6.8 René Martens(1877-1960) zv Petrus en afstammelingen
6.8.1 Het gezin René Martens en Leontine Van Hoecke
René Serafien Martens werd als jongste zoon van Petrus en Eugenie Coddens op 25 januari 1877 geboren op De Meren te Hansbeke. Na het overlijden van zijn vader in 1900 en na het huwelijk van zijn broer Emiel in 1901 bleef hij samen met zijn zuster Irma op het ouderlijk bedrijf dat reeds op 14 september 1893 de onverdeelde eigendom geworden was van de minderjarige Charles, Irma en René Martens. De voorname hofstede met woonhuis, schuur, stallingen en verdere afhangens werd samen met 12ha76a grond geraamd op een waarde van 56.189 frank. De percelen zijn gedetailleerd beschreven in de verdelingsakte (bijlage 5.5).
Op 2 januari 1903, dezelfde dag als zijn zuster Irma die trouwde met Aimé De Muynck, trad René in het huwelijk met Leontina Maria Paulina Van Hoecke. Zij huwden te Hansbeke op 2 januari 1903 voor de wet en het kerkelijk huwelijk werd ingezegend op 5 januari 1903. Emiel Martens, broer van René, en Leonie Van Hoecke, zuster van Leontine, waren getuigen. Leontine Van Hoecke was een dochter van Charles en Maria Theresia De Schuyter en was te Hansbeke geboren op 25 augustus 1879. Leontine moet de familie Martens wel goed gekend hebben. Haar zus Maria Coleta was immers gehuwd met Charles Martens, oudere broer van René. Charles was echter vroegtijdig gestorven in 1901 en Maria Coleta was enkele maanden later hertrouwd.
1903 huwelijk René Martens en Leontine Van Hoecke
Na zijn huwelijk bleef René samen met Leontina op De Meren wonen, ten zuiden van het dorp langs de steenweg op Nevele. Ze kregen er 7 dochters waarvan de jongste, Elisabeth, vereerd werd met het meterschap van koningin Elisabeth. Hun dochter Lea overleed in het pensionaat te Vinderhoute, slechts 15 jaar oud. De jongste dochter Elisabeth, die niet de beste gezondheid had, bleef ongehuwd bij haar ouders wonen.
Hun oudste dochter Anna, geboren op 2 februari 1904, durfde het aan om met haar neef René Martens te trouwen, de jongste zoon van haar oom Charles Martens en van haar Maria Van Hoecke, haar tante aan moeders zijde . Het feit dat hun eerste kind, tevens het eerste kleinkind van René en Leontine, op 27 december 1928 in Gottem geboren werd, kan er op wijzen dat deze verbintenis aanvankelijk niet de ouderlijke goedkeuring kreeg.
Personen in parenteel van René Seraphinus MARTENS en Leontine Van HOECKE
I.1 M MARTENS, René Seraphinus 25-01-1877 Hansbeke 01-09-1960 Hansbeke
I.2 V Van HOECKE, Leontine P. 25-08-1879 Hansbeke 13-07-1970 Drongen-Luch
II.2 V MARTENS, Anna 02-02-1904 Hansbeke
II.1 M MARTENS, René 18-07-1900 Hansbeke
III.1 M MARTENS, Octaaf 27-12-1928 Gottem
III.2 V MARTENS, Francine 21-11-1931 Hansbeke
III.3 M MARTENS, Roger 25-05-1937 Hansbeke
III.4 M MARTENS, Georges 11-03-1941 Hansbeke
III.5 V Van BIESBROECK, Liliane 15-11-1945 Gent
III.7 V MARTENS, Godelieve 14-07-1942 Hansbeke
III.6 M VERWEE, Pierre 02-07-1941 Gent
II.4 V MARTENS, Maria G.G. 10-04-1905 Hansbeke 2004
II.3 M VERHELST, Raymond 20-10-1902 Oedelem 01-07-1980 Deinze
III.8 M VERHELST, Sylveer 27-07-1937
III.9 V MORTIER, Angèle 03-02-1940 Gent
IV.1 V VERHELST, Martine 30-12-1964 Deinze
IV.2 V VERHELST, Christine 31-12-1967 Deinze
IV.3 V VERHELST, Dorine 25-05-1970 Deinze
IV.4 V VERHELST, Katrien
III.11 V VERHELST, Mariette M.R.02-10-1937 Hansbeke
III.10 M LIBBRECHT, Etienne 13-06-1939 Drongen
IV.5 M LIBBRECHT, Lieven 27-12-1965 Drongen
II.6 V MARTENS, Eliza 17-08-1906 Hansbeke
II.5 M VERHELST, Maurice 25-11-1941 Hansbeke
III.12 M SCHERPEREEL, Julien 13-08-1944 Merendree
III.13 V VERHELST, Antoinette 25-11-1941 Hansbeke
IV.6 M SCHERPEREEL, Hans 15-09-1969 Knokke
II.8 V MARTENS, Emma 02-02-1909 Hansbeke 2004 Hansbeke
II.7 M STROBBE, Julien 14-09-1909 Hansbeke 1984 Hansbeke
III.15 V STROBBE, Edith 19-07-1937 Hansbeke
III.14 M VERBEKE, Hector 21-03-1939 Knesselare
IV.7 V VERBEKE, Colette 09-11-1961 Beernem
IV.8 M VERBEKE, Dirk 01-04-1964 Beernem
IV.9 V VERBEKE, Ingrid 16-06-1965 Beernem
III.16 M STROBBE, René 05-08-1938 Hansbeke
III.17 V Van De KERKHOVE, Rita 06-09-1949 Aalter
II.9 V MARTENS, Lea 18-08-1910 Hansbeke 03-02-1926 Vinderhoute
II.11 V MARTENS, Andréa C.E. 28-10-1912 Hansbeke 09-02-2006 Drongen
II.10 M BEELAERT, André B.B. 02-11-1912 Drongen
III.18 V BEELAERT, Eliane 12-03-1937 Drongen 17-07-1939 Drongen
III.19 M BEELAERT, Oscar 08-02-1939 Drongen
III.20 V Van der VENNET, Suzanne10-04-1939 Drongen
IV.10 M BEELAERT, Christiaan 23-06-1966 Gent
III.21 M BEELAERT, Willy 12-02-1945 Drongen
III.22 V SERGEANT, Julia 21-07-1946 Gent
IV.11 V BEELAERT, Nancy 12-06-1968 Gent
II.12 V MARTENS, Elisabeth 02-04-1916 Hansbeke
René overleed op 1 september 1960 op de ouderdom van 83 jaar en 7 maand.
Dit parenteel, met 22 kleinkinderen en aangetrouwde kleinkinderen van René en Leontine wijst nog op een bijkomende verwantschap. Sylveer Verhelst, kleinzoon van René Martens, trad in het huwelijk met Angèle Mortier. Angèle is verwant met de familie Mortier-Paula Haesaert. Paula Haesaert, oud-schepen van Gent en geboren te Merendree, is verwant met Leontine De Poorter, tweede echtgenote van Charles De Waele en stiefmoeder van Maria De Waele, echtgenote van Marcel Martens, zoon van Emiel.
In het tweede nummer van Stam Martens bracht Albert Martens verslag uit van een bezoek bij de 90-jarige Leontine Van Hoecke, weduwe van René Martens.
Ten huize van Leontine Van Hoecke
Langs de steenweg naar Nevele, Rho 1 Hansbeke, aan de laatste bocht op de rand van het dorp, staat een villa in gele gevelsteen met op de zuidkant een aanpalende woonkamer onder een plat dak. De villa werd in opdracht van René Martens gebouwd in 1937-38. Daar woont Leontine Van Hoecke met haar jongste ongehuwde dochter Liesbeth. Leontine is de oudste aanverwante van de Stam Martens en de laatste overlevende van haar generatie.
Doorheen de ruit kan men in het voorbijrijden een glimp opvangen van Leontine, die ietwat achteraan in haar zetel naast de Leuvense stoof zit. Meestal kijkt ze aandachtig naar de beweging op straat en op de omliggende akkers. Als ik het ijzeren hekje openduw knik ik naar haar toe; blijkbaar kent ze mij niet van op afstand want ze staart me verwonderd aan. Liesbeth scharrelt wat in de moestuin en komt met een brede glimlach naderbij.
Hallo, Leontine zeg ik als we de woonkamer binnentreden, blijf maar rustig in uw zetel zitten. Leontine houdt zich zeer flink voor haar hoge ouderdom. Zelden komt ze buiten en wordt door Liesbeth met de beste zorgen omringd. Ik haal de familiealbum uit het valiesje en Leontine zet een ander brilletje op. Ze kijkt geïnteresseerd naar de fotos. Als ze haar trouwfoto ziet, heft ze even het hoofd op en zegt: We trouwden, René en ik, op dezelfde dag als Renés jongste zuster Irma met Aimé De Muynck.
Bij het kiekje van haar zeven kinderen aan de ingangsdeur van het kloostergebouw lacht ze gemoedelijk: Toen ik mijn eerste kindje kreeg, een meisje, beweerde René schertsend dat hij er nu wel eens zeven wilde, zeven dochters!. En zo is dan waarachtig gebeurd. De zevende dochter, geboren op 2 april 1916, kreeg een koninginnenaam. Bij de doopplechtigheid met klokkengelui was Gravin de Bousies-Borluut aanwezig die de koningin-meter verving. Schepenen August Geirnaert was peter. Ze noemt ze allemaal in de juiste volgorde: Anna, Maria, Eliza, Emma, Lea, Andrea en Elisabeth.
Als ze het doodsprentje ziet zegt ze met een lichte trilling in haar stem: Ons Leaatje, ze stierf in het pensionaat te Vinderhoute toen ze pas 15 jaar oud was. Ik draai vlug het blad om en toon haar glimlachend de foto van haar en René, genomen ter gelegenheid van haar gouden bruiloftsfeest in 1953. Die foto herinnert ze zich heel goed en toch is het weeral 16 jaar geleden, zegt ze, René stierf zeven jaren later in 1960.
Ze wijst naar een oude foto, naast het venster dat uitkijkt op de naastliggende boomgaard en de hofstede waar ze 35 jaren hebben gewoond. René te paard verduidelijkt ze overbodig toen hij ongeveer 30 jaar oud was.
Liesbeth heeft intussen een tas heerlijk-geurende koffie ingeschonken en presenteert een koekje. Ik slurp even aan de hete koffie en verbrand me de tong. Gij hebt verschillende achterkleinkinderen, Leontine zeg ik Weet ge hoeveel precies?. Ik heb het getal reeds op de tong omdat ik denk dat ze het niet weet, maar vliegensvlug antwoordt ze: Tien. En twee viergeslachten in vrouwelijke lijn voegt Liesbeth er aan toe.
Ik vergat u nog geluk te wensen met uw negentigste verjaardag verontschuldigde ik me, ge zijt één van de oudste tien van Hansbeke, heb ik vernomen, laat ons hopen dat ge honderd jaar moogt worden. Dan luiden we de feestklokken in de bevlagde kerktoren en organiseren we een massale familiebijeenkomst waarop niemand zal willen ontbreken want dan zijt ge, Leontine, de eerste eeuwlinge van de stam Martens.
Leontine overleed bij haar dochter Andréa te Drongen-Luchteren op 13 juli 1970.
Voor Stam Martens, Jg 2, nr 1, schreef haar kleindochter Antoinette Verhelst een In Memoriam.
In Memoriam Leontine Van Hoecke
en men zo bang is om alleen en stil te zijn
in het vertrouwde huis, waar iemand ons ontbreekt
die nooit meer komen zal, en waar men gaat van raam
tot raam, en aan den hemel om genade smeekt.
André Demedts
Met mijn grootmoeder verdwijnt de oudste aanverwante van de Stam Martens. Ze was één van de acht kinderen van Charles Van Hoecke en Maria-Theresia De Schuyter. Ze werd in de Veldstraat te Hansbeke op 25 augustus 1879 geboren en huwde op 5 januari 1903 met René Martens, jongste zoon van Petrus en Eugenie Coddens.
De verste herinnering die me bijgebleven is dateerd uit het einde van de bange oorlogsjaren 1940-44. Toen het grommend geluid van de overvliegende vliegtuigen in de verte te horen was, liep ik als klein meisje door de boomgaard naar de schuilplaats die grootvader achter in de tuin uitgedolven had. In de nabijheid van mijn grootouders voelde ik me veilig.
Wat me ook zeer goed is bijgebleven is de manier waarop grootmoeder het sprookje van Roodkapje kon vertellen. Voor deze gelegenheid mocht ik per uitzondering met haar naar de rechtervleugel van haar mooie villa. In het salon was het sprookje van Roodkapje op een lange kader en met mooie kleuren uitgebeeld. We gingen dan samen in de grote zetel zitten en grootmoeder begon in het lang en het breed te vertellen over het brave meisje dat zoveel van haar grootmoe hield. Telkens kwam het er dan op neer dat ik altijd braaf moest zijn, zoniet zou met mij hetzelfde gebeuren als met Roodkapje.
Een droevige periode uit grootmoeders leven was de tijd dat haar gezicht langzamerhand verslechterde. Als diep christelijke vrouw zocht ze steun bij de Heer. Vele keren heb ik haar dan met grote liefde tot aan de kerk gebracht. Gelukkig stelde men in de kliniek vast dat haar blindheid nog te genezen was. Een gelukte operatie schonk grootmoeder het gezicht terug.
De bezorgdheid van bomma kende geen grenzen. Toen ik voor de eerste maal met een paar nichten en vriendinnen naar een vlaamse kermis mocht te Landegem, beloofden we plechtig tegen het vallen van de avond(hetgeen in die tijd nog negen uur betekende) thuis te zijn. Onze jonge harten waren één en al vreugde toen we, na die prettige namiddag, aan het station te Hansbeke van elkaar afscheid namen. Met lichte tred en denkend aan die aangename uurtjes werden de laatste paar honderd meter naar Rho 2 afgelegd. Aan de vierweegse gekomen werd ik uit mijn gepeins opgeschrikt. Grootmoeder stond mij op te wachten daar het reeds tien over negen was hetgeen zij blijkbaar te laat vond. Tijd om te stoppen was er dus zeker niet meer over en de volgende dagen ben ik ook maar uit de omgeving gebleven.
Toen we twee jaar geleden grootmoeder voor ons huwelijksfeest gingen uitnodigen werden we voor de zoveelste keer rijkelijk ontvangen. De glazen werden getikt op de toekomstige achterkleinkinderen welke ze zoals al haar andere met veel liefde zou omringen. Toen we haar dan de vraag stelden of we haar ten stelligste mochten verwachten gaf niet zijzelf het antwoord, maar tante Elisabeth liet ons verstaan dat bomma al van jaren was en dat ze waarschijnlijk niet zouden komen. Onze lieve tante Betty had zich vergist. Voor de zoveelste keer leverde grootmoeder, niettegenstaande haar hoge leeftijd, het bewijs nog jong van hart te zijn. Ze was die dag bij haar geliefde familie en niemand was daarvan verwonderd. Grootmoeder had het me dikwijls gezegd dat ze ernaar verlangde op die dag nog aanwezig te kunnen zijn.
Ons laatste samenzijn was kortelings voor ze is heengegaan. Toen heeft ze ons stevig de hand gedrukt en vast in de ogen gekeken alsof ze wist dat het de laatste maal zou zijn. We danken haar voor de liefde en genegenheid die we steeds van haar mochten ontvangen en daarvoor zullen we haar dan ook nooit vergeten. Zoals ze altijd hoopte zullen we alles doen om bestwil.
6.8.2 Maria Martens dv René
Maria Martens huwde met Raymond Verhelst,de te Oedelem geboren zoon van August en Maria Grammens, en vestigde zich op een landbouwbedrijf te Hansbeke, wijk Reybroek. Ze kregen een zoon en een dochter. Zoon Sylveer huwde met Angèle Mortier, zette het ouderlijk bedrijf verder en kreeg 4 dochters. Dochter Mariette huwde met de drukker Etienne Libbrecht en vestigde zich te Drongen, waar ze een zoontje kregen.
Raymond Verhelst zetelde van 1959 tot 1976 in de gemeenteraad te Hansbeke, waarvan 9 jaar als eerste schepen: van 1959 tot 1961 en van 1965 tot 1970. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 12 october 1958 kwam hij voor het eerst op als tweede op de lijst 1 Katholieke Volkspartij van kandidaat-burgemeester Boudewijn de Bousies-Borluut. Cesar Baele en Marcel Martens stonden op dezelfde lijst. De lijst 2 Vrije Volkspartij werd aangevoerd door uittredend burgemeester Baziel Muys. De nieuwe lijst van graaf de Bousies behaalde een nipte meerderheid en de lijsttrekker werd voorgedragen als burgemeester. Raymond Verhelst, met slechts 45 voorkeurstemmen, zou eerste schepen worden. Marcel Martens, met 83 voorkeurstemmen, en Cesar Baele, met 73 voorkeurstemmen, waren echter van oordeel dat zij meer rechten konden doen gelden wegens hun veel hoger aantal voorkeurstemmen. Uiteindelijk kwam een akkoord uit de bus om halfweg de schepenmandaten te wisselen.
Bij de aanloop naar de volgende gemeenteraadsverkiezingen van 11 october 1964 waren nogal wat moeilijkheden met de lijstvormingen. Uiteindelijk kwamen de uittredende schepenen Marcel Martens en Cesar Baele op de tweede en derde plaats van de oppositielijst van Basiel Muys en bleef Raymond Verhelst op de tweede plaats van de lijst van uittredend burgeeester de Bousies. De lijst de Bousies kon haar meerderheid behouden en Raymond Verhelst, die opnieuw eerste schepen werd in vervanging van Marcel Martens, kon met 172 voorkeurstemmen zijn persoonlijke score sterk verbeteren. Marcel Martens met 130 stemmen, en Cesar Baele met 84 stemmen, verbeterden hun resultaat maar kwamen in de oppositie terecht en verloren uiteraard hun schepen-ambt.
Bij de verkiezingen van 11 october 1970 kwam de Bousies op met een CVP-lijst en versterkte zijn meerderheid. Raymond Verhelst werd verkozen als lijstduwer en was geen kandidaat meer om opnieuw schepen te worden. Bij de volgende verkiezingen, na de fusie met Nevele, Landegem, Merendree, Poesele en Vosselare, was Raymond 74 jaar en speelde niet meer mee.
Maria Martens werd bijna 100 jaar oud.
6.8.3 Eliza Martens dv René
Eliza Martens, die ruim een jaar jonger was dan Maria, trouwde met Maurice Verhelst, de jongere broer van haar schoonbroer Raymond. Ze vestigden zich op het ouderlijk bedrijf De Meren langs de steenweg op Nevele. Haar ouders René Martens
en Leontine Van Hoecke hadden er naast een nieuwe woning betrokken.
Antoinette Verhelst, de enige dochter van Maurice en Eliza Martens, werd geboren op 25 november 1941. Zij trouwde met Julien Scherpereel van Merendree en hun zoon Hans werd geboren te Knokke. Later vestigden zij zich te Hansbeke en tenslotte opnieuw te Merendree. Mariette schreef het hoger weergegeven In Memoriam voor haar grootmoeder Leontine.
Na de op ruststelling van Maurice Verhelst en Eliza Martens hield De Meren op te functioneren als landbouwbedrijf en na hun overlijden werden de bedrijfszetel en de bijhorende gronden verkocht, meteen het einde van een landbouwbedrijf dat gedurende twee en een halve eeuw familiebezit was van de stam Martens.
6.8.4 Emma Martens dv René
Emma huwde met de fruitkweker Julien Strobbe en vestigde zich eveneens te Hansbeke, in Daele. Ze kregen een dochter Edith en een zoon René.
Na zijn huwelijk met Rita Van De Kerckhove zette René Strobbe de activiteiten in de fruitsector verder.Hun zoon Geert runt een fruitbedrijf te Nevele. Dochter Edith huwde met Hector Verbeke uit Knesselare en hun kinderen werden geboren te Beernem.
