en bekering, en vormt in hen het volmaakte beeld van zijn Zoon. Dat doet Hij uit liefde.
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….