Door het huwelijk van Julien Strobbe en Emma Martens ontstaat een verre verwantschap van de stam Martens met de families Van Hecke en Van Overbeke.Leon Strobbe, broer van Julien, trouwde met Paula Van Hecke, zus van Josepha.
Personen in parenteel van Petrus-Frans Van HECKE
I.1 M Van HECKE, Petrus-Frans
I.2 V BULTINCK, Francisca
II.1 M Van HECKE, Charles-Louis 06-12-1839 Hansbeke 13-12-1908 Hansbeke
II.2 V De VLIEGHER, Octavie 13-07-1898 Hansbeke
III.1 M Van HECKE, Honoré 07-02-1871 Hansbeke 19-07-1957 Hansbeke
III.2 V GOOSSENS, Marie-Clothilde 19-12-1869 Temse
IV.2 V Van HECKE, Josepha 01-04-1911 Hansbeke
IV.1 M Van OVERBEKE, André
V.1 M Van OVERBEKE, Henri 1937 Hansbeke
V.2 M Van OVERBEKE, Luc 18-03-1938 Hansbeke
IV.4 V Van HECKE, Paula 22-12-1915 Hansbeke
IV.3 M STROBBE, Leon 27-01-1915 Hansbeke 07-10-1993 Hansbeke
V.3 M STROBBE, Pierre 1939 Hansbeke
III.3 M Van HECKE, Baziel 10-05-1873 Hansbeke
III.4 M Van HECKE, Octaaf 07-03-1875 Hansbeke
III.5 M Van HECKE, Prudent 16-08-1876 Hansbeke
III.6 M Van HECKE, René 21-03-1880 Hansbeke
III.7 V Van HECKE, Marie-Angelina 18-10-1884 Hansbeke
Charles-Louis Van Hecke en zijn zoon Honoré waren brouwers in de Veldstraat, nu Warandestraat, te Hansbeke. De brouwerij Buitenlust werd ontmanteld voor de tweede wereldoorlog, in de jaren 1938-1939. Charles-Louis Van Hecke zetelde van 1873 tot aan zijn overlijden in 1908 in de gemeenteraad. Hij was schepen van 1879 tot 1884 en vervolgens burgemeester van 1884 tot 1908. Zijn zoon Honoré was lid van de gemeenteraad van 1912 tot 1921 en vervolgens van 1927 tot 1952. Hij was schepen tijdens de periode 1939-1946.
Door het huwelijk van Josepha Van Hecke met André Van Overbeke kwam ook een relatie tot stand met de afstammelingen van Jan-Frans Van Overbeke en zijn zoon de koopman Jan-Baptiste Van Overbeke. Deze laatste zetelde ononderbroken in de Hansbeekse gemeenteraad van 1831 tot 1874 en was burgemeester van 1847 tot 1860. Zijn zoon Karel was gemeenteraadslid gedurende de periode 1876-1890. Zijn kleinzoon Henri zetelde van 1912 tot aan zijn overlijden in 1935. Zijn achterkleinzoon Antoine was gemeenteraadslid voor de periode 1939-1941. Deze laatste werd bij besluit van 22 september 1941 door secretaris-generaal Romsee tot schepen benoemd. Na zijn huwelijk op 24 december 1941 verhuisde hij naar Brugge. Marcel Van Overbeke was gedurende vele jaren gemeentesecretaris te Hansbeke.
Henri en Luc Van Overbeke, kleinzonen van Henri Van Overbeke en van de brouwer Honoré Van Hecke, zijn leeftijdsgenoten en Hansbeekse buren van Laurent Martens, waarmee zij in de kleuter- en lagere school zaten. Later waren zij samen lid van de plaatselijke KSA en nadien van de studentenclub De papeters.
Personen in parenteel van Jan-Frans Van OVERBEKE
I.1 M Van OVERBEKE, Jan-Frans
I.2 V Van de VOORDE, M.C.
II.1 M Van OVERBEKE, Jan-Baptiste 11-09-1786 Lotenhulle 03-02-1874 Hansbeke
II.2 V MOENS, Sophie
III.1 M Van OVERBEKE, Karel 19-05-1828 Hansbeke 05-09-1910 Hansbeke
III.2 V THOL, Paulina
IV.1 M Van OVERBEKE, Joseph P. 20-08-1865 Bellem
IV.2 V De MUYNCK, Leonie Rosalie 07-10-1868 Hansbeke
IV.3 M Van OVERBEKE, Henri M.D. 05-08-1869 Bellem 18-08-1935 Hansbeke
IV.4 V BRUGGHEMAN, Maria S.J. 1874 Ursel
V.1 M Van OVERBEKE, Marcel 02-01-1902 Hansbeke
V.2 M Van OVERBEKE, J.H.L.M. 21-05-1906 Hansbeke
V.3 M Van OVERBEKE, Antoine J.M. 21-03-1909 Hansbeke 31-10-1984 Gent
V.4 V De CORTE, Gaby
V.5 M Van OVERBEKE, André
V.6 V Van HECKE, Josepha 01-04-1911 Hansbeke
VI.1 M Van OVERBEKE, Henri 1937 Hansbeke
VI.2 M Van OVERBEKE, Luc J.M. 18-03-1938 Hansbeke
Dit parenteel toont dat de familie Martens niet enkel met de familie Van Overbeke verwant is langs de familie Strobbe, maar ook langs de familie Bruggheman (zie hoger) en de familie De Muynck. Leonie De Muynck, die op 8 februari 1893 te Hansbeke trouwde met Joseph Van Overbeke, zoon van Karel of Charel, was de dochter van Pieter-Jan De Muynck en Marie Pelagie Galens. Haar jongere broer Aimé De Muynck huwde op 2 januari 1903 met Irma Martens, dochter van Petrus en zus van Emiel Martens.
6.8.5Andréa Martens dv René
Na haar huwelijk met André Beelaert vestigde Andréa Martens zich te Drongen-Luchteren. Hun oudste dochter Eliane stierf in 1939, slechts 2 jaar oud. Hun zonen Oscar en Willy huwden en kregen kinderen. Samen met hun nicht Mireilla Martens, dochter van Emiel, waren André Beelaert en Andréa Martens in 2005 nog de enige levende kleinkinderen of aangetrouwde kleinkinderen van de in 1900 overleden stamvader Petrus Martens. In 2005 konden André en Andréa samen met hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen te Drongen-Luchteren hun platina bruiloft vieren. Zeventig jaar huwelijk ging niet onopgemerkt voorbij. Het jubilerend paar kwam met hun foto in de krant.
Andréa Martens overleed te Gent op 9 februari 2006 en werd op 15 februari begraven in de St Gerolfkerk te Drongen.
6.7 Irma Martens (1875-1943 ) dv Petrus en afstammelingen
Irma Martens was de jongste dochter van Petrus en Eugenie Coddens. Zij was nog minderjarig wanneer zij samen met haar broers Charles en René mede-eigenaar werd van De Meren, waar zij na het overlijden van haar ouders nog woonde met haar broer René. Zij huwde op 2 januari 1903 met Aimé De Muynck, zoon van Pieter-Jan en Marie Galens. Dat de familie De Muynck een belangrijke rol speelde te Hansbeke werd reeds aangetoond in vorig hoofdstuk. De grootvader van Aimé, Pieter-Nicolaes De Muynck, was gehuwd met Monica Schaubroeck, zus van de Hansbeekse burgemeester Pieter Jan Schaubroeck en werd gemeenteraadslid. Pieter-Jan De Muynck, vader van Aimé, was handelaar en werd schepen. Ook Désiré, oudere broer van Aimé, kwam in de gemeenteraad. De familie De Muynck was kerkmeester van vader op zoon, met drie opeenvolgende generaties van schatbewaarder van het bureel van de kerkmeesters: eerst Pieter Nicolaus (1836-1873), vervolgens Pieter Jan (1873-1903) en tenslotte Aimé van 1903 tot in 1919 toen de familie wegtrok uit Hansbeke.
Aimé De Muynck en Irma Martens huwden tegelijkertijd als Irmas jongste broer René en Leontine Van Hoecke. Het wettelijk huwelijk ging door op 2 januari 1903. Het kerkelijk huwelijk werd er ingezegend op 5 januari 1903. Getuigen waren Joannes Martens, oudste levende broer van Irma, en Romanie De Muynck, zuster van Aimé.
Uit dit huwelijk werden 6 kinderen geboren te Hansbeke. Ze bouwden een herenhuis met magazijn dicht bij het dorp aan de steenweg op Merendree. Deze woning werd na hun vertrek gekocht en bewoond door Arthur Van Couter. Hun zoon Michel bracht in 1970 in het familieblad Stam Martens een verhaal omtrent zijn oom Emiel Martens die op de terugweg van het dorp naar Goed ter Elst bij zijn zus Irma een vaste stopplaats maakte voor een laatste druppel.
Blijkbaar floreerde hun aardappelhandel niet al te best en na 1919 vestigden Aimé De Muynck en Irma Martens zich met hun kinderen te Etterbeek. Ook daar verliepen de zaken niet altijd schitterend.
Hun oudste zoon Leon De Muynck huwde te Baasrode met Pauline Albrechts en overleed te Brussel. Dit huwelijk bleef kinderloos . De oudste dochter Andréa huwde op 19 mei 1934 te Etterbeek met Jean-Baptiste Maroten. Ze kregen één dochter, die huwde te Brussel op 8 augustus 1956, en één kleinzoon. Zoon Armand huwde op 18 augustus 1934 te Brussel met Sibyl Van Valkenbergh en kreeg twee zonen die in 1970 nog ongehuwd waren. Armand was slechts 36 jaar toen hij overleed. De familienaam De Muynck werd overgedragen door Michel die op 6 juli 1935 te Brussel in het huwelijk trad met Yvonne Gillet uit Hermalle-sous-Argenteau. Ze kregen twee zonen en een dochter. Hun oudste zoon William huwde op 19 september 1964 met de Leuvense Marguerite Wagemans en kreeg twee zonen. De jongste zoon René trad op 27 juli 1943 te Sint-Jans-Molenbeek in het huwelijk met Philoméne Schreyens. Ze kregen één dochter.
Personen in parenteel van Pieter-Jan De MUYNCK, vader van Aimé
III.1 M De MUYNCK, Pieter-Jan 11-10-1836 Hansbeke 27-11-1903 Hansbeke
III.2 V GALENS, Marie Pelagie 17-02-1848 Vinderhout05-01-1879 Hansbeke
IV.2 V De MUYNCK, Marie Valerie 08-07-1867 Hansbeke
IV.1 M De BOEVER, August 26-12-1862 Hansbeke
IV.4 V De MUYNCK, Leonie Rosalie 07-10-1868 Hansbeke
IV.3 M Van OVERBEKE, Joseph P. 20-08-1865 Bellem
IV.5 M De MUYNCK, Pieter Emiel 16-01-1870 Hansbeke 23-01-1873 Hansbeke
IV.6 M De MUYNCK, Désiré Martin 11-11-1871 Hansbeke 24-06-1926 Hansbeke
IV.7 V VERHELST, Maria E.C. 1875
V.1 V De MUYNCK, Irène 18-03-1910 Hansbeke
V.2 V De MUYNCK, Rachel 01-03-1912 Hansbeke
V.3 V De MUYNCK, Yvonne 21-04-1916 Hansbeke
IV.8 V De MUYNCK, Emilie Romanie 04-02-1874 Hansbeke
IV.9 M De MUYNCK, Edward Remi 02-05-1875 Hansbeke 11-05-1875 Hansbeke
IV.10 M De MUYNCK, Aimé August 11-06-1876 Hansbeke 09-08-1953 Rekkem
IV.11 V MARTENS, Irma Maria 11-12-1875 Hansbeke 05-04-1943 St-Jans-Mo
V.4 M De MUYNCK, Leon Petrus 05-10-1903 Hansbeke 06-01-1965 Brussel
V.5 V ALBRECHTS, Pauline 16-03-1906 Baasrode
V.7 V De MUYNCK, Andréa E.V. 16-02-1905 Hansbeke
V.6 M MAROTEN, Jean-Baptiste 21-11-1911 Anderlecht
VI.2 V MAROTEN, Irma Josée 19-03-1935 Etterbeek
VI.1 M WAUTY, Simon 22-08-1935 Elsene
VII.1 M WAUTY, Pascal 17-04-1960 Sint-Agatha-Berchem
V.8 M De MUYNCK, Armand Désiré 28-11-1910 Schaarb 22-07-1967 Schaarbeek
VI.3 M De MUYNCK, Raymond 06-09-1935 Etterbeek
VI.4 M De MUYNCK, André 26-03-1938 Etterbeek
V.10 M De MUYNCK, Michel E.J. 24-05-1908 Hansbeke
V.11 V GILLET, Yvonne 31-05-1911 Hermalle-sous-Argenteau
VI.5 M De MUYNCK, William 15-05-1938 Elsene
VI.6 V WAGEMANS, Marguerite 26-04-1939 Leuven
VII.2 M De MUYNCK, Annick 27-09-1966 Anderlecht
VII.3 M De MUYNCK, Thibault 25-11-1967 Anderlecht
VI.7 V De MUYNCK, Michèle 22-09-1944 Brussel
VI.8 M De MUYNCK, Armand 25-09-1944 Brussel
VI.9 V Van der STRAETEN, Nelly
V.12 M De MUYNCK, Gaston René 04-02-1910 Hansbeke
V.13 V LEJUSTE, Catherine 08-01-1911 St Joost ten N
V.14 M De MUYNCK, René 25-03-1913 Hansbeke
V.15 V SCHREYENS, Philomène 06-06-1945 Etterbeek
Alle afstammelingen van Aimé De Muynck en Irma Martens vestigden zich in het Brusselse (Schaerbeek, St Joost ten Node, Etterbeek, St Jans Molenbeek). Hun adresopgave wijst op verfransing.
6.6Charles Martens (1873-1901) zv Petrus en afstammelingen
6.6.1 Het gezin Charles Martens- Maria Coleta Van Hoecke
Toen Charles of Carolus-Josef op 25 september op De Meren geboren werd had hij reeds twee oudere zusjes en twee broers. Zijn vader was 63 jaar oud en zijn moeder 37. Na hem zouden nog een zus en een broer volgen. Wanneer hij trouwde hadden Maria, Joannes en Emma reeds het ouderlijk nest verlaten en was zijn broer Henri overleden. Charles, alsook zijn zus Irma en zijn broer René, was nog minderjarig en vertegenwoordigd door de ad hoc voogd Eduard Coddens wanneer zijn vader Petrus op 14 september 1893 overging tot de voorouderlijke verdeling van de onroerende goederen. Charles had evenwel reeds de ouderlijk woning verlaten en werd 5 dagen later vader van een zoontje Octaaf. Door de voorouderlijke verdeling werd Charles samen met Irma en René mede-eigenaar van de hofstede De Meren met 12ha75a grond, geschat op een waarde van 56.189 frank.
Maria Coleta Van Hoecke, de moeder van de kleine Octaaf, was een dochter van Charles en Maria Theresia De Schuyter. Charles Martens en Maria Coleta Van Hoecke kregen drie zonen en één dochter. Wanneer hun oudste zoon Octaaf op 19 september 1893 geboren werd te Bellem was Charles slechts 20 en Maria Coleta slechts 18 jaar oud. De tweede zoon Raymond werd geboren te Gent en pas nadien huwden zij op 22 december 1897 te Hansbeke, waar zij zich ook vestigden en waar hun zoon René en hun dochter Irène geboren werden. Wellicht werd het huwelijk uitgesteld omdat zij als minderjarigen geen toestemming kregen van hun ouders. Uit de telling van 1901 blijkt dat Charles Martens en Maria Coleta Van Hoecke in de wijk Hamme een herberg uitbaatten, voordien op naam van Bernard Union en Virginia De Decker. Bij de volgende telling van 1906 is deze herberg gesloten.
Charles was slechts 27 jaar oud wanneer hij in 1901 overleed . Maria Coleta bleef achter als weduwe met vier kinderen tussen 1 en 7 jaar oud. Haar schoonzus Maria Martens was ook zeer jong weduwe geworden maar zeer welstellend, terwijl Maria Coleta in een veel zwakkere financiële positie verkeerde. Nauwelijks 10 maanden na het overlijden van Charles Martens hertrouwde Maria Van Hoecke te Hansbeke, op 23 respectievelijk 26 februari 1902, met Josef De Boever(°Hansbeke 9-2-1871, + Brugge 7-11-1963), zoon van Karel en Maria Theresia Lievens. Zij kregen nog 6 kinderen: Madeleine, gehuwd met Gustaaf Fobe; Leon Alfons gehuwd met Martha De Boever; Adrienne gehuwd met Valentijn Bruggeman; Julien; Antoon gehuwd met Maria Cathoir en Gabrielle gehuwd met Henri Dierick.
Op 2 januari 1903 trouwde Leontine Van Hoecke, een jongere zus van Maria Coleta, met René Martens, de jongste broer van Charles.
Personen in parenteel van Charles Josef Maria MARTENS en Maria Coleta VAN HOECKE
I.1 M MARTENS, Charles J.M. 25-09-1873 Hansbeke 25-04-1901 Hansbeke
I.2 V Van HOECKE, Maria Coleta 01-02-1875 Hansbeke 13-10-1949 Hansbeke
II.1 M MARTENS, Petrus Octaaf 19-09-1893 Bellem 28-09-1918 Merkem
II.2 M MARTENS, Raymond 10-12-1896 Gent 27-11-1954 South Bend
II.3 V WILLE, Andréa 27-04-1900 Hansbeke
III.2 V MARTENS, Edith H.M. 17-09-1927 Misahawaka
III.1 M CHAMBERLIN, Edgard Wil.01-08-1923 Misahawaka
IV.1 M CHAMBERLIN, Mark Alan 09-04-1954 Kansas City
IV.2 M CHAMBERLIN, John Michael06-05-1957 South Bend
IV.3 M CHAMBERLIN, Glen David 10-11-1961 South Bend
IV.4 M CHAMBERLIN, Daniel Wayne21-11-1962 Indianapolis
III.4 V MARTENS, Gabrielle I.F 24-02-1929 Mishawaka
III.3 M TRAXLER, James Theodore17-10-1929 Minneapolis
IV.5 V TRAXLER, Lisanne Marie 22-01-1957 Chicago,Ill
IV.6 M TRAXLER, Peter Raymond 23-07-1958 Chicago,Ill
IV.7 V TRAXLER, Martine Sara 08-02-1960 Chicago,Ill
IV.8 V TRAXLER, Karen Louise 20-08-1961 Stamford,Cal
IV.9 V TRAXLER, Madeleine Renée10-01-1963 Evanston,Ill
III.5 M MARTENS, Siegfried C.J.29-03-1934 Hansbeke
III.6 V MILLER, Donna Jean
III.8 V MARTENS, Elfrieda M.C. 10-10-1936 Landegem
III.7 M BERTHER, Donald Duane 08-04-1936 Milwauki,Wisconsin
IV.10 V BERTHER, Elisabeth Maria22-12-1960 Milwauki,Wisconsin
IV.11 M BERTHER, Michael Raymond26-01-1962 Milwauki,Wisconsin
IV.12 M BERTHER, Donald Bernard 18-03-1963 Milwauki,Wisconsin
IV.13 V BERTHER, Kristin Sue 12-06-1964 Milwauki,Wisconsin
II.5 V MARTENS, Irène M.T. 14-10-1898 Hansbeke
II.4 M De MAEGD, Hendrik Achiel 09-03-1893 Hansbeke 29-01-1968 Gent
III.10 V De MAEGD, Rosa 13-07-1925 Mishawaka
III.9 M JAMINE, Herman 12-04-1921 Hasselt
IV.14 V JAMINE, Maria 22-07-1950 Gent
IV.15 M JAMINE, Antoon 28-04-1958 Gent
II.6 M MARTENS, René 18-07-1900 Hansbeke 1978 Hansbeke
II.7 V MARTENS, Anna 14-10-1898 Hansbeke
III.11 M MARTENS, Octaaf 27-12-1928 Gottem
III.12 V MARTENS, Francine 21-11-1931 Hansbeke
III.13 M MARTENS, Roger 25-05-1937 Hansbeke 1992 Hansbeke
III.14 M MARTENS, Georges 11-03-1941 Hansbeke
III.15 V Van BIESBROECK, Liliane15-11-1945 Gent
III.17 V MARTENS, Godelieve 14-07-1942 Hansbeke
III.16 M VERWEE, Pierre 02-07-1941 Gent
6.6.2 Petrus Octaaf Martens (1893-1918 ) zv Charles
De oudste zoon Octaaf werd op 19 september 1893 geboren te Bellem. In 1913 werd hij geloot om zijn militaire dienst te doen in het 24ste linieregiment. Hij bleef gemobiliseerd tijdens de eerste wereldoorlog. Het 24ste linieregiment streed te Halen, Hofstade, Walem en Dendermonde. Op 21 october 1914 vocht het te Diksmuide en op 22 april 1915 leed het zware verliezen te Steenstrate.In september 1918 geraakte het regiment verwikkeld in hevige loopgravengevechten. Op 28 september 1918, pas 25 jaar oud, sneuvelde Octaaf te Merkem aan het Ijzerkanaal bij het bloedig bevrijdingsoffensief. Hij werd begraven op het militair kerkhof van Houthulst, met de graven van 1826 Belgen en 81 Italianen. Deze begraafplaats werd in 1923 zeer stijlvol opgericht en heeft een totale oppervlakte van 5,24 ha.
grafzerk nr J402 op militair kerkhof van Houthulst
Pas op 27 augustus 1919 werd voor Octaaf te Hansbeke een uitvaartplechtigheid gehouden, absente corpore. Aan de buitengevel van de kerk van Hansbeke is een gedenkteken 1914-1918 opgericht met een halfverheven beeldhouwwerk van de Gentse beeldhouwer Oscar Sinia, naar een ontwerp van Valentin Vaerwijck. Een plaat vermeldt de namen van 7 gesneuvelde strijders. Naast de naam van Martens Petrus staat de datum 9-5-1918. Dit is niet in overeenstemming met de datum van 28-09-1918 in het burgerlijke overlijdensregister van Hansbeke.
6.6.3 Raymond Martens (1896-1954 ) zv Charles
De tweede zoon Raymond werd op 10 december 1896 te Gent geboren. Hij was 4 jaar wanneer zijn vader overleed en 22 jaar wanneer zijn broer Octaaf sneuvelde aan het front. In 1920 vertrok Raymond naar South-Bend, Indiana, waar hij twee dorpsgenoten Adolf Fobe en Arthur Vermeire kende. Hij werkte er ondermeer in de Studebaker Company. In 1926 keerde hij terug naar België om een bruid te zoeken en te trouwen. Op 18 november 1926 huwde hij te Hansbeke met Andréa Anna Wille, dochter van Charles-Louis en Hortensia Marie Langeraert. Getuigen bij dit huwelijk waren René Martens, jongere broer van Raymond, en Kamiel Wille, broer van Andréa.
Andréa was op 27 april 1900 geboren te Hansbeke als de jongste van 9 kinderen. Sinds 1885 baatten de vlaskoopman Charles-Louis Wille en de mutsenmaakster Hortensia Langeraert het Boldershof/Huis van Commerce uit aan het stationsplein. Charles-Louis Wille overleed in 1920. De woning werd in 1974 gesloopt en vormt nu het zuiderdeel van de autoparking aan het station.
In 1970 kwam de 70-jarige Andréa Wille, weduwe sinds 1954, op familiebezoek in België. Bij die gelegenheid had Albert Martens een gesprek met Andréa. Een stukje van haar levensverhaal werd toen gepubliceerd in het tijdschrift Stam Martens.
Op bezoek bij . . . Andréa Wille . . . op bezoek
Ze schreef het in één van haar laatste brieven: Ik kom naar België op St Pietersfeestdag 29 juni 1970. Het werd een dagje later; vertrokken uit South-Bend, Indiana op 30 juni landde ze via New-York op het vliegveld te Zaventem op woensdag 1 juli 1970, ontroerend begroet door de meeste van haar naaste familieleden en kennissen. Ze nam haar intrek bij haar enige nog levende broer Aimé, wonende Vaartstraat 3 te Hansbeke. Ik liet haar een tijdje op adem komen en telefoneerde haar donderdagavond voor een eerste kennismaking langs de telefoondraad. Ze begroette me hartelijk met een Hello en sprak zeer goed nederlands met een Amerikaanse tongval. Eén van haar eerste indrukken die ze weergaf betrof haar verbazing over het zuivere gecultiveerde nederlands waarmede de kinderen van de familie tot haar spraken. We maakten een afspraak, thuis bij haar broer Aimé, op maandagavond 6 juli om zes uur.
Toen ik er stipt aankwam was ze nog niet terug van een namiddagbezoek bij Gustaaf Fobe en Madeleine De Boever, halfzus van haar man Raymond. Ze liet wel een tijdje op zich wachten terwijl ik in de koele keuken een praatje maakte met een vriendelijke Martha, vrouw van Aimé. Een beetje luidruchtig kwamen ze tenslotte langs de achterdeur binnen, Aimé die chauffeur had gespeeld en Andréa met een dame, maar Amerikaans van aard en uitzicht, die me werd voorgesteld als Florence Landuyt, dochter van Karel en Marie Wille, geboren en verblijvend in Amerika.
De begroeting met Andréa verliep vrij vlot en hartelijk. Het was mijn eerste persoonlijke kennismaking. Ze droeg een mooi bebloemd kleed en een zilverachtig netje over haar witte haartooi. Ze deed gulhartig en joviaal als een echte Amerikaanse waardoor onmiddellijk een aangename sfeer groeide. Ik zei haar lachend dat ik haar even kwam intervieuwen voor een artikel in een familieblad over haar en haar familie in Amerika. Daar is niet zoveel over te schrijven zei ze maar ik wimpelde haar antwoord af en kreeg ruim de gelegenheid tot vragen stellen waarop ze vriendelijk inging met een vloed van zinnen, hier en daar gemengd met enkele amerikaanse woorden. Eigenlijk liep ze op de in chronologische volgorde gestelde vragen voorop zodat ik haar vroeg of ik met het allereerste begin mocht aanvangen.
Ik weet reeds zei ik dat u als jongste van de bende mocht studeren. Ze knikte Ik liep vijf jaar school aan het Provinciaal Handels- en Taalinstituut in de Savaanstraat te Gent en sprak na verloop van tijd goed Engels en Frans. Reeds toen had ik een oogje op Raymond, mijn toekomstige man glimlachte ze terwijl ze onbewust met een luciferdoosje speelde waarmede ze me een vuurtje gaf toen ik een Bastos-sigaret opstak. Vertrok u onmiddellijk naar Amerika toen u met Raymond trouwde vroeg ik. Het verliep wel enigszins anders antwoordde ze, Raymond vertrok reeds in 1920 naar South Bend waar hij bij Adolf Fobe en Arthur Vermeire belandde en werkte er o.a. in de Studebaker Company. Raymond kwam in 1926 terug naar België en we huwden te Hansbeke op 18 november 1926.
En toen vertrok u samen naar Amerika zei ik terwijl ik mijn stompje sigaret in de asbak doodduwde. Ja, het werd een lange bootreis, we vierden luidruchtig Kerstavond 1926 in de salons van de boot en kwamen in South Bend aan tussen Kerstdag en Nieuwjaar bij mijn schoonzuster Irène Martens, gehuwd met Hendrik De Maegd, die toen een schattig dochtertje hadden, Rosa, geboren te Mishawaka, Indiana op 13 juli 1925.
Uw twee oudste dochters, Edith en Gaby, werden eveneens in Mishawaka geboren; woonde u daar?. Nee, we hebben steeds in South Bend gewoond, maar in Mishawaka, niet al te ver van South Bend, was er een Belgische dokter in het St Josephs Hospital. Mijn oudste dochtertje Edith werd er geboren op 17 september 1927 en mijn tweede dochtertje Gaby op 24 februari 1929. In Amerika ontstond toen een grote crisisperiode vervolgde Andréa. Ik kwam met mijn twee dochtertjes naar België terug in 1930 en noodgedwongen kwam mijn man eveneens terug in 1931.
U hebt toen blijkbaar in Hansbeke gewoond want uw zoon Siegfried werd te Hansbeke geboren op 29 maart 1934. Ja, in een kruidenierswinkel langs de steenweg op Nevele, nu Dorp Zuid, maar tevoren hadden we ons gevestigd ook in een kruidenierswinkel in de Scholenstraat te Oostende. U zijt wel dikwijls verhuisd zei ik want uw jongste dochter Elfrieda werd geboren te Landegem op 10 october 1936. Ja, zo is t antwoordde ze we woonden er toen in de Kerkstraat, weeral in een winkel van likeuren en kruidenierswaren.
In 1937 vertrok Raymond terug naar South Bend terwijl ik onze ganse inboedel verkocht in een openbare verkoping op 3 mei 1937; enkele maanden na Raymonds afreis volgde ik hem met de vier kinderen, respectievelijk 10, 8, 3 en 1 jaar. De crisisperiode in Amerika liep toen wellicht reeds naar zijn einde zei ik, halvelings vragend. Ja beaamde Andréa en er hing een opgeluchte klank in haar stem, Raymond vestigde zich eerst als farmer omstreeks de periode november 1938-mei 1940 en werkte verder ondermeer in de Electrion Company; voor ons kwamen toen de betere jaren.Ze presenteerde me een lange Amerikaanse sigaar King Edward die ik met een vuurtje uit haar luciferdoosje opstak. Nog drie andere sigaren duwde ze gul in het borstzakje van mijn vest.
Over haar kinderen, waar ze trots op is, sprak ze in één adem door terwijl ik luisterde en aantekeningen maakte. De jaren verliepen en de kinderen werden stilaan groot. Mijn oudste dochter Edith volgde Middelbaar Onderwijs en was secretaresse tot ze op 10 juli 1953 huwde in de Sacred Heart Church van de Notre Dame University te South Bend met Edgard Chamberlin, geboren te Mishawaka op 1 augustus 1923, zoon van George en Bernice Edgar. Edgard behaalde de Bachelors of Arts Degree en de Master Degree in Library Sciences aan de Indiana University te Bloomington en is thans Executive Director van de Kaskaskia Library System te Belleville. Ze hebben 4 zonen.
Gaby behaalde de Bachelors of Arts Degree in Arts and Letters aan de St Mary University te South Bend toen ze haar man leerde kennen, James Traxler, die aan de nabijgelegen Notre Dame University studeerde. James werd geboren te Minneapolis, Minnesota op 17 october 1929, als zoon van Theodore Bernard en Mary Butler. Hij behaalde de Bachelors of Arts Degree aan de University of St Johns te Minnesota en zijn Doctor of Science Degree aan de Notre Dame University te South Bend. Gaby en James huwden eveneens in de Sacred Heart Church te South Bend op 17 april 1956. James is thans Research Specialist en overste van een groep scheikundigen bij de International Minerals and Chemicals te Libreville in Illinois. En ze hebben vijf kinderen, 4 dochters en een zoon voegde ik er aan toe Liliane, Peter, Martine, Karen en Madeleine terwijl Andréa me verbaasd toeknikte.
Maar intussen stierf mijn man op 27 november 1954 te South Bend. In Andréas stem klonk een zachte ondertoon Raymond was pas 58 jaar en overleed veel te vroeg. Gaby was nog niet afgestudeerd, Siegfried was toen twintig en Elfrieda achttien jaar oud. Er kwamen toen nieuwe problemen. Siegfried nam de last van ons gezin op zich en oefende het beroep uit van pipe-fitter zodat Gaby en Elfrieda verder konden studeren. Siegfried is zon goeie jongen. Hij is pas onlangs gehuwd op 6 september 1969 te Missigan City met een schat van een vrouwtje, Donna Joan Miller, geboren te Missigan City op 19 mei 1942, dochter van Fred en Mary Rose Bencsics.
Aimé schonk een fris glas bier uit dat ik gretig in twee grote teugen ledig dronk want het was warm en dorstig. En hoe verliep het met Elfrieda? vroeg ik. Andréa haalde diep adem Elfrieda studeerde aan de St Joseph School of Nursing te South Bend en kwam in kennis met haar man toen ze studeerde voor een Degree in Nursing Science aan de Marquette University te Milwaukee, Wisconsin. Ze is verpleegster. Ook zij huwde in de Sacred Heart Church te South Bend op 13 februari 1960 met Donald Berther, zoon van Bernard en Dorothy Sweet. Donald behaalde aan dezelfde universiteit een Bachelors of Arts Degree in Business Administration en is Stock Broker (wisselagent) bij de Leewi and C° firm, lid van de New-York Stock Exchange. U weet wel hoeveel kinderen ze hebben lachtte Andréa. Zeker, verklaarde ik terwijl ik een laatste maal aan het sigarenstompje zoog vier kinderen, gelijk verdeeld, 2 dochters en 2 zoons, Elisabeth, Michael, Donald en Kristin.
Het is wel jammer dat uw eigen kinderen, met een kleine uitzondering voor Gaby, geen nederlands kennen zei ik. Hoe komt dat? Hebt u in de huiskring geen nederlands gesproken?. We spraken nog wel nederlands toen de kinderen klein waren maar eens terug in Amerika heb ik hen in het amerikaans toegesproken om hun deze taal te leren opdat ze op school geen hinder zouden hebben ondervonden. Toch hoop ik dat ze zich blijvend abonneren op het familieblad Stam Martens zei ik nog . Bij het inbladeren leren ze wellicht opnieuw wat nederlands en blijven hierdoor toch nauw verbonden met de families uit België terwijl Siegfried zich kan interesseren aan zijn voorouders. Ik wens hem een flinke zoon zodat de stam Charles Martens-Maria Van Hoecke zich voortplant. Ik hoop het met u antwoordde Andréa want ik ben reeds 70 jaar oud en ik verlang zeer innig naar een zoon van Siegfried.
Nu Siegfried getrouwd is woont u alleen in het ouderlijk huis, hoe brengt u de dagen door vroeg ik. Ik heb het schilderen geleerd aan de South Bend Art Center en schilder af en toe; eens heb ik in een groepstentoonstelling enkele werkjes ten toon gesteld en nog verkocht ook lacht ze; verder ben ik ad interim gezelschapsdame en tegelijk sociale assistente, als u het zo noemen wilt, bij oude dames die hulp nodig hebben. Andréa zei ik nog u hebt nu Vlaanderen en uw geboortedorp teruggezien na 33 jaar afwezigheid. Zoudt u hier nog willen terugkeren, voor altijd. Zeer zeker antwoordde ze zonder aarzelen mijn afreis is wel voorzien op 4 augustus maar misschien kom ik wel nog terug, voor immer.
Als ik met de wagen het hof afreed, wuifde ze me na met een Amerikaanse Good bye.
6.6.4 Irène Martens dv Charles
Irène Maria Theresia Martens werd geboren te Hansbeke op 14 october 1898 en huwde er op 18 october 1923 met Hendrik Achiel De Maegd. Hendrik was een zoon van Arthur De Maegd en Rosalie Van Holsbeke. Na hun huwelijk migreerden ze naar South Bend, Indiana. Toen woonde de nog ongehuwde Raymond Martens, broer van Irène, alsook enkele andere oud-Hansbekenaren, in hetzelfde stadje. Op 13 juli 1925 werd hun enige dochter Rosa De Maegd geboren te Mishawaka. Eind 1926 boden zij de eerste opvang aan de pasgehuwde broer Raymond Martens die zijn bruid Andréa Wille was gaan halen te Hansbeke.
De grote crisis van 1930 bracht het echtpaar Raymond Martens-Andréa Wille tijdelijk terug naar België. Hendrik De Maegd kwam met zijn echtgenote Irène Martens en met hun dochtertje Rosa definitief terug naar België en naar Hansbeke. Van 1937 tot 1946 was hij er broodbakker en uitbater van café In de Vrede te Hansbekedorp. Deze woning werd in 1974 gesloopt en vormt nu het noordelijk deel van de parking aan het station.
Tijdens de tweede wereldoorlog was Hendrik De Maegd blijkbaar in goeden doen met de bezetter. Door een besluit van 28 mei 1941 droeg de bezetter de bevoegdheid van de gemeenteraden over aan het schepencollege. Ingevolge een verordening van 7 maart 1941 moesten bovendien schepenen die meer dan 65 jaar oud waren ontslag nemen, zodat tweede schepen Honoré Van Hecke zijn ambt verloor. Wanneer op 18 februari 1943 secretaris-generaal Romsee ook nog ontslag verleende aan burgemeester Antoine de Bousies bleef te Hansbeke enkel Charles Van Vynckt, zoon van Maria Martens, over als enig lid van het schepencollege. Bij hetzelfde besluit werd Georges DHaenens, schoenmaker en postbode, benoemd tot burgemeester van
Hansbeke. Tijdens het schepencollege van 3 maart 1943 legde Hendrik De Maegd, bakker, in aanwezigheid van eerste schepen Van Vynckt, in handen van de nieuwe burgemeester de eed af en werd hij als tweede schepen aangesteld. De familie Martens was derhalve goed vertegenwoordigd: eerste schepen Charles Van Vynckt was een zoon van Maria Martens en tweede schepen Hendrik De Maegd was een schoonzoon van Charles Martens, broer van Maria en van Emiel. Dit college zetelde in 1943 zestien maal, in 1944 nog zeven maal, de laatste maal op 10 juli. Op 10 september 1944, enkele dagen na de bevrijding van Gent, en één dag nadat Poolse bevrijders te Hansbeke kwamen, nam het oude schepencollege het roer terug in handen. Naast eerste schepen Charles Van Vynckt, die zijn ambt ononderbroken hadden kunnen blijven uitvoeren, kwamen de oorspronkelijke burgemeester en de tweede schepen terug in functie. De woning van Hendrik De Maegd werd beklad door bevrijdingshooligans en als gevolg van hun oorlogsverleden, waarvan nochthans vooral positieve herinneringen overblijven, heeft de familie De Maegd-Martens de gemeente verlaten.Hun dochter Rosa De Maegd huwde later met Herman Jaminé(°Hasselt 12-4-1921) en zij kregen een zoon en een dochter die beide te Gent geboren werden. Henri De Maegd is op 29 januari 1968 te Gent overleden.
6.6.5 René Martens (1900-1978) zv Charles
Charles Martens en zijn jongste broer René waren gehuwd met twee zussen: Maria Coleta en Leontina Maria Van Hoecke, dochters van Charles Van Hoecke en Maria Theresia De Schuyter. René Martens, zoon van Charles, werd op 18 juli 1900 te Hansbeke geboren, minder dan een jaar voor het plotse overlijden van zijn vader. Nadat zijn moeder hertrouwd was werkte René als jonge man op de hoeve De Meren, bij zijn oom en naamgenoot René Martens en zijn tante Leontine Van Hoecke. Zijn tweevoudige nicht Anna Martens (°1904) hielp er ook als jonge vrouw op het landbouwbedrijf van haar ouders. Neef en nicht konden het blijkbaar goed stellen met elkaar en maakten intiem kennis zodat Anna in 1928 zwanger werd. Hun zoontje Octaaf werd op 27 december 1928 geboren te Gottem. René en Anna trouwden en vestigden zich te Hansbeke aan de Vaartstraat tegenover de Veldstraat. Zij kregen vijf kinderen.
Een kwartierstaat toont overduidelijk aan dat René en Anna Martens de zelfde grootouders hadden: de echtparen Petrus Martens-Coddens en Charles Van Hoecke-De Schuyter.
6.5 Emma Martens (1869-1946 ) dv Petrus en afstammelingen
Het gezin van Henri Sierens en Emma Martens, dochter van Petrus-Francies en Eugenia Coddens, bestond uit 9 kinderen, geboren en opgegroeid te Nevele-dorp. De brouwer Henri Sierens was 35 jaar ouder dan zijn vrouw Emma. Het parenteel van zijn grootvader Karel en zijn vader Joseph Sierens is weergegeven in hoofdstuk V. In 1970 hadden Henri en Emma 12 kleinkinderen en 24 achterkleinkinderen. Twee zoontjes zijn zeer vroeg gestorven , één dochter bleef ongehuwd en een andere dochter bleef kinderloos. Bij hun afstammelingen komen volgende familienamen voor: Baetens, Christiaens, Claeys, Colle, De Cuyper, De Tremerie, De Waele, De Vos, Helms, Liétar, Melkebeke, Van Daele, Van Den Bon, Van Hoecke, Verbanck, Verstraete, Volckaert en Sierens.
Op 24 november 1892 kreeg Henri Sierens bij notaris Timon De Seille volmacht om zijn schoonbroer Emiel Martens, verblijvende in Amerika, te vertegenwoordigen bij de voorouderlijke verdelingsakte die op 14 september 1893 verleden werd voor dezelfde notaris. Zijn vrouw Emma Martens was er aanwezig als begunstigde en kreeg 5 partijen zaailand te Hansbeke en te Aalter met een gezamenlijke oppervlakte van 4ha26a60ca en geschat op een waarde van 18.386,58 frank, te vermeerderen met een toeslag van 914,68 frank.
Hun oudste dochter Anna Sierens werd geboren te Nevele op 23 october 1890 toen haar moeder 21 en haar vader 56 jaar oud was. Anna huwde met Aimé Van Daele uit Vinderhoute, waar zij zich ook vestigden en twee dochters kregen. Aimé was er zonder onderbreking van 1 augustus 1933 tot 31 december 1970, hetzij 38 jaar, gemeenteraadslid. Van 13 november 1944 tot 6 juni 1945 en van 9 september 1969 tot 31 december 1970 was hij schepen. Van 7 juni 1945 tot 31 december 1958 was hij burgemeester, hetzij 13,5 jaar zonder onderbreking. Bovendien was Aimé voorzitter van de Commissie van Openbare Onderstand (thans OCMW) van 1 juli 1959 tot 30 juni 1971. Hij overleed op vrijdag 28 mei 1971 te Vinderhoute, 83 jaar en 9 maand oud. De afscheidsrede bij de begrafenisplechtigheid op 2 juni 1971, in de parochiekerk Sint Bavo, werd uitgesproken door de burgemeester van Vinderhoute (bijlage 6.4).
Hun tweede dochter Maria trouwde met Irené Claeys en vestigde zich te Drongen. Zij kregen twee zonen, Carlos en Flory Claeys. Ingenieur-architect Flory Claeys ontwierp ondermeer de woning van Bertha Martens, echtgenote Ghyselinck en haar zoon Albert te Gentbrugge. Petrus Martens(1810-1900) was overgrootvader van Flory Claeys en van Albert Ghyselinck. Hun respectieve grootmoeder Emma Martens en grootvader Joannes Martens waren broer en zus en deze verre band was blijkbaar nog sterk genoeg bij de keuze van een architect. Hun derde dochter Clara trouwde met een vlaming die uitweek naar Wallonië, maar voor haar levenseinde koos zij toch weer Vlaanderen.Hun dochter Clémence huwde te Nevele met de beenhouwer Evarist Verstraete en kreeg er vier dochters. Hun afstammelingen zijn verspreid over Nevele, Lotenhulle, Oostende,Tielt, Gent, Oudenaarde, Vichte en Kortrijk. Clémence werd 100 jaar. Jozef Sierens huwde met Adrienne Van De Bon uit Oostkamp. Hij werd brouwer bij Bellem-brug, waar zijn grootvader geboren was. Met zijn vrachtwagen voor het vervoer van bier transporteerde hij ook sporadisch fruit voor rekening van Maurice Martens te Hansbeke. Overdadig drankgebruik was wellicht niet vreemd aan zijn vroegtijdige dood in 1945.
Meldenswaardig is nog het huwelijk van de zoon Henri Sierens met Maria De Waele. Maria De Waele(°1907) was een dochter van Basiel De Waele, die een landbouwbedrijf uitbaatte te St Martens-Leerne, en een kleindochter van Joannes Baptiste De Waele en dus een nicht van haar naamgenote Maria De Waele(°1906), dochter van Karel. In 1927 huwde Maria De Waele(°1907) met Henri Sierens(°1905),een neef van Marcel Martens(°1903). Drie jaar later huwde Marcel Martens met Maria De Waele(°1906), een nichtje van de met zijn neef Henri getrouwde Maria De Waele(°1907). Hebben Marcel en Maria elkaar misschien voor het eerst ontmoet in 1927 op het trouwfeest van hun respectievelijke neef en nicht? Hoe dan ook, op een feestelijke foto genomen ter gelegenheid van het huwelijksfeest in 1927 staan de 24-jarige Marcel Martens en de 21-jarige Maria De Waele naast elkaar. Na het vroegtijdig overlijden van de bierhandelaar Henri Sierens in 1934, waarbij Maria De Waele achterbleef met drie kinderen beneden zes jaar, is Maria hertrouwd met Maurice Libioulle uit
Wallonië. De afstammelingen van Henri Sierens en Maria De Waele, twee dochters en een zoon, vestigden zich in de streek.
Petrus Martens x Eugenie Coddens
(1810-1900) (1836-1898)
Henri Sierens x Emma Martens Emiel Martens x Emma Mestdagh
(1834-1907) (1869-1946) (1871-1955) (1878-1964)
Henri Sierens x Maria De Waele Marcel Martens x Maria De Waele
(1905-1934) (°1907) (1903-1989) (1906-1997)
Basiel De Waele x Robijt Karel De Waele x Virginie Hanssens
(1872-1938) (1880-1913)
Joannes Baptiste De Waele x Maria Theresia Bafort
(1838-1918) (1841-1927)
1927 Familiefoto bij huwelijk Henri Sierens-Maria De Waele
zittend eerste rij: Henri Sierens, Emma Martens, Henri Sierens,Maria De Waele
mevr De Waele-Robijt, Basiel De Waele
middenrij vierde van links: Laurent De Waele
midden achteraan:Marcel Marcel, zoon van Emiel, Maria De Waele, dochter van
Karel(nog ongehuwd) en er voor Maria Martens, dochter van René
Personen in parenteel van Henri SIERENS en Emma MARTENS
III.1 M SIERENS, Henri 31-07-1834 Nevele 14-02-1907 Nevele
III.2 V MARTENS, Emma Maria 07-01-1869 Hansbeke 17-02-1946 Lovendegem
IV.2 V SIERENS, Anna 23-10-1890 Nevele
IV.1 M Van DAELE, Aimé-Edw. 06-08-1887 Vinderh. 28-05-1971 Vinderhoute
V.2 V Van DAELE, Denise 18-11-1924 Vinderhoute
V.1 M COLLE, Adrien 15-08-1922 Waasmunster
V.4 V Van DAELE, Monique 08-05-1927 Vinderhoute
V.3 M De TREMERIE, Maurice 24-05-1913 Gent
VI.1 M De TREMERIE, Marc 04-06-1950 Gent
VI.2 V De TREMERIE, Martine 01-06-1955 Gent
VI.3 V De TREMERIE, Viviane 05-06-1957 Gent
IV.4 V SIERENS, Maria 22-11-1891 Nevele
IV.3 M CLAEYS, Irené 23-07-1881 Drongen 13-11-1965 Drongen
V.5 M CLAEYS, Carlos 12-11-1916 Drongen 13-08-1917 Drongen
V.6 M CLAEYS, Flory 12-11-1916 Drongen
V.7 V De CUYPER, Yolande 02-06-1920 Lotenhulle
VI.4 M CLAEYS, Guy 28-12-1946 Gent
VI.5 M CLAEYS, Christian 09-03-1948 Gent
VI.6 V BAETENS, Ingrid
VI.7 V CLAEYS, Martine 22-06-1951 Gent
IV.6 V SIERENS, Clara 07-01-1893 Nevele 06-01-1968 Nazareth
IV.5 M De VOS, Julien August08-05-1880 Nokere 20-04-1961 Marchienne
V.8 M De VOS, Jacques M.E. 17-07-1932 Charleroi
V.9 V HELMS, Edith Friederike18-02-1932 Krugerdorf
VI.8 V De VOS, Suzanne Angela28-04-1963 Nieuwpoort
VI.9 V De VOS, Ingrid Clare 20-11-1964 Nieuwpoort
IV.7 M SIERENS, Josef 30-06-1894 Nevele 22-02-1945 Bellem
IV.8 V Van Den BON, Adrienne 15-03-1900 Oostkamp
IV.9 V SIERENS, Leonce-Marie 25-03-1896 Nevele 09-06-1896 Nevele
IV.11 V SIERENS, Clemence 02-06-1897 Nevele 1997
IV.10 M VERSTRAETE, Evarist 15-03-1892 Nevele 11-11-1967 Deinze
V.11 V VERSTRAETE, Diane 17-07-1920 Nevele
V.10 M VERBANCK, Roger 21-05-1916 Lotenhulle
VI.11 V VERBANCK, Monique 19-12-1942 Oostende
VI.10 M STRUYVE, Roger 19-12-1942 Oostende
VI.12 M VERBANCK, Hervé 10-07-1948 Tielt
VI.13 M VERBANCK, Filip 01-06-1962 Gent
V.13 V VERSTRAETE, Antoinette26-01-1923 Nevele
V.12 M LIETAR, Daniel 29-07-1920 Oudenaarde
VI.14 M LIETAR, Paul 14-08-1946 Oudenaarde
VI.15 V Van HOECKE, Claudine
VII.1 M LIETAR, Christophe 22-04-1971 Oudenaarde
VI.16 V VANHOECKE, Claudine
VI.17 V LIETAR, Martine 08-06-1950 Bevere-Oudenaarde
V.15 V VERSTRAETE, Edith 15-04-1927 Nevele
V.14 M CLAEYS, Charles
V.17 V VERSTRAETE, Nicole 12-02-1935 Nevele
V.16 M CHRISTIAENS, Hervé 19-04-1939 Vichte
VI.18 M CHRISTIAENS, Luc 22-05-1969 Kortrijk
IV.12 M SIERENS, Antoine Emile11-12-1898 Nevele 03-01-1900 Nevele
IV.14 V SIERENS, Suzanne 20-09-1900 Nevele
IV.13 M MELKEBEKE, Jan B.A. 06-10-1891 Heldergem 21-11-1959 Gent
IV.15 V SIERENS, Germaine 12-12-1901 Nevele
IV.16 M SIERENS, Henri 28-10-1905 Nevele 12-02-1934 Nevele
IV.17 V De WAELE, Maria xx-12-1907 St-Martens-Leerne
V.19 V SIERENS, Ivette 07-01-1928 Nevele
V.18 M DEVOS, Felicien 18-02-1924 Poeke 17-07-1967 B-Maria-Leer
6.4 Petrus-Joannes Martens (1867-1920 ) zv Petrus en afstammelingen
6.4.1 Petrus-Joannes Martens (1867-1920) en Leonie De Vreese
Petrus-Joannes, meestal Joannes of Wannes genaamd, werd op 23 januari 1867 geboren op DeMeren te Hansbeke, als zoon van Petrus-Francies Martens en Eugenie Coddens. Hij was slechts 15 wanneer zijn 18-jarige zus Maria in 1882 trouwde met Serafien Van Vynckt. Ook Joannes was er vlug bij vermits hij slechts 20 jaar was toen hij op 9 februari 1887 te Hansbeke in het huwelijk trad met de 21-jarige Leonie De Vreese. Op een foto van Joannes kan een duidelijke gelijkenis met zijn jongere broer Emiel vastgesteld worden.
Joannes Martens Leonie De Vreese
Leonie was opgegroeid in de afspanning Het Gemeentehuis tegenover de kerk, als tweede van de zeven kinderen van Pieter De Vreese, vlaskoopman, en Rosalie Leusen. De grootouders van Leonie,aan vaders zijde, waren landbouwers te Drongen, waar haar vader Pieter geboren werd. Ook haar moeder Rosalie was geboren te Drongen. Petrus De Vreese en Rosalie Leusen trouwden te Drongen op 6 october 1824 en pachtten van de Hansbeekse kasteelheer Frans-Gisleen Borluut de herberg tegenover de kerk, die tevens een boerderij was. De genealogie van Antoon De Vreese, grootvader van Leonie, is weergegeven in hoofdstuk V.
In 1884 zal niet enkel de familie De Vreese maar het ganse dorp op stelten gestaan hebben toen Pieter Moens vermoord werd na het verlaten van de herberg van Pieter De Vreese, en nadat deze laatste geweigerd had hem in de herberg te laten overnachten.Hun 18-jarige dochter Leonie, die reeds op haar slaapkamer was toen het slachtoffer en de verdachten de herberg verlieten, werd als getuige opgeroepen. Omdat zij op straat gerucht hoorde keek zij samen met haar broer Edmond door één van de bovenvensters, maar blijkbaar hadden zij niemand herkend.
Emma De Vreese, de oudste zus van Leonie, trad op 3 juni 1886 in het klooster bij de Zusters Franciscanessen te Gent, maar Leonie zag een andere toekomst voor zich vermits ze het jaar nadien in het huwelijk trad met Joannes Martens. Zij vestigden zich in de herberg In de Statie. Deze afspanning met stallingen en erf was op 16 maart 1867, het geboortejaar van zoon Joannes, door Petrus Martens aangekocht aan de kinderen van het verwante echtpaar Ludovicus Onghena- Sofie Moens uit Oostakker en de herberg werd sinds 1867 uitgebaat door Blandinus De Baets. Joannes en Leonie zullen deze herberg blijven uitbaten tot na de eerste wereldoorlog, wanneer hun zoon Maurice met zijn vrouw Martha De Grauwe de zaak overnamen.
Kinderen van Petrus-Joannes MARTENS
I.1 M MARTENS, Petrus-Joannes 23-01-1867 Hansbeke 25-02-1920 Gent
I.2 V De VREESE, Leonie Amelie 30-08-1866 Hansbeke 07-03-1944 Gent
II.1 V MARTENS, Anna M.E. 10-12-1887 Hansbeke 11-04-1889 Hansbeke
II.2 M MARTENS, Petrus Maurice 07-12-1888 Hansbeke 23-01-1940 Hansbeke
II.3 V De GRAUWE, Martha 20-04-1888 Hansbeke 27-04-1980 Hansbeke
II.4 V MARTENS, Maria A.M. 23-02-1890 Hansbeke 25-12-1890 Hansbeke
II.6 V MARTENS, Adèle M.B. 11-02-1891 Hansbeke 08-05-1948 Gent
II.5 M GYSELBRECHT, Hector 27-12-1886 Aalter 09-01-1957 Gent
II.8 V MARTENS, Bertha 14-02-1892 Hansbeke 10-09-1969 Gentbr.
II.7 M GHYSELINCK, Alberic 15-12-1886 Oosterzele 14-03-1936 Gentbr.
II.9 V MARTENS, Clara 27-04-1893 Hansbeke 30-04-1952 St-Amand.
Tussen december 1887 en april 1893 worden 6 kinderen geboren. De oudste dochter Anna was slechts een jaar en vier maand oud toen zij overleed. Vier maand voor haar overlijden, en precies een jaar na de geboorte van Anna, werd Petrus Maurice geboren. Het derde kind Maria overleed na 10 maand. Daarna volgden nog drie meisjes waarvan Clara, de jongste, ongehuwd zou blijven.
Door de voorouderlijke verdelingsakte van 14 september 1893 kwam Joannes in het bezit van volgende onroerende goederen:
- een partij zaailand te Hansbeke sektie A nummer 1357 groot 60a50ca;
- een schoon en groot woonhuis met stallingen en erf te Hansbeke bij de statie sektie A nummers 1307b en 1308c samen groot 6a60ca;
- een partij zaailand te Hansbeke, Kluize, sektie B nummer 916a groot 15a70ca;
De waarde van deze gronden en gebouwen werd geraamd op 14.663,29 frank en Joannes kon bovendien aanspraak maken op een geldelijke opleg van 5.637,98 frank van zijn zus Maria.
Joannes was herbergier, fruithandelaar en drukker, maar wellicht ook een echte levensgenieter. In Mensen van Vlees en Bloed is een foto opgenomen van 1899, met de leden van de Veloclub Stillekens aan waarbij Joannes poseert met een twintigtal leden . Joannes was ook uitgever van postkaarten. Op een prentkaart van omstreeks 1905 zijn voor de afspanning In de Statie 14 personen te herkennen, waaronder Joannes Martens en zijn echtgenote Leonie De Vreese, evenals zijn zoon Maurice en zijn dochters Adèle, Bertha en Clara (zie hoofdstuk V).
In 1918,bij de aftocht aan het einde van de eerste wereldoorlog, werd In de Statie grotendeels vernietigd door artillerievuur tijdens de beschieting van de Hansbeekse stationswijk, waarbij ook de kerktoren vernietigd werd. Joannes en Leonie vonden samen met hun nog ongehuwde dochters Bertha en Clara een tijdelijk onderkomen te Gent bij hun dochter Adèle die op 14 december 1916 gehuwd was met Hector Gyselbrecht. Zij openden een koffiehuis in de Vlaanderenstraat. Joannes overleed te Gent op 25 februari 1920. Zijn weduwe Leonie De Vreeze verhuisde later naar de Heuvelpoortstraat, waar ze samen met haar jongste ongehuwde dochter een winkel van kinderkleding uitbaatte. Leonie De Vreese overleed er op 7 maart 1944.
6.4.2 Maurice Martens (1888-1940 ) zv Joannes en afstammelingen
Huwelijk van Maurice Martens en Martha De Grauwe
Op 3 mei 1916, in volle oorlogstijd, trouwde de 28-jarige Petrus Maurice Martens in de parochiale kerk Sint-Pieter en Paulus te Hansbeke met de 28-jarige Martha Maria Rosalia De Grauwe, oudste dochter van vlaskoopman Eugeen Napoleon en Maria Theresia Vande Reviere. Het huwelijk werd ingezegend door E.H. Alfons Bruggeman, pastoor. Maurice was de enige zoon van koopman Joannes Martens die samen met zijn vrouw Leonie De Vreese in de afspanning In de Statie woonden. Martha De Grauwe woonde samen met haar ouders aan de overzijde van de spoorweg in het Huis van Commerce.
Maurice Martens Martha De Grauwe
Onder de titel Trouwen in oorlogstijd beschrijft Albert Martens in Het Land van Nevele niet enkel dat Maurice en Martha samen school liepen op het dorp en er hun plechtige communie deden, maar hij heeft het ook over hun vrijage en het trouwfeest. Op de trouwdag las Clement De Craene, secretaris van de Zangmaatschappij Ste Cecilia en schoolmeester te Hansbeke, aan de feesttafel een huwelijksgedicht voor, namens de zanggroep waarvan Maurice lid was.
Trouwen in oorlogstijd
Al de gevoelens van t menschelijk herte
Zijn door den oorlog gestoord en in strijd,
Duizenden mannen staan ginds in de verte
Kappend en kervend vol haat en vol nijd;
Tallooze vaders zijn lang reeds vertrokken
Van wenende vrouw en van snikkende kind,
Jeugdige mannen zijn wreedlijk onttrokken
Aan t oog en aan t herte van het liefje bemind!
Maar hier is t geen bitter en hopeloos lijden
Zooals men op t akelig oorlogsveld ziet,
Geen haat en geen wraak of geen wanhopig strijden
Maar zonnige zoetheid die t herte geniet:
t Is liefde hier en vuriglijk lieven en minnen,
t Is trouwfeeste vieren met ouders en kind,
t Is trouwen vol liefde naar hert en naar zinnen,
t Is vieren een paar dat zich wederzijds mint!
Hier hoort men de flesschen klakkend ontkorken
In plaats van t geknal van t vernielend geschut,
Hier hoort men als wapens de lepels en vorke,
In t bord, waar elk naar verlangen uit put.
Hier stroomen zoo zoetjes uit flesschen en kannen
De edele wijn en het schuimende bier.
Verblijdend de gasten, zoo vrouwen als mannen,
In stee van het bloed door het oorelogsvier!
Hier zoekt men niet wreedlijk het mensdom te dunnen
Met roer en kanon en met moordende hand,
Maar talrijke kinders het leven te gunnen,
Vereenigd door God in een heiligen band.
Ja eere en roem zij de dappere Belgen
Die streden en strijden met t wapen in dhand,
Maar lof ook aan hen die door nieuwere telgen
Bereiden en sterken de toekomst van t land!
En k wensch nu als tolk van ons maatschappije
Gôe reis aan der vrienden huwelijksboot,
Een gunstigen wind en een sluimrende rije
Bevrijd steeds van mijn en gevreesde duikboot,
Dat dooivaar alras een koppel matroosjes
Gelieve te schenken aan t minnende paar,
Een koppelken kindjes zoo blozend als roosjes
Met t herte van moeder en t aanzicht van vâar!
Na hun huwelijk vestigden Maurice en Martha zich aanvankelijk in Huis van Commerce bij de ouders van Martha, waar de twee oudste kinderen geboren werden. Na de herstelling van de oorlogsschade vestigden Maurits en Martha zich vanaf 1920 In deStatie waar zij niet enkel de herberg maar ook een fruithandel en een maalderij runden. Maurice kocht zowel fruit aan bij landbouwers als bij opkopers in een 10-tal gemeenten. Dagloners hielpen vooral bij het sorteren en verpakken. In 1924 werd een dagloner vergoed aan 10 frank per dag, waarvan 4 frank in natura. Tegen 1931 was hun loon gestegen tot 20 frank per dag. Toen werd vooral fruit uitgevoerd naar Groot-Brittanië, Ierland, Denemarken en Duitsland. Het spoorwegstation speelde hierbij een belangrijke rol. In de crisisjaren 1931-32 stortte de uitvoer in elkaar en de handel werd gericht op het binnenland, vooral als toeleverancier voor de confituurfabriek Materne te Jambes, alsook naar markten te Brugge en Gent.
Na het vroegtijdig overlijden van Maurice op 23 januari 1940, slechts 51 jaar oud en na de gedeeltelijke vernietiging van In de statie door Duitse Stukas op 26 mei 1940 en de herstelling tijdens hetzelfde jaar, zal Martha de zaak blijven uitbaten tot 1950. Haar dochter Jeanne trad reeds vanaf 1943 als vertegenwoordiger op in een nieuwe vestigingsplaats bij fruithandelaar Henri Denaeghel te Brugge. Zij huwde er in 1944 met de zoon, fruithandelaar Geeraart Denaeghel. Het jonge gezin Denaeghel-Martens kwam zich in 1948 te Hansbeke vestigen en nam na enige tijd de volledige leiding van de fruithandel in handen.
Het gezin Martens-De Grauwe
Uit het huwelijk van Maurice Martens en Martha De Grauwe werden tussen 1917 en 1927 7 kinderen geboren, waarvan er twee reeds voor hun eerste verjaardag zijn overleden. Twee zonen werden priester en één dochter trad in het klooster. De oudste dochter en de jongste zoon stichtten een gezin.
Maurice Martens en Martha De Grauwe kregen 3 kleinkinderen Denaeghel en 2 kleinkinderen Martens. Hun 13 achterkleinkinderen dragen de familienamen Martens, Denaeghel, Dossche, Rédelé, Verledens en Lejeune.
Personen in parenteel van Maurice MARTENS
I.1 M MARTENS, Petrus Maurice 07-12-1888 Hansbeke 23-01-1940 Hansbeke
I.2 V De GRAUWE, Martha 20-04-1888 Hansbeke 27-04-1980 Hansbeke
II.1 M MARTENS, Carlos 26-02-1917 Hansbeke 17-04-1990 Nukerke
II.3 V MARTENS, Jeanne 25-03-1918 Hansbeke
II.2 M DENAEGHEL, Gerard 25-11-1916 Brugge 20-10-1999 Hansbeke
III.1 M DENAEGHEL, Jackie 07-03-1945 Brugge
III.2 V SIMOEN, Thérèse 15-08-1947 Eeklo
IV.1 M DENAEGHEL, Jeroen 29-03-1971 Gent
III.3 M DENAEGHEL, Jan 09-03-1946 Brugge
III.4 V HEYSE, Monique 28-05-1949 Nazareth
III.6 V DENAEGHEL, Anne-Marie 14-11-1948 Hansbeke
III.5 M DOSSCHE, Albert 25-10-1943 Sint-Martens-Latem
IV.2 V DOSSCHE, Tineke 02-06-1971 Deinze
III.8 V DENAEGHEL, Katrien 29-12-1953 Deinze
III.7 M RéDELé, Paul 14-05-1953 Hansbeke
IV.3 M RéDELé, Pieter 14-06-1976 Gent
IV.4 V RéDELé, Siska 12-10-1977 Gent
IV.5 V RéDELé, Katrijn 28-08-1979 Gent
IV.6 M RéDELé, Jan 15-07-1987 Gent
III.10 V DENAEGHEL, Karolien 11-03-1957 Deinze
III.9 M VERLEDENS, Eric 15-06-1955 Kuurne
IV.7 V VERLEDENS, Nele 14-09-1979 Gent
IV.8 V VERLEDENS, Liesbet 28-04-1981 Gent
IV.9 V VERLEDENS, Barbara 12-07-1984 Gent 10-07-1985 Gent
IV.10 V VERLEDENS, Charlotte 17-09-1986 Gent
II.4 M MARTENS, Hector 24-04-1919 Hansbeke 23-12-1919 Hansbeke
II.5 M MARTENS, Cyriel 30-04-1920 Hansbeke
II.6 V MARTENS, Adèle Julia 29-12-1921 Hansbeke
II.7 V MARTENS, Alice 06-11-1923 Hansbeke 08-03-1924 Hansbeke
II.8 M MARTENS, Albert 07-05-1927 Gent
II.9 V ANNé, Annie 07-04-1931 Tielrode
III.11 M MARTENS, Peter 15-11-1954 Deinze
III.12 V DICK, Linda 11-08-1958 Gent
IV.11 M MARTENS, Wouter 07-11-1981 Antwerpen
III.14 V MARTENS, Geertrui 06-10-1955 Deinze
III.13 M LEJEUNE, Luc 11-01-1955 Gent
IV.12 M LEJEUNE, Bart 07-12-1981 Bwandaka Congo
IV.13 V LEJEUNE, Inge 23-09-1984 St-Amandsberg
In Jg 2 ,nr 2 van Stam Martens brengt Carlos Martens, zoon van Maurice, een familie-anecdote uit de jaren 20, waarin zijn vader Maurice de hoofdrol speelde:
Was hij soms ook een dichter?
Als onze pa s avonds in zijne goeien was leerde hij ons zingen en voordragen. Hij had er een handje van weg. Ik zie ons nog zitten in die winteravonden met drie of vier in onze tabbaard en met de blote voetjes op het onderstel van de Leuvense stoof mondjes open want onze pa zong van De appeltjes van het Meetjesland of droeg voor van De Appeldieven of Moederliefde van Daar brandt een huis de vlammen blaken Ik wist niet waar hij het allemaal haalde tot ik het meende te weten na de veldslag van die zondagavond.
Elk jaar was er in die tijd een grote biljartprijskamp in ons café. We hadden de grootste en de beste carambole-biljart van het hele dorp. Ik was die avond grote supporter van onze pa want met René Olivier was hij toch de beste van Hansbeke. Er was zeer veel volk in het café spelers en kijkers. En opeens midden een beslissende partij oorverdovend lawaai in het achterhuis precies inbraakgeluiden van mensen die alles overhoop wierpen
Wie er het alarm gaf weet ik niet meer maar met de overtuiging van we zullen hem gaan hebben stormden ze naar het achterhuis : onze pa en René Olivier de biljartkeu onderste boven in de hand als een zware knuppel, gereed voor de veldslag Er liepen er nog mee René De Rooze en andere en ik er achteraan
Onze pa had de moed de lichtschakelaar aan de draaien en tussen de benen door zag ik wat ik nog nooit had gezien een vreemde kat in huis een rosse kater met de witte melkkan over de kop razend geworden omdat hij niet zag in het donker blazend en springend van links naar rechts. Hij vond blijkbaar het deurgat niet liep tegen tafel en stoelen had al glazen en borden omvergeworpen
Onze pa besloot er een kloppartij van de maken en gaf het signaal de biljartkolven gingen de lucht in sloegen rechts en links erop en erneven tot onze pa de gelukkigste slag gaf met de kolf van de keu tegen de keukenlamp donker glasgerinkel en geklop in het wilde tot het lawaai stilviel Als er kaarslicht kwam uit de nabije kamer overschouwden ze triomfantelijk het slagveld gebroken geweerkolven kapotte borden en glazen omvergelopen stoelen maar de rosse kater lag dood naast de stoof de kop verpletterd in de melkkan
De biljartwedstrijd ging verder onze pa heeft het eindspel voor de eerste plaats verloren zijn beste keu was er immers aan Als hij dan op één van de volgende avonden rond de stoof met een nieuw fabeltje voor de dag kwam van
onze kat kan ratten vangen ja voorwaar dat kan zij fijn,
maar ze kan ook beter langen en dat zou niet mogen zijn
en lachend eindigde met en ze liep de trappen op met de melkkan op de kop dan had ik dat kinderlijk geloof dat onze pa niet alleen een goede biljartspeler was, maar ook een vlugge en goede dichter!
In Jg 2, nr 3 van Stam Martens brengt Albert Martens, jongste zoon van Maurice, herinneringen uit de jaren 30 aan zijn vader Maurice als toneelspeler.
Herinneringen aan mijn pa als toneelspeler
Mijn pa was lid van de toneelbond Willen is kunnen te Hansbeke en, naar men zei, een goed toneelspeler zowel in een dramatische rol als in een klucht. Ons ma was minder te spreken over deze liefhebberij want onze pa was vele winteravonden uithuizig om te repeteren. Ik meen dat ze slechts zelden een toneelopvoering heeft bijgewoond. Toch kon ze nog hartelijk lachen om de dolle fratsen van De Sergeant en de Recruut waarmede Fons De Cocker als de dikke, dranklustige sergeant en ons pa als de domme, plattelandse recruut een propvolle zaal lokten.
Van kleinsaf heb ik de toneelrollen van mijn pa meebeleefd. Ik herinner mij vaag een toneelopvoering die op me een sterke indruk heeft gemaakt. Ik en mijn zus Adèle zaten op de derde of vierde rij.Men voerde een drama op waarvan ik me de titel niet meer herinner. De acteurs droegen prachtige kostuums. Mijn pa had waarschijnlijk heel veel kwaad gesticht want in het laatste bedrijf werd hij weggeleid en achter de schermen dood geschoten. Ik meende dat het allemaal echt gebeurde. Ik huilde en mijn zus, die nochtans een paar jaar ouder was, weende mee. De mensen die rondom ons zaten trachtten ons te kalmeren en zeiden dat ons pa niet dood was maar ik geloofde het niet want ik had toch gezien hoe ze hem wegsleepten en ik had het geweerschot gehoord. We bleven schreien tot uiteindelijk pa genoodzaakt was in levende lijve ons te komen overtuigen dat het allemaal niet echt was geweest. Tijdens de pauze bracht hij ons vlug langs de Kattewegel naar huis.
Ik was al heel wat groter toen ik mijn pa, thuis bij het instuderen van zijn rol, moest behulpzaam zijn als souffleur en tegenspeler. Ik liep toen ook mee naar de repetities in de ledige zaal waar de stoelen waren opgestapeld en we ons warmden rond een oude kachel. Ik meen dat mijn pa me niet altijd graag meenam want hij moest dan wel altijd seffens na de repetitie met mij naar huis komen. Op het theater met een scheve tafel en wat stoelen werden de toneelstukken ingespeeld, de eerste avonden met het boekje in de hand omdat men de tekst nog niet uit het hoofd kende. Ik leerde er de spelers van dichtbij kennen: Gaston Geiregat die het spel van zijn medemaat corrigeerde en zelf meestal de rol van de slechterik uit het stuk speelde, René De Boever in zijn oude mannetjes rollen, Gerard Van Hove als knecht met de eeuwige vaagborstel, Alfons De Cocker als cafébaas die bijna nooit zijn tekst kon en dan maar improviseerde, Pol Bockaert als de champetter van het dorp, en nog veel anderen.
Meester Snellings, die als koster de openingszang aanleerde, zat meestal in de souffleurbak onder de theatervloer. In de zaal kon men hem soms horen als hij nadrukkelijk de tekst voorzegde als iemand haperde. Zo herinner ik me dat ons pa in een drama op een bepaald ogenblik moest uitroepen Het ligt me als een steen op het hart terwijl hij daarbij, zoals het was aangeleerd, een toelichtend gebaar moest maken. Tijdens de zondagsvertoning beging ons pa echter een fout. Hij stond bot op zijn tekst en zei tot tweemaal toe: Het ligt me als een steen als een steen maar bleef steken niettegenstaande hij reeds met de linkerhand op zijn hart drukte terwijl hij met zijn rechterduim wanhopig naar de souffleur knipte. Thuis hebben we hierom dikwijls gelachen, met de linkerhand op ons hart en met de rechterduim knippend terwijl we zeiden Het ligt als een steen als een steen .
Eens heb ik, in 1935, zelf medegespeeld in een drama Broederhaat. Mijn pa was toen voor één keer mijn grootvader terwijl Octaaf Martens mijn vader en Gaston Geiregat mijn slechte oom was die in het tweede bedrijf ons hoeve in brand stak. Omdat ik er bleek en geschrokken moest uitzien werd ik door de grimeur witgepoeierd. We waren het brandende huis uitgevlucht en kwamen in mijn grootvaders woonkamer binnengelopen toen ik opeens moest vragen Vader, vader, waar is moeder? zodat mijn vader plots tot het besef kwam dat zijn vrouw in het ineenstortende huis achtergebleven en levend verbrand was.
Toneelspelen was voor ons pa telkens een ware belevenis. Hij deed het graag en zag graag anderen spelen. Toen ik met mijn schoolmakkers René Eggerick en Laurent Lawaisse na de grote kermis te Hansbeke met het achtergebleven zaagmeel van circus Minnaert en met fruitbakken in ons magazijn een piste had aangelegd waarin we clown speelden, heb ik mijn pa een paar keren betrapt toen hij ons glimlachend door de deurkier gadesloeg en wellicht in zijn binnenste een kriebelingske gevoelde om met ons mede te spelen.
Drie roepingen in één gezin
Carlos Martens, de oudste zoon van Maurice, werd geboren te Hansbeke op 26 februari 1917 en werd priester gewijd te Gent op 20 april 1941.Zijn vader was het jaar voordien overleden. Aanvankelijk werd hij leraar aan het Sint-Jozef Klein Seminarie te St Niklaas(1941-1942) en aan het St Vincentiuscollege te Eeklo(1942-1949). Nadien werd hij onderpastoor te Zele(1949-1956) en te Oudenaarde(1956-1958)en pastoor te Hundelgem(1958-1965), Munkzwalm(1956-1958) en te Elsegem(1973-1984) waar hij om gezondheidredenen ontslag nam. Hij overleed als pastoor-emeritus te Nukerke(Maarkedal) op 17 april 1990. Hij had een vlotte en poëtische pen.
CyrielMartens werd geboren te Hansbeke op 30 april 1920 enwerd priester gewijd te Gent op 16 april 1944. Hij werd kandidaat wiskunde aan de KULeuven(1946) en leraar wiskunde aan het Sint-Antonius College te Ronse (1946-1980).In 1966 werd hij bovendien aalmoezenier in de rust- en verzorgingstehuizen De Samaritaan en Jericho te Nukerke. Door zijn tussenkomst studeerden meerdere Hansbeekse kinderen te Ronse. Laurent Martens werd gedurende 6 jaar, van 1950 tot 1956, intern aan datzelfde college en kon er ervaren dat Cyriel een uitstekend wiskunde-leraar was. In 1962 zal Cyriel, samen met zijn broer Carlos, te Oostakker het huwelijk van zijn oud-leerling Laurent Martens met Josette De Backer inzegenen.
Huwelijk van Laurent Martens en Josette De Backer ingezegend door Cyriel Martens
Adèle is op 7 november 1956 in het klooster getreden,gevolgd door haar professie op 15 mei 1959. Na missioneringswerk is zij later teruggekeerd naar Hansbeke om er haar moeder Martha De Grauwe tijdens haar laatste levensjaren te verzorgen. In Stam Martens Jg 3 nr 2 verscheen onderstaand artikel van Albert Martens .
Adèle Martens, missiezuster
Adèle Julia Martens, dochter van Maurice en Martha De Grauwe, kleindochter van Joannes Martens en Leonie De Vreese, werd te Hansbeke op 29 december 1921 geboren in het ouderlijk huis, thans molenhuis, aan het station. Ze werd er op 30 december gedoopt door onderpastoor A. De Laere. Jules Vandereviere, verwante langs moeders zijde, was peter en Adèle Martens, haar tante langs vaders zijde, werd meter. Ze doorliep het lager onderwijs in de Vrije Meisjesschool der Zusters Franciscanessen te Hansbeke en vatte daarna de studies aan voor froebelonderwijzeres in de Normaalschool der O.L. Vrouw Presentatie te St Niklaas, waar ze haar einddiploma behaalde op 15 juli 1939. Tot aan het uitbreken van de tweede wereldoorlog in mei 1940 was ze gezelschapsdame bij de advocatenfamilie De Guchteneer-Wambacq te Laken en tijdens de moeilijke oorlogsjaren was zij achteréénvolgens interimaris te Petegem-Deinze, Bellem en Aalter(-Brug). In 1944 werd ze als froebelonderwijzeres vast benoemd aan de Vrije Meisjesschool te Maria-Aalter waar ze gedurende 10 jaar
onderwees. In 1954 werd ze vast benoemd aan de Vrije Meisjesschool in haar geboortedorp Hansbeke.
Na haar tweede bedevaart naar Lourdes in de zomer van 1956 maakte ze haar late roeping tot missiezuster bekend. Ze trad op zondag 7 november 1956 in het missiehuis De Jacht van de Zusters Missionarissen van St Augustinus te Heverlee en werd er gekleed op 14 mei 1957. De professie tot zuster Marie Carlos vond er plaats op 15 mei 1959.
Na een korte verlofperiode in familiekring te Hansbeke vertrok ze te Rotterdam op 24 juli 1959 met de Maasdam van de Holland America Line naar New-York, waar ze aankwam op 3 augustus 1959. Ze verbleef gedurende ruim een jaar in het convent te Yonkers waar ze de gelegenheid had de Engelse taal grondig aan te leren, te schrijven en te spreken. Op woensdag 29 maart 1961 vertrok Sister Marie Carlos naar Christiansted op het eiland St Croix, Virgin Islands, waar ze de inlandse kinderen in de St Marys School onderwees. In de kapel van het klooster te Christiansted deed ze de Hernieuwing van de Geloften op 15 mei 1962.
Op 15 november 1964 vertrok ze naar Roseau op het eilandje Dominica, West Indies, waar ze sociaal werk verrichtte en in de St Martinusschool ongeveer 500 meisjes, tussen 5 en 8 jaar, onderwees. Ze legde in de kapel van het klooster te Roseau haar eeuwige geloften af op 15 mei 1965. Zuster Carlos kwam in verlof, na omstreeks 10 jaar afwezigheid, op zaterdag 1 februari 1969. Ze landde per vliegtuig Loftleidir van de Icelandic Airlines op het vliegveld van Luxemburg. Ze verbleef gedurende 7 maand in België en in familiekring en reisde voor de tweede maal af naar haar missiepost op zaterdag 6 september 1969. In Stam Martens, Jg 1,nr 2, beschrijft Carlos Martens kleurrijk deze afreis uit Luxemburg, alsook het begeleidend gezelschap: mama Martha, oudere zus Jeanne, broers Carlos, Cyriel en Albert, en neef Peter. Vanaf maandag 7 september 1970 oefende Adèle haar apostolaat uit in het stadje Plymouth op het eilandje Montserrat van de Kleine Antillen.
Met pauselijke toelating van 3 februari 1988 is Adèle overgegaan naar het seculier Edward Poppe-Instituut, Apostelenhuizen Gent.
Jeanne Martens
Jeanne huwde met Gerard Denaeghel uit St Pieters Brugge. Zij vestigden zich te Hansbeke-dorp, aanvankelijk aan de steenweg op Merendree en vervolgens in de Nevelestraat, en zetten de groothandel in fruit van vader Maurice Martens verder. Ze kregen twee zonen en drie dochters. De oudste zoon Jan Denaeghel werd geboren te Brugge maar groeide op te Hansbeke en werd intern op het Sint-Antoniuscollege te Ronse. Na studies regent en ontwikkelingswerk in Congo, werd hij leraar wiskunde aan het zelfde Sint-Antoniuscollege waar ook zijn oom Cyriel en zijn oom Albert(deeltijds) leraar waren en waar Laurent Martens zijn humaniora had doorlopen. Hun eerste kleinkinderen, Jeroen Denaeghel en Tineke Dossche werden geboren in 1971. Dit zijn de oudste achterkleinkinderen van Maurice Martens en Martha De Grauwe. Meteen was er een vrouwelijk viergeslacht: Martha De Grauwe Jeanne Martens Anne-Marie Denaeghel Tineke Dossche.
Albert Martens
De jongste zoon Albert Martens, geboren te Hansbeke op 13 augustus 1925, behaalde het diploma van burgerlijk ingenieur aan de KULeuven en trad op 1 augustus 1953 te Tielrode in het huwelijk met Annie Anné, dochter van Norbert en Julia Croket. Albert specialiseerde zich in de grondmechanica en was werkzaam in de diensten van het Ministerie van Openbare Werken, gevestigd binnen de Universiteit Gent. Hij gaf ook deeltijds les aan het St Antonius College te Ronse.
Albert en Annie woonden vele jaren te De Pinte en hun kinderen Peter en Geertrui werden geboren te Deinze. Pas later hebben zij zich te Gent gevestigd.
Albert Martens is de bezielende kracht achter omvangrijk opzoekingswerk betreffende de families Martens. Van 1969 tot 1971 publiceerde Albert het familieblad Stam Martens. Verder schreef hij een bijzonder uitgebreide reeks artikelen voor talrijke heemkundige tijdschriften.
In Mensen van Toen Jg 3 nr 3, publiceerde Albert Martens ondermeer een artikel met de voorouderreeks van zijn kleinzoon Wouter Martens.
Peter, enige zoon van Albert en Annie Anné, huwde op 4 juli 1978 te De Pinte met Linda Dick, dochter van Adolf en Jeanine Ronsmans. Hun enige zoon Wouter werd op 7 november 1981 geboren te Antwerpen. Joannes Martens(1867-1920) is de betovergrootvader van Wouter in mannelijke lijn. Petrus Martens(1810-1900) en Eugenie Coddens(1836-1898) zijn zijn oud-ouders. Bij zijn geboorte in 1981 was Peter de enige naamdrager Martens, dus in directe mannelijke lijn , die in de zesde generatie afstamde van Petrus. In 2006 is Peter de enige naamdrager in direkte mannelijke lijn als vijfde generatie t.o.v zijn betovergrootouders Joannes Martens, zoon van Petrus, en Leonie De Vreese.
Vertrekkend van Petrus Martens en Eugenie Coddens als oud-ouders zijn in 2006 naast Wouter Martens nog zeker drie naamdragers Martens in de zesde generatie in directe mannelijke lijn: Simon(°1987) , Fil(°2002) en Tuur(°2002) Martens, kinderen van Karl en Lieve Cornelis en kleinkinderen van Laurent en Josette De Backer.
Petrus Martens (1810-1900) X Eugenie Coddens (1836-1898)
28-01-1864
Joannes(1867-1920) Emiel (1871-1955)
Maurits(1888-1940) Marcel(1903-1989)
Albert (°1927) Laurent(°1938)
Peter (°1954) Karl (°1965)
Wouter (°1981) Simon (°1997)
Fil (°2002)
Tuur (°2002)
6.4.3 Adèle Martens (1891-1948 ) dv Joannes en afstammelingen
Adèle Maria Bertha Martens werd op 11 februari 1891 te Hansbeke geboren. Haar broer Maurice was toen 2 jaar oud. Precies één jaar later werd haar zus Bertha geboren en nog een jaar later haar jongste zus Clara. Adèle was 25 toen zij op 14 december 1916 huwde met de 30-jarige Hector François Gyselbrecht, 7 maanden na het huwelijk van haar broer Maurice. Hector was weduwnaar van Adelaide Ackx. Hector was toen hotelier in La Cloche, een koffie- en logementshuis op de hoek van de Limburgstraat met de Langekruisstraat aan de Sint-Baafskathedraal te Gent.
Adèle en Hector kregen twee dochters en een zoon die geboren werden en opgroeiden te Gent. Simonne huwde met Leo Marivoet en kreeg twee kinderen. Paula huwde met de Gentenaar André Moens en kreeg er eveneens twee kinderen. Aimé Gyselbrecht trouwde met Josette Henrotay van Etterbeek en kreeg drie zonen en een dochter die geboren werden te Gent. Tot ver in de jaren vijftig zakte Hector, weduwnaar sinds 1948, regelmatig af naar Hansbeke en kwam hij ook op bezoek naar Goed ter Elst. Wanneer hij in 1957 overleed hadden zijn kinderen de beroepsactiviteiten in Cour StGeorges of Sint Jorishof reeds overgenomen en had hij 7 kleinkinderen.
Personen in parenteel van Carolus Ludovicus GYSELBRECHT
I.1 M GYSELBRECHT, Carolus L.
I.2 V HEYE, Marie Ludovica
II.1 M GYSELBRECHT, Hector 27-12-1886 Aalter 09-01-1957 Gent
II.2 V ACKX, Adelaide Francisca
II.3 V MARTENS, Adèle M.B. 11-02-1891 Hansbeke 08-05-1948 Gent
III.2 V GYSELBRECHT, Simonne 17-09-1917 Gent
III.1 M MARIVOET, Leo 07-04-1912 Asse 05-03-1953
IV.1 M MARIVOET, Edward 17-06-1941 Gent
IV.2 V GILSON, Nadine 08-03-1944 Gent
V.1 M MARIVOET, Luc 19-08-1963 Gent
V.2 M MARIVOET, Thierry 13-05-1968 Gent
IV.4 V MARIVOET, Marie-Thérèse 23-06-1944 Gent
IV.3 M De BAETS, Marnix 02-08-1940 Ede,Nederland
V.3 V De BAETS, Katrien 14-10-1964 Gent
III.4 V GYSELBRECHT, Paula 08-05-1920 Gent
III.3 M MOENS, André 08-04-1909 Gent
IV.5 M MOENS, Jan 30-09-1941 Gent
IV.6 V Van LOO, Veronique 13-08-1948 Eeklo
V.4 V MOENS, Isabelle 30-08-1969 Gent
IV.8 V MOENS, Anne-Marie 21-05-1943 Gent
IV.7 M WALRAEDT, Jean 02-02-1938 Etterbeek
V.5 M WALRAEDT, Philippe 31-05-1966 Gent
III.5 M GYSELBRECHT, Aimé 19-12-1923 Gent
III.6 V HENROTAY, Josette 23-04-1924 Etterbeek
IV.9 M GYSELBRECHT, Patrick 19-02-1948 Gent
IV.10 V GYSELBRECHT, Martine 11-04-1949 Gent
IV.11 M GYSELBRECHT, Philippe 21-04-1952 Gent
IV.12 M GYSELBRECHT, Alain 09-11-1959 Gent
Het Sint Jorishof, oudste hotel te Gent en eigendom van de stad, gelegen tegenover het Gentse stadhuis in de Borluutstraat, werd sinds 1934 beheerd door Hector Gyselbrecht. In 1940 stichtte hij samen met zijn vrouw Adèle en zijn oudste dochter Simonne een personenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid voor het beheer van Cour St Georges. Na het overlijden van Adèle Martens werd zijn tweede dochter Paula vennoot en zoon Aimé werd vennoot na het overlijden van zijn vader. In 1970 waren de aandelen volledig in handen van de gezusters Simonne en Paula Gyselbrecht, respectievelijk gehuwd met wijlen Leo Marivoet, ingenieur, en André Moens, oogarts. Beiden woonden dichtbij het hotel in prachtige oude patriciershuizen, respectievelijk Hoogpoort 46 en Borluutstraat 7(bijlage 6.3).
Aimé Gyselbrecht werd de belangrijkste aandeelhouder, alsook afgevaardigd-bestuurder en directeur van het Europahotel te Gent, dat geopend werd op donderdag 22 mei 1969. De directie van het hotel berustte toen bij het echtpaar Aimé Gyselbrecht-Josette Henrotay, zoon en schoondochter van wijlen Hector Gyselbrecht en Adèle Martens. Jan Moens,zoon van André Moens en Paula Gyselbrecht,werd op 1 april 1969 directeur van het hotel-restaurant Esso Motor te Casteau, nabij de plaats waar in 1968 de Navo-basis werd opgericht.
De 12 kleinkinderen en aangetrouwde kleinkinderen van Adèle Martens en Hector Gyselbrecht dragen de familienamen De Baets, Gilson,Gyselbrecht, Marivoet, Moens, en Walraedt.
6.4.3 Bertha Martens (1892-1969 ) dv Joannes en afstammelingen
Bertha Martens werd geboren en groeide op te Hansbeke in de afspanning In deStatie. Zij was 26 jaar oud toen de afspanning aan het einde van de eerste wereldoorlog zwaar beschadigd werd en toen zij met haar ouders naar Gent ging wonen, bij haar getrouwde zus Adèle. In de Vlaanderenstraat heeft ze met haar ouders enige tijd een koffiehuis uitgebaat. Op 15 november 1923 huwde ze te Gent met Alberic Ghyselinck, brouwer afkomstig van Oosterzele. De brouwerij stond in de St Lievensstraat te Gent. Later werden ze handelsagenten van de brouwerij Concordia te Geraardsbergen en betrokken dan het depothuis langs de Brusselse steenweg nabij het Arsenaal te Gent. Hun enige zoon Albert kreeg drie zonen uit zijn huwelijk met Liliane De Bruycker.
Personen in parenteel van Alberic GHYSELINCK
I.1 M GHYSELINCK, Alberic 15-12-1886 Oosterzele 14-03-1936 Gentbrugge
I.2 V MARTENS, Bertha 14-02-1892 Hansbeke 10-09-1969 Gentbrugge
II.1 M GHYSELINCK, Albert 07-05-1927 Gent
II.2 V De BRUYCKER, Liliane 04-04-1931 Gent
III.1 M GHYSELINCK, Marc 18-08-1949 Gent
III.2 M GHYSELINCK, Guy 26-04-1952 Gent
III.3 M GHYSELINCK, Dirk 16-05-1957 Gent
In Stam Martens Jg 1, nr 1 schetste Albert Martens een kenmerkend beeld van zijn tante Bertha.
Ten huize van . . . Bertha Martens
Ik had het in mijn paperassen nagepluisd en tot mijn verrassing vastgesteld dat tante Bertha, jongste zuster van mijn vader Maurice, dochter van Joannes Petrus en Leonie De Vreese, de oudste genaamde Martens in leven is. Ze woont op de bovenverdieping van een prachtige villa met een brede groene tuin, ge
6.3 Maria Philomena Martens (1864-1950 ) dv Petrusen afstammelingen
6.3.1 Haar jeugd en huwelijk met Serafien Van Vynckt
De oudste dochter van Petrus Martens en Eugenie Coddens werd op 29 april 1864 geboren op De Meren te Hansbeke, slechts 3 maand na het huwelijk van haar ouders. Zij kreeg de namen Maria Philomena Pauline Martens.
Tussen 1865 en 1877 werden nog vijf broers en twee zussen geboren. Toen zij in 1882 huwde, pas 18 jaar oud, was haar vader Petrus reeds 72 jaar oud en haar moeder Eugenie slechts 46. De broertjes en zussen van Maria waren tussen 17 en 5 jaar. Vijf jaar later, in 1887, zou haar oudste broer Henri overlijden en zou de volgende broer, Petrus-Joannes, eveneens in het huwelijk treden.
Het blijft onduidelijk hoe het gebeurd is dat op 26 september 1882 de 18-jarige Maria Martens in het huwelijk is getreden met de 60-jarige Serafien August Van Vynckt. Had zij thuis vastgesteld dat het grote leeftijdsverschil tussen haar vader en haar moeder een goed huwelijk niet in de weg stond, zodat zij zich niet liet afschrikken van een echtgenoot die maar liefst 42 jaar ouder was dan zijzelf, of mikte zij zo vroeg op een ruime erfenis? Klopt het verhaal dat Serafien Van Vynckt Maria Martens reeds kende toen zij nog in de wieg lag en dat hij toen reeds aan haar vader Petrus zou gezegd hebben dat hij er later mee zou trouwen?
De vader van Maria zal wel goed vertrouwd geweest zijn met de familiale toestand van zijn aanstaande schoonzoon , de grondeigenaar en rentenier Serafien Van Vynckt, zoals beschreven in vorig hoofdstuk(5.5.2). Zijn grootmoeder Maria Catharina Martens, echtgenote van Pieter Van Vynckt, was een dochter van Carolus Martens. Zijn vader Carolus Van Vynckt had uit een eerste huwelijk met Carolina Martens, dochter van Jacobus, slechts twee oudere ongehuwde kinderen in leven. Serafien was de enige trouwende afstammeling uit het tweede huwelijk van zijn vader met de bemiddelde Theresia Lippens uit Ursel. Toen Serafien trouwde waren zijn ouders reeds overleden .
Op 7 juli 1884 kregen Maria en Serafien een eerste zoon René, op 9 juni 1986 gevolgd door de geboorte van Charles. Dit zijn de oudste kleinzonen van Petrus Martens. Op 24 october van dat jaar werd Serafien samen met zijn schoonvader Petrus Martens mede-eigenaar van Goed ter Elst. Het jaar daarop, bij de gemeenteraadsverkiezingen van 16 october 1887, werd Petrus Martens, schoonvader van Serafien, niet verkozen op zijn éénpersoonslijst. De nieuwkomer en schoonzoon Serafien Van Vynckt, afkomstig uit Bellem, werd wel verkozen op de lijst met Pieter-Jan De Muynck, die eerste schepen werd. Charles-Louis Hanssens werd eveneens verkozen op dezelfde lijst. Emiel Hanssens, de zoon van Charles-Louis zijn broer Bruno, zal in 1893 de tweede echtgenoot worden van Maria Martens. August Aimé De Muynck, zoon van eerste schepen Pieter-Jan, zal in 1903 trouwen met Irma Martens, dochter van Petrus.
Op 5 maart 1890 overleed Serafien Van Vynckt op 67-jarige leeftijd en kwam een einde aan zijn politiek mandaat. Op 14 september 1893 zal zijn weduwe Maria Martens door de voorouderlijke verdelingsakte van haar vader Petrus volledig eigenaar worden van Goed ter Elst.
Personen in genealogie van Serafien Augustus Van VYNCKT en Maria MARTENS
I.1 M Van VYNCKT, Serafien 14-09-1822 Bellem 05-03-1890 Hansbeke
I.2 V MARTENS, Maria P.P. 29-04-1864 Hansbeke 05-12-1950 Hansbeke
II.1 M Van VYNCKT, René 07-07-1884 Hansbeke 14-04-1949 Gent
II.2 V CLAERHOUT, Louise 17-05-1889 Lotenhulle 06-10-1961 Gent
III.1 M Van VYNCKT, Henri 28-07-1912 Gent
III.2 V D'HAENENS, Elisab. 05-03-1915 Sint-Denijs-Westrem
IV.1 M Van VYNCKT, Pierre 05-05-1953 Gent
IV.2 V Van VYNCKT, Marie L.25-10-1954 Gent
III.3 M Van VYNCKT, Carlo 24-11-1913 Gent
III.4 V DELAHAYE, Micheline22-12-1921 Oostakker
IV.3 V Van VYNCKT, Renée 08-11-1952 Gent
IV.4 V Van VYNCKT, Cécile 10-04-1954 Gent
III.5 M Van VYNCKT, Albert 13-06-1915 Gent
III.6 M Van VYNCKT, Léon 12-11-1916 Gent
III.7 V DELIE, Henriette 19-01-1915 Gent
IV.5 M Van VYNCKT, Marc 05-06-1947 Gent
IV.6 M Van VYNCKT, Christ. 19-02-1949 Gent
IV.7 M Van VYNCKT, Guy 25-02-1951 Gent
IV.8 V Van VYNCKT, Colette 15-02-1954 Gent
III.8 V Van VYNCKT, Marie-L30-09-1921 Gent 04-10-1930 Gent
III.10 V Van VYNCKT, Jeanne21-12-1924 Gent
III.9 M DELIE, Jean 24-12-1913 Gent
IV.9 M DELIE, Martine 11-06-1949 Gent
IV.10 M DELIE, Yvan 01-07-1951 Gent
IV.11 M DELIE, François 15-05-1955 Gent
IV.12 V DELIE, Anne 15-10-1958 Gent
II.3 M Van VYNCKT, Charles 09-05-1886 Hansbeke 03-11-1973 Hansbeke
Maria was slechts 26 jaar, maar reeds welstellend, wanneer zij alleen achterbleef met haar zoontjes René, 6 jaar, en Charles, 4 jaar. Zij waren 9 en 7 jaar oud wanneer hun moeder opnieuw in het huwelijk trad. Haar zoon Charles bleef vrijgezel en is steeds bij zijn moeder blijven wonen tot aan haar overlijden in 1950. Hij had de studies voor dierenarts aangevat maar niet beëindigd en beheerde de familiale eigendommen. Na het overlijden van Maria Martens werd Charles ondermeer eigenaar van Goed ter Elst. Zoals zijn vader had Charles Van Vynckt belangstelling voor de gemeentepolitiek en had van 1912 tot 1958 ononderbroken zitting in de gemeenteraad, dus vanaf de leeftijd van 26 tot 72 jaar. Van 1921 tot 1946 was hij zelfs zonder onderbreking schepen. Hij werd voor het eerst verkozen bij de raadsverkiezingen van 15 october 1911 en bleef in de raad tijdens de oorlog 1914-1918, waarvoor hij blijkbaar niet opgeroepen werd. Na de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht behaalde hij voor de verkiezingen van 24 april 1921 122 stemmen, dit is meer dan zijn lijsttrekker burgemeester Bauduyn de Bousies. Hoewel hij slechts 35 jaar was, werd hij tweede schepen. Bij de verkiezingen van 10 october 1926 kon hij inzake voorkeurstemmen niet op tegen de rijzende ster Baziel Muys, kandidaat van de Boerenbond. Toch behield hij zijn mandaat van schepen onder de burgemeester Antoine de Bousies-Borluut.
Na de verkiezingen van 16 october 1938 werd Charles zelfs eerste schepen en moest de 49-jarige Baziel Muys bij staking van stemmen voor het ambt van tweede schepen de duimen leggen tegen de 66-jarige brouwer Honoré Van Hecke. Ook tijdens de tweede wereldoorlog kon Charles zich als schepen handhaven. Bij de verkiezingen van 24 november 1946 zal een afzonderlijke lijst van Baziel Muys de meerderheid halen, zodat de herkozen Charles Van Vynckt zijn schepen-ambt verloor. Bij de daaropvolgende verkiezingen werd Charles lijsttrekker van de oppositie, maar de meerderheid werd nog versterkt. Het zal pas in 1958 zijn, wanneer Charles niet meer meespeelde, dat zijn neven Marcel Martens en Raymond Verhelst de meerderheid hielpen breken en nadien schepen werden. Charles overleed te Hansbeke op 3 november 1973, 87 jaar oud. Hij was alleen blijven wonen in het ouderlijk huis, samen met een huishoudster.
De oudste zoon René Van Vynckt was kandidaat-notaris. Hij huwde op 3 augustus 1911 te Bellem met de 22-jarige Louise Claerhout, dochter van Henri en Leonie De Schuyter (verwant met Pieter Josef De Schuyter en Eugenie Martens) en vestigde zich te Gent als wisselagent. Zij kregen 4 zonen en 2 dochters die allen te Gent geboren werden. Zoon Albert werd jezuit en missionaris in Congo, o.m. aan het Institut Christ-Roi te Lenfu. Dochter Marie-Louise was slechts 9 jaar toen zij overleed. René kreeg 12 kleinkinderen. Voor Maria Martens waren dit 12 achterkleinkinderen uit de stam Van Vynckt.
Henri Van Vynckt, zoon van René, was 40 jaar wanneer hij op 12 juli 1952 te Sint-Denijs-Westrem huwde met Elisabeth DHaenens. Hij volgde zijn vader op als wisselagent te Gent en onderhield contacten met de familie Martens te Hansbeke, vooral om geldzaken te regelen. Twee andere zonen van René en kleinzonen van Maria, werden arts: Carlo die op 30 november 1950 te Gent huwde met Micheline Delahaye en lange jaren de kliniek De Winne aan de Coupure leidde, en Léon die op 3 augustus 1946 in het huwelijk trad met Henriette Delie. Ook kleinzoon Christian werd arts en kleinzoon Guy behaalde het diploma van burgerlijk ingenieur. Jeanne Van Vynckt, jongste dochter van René, was reeds op 29 april 1948 te Gent gehuwd met Jean Delie, geneesheer-specialist en broer van Henriette.
Deze familietak woonde te Gent, deed universitaire studies en werd grotendeels verfransd. Vooral Carlo Van Vynckt en zijn echtgenote Micheline Delahaye en later hun dochters Renée en Cécile, behielden na het overlijden van hun grootmoeder en overgrootmoeder Maria Martens en van haar zoon Charles Van Vynckt en na de verkoop van Goed ter Elst nog regelmatig contact met de familie Martens te Hansbeke, in het bijzonder door hun buitenverblijf gelegen naast Goed ter Elst.
6.3.2 Tweede huwelijk met Emiel Hanssens
Op 12 januari 1893, bijna 3 jaar na het overlijden van Serafien Van Vynckt, hertrouwde Maria, nu met haar leeftijdsgenoot Emiel Hanssens, zoon van Bruno en Rosalie Heyde. Haar beide ouders leefden toen nog. Emiel Hanssens stamde eveneens uit een begoede familie en was de enige erfgenaam in zijn tak van de familie Hanssens.In zijn huwelijksakte werd als beroep grondeigenaar vermeld. In hoofdstuk V worden zijn voorouders uit de XIXe eeuw besproken, met vader Bruno, grootvader August en overgrootvader Josef. In de voorouderlijke verdelingsakte van zijn schoonvader Petrus op 14 september 1893 wordt de toen 31-jarige Emiel Hanssens vermeld als grondeigenaar zonder beroep. Zijn echtgenote Maria was 3 maanden voor de geboorte van hun dochter Anna Hanssens goed bij kas vermits zij een aanzienlijk deel van de onroerende goederen van haar vader aanvaardde en haar 6 jongere broers en zussen gedeeltelijk cash uitbetaalde (bijlage 5.5).
Sinds 1849 zetelden drie opeenvolgende generaties Hanssens in de Hansbeekse gemeenteraad. Grootvader August was zowel voor als na Marias vader Petrus schepen geweest. Oom Charles-Louis was raadslid toen Emiel en Maria trouwden. Drie jaar na zijn huwelijk werd ook de grondeigenaar Emiel Hanssens raadslid en bleef dit van 1986 tot aan zijn overlijden in 1909. Drie jaar later, bij de eerstvolgende raadsverkiezingen, zou hij opgevolgd worden door zijn stiefzoon Charles Van Vynckt.
Een kwartierstaat met 6 generaties toont aan dat Emiel Hanssens en Maria Martens in de XVIIIe eeuw gemeenschappelijke voorouders hadden: Joannes Martens en Maria Francisca De Brauwer. Joannes Martens en Maria Francisca De Brauwer waren bovendien verwant met Serafien Van Vynckt, de eerste echtgenoot van Maria Martens. Carolina Martens, eerste echtgenote van Serafiens vader Karel-Frans, was immers een kleindochter van dezelfde Joannes Martens.
Joannes Martens x Maria De Brauwer
Judocus Maenhout x Norbertina Martens Carel Martens x Maria R Sutterman
August Hanssens x Carola Maenhout Petrus Martens x Eugenie Coddens
Bruno Hanssens x Rosalie Heyde
Emiel Hanssens x Maria Martens
Personen in parenteel van Emiel HANSSENS en Maria MARTENS
I.1 M HANSSENS, Emiel 12-12-1862 Hansbeke 08-04-1909 Hansbeke
I.2 V MARTENS, Maria P.P. 29-04-1864 Hansbeke 05-12-1950 Hansbeke
II.2 V HANSSENS, Anna 16-12-1893 Hansbeke 22-06-1949 Gent
II.1 M DASSONVILLE, Victor 02-04-1896 Gent 14-02-1966 Knokke
III.1 M DASSONVILLE, Paul 23-11-1924 Gent
III.2 V MONNIER, Marie-Louise 25-09-1922 Tournai
IV.1 V DASSONVILLE, Marie-Paule29-12-1956 Tournai
II.4 V HANSSENS, Irène 02-04-1895 Hansbeke
II.3 M Van ACKER, Charles-Lo. 22-04-1894 St Ghislain
III.4 V Van ACKER, Marie-Louise01-06-1928 Gent
III.5 M Van ACKER, Edmond 18-06-1929 Gent
III.6 V Van DAMME, Suzanne 16-02-1930 Zaffelare
IV.2 M Van ACKER, Philippe 21-08-1960 Gent
IV.3 M Van ACKER, Charles-Louis07-03-1962 Gent
II.5 M HANSSENS, Leon 21-12-1897 Hansbeke 22-08-1958 Rymenam
II.6 V MASSART, Rose 25-08-1896 Sint Joost 08-04-1969 Etterbeek
III.8 V HANSSENS, Louise-Marie 16-02-1924 Etterbeek
III.7 M DUMOULIN, Alfred 06-12-1923 Seraing
IV.4 M DUMOULIN, Philippe 29-07-1954 Crehen
III.9 M HANSSENS, Carlo 05-09-1925 Etterbeek
III.10 V NEHORAY, Nelly 21-09-1926 Ukkel
IV.5 V HANSSENS, Chantal 30-10-1950 Ukkel
IV.6 M HANSSENS, Bruno 20-04-1957 Schaarbeek
IV.7 V HANSSENS, Muriel 21-11-1958 Schaarbeek
IV.8 M HANSSENS, Carlo 10-03-1960 Schaarbeek
IV.9 M HANSSENS, Daniel 30-04-1963 Schaarbeek
IV.10 M HANSSENS, Eric 21-11-1964 Schaarbeek
II.7 M HANSSENS, Robert 04-06-1899 Hansbeke 15-01-1900 Hansbeke
Minder dan een jaar na het huwelijk van Maria met Emiel Hanssens werd hun dochter Anna geboren. Anna was 30 jaar oud toen zij op 17 november 1923 te Hansbeke in het huwelijk trad met de te Gent geboren Victor Dassonville, zoon van Victor en Hortensia Farvaque. Hun enige zoon Paul huwde te Doornik op 25 juni 1955 en vestigde zich aldaar.
Dochter Irène trouwde op 15 mei 1926 te Hansbeke met Louis Van Acker, zoon van Carolus Ludovicus en Marie Kohlis. Zij kregen een dochter die apotheker werd en ongehuwd bleef, en een zoon Edmond die op 15 september 1956 te Zaffelare huwde met Suzanne Van Damme. Uit dit huwelijk werden 2 kinderen geboren te Gent.
Leon Hanssens werd beroepsofficier en huwde op 3 april 1923 te Etterbeek met Rose Massart. Uit het huwelijk van hun dochter Louise-Marie met de arts Alfred Dumoulin te Etterbeek op 16 juni 1950 werd een zoon geboren. Hun zoon Carlo Hanssens werd geneesheer-specialist en huwde op 3 november 1949 met Nelly Nehoray. Zij kregen 6 kinderen.
Door haar tweede huwelijk kreeg Maria Martens nog 4 kinderen, 5 kleinkinderen en 10 achterkleinkinderen, wat samen met de afstammelingen uit het eerste huwelijk in totaal 11 kleinkinderen en 22 achterkleinkinderen opleverde, waarvan geen enkel te Hansbeke is blijven of komen wonen. Ook deze afstammelingen werden grotendeels verfranst.
Op 14 februari 1901 was de 38-jarige Emiel Hanssens getuige bij het huwelijk van zijn schoonbroer Emiel Martens met Emma Mestdagh. In mei 1908, minder dan een jaar voor zijn overlijden, werd Emiel Hanssens met grote sier dooppeter van Laurent De Waele. Deze broer van Maria De Waele, de latere echtgenote van Marcel Martens, was een zoon van M. Virginie Hanssens, een nicht van Emiel Hanssens. Virginie en Emiel waren kleinkinderen van Augustinus Hanssens.
Emiel Hanssens,die een levensgenieter was en graag een glas dronk, overleed reeds op 8 april 1909, slechts 46 jaar oud. Maria had toen 5 kinderen. René en Charles Van Vynckt uit haar eerste huwelijk waren respectievelijk 25 en 23 jaar oud en nog ongehuwd. De kinderen Hanssens waren tussen 16 en 12 jaar oud.
6.3.3 Maria Philomena Martens als weduwe
Na het overlijden van Emiel Hanssens bleef de 45-jarige grondeigenares Maria Martens wonen in het grote herenhuis met inrijpoort op Hansbekedorp, naast de woning met maalderij en herberg In de statie van haar jongere broer Joannes. Zij woonde echter niet alleen vermits er ook nog haar twee ongehuwde volwassen zonen waren uit haar eerste huwelijk en drie tieners uit haar tweede huwelijk. Verder was er de 83-jarige Charles Hanssens, oom van haar tweede man.
De volgende jaren van de nog jonge weduwe Maria Martens werden gekenmerkt door een opéénvolging van belangrijke familiale gebeurtenissen:
1911: huwelijk van zoon René Van Vynckt met Louise Claerhout die verhuizen naar Gent
1912: geboorte van eerste kleinzoon Henri te Gent
inwonende zoon Charles wordt gemeenteraadslid
1913: geboorte van kleinzoon Carlo
1915: geboorte van kleinzoon Albert, de latere missionaris-jesuït
1916: geboorte kleinzoon Leon Van Vynckt
1918: de oudste zoon van haar overleden broer Charles sneuvelt te Merkem
de woning van Maria wordt zwaar beschadigd bij de aftocht van de troepen
1920: overlijden van Petrus-Joannes Martens, haar broer en buurman
1921: haar zoon Charles Van Vynckt wordt schepen en blijft dit tot 1958
geboorte van kleindochter Marie-Louise Van Vynckt
1923: huwelijk te Hansbeke van dochter Anna Hanssens met Victor Dassonville
huwelijk te Etterbeek van zoon Leon Hanssens met Rose Massart
1924: geboorte van kleindochter Jeanne Van Vynckt te Gent
geboorte van kleinzoon Paul Dassonville te Gent
geboorte van kleindochter Louise-Marie Hanssens te Etterbeek
1925: geboorte van kleinzoon Carlo Hanssens te Etterbeek
1926: huwelijk te Hansbeke van dochter Irène Hanssens met Louis Van Acker
1928: geboorte van kleindochter Marie-Louise Van Acker te Gent
1929: geboorte van kleinzoon Edmond Van Acker te Gent
De eerste achterkleinkinderen meldden zich aan na de tweede wereldoorlog: Marc Van Vynckt in 1947 en Christian Van Vynckt en Martine Delie in 1949.
Maria Martens overleed op 5 december 1950, aan de gezegende leeftijd van 86 jaar en na een beroerd en rijkgevuld leven. Haar ongehuwde zoon Charles Van Vynckt bleef alleen achter, met inwonende huishoudster, in het grote huis op Hansbekedorp. Hij zal er overlijden op 3 november 1973. Goed ter Elst werd eigendom van kleinzoon Carlo Van Vynckt, die het goed verkocht nadat Arlette Martens en Julien Bruggeman zonder opvolger en als laatste gebruikers uit de stam Martens aan het einde van de jaren tachtig met pensioen gingen.
Emiel Martens werd op 22 mei 1871 geboren op de hoeve De Meren ten zuiden van Hansbekedorp, als vijfde kind uit het tweede huwelijk van Petrus en Eugenie Coddens(afstammelingen XXe eeuw in bijlage 6.1). Toen Emiel geboren werd was zijn vader reeds 61 jaar en zijn moeder 35 jaar. De vier kinderen die voor hem geboren waren, Maria, Henri, Petrus-Joannes en Emma, waren toen respectievelijk 7 , 6 , 4 en 2 jaar. Na Emiel volgden nog Charles(°1873), Irma(°1875) en René(1877). Toen Emiel geboren werd was zijn vader niet langer schepen van Hansbeke en de eveneens te Hansbeke wonende broer en zus van Petrus, Joannes-Francies en Eugenie Martens waren reeds gestorven. Emiel heeft ook zijn grootouders niet gekend. Zijn enig nichtje Marie Clémence De Schuyter, dochter van Pieter-Joseph en van Eugenie Martens, was 27 jaar ouder dan Emiel en is reeds het jaar na de geboorte van Emiel getrouwd met Carolus Bruggeman en verhuisd naar Ursel. Zijn aangetrouwde oom Pieter-Joseph De Schuyter woonde nog te Hansbeke maar was reeds lang hertrouwd met Francisca Lambrecht. Henri De Schuyter(1855-1909),bemiddelde zoon uit het tweede huwelijk van Pieter-Joseph, bleef te Hansbeke en zal er na zijn vader een actieve rol spelen in de politiek.
Naar Amerika . . . en terug naar Hansbeke
Hoewel Emiel opgroeide op De Meren als zoon van een welstellend landbouwer-grondeigenaar verliep zijn jeugd tijdens de crisisjaren 1880-1890 alles behalve rimpelloos. De relatie met vader Petrus was wellicht niet gemakkelijk. Tussen 1882 en 1893 verlieten 6 kinderen zeer vroeg het ouderlijk huis, toen De Meren nog geleid werd door de bejaarde Petrus en zijn vrouw Eugenie:
-de oudste dochter Maria was slechts 18 wanneer zij op 26 september 1882 huwde met de 60-jarige en welstellende Serafien Van Vynckt. In 1890 werd zij reeds weduwe;
-Petrus-Joannes was net 20 wanneer hij op 9 februari 1887 trouwde met Leonie De Vreese;
-Henri was niet eens 22 jaar oud wanneer hij op 2 mei 1887 overleed aan de gevolgen van een ongeval. Dat zelfde jaar deed de 77-jarige oud-schepen Petrus nog een mislukte poging om opnieuw in de gemeenteraad te komen;
-dochter Emma was slechts 20 wanneer zij op 2 november 1889 in het huwelijk trad met de 54-jarige Henri Sierens;
-Charles was slechts 20 en ongehuwd wanneer hij op 29 september 1893 vader werd van een zoontje bij de 18-jarige Maria Coleta Van Hoecke;
De 21-jarige Emiel zag het blijkbaar ook niet meer zitten op De Meren . Trok hij gewoon op avontuur naar de nieuwe en misschien betere wereld, kon hij het moeilijk stellen onder het gezag van zijn oude vader of had hij iets mispeuterd waarvoor hij aan het gerecht wenste te ontsnappen ? Op 3 december 1892 vertrok hij naar Amerika, samen met de 20-jarige dienstknecht Petrus Vande Putte. Ook de 25-jarige Julie Vande Wattijne reisde op dezelfde datum af. Op 9 januari 1893 trouwde ze te South Bend met Edmond De Vreese, een vriend en verwante van Emiel, die reeds het jaar voordien naar Amerika vertrokken was.
Op 14 september 1893 liet de toen reeds 83-jarige vader Petrus Martens eindelijk voor notaris Timon De Seille een akte van voorouderlijke verdeling van zijn bezittingen verleiden. Emiel had volmacht gegeven aan zijn schoonbroer Henri Sierens.
Er bestaat nog geen zekerheid betreffende de datum waarop Emiel uit Amerika terugkeerde naar Hansbeke. Het verhaal doet de ronde dat hij er als vrijgezel te veel van het leven genoot en uiteindelijk met de steun van zijn oudste zus Maria opnieuw de oceaan overstak, maar nu van oost naar west. Wellicht gebeurde dit eind 1893-begin 1894, korte tijd na de ondertekening van de voorouderlijke verdelingsakte. Vermits hij in de gemeente aangifte deed van het overlijden van zijn moeder, was hij zeker terug op 18 october 1898.
Emiel, zijn jongste broer René en hun zus Irma hebben een tijd samen, als vrijgezellen, DeMeren gerund, en er blijkbaar ook veel plezier beleefd. Carlos Martens, zoon van Maurice en kleinzoon van Joannes, tekende omstreeks 1969 onderstaand verhaal op, zoals verteld door René. Het gebeuren speelt zich af omstreeks 1900. Samen met twee andere verhalen die zich afspeelden toen Emiel reeds gehuwd was, en die nonkel Emiel tijdens het eerste kwart van de XXe eeuw effectief als blijvende indrukken heeft nagelaten bij Michel De Muynck,een zoontje van zijn jongere zus Irma en bij Carlos Martens,kleinzoon van zijn oudere broer Joannes, illustreren deze verhalen dat Emiel zich graag amuseerde, op tijd een druppel of een pintje luste, maar zich ook wel eens erg boos kon maken.
Een familie-anecdote
René kon het in zijn oude dag nog smakelijk vertellen.
Ze waren alle twee nog niet getrouwd, hij en Emiel, de volwassen zonen van Petrus Martens. Op een warme nazomerse dag hadden ze samen tot in de vooravond op het land gewerkt en ze hadden het goed gedaan: geploegd in rechte voren, geëgd tot alle kluiten gebroken lagen op een effen veld, met brede armzwaaien de wintertarwe gezaaid en het zaad ondergesleepd en gerold. Hun gezicht en hun nek waren verbrand door de stekende zon. De namiddagkoffie had hun dorst weinig kunnen stillen, de kan was ledig en de avondlucht bleef zwoel.
Ze spanden de paarden voor de driewielkar en trokken naar huis. De paarden dampten van het zweet. Miel en René ook. Aan het einde van de Veldstraat zei Emiel knipogend tegen René: Kom we gaan er eerst eentje pakken bij Lina. René knikte instemmend en draaide de Vaartstraat in naar de vaart toe. Ze stapten binnen In het Boldershof, de afspanning op de hoek van Hammestraat.
Lina schonk ze twee volle pinten bier die ze dorstig in één teug leeg dronken. Toen lieten ze de paarden een emmer water drinken. Hun dorst bleef. Ze bestelden nog een pint. In twee teugen was ze weer leeg. Ze dachten aan de zware namiddag die ze hadden doorgemaakt en aan de emmer van de paarden. Lina, zei René, schenk ze nog eens vol en ze dronken een derde pint in drie teugen. Ze tapten een paar moppen om Lina aan het lachen te krijgen misschien gaf ze er dan zo eentje. Maar dat deed ze niet.
Ze trokken dan maar naar huis, de paarden stapvoets en zij goed gezeten. Het alaam, en zelfs het sluitbord van de kar, hadden ze op een naburige akker achtergelaten voor s anderdaags. René zat op de voorloper en mende de paarden. Emiel zat met zwaaiende benen op de rand van de karrebak achteraan, met de rug naar René toe. Ze waren plezierig en zongen er eentje vanuit vaders tijd.
Bij het binnenrijden van het dorp liet René de paarden draven. De driewielenkar botste van links naar rechts over de straatstenen. De broers zwaaiden met brede armen naar de verbaasde gezichten van de vele dorpsmensen die in de mooie nazomerse avond buiten aan de deur kavelden. Maar René voerde blijkbaar iets in het schild. Ter hoogte van het klooster trok hij in volle vlucht plots de hefboom over en gaf met de schouders een felle duw tegen de kipbak, die natuurlijk omsloeg. Emiel was verrast door het onverwacht maneuver, tuimelde van de kar en lag spartelend op straat met de benen in de lucht. Hij sakkerde en wreef over zijn gekneusde knieën.
René lachtte dat hij schokte. Aan de kerk hield hij kar en paarden stil. Pieter De Vreese uit Het Gemeentehuis die het ook had zien gebeuren, kwam naar René toe en vroeg vermanend: Maar waarom haalt gij zon streken uit met uw broer. Waarom? glimlachte René, Wel, van t zelfde laken een broek, hé hij heeft het met mij ook een keer gedaan. Toen ging hij zijn broer op de been helpen en trakteerde met een laatste pint in Het Huis van Vinderhoute.
Carlos Martens, pastoor Munkzwalm
Stam Martens, Jg 1, nr 3, 1970
Emiel Martens maakt deel uit van de generatie XI in de afstamming van Stoffel Martens. De bijgevoegde lijst met 54 generatiegenoten van Emiel Martens(bijlage 6.2) behelst vooral de namen van alle broers, zussen en schoonbroers en schoonzussen van Emiel. De twee dochters en de schoonzoon van zijn tante Eugenie Martens, uit haar huwelijk met Pieter Josef De Schuyter zijn vermeld bij deze generatie, maar niet hun halfbroer en halfzus uit het tweede huwelijk van Pieter De Schuyter met Francisca Lambrecht, die eveneens te Hansbeke opgroeiden. Verder zijn er de kinderen van Lieven-Bernard Moens uit Wondelgem en Joanna Maria Van Nieuwenhuyse uit Oostakker. Emiel was slechts ver verwant met hen maar vermits de
zus van Joanna Van Nieuwenhuyse gehuwd was met de oom van Emiel zullen de families toch wel kontakten onderhouden hebben. Nog te Hansbeke waren er de kinderen van Maria Anna Martens en Judocus Lambrecht, alsook de uit Aalter afkomstige en bemiddelde schoonzoon Charles-Jean De Seille die met zijn vrouw Monica Lambrecht een kasteeltje bewoonde in de Voorstraat, dicht bij de gronden van Goed ter Elst.
In het naburige Bellem waren er de 8 kinderen van Carolus Francies Van Vynckt en Carolina Martens, tevens kleinkinderen van Pieter-Francies Van Vynckt en Maria Catharina Martens.
Te Nevele waren in generatie XI de kinderen van de verwante Augustinus Hanssens en Carola Maenhout. Twee van deze kinderen maakten langs hun huwelijk later de terugkoppeling naar de stam Martens: Maria Martens, oudste zus van Emiel, zal huwen met Emiel Hanssens, een zoon van Bruno en Rosalie Heyde en Marcel Martens, zoon van Emiel, zal huwen met Maria De Waele, achterkleindochter van het echtpaar Edward Hanssens en Clementina Van Heule.
Te Aalter zijn er de kinderen van de ver verwante Angelus Martens en Sophia Saey. Het zijn leeftijdsgenoten van Emiel en de twee zonen weken uit naar Amerika.
6.2.2 Zijn huwelijk , zijn gezin en zijn bedrijvigheden
De 30-jarige Emiel Martens en de 23-jarige Emma Mestdagh huwden te Hansbeke voor de wet op 14 februari 1901, één jaar na het overlijden van zijn vader Petrus.Het burgerlijk huwelijk had plaats voor Pieter-Jan De Muynck, schepen en ambtenaar van de burgerlijke stand, in aanwezigheid van schoonbroer Emiel Hanssens, broer René Martens, Emiel Olivier en Bruno Vriendt. De schoonouders Constant Mestdagh en Rosalie Cathoir ondertekenden eveneens de huwelijksakte. De akte van de burgerlijke stand vermeld ook dat op 9 februari 1901 een huwelijkskontrakt werd afgesloten voor notaris Herteleer te Lotenhulle. Aimé De Muynck, zoon van Pieter-Jan die het huwelijk registreerde als schepen van de burgerlijke stand, zou 2 jaar later trouwen met Irma Martens, een jongere zus van Emiel.
Het kerkelijk huwelijk van Emiel en Emma werd door pastoor Hippoliet De Herde ingezegend op 18 februari voor de getuigen René Martens, jongste en nog ongehuwde broer van Emiel, en Camiel Baele, halfbroer van Emma Mestdagh. De huwelijksfoto maakt duidelijk dat Emiel een knappe jonge bruid gekozen had.
Emma werd op 17 maart 1878 geboren te Landegem als dochter van Constant Mestdagh (1832-1913) en Rosalia Cathoir(1849-1918). Uit haar eerste huwelijk met Joos Baele had Rosalia Cathoir een zoon Camiel Baele(1876-1953). In haar tweede huwelijk kreeg Rosalia vier dochters , met name Emma, Marie Melanie, Maria en Clémence ( zie XIXe eeuw). In 1905 zal Maria, de 5 jaar jongere zus van Emma, trouwen met Florimond Van de Wattijne en te Hansbeke blijven wonen. Ook Clémence Mestdagh zal na haar huwelijk met Arthur De Vogelaere te Hansbeke blijven en haar zus Marie Melanie woonde in het Dorp van Hansbeke na haar huwelijk met de slager Polydoor Van Vynckt. Rosalie Cathoir zou aan het einde van de eerste wereldoorlog samen met haar dochter Emma Mestdagh en haar schoonzoon Emiel op de vlucht geslagen zijn voor het oorlogsgeweld. Op 19 october was de kerk van Hansbeke grotendeels vernietigd door de aftrekkende Duitse troepen. Rosalie zou op 28 october 1918 gestorven zijn in een schuur te Aalter,wellicht als gevolg van de Spaanse griep. Twee weken later, op 11 november 1918, kwam de wapenstilstand.
Gezinsfiche
Emiel Martens X Emma Mestdagh
zv Petrus en Eugenia Coddens dv Constant en Rosalia Cathoir
° Hansbeke 22-05-1871 ° Landegem 17-03-1878
Hansbeke 14-02-1901
+ Hansbeke 19-05- 1955 + Hansbeke 30-05-1964
Kinderen
1. Rachel Hilaire Van Couter
zv Alfons en Emerentia Christiaens
° Hansbeke 12-12-1901 ° Zwevezele 17-03-1896
x
Hansbeke 06-11-1924
+ Brugge 28-12-1988 + Gent 15-02-1976
2. Marcel Maria De Waele
dv Karel en Virginia Hanssens
° Hansbeke 18-09-1903 ° Nevele 22-02-1906
x
Nevele 30-12-1930
+ Hansbeke 23-05-1989 + Hansbeke 21-06-1997
2. Mireilla Julien Van Nieuwenburg
zv Philemon en Maria Cloth. Zaman
°Hansbeke 03-02-1913 ° Landegem 11-04-1905
x
Hansbeke 26-07-1934
+ Gentbrugge 08-12-1977
Na hun huwelijk hebben Emiel en Emma zich aanvankelijk gevestigd op een hofstede langs een vertakking van de Reibroeckstraat (nu Nieuwe Tuinstraat)waar hun kinderen geboren werden. Door de voorouderlijke verdelingsakte van 14 september 1893 was de 22-jarige Emiel door schenking immers eigenaar geworden van één zevende van de onroerende bezittingen van zijn vader Petrus voor een geschatte waarde van 19.301,27 frank. Naast een geldelijke opleg van 5.431,27 frank ontving Emiel de onroerende goederen beschreven in de verdelingsakte (bijlage 5.5) onder de artikels 14 tot 18 en afkomstig uit de erfenis van zijn grootouders Carel Martens en Maria Rosa Sutterman zoals blijkt uit de verkavelingsakte verleden op 28 october 1850 voor notaris Van Doorm te Poeke:
- een partij land te Hansbeke genaamd den Binnelare sektie A nummers 1043 en 1044 groot 59a10ca;
- een partij zaailand te Hansbeke genaamd het Leen met een dreef lopend van deze partij zuidwaarts naar de Laagstraat, gekend ten kadaster sektie A nummers 1041 en 1049 groot 73a50ca;
- een langwerpig partijken zaailand te Hansbeke genaamd den kleinen tuin sektie A nummer 1051 groot 24a10ca;
- een hofstede bestaande in woonhuis, schuur, stallingen en afhangens te Hansbeke op het klein Kauterken sektie A nummers 1053, 1054, 1055, 1056, 1057 en 1058a samen groot met den slag gelegen ten zuiden en alhier geheel medegaande 55a30ca, thans gekend op t kadaster sektie A nummers 1055a, 1057a, 1057b en 1058b;
- een partij zaailand genaamd den tuinkouter gelegen te Hansbeke sektie A nummer 1088a groot 1ha70a80ca, vroeger gekend op t kadaster sektie A deel van nummer 1085, deel van nummer 1086 en nummer 1088.
Het geheel behelsde een hofstede met 3ha82a80ca grond in eigendom.
In 1916 kwam het voorouderlijk bedrijf Goed ter Elst vrij nadat het verpacht was geweest aan de familie Van Vynckt. Wellicht betrof het hier het echtpaar Bernard Van Vynckt-Melanie Coopman, waarvan de op Goed ter Elst opgegroeide dochter Maria (Mietje) Van Vynckt(°Hansbeke 12-02-1881) als ongehuwde vrouw later een winkeltje uitbaatte op het dorp te Hansbeke. Het Goed ter Elst was in het bezit gekomen van Maria Martens, oudste zus van Emiel. Tijdens het interbellum kon de hoeve aangesloten worden op het electriciteitsnet. Volgens de voorouderlijke verdelingsakte van 14 september 1893 betrof het een schone en welgelegen hofstede genaamd Goed ter Elst met schuur, stallingen, wagenhuis, ovenbuur en gronden met een gezamenlijke oppervlakte van 14ha59a30ca. Sommige in 1886 geregistreerde perceelsnamen uit de nalatenschap van Joannes-Francies Martens klinken meer dan een eeuw later nog bekend in de orenvan de huidige generaties Martens: De Leentjes, het stuk achter de Kluize, het klein rot, het lang rot, het groot rot en den flakkenmoortel.
In de naamlijsten van de kommuniekantjes, tijdens de oorlogsjaren opgesteld door de pastoor, komen de namen van de oudste kinderen van Emiel Martens en Emma Mestdagh voor. De oudste dochter Rachel komt voor op de lijst met 47 namen van 1914, samen met Raymond Verhelst, de latere schepen en echtgenoot van Maria Martens. Marcel Martens staat bij de 54 kommuniekanten van 1915 en zijn nichtje Maria Martens deed haar plechtige kommunie in 1916 met een groep van maar liefst 75 Hansbeekse twaalfjarigen.
Hoewel zijn grootvader Carel en zijn vader Petrus actief bij de gemeentepolitiek betrokken waren, was dit niet het geval bij Emiel of zijn broers. Anders was het gesteld met een ganse reeks familieleden en verwante tijdgenoten :
-Pieter-Joseph De Schuyter, echtgenoot van zijn tante Eugenie Martens, alsook diens zoon Henri De Schuyter;
-Désiré De Muynck, schoonbroer van zijn zus Irma Martens, alsook diens vader Pieter-Joseph De Muynck;
-zijn schoonbroer Emiel Hanssens, tweede echtgenoot van zus Maria Martens, alsook diens oom Charles-Louis Hanssens en zijn grootvader August Hanssens;
-zijn schoonbroer Serafien Van Vynckt, eerste echtgenoot van zijn zus Maria, alsook hun zoon Charles Van Vynckt ;
-zijn zoon Marcel Martens ;
-Hendrik De Maegd, schoonzoon van Emiels broer Charles ;
-Raymond Verhelst, echtgenoot van Maria Martens en schoonzoon van zijn broer René;
-Kamiel Baele, halfbroer van zijn vrouw Emma Mestdagh , alsook zijn zoon Cesar Baele ;
-Basiel Muys, schoonbroer van zijn dochter Rachel Martens
-Leon Van der Plaetse,neef van de eerste echtgenote van zijn vader Petrus Martens.
Emiel was een sterke kerel die graag bij de mensen kwam en op tijd en stond een goede pint bier of een jenevertje dronk. Dit wordt niet enkel geillustreerd door de familie-anecdote uit zijn vrijgezellentijd zoals verteld door zijn jongste broer René, maar ook door de herinneringen aan De Vlaamse Leeuw in de herberg In de Statie omstreeks 1927 geobserveerd en in 1970 kleurrijk genoteerd door Carlos Martens en nog door het wedervaren uit de eerste wereldoorlog van zijn neefje Michel De Muynck over De drubbel die hij niet kreeg bij zijn zus Irma.
De oudste dochter Rachel trouwde reeds in 1924, 22 jaar oud. Eind 1930 trouwde ook hun zoon Marcel en alhoewel Emiel slechts 59 jaar en Emma slechts 52 jaar oud waren, beslisten Emiel en Emma Goed te Elst over te laten aan hun enige zoon Marcel. Zij bouwden een herenhuis op enkele honderden meter van het erf, dichter bij het dorp aan de steenweg op Merendree. Hun nog ongehuwde dochter Mirella was slechts 17 en verhuisde mee.
De Leeuw van Vlaanderen
Nonkel Miel, zoon van Petrus, noemde zichzelf gaarne De Leeuw van Vlaanderen. Ik heb dikwijls aan ons ma gevraagd waarom. Maar toen ik hem persoonlijk aan het werk gezien had, ik was toen een jaar of tien, moest ik het nooit meer vragen. Ik wist het. Ons ma kan nu nog alle details vertellen van deze machtsdemonstratie. Ze heeft er nog deugd van.
t Was op een 1 december, het feest van Sint-Elooi. De Hansbeekse boeren en smeden hadden hun patroon gevierd godvruchtig, met een plechtige heilige mis lustig en breughels, met een boerenfeestdis in de bovenzaal van het gemeentehuis: tomatensoep met ballekens, boelie met wortelkens, rosbief met erwtjes en patatten en de klassieke pintjes bier. Na het feestmaal ging het in kleine groepen zon beetje van het ene herbergkapelleke naar het andere Onze pa was ook op het feest.
Na de klas had ik de kachel in ons café mogen aansteken want ons ma verwachtte de boeren ook In de statie. Als mijn werk gedaan was mocht ik mij wat blijven oefenen op het biljart. t Was vroeg donker en er waren al enkele boeren binnengekomen, die nog trachtten een kaartje te leggen onder de brandende lamp. Na een tijdje was mijn pa er ook met nonkel Miel en Richard Codde van rechtover de deur. Ik zou allicht geen maat krijgen om een partijtje biljart te spelen en dan deed ik maar voort op mijn eentje.
Nonkel Miel zag er wat slechtgezinds uit. In t café van Filemond Zutterman had hij al een woordenwisseling gehad met Theofiel Corijn en hij was er nog niet over uitgepraat. Dat hoorde ik tussen twee stoten in. Allé Maurice, geeft er ons eentje zei Richard Codde. Ze gingen bij de toog staan. Ma was zeker juist bezig met de kaarters en pa ging bestellen. Hij stapte op de trede achter de toog.t Moest zeker Goliathbier geweest zijn want hij tapte niet, hij moest erom naar de kelder. Hij schakelde het licht in de kelder aan en toen hij weer boven was met de drie fleskens wilde hij t kelderlicht weer uitdraaien, maar vergiste zich van schakelaar ent was enkele ogenblikken pikdonker in t café.
Het moet nu wel lukken op t ogenblik van de vergissing ging de voordeur open en wie binnen kwam was Theophiel Corijn en nog een paar mannen. Nonkel Miel schoot in een plotse koleire : Verdomme, zijde gij dat geweest?. Hij vloog naar de voordeur zijn rechter vuist schoot uit roef-roef en Corijn lag bij de deur onder de tafel. Ons zo in t donker zetten, verdomme.
Ik drumde angstig in een hoekje, met biljartstok en krijt in de hand. Een paar kaarters waren rechtgesprongen. Pa had een fleske laten vallen van t verschieten. Ma stond aan de kaarterstafel te lachen dat ze schokte.
Corijn lag nog met een bloedneus onder tafel toen er nog volk binnenkwam. Daar was Jan Gooreman bij. Die nam het onmiddellijk op voor zijn vriend Corijn. k Zal ik de leeuw ne keer aanpakken riep hij. Hij begon zijn vest uit te spelen, maar hij had zijn tweede arm nog niet uit de mouw of hij lag ook al met een bloedneuw tegen het biljart. Ik had stok en krijt laten vallen en was angstig naar ma toegelopen. Die stond maar te lachen. Het was een herrie van belang : over en weer geroep, geschreeuw en geschater over die stomme lamp.
De deur ging opnieuw open en dr was nog volk: Karel De Jaegher, Arthur Van Couter en dokter De Waele. Wat gebeurt er hier, Martha? vroeg de dokter. Dat ge juist van pas komt om de gekwetsten te verzorgen zei ma lachend. Het was allemaal niet zo erg de slachtoffers konden weer rechtkruipen. Nonkel Miel stond te glunderen
naast depilaar die ons hele café schraagde. Allé Goliath riep ons pa, kom aan de toog, uw Goliathbier staat uitgeschonken. Goliath, wat kan die jong riep nonkel Miel spottend. De Leeuw van Vlaanderen, dat is een anderse
En klauwaerts en leliaerts lachten en dronken op de vergissing. En ik wist het nu De Leeuw van Vlaanderen had zijn tanden getoond en geklauwd.
Carlos Martens, pastoor te Munkzwalm
Stam Martens, Jg 2, nr 1, 1970
De druppel, die hij niet kreeg
Emiel Martens, mijn peter, was een sterke kerel met machtige handen. Eens heb ik het zelf ondervonden toen ik van hem de felste rammeling uit mijn leven kreeg. In de jaren van de eerste wereldoorlog was ik nog een heel jonge kapoen. We woonden toen achter de spoorweg langs de steenweg op Merendree in het groot huis waar sedert lang Arthur Van Couter woont. Telkens als mijn peter Emiel van het dorp naar zijn hofstede Goed ter Elst terugkeerde, moest hij onvermijdelijk langs ons huis voorbij. Iedereen die Emiel in zijn dolle jaren gekend heeft, wist dat hij nooit een druppeltje of een glas geweigerd heeft. Zijn laatste trekpleister was bij zijn zuster Irma, ons ma, die de goedheid zelf was, en steeds voor Emiel een kosteloze druppel inschonk. Hoewel Emiel dikwijls reeds goed beladen binnenkwam kreeg hij toch altijd zijn laatste druppeltje, soms ook nog wel eens een tweede.
Op een zekere namiddag zag ik mijn peter, een beetje waggelend, ons huis verlaten en ik kon niet nalaten hem spottend toe te roepen, wellicht met inslaande woorden want mijn peter bezag woedend de snotneus die hem dierf uitlachen. Wellicht was ik die namiddag echt deugnietachtig want ik draaide rondom hem met een berispend spotlachje en riep voortdurend: Peter zat; peter zat. Mijn peter trachtte mij met zijn grote handen te grijpen maar tevergeefs ik was hem met mijn jonge benen telkens te vlug af. Ik sprong en danste voor zijn grote voeten Peter zat, peter zat terwijl ik hem uitdagend dichterbij liet komen om dan weer spottend weg te spurten Peter zat, peter zat. Voor mij was het een leuk spelletje maar mijn peter was niet van plan het mee te spelen. Hij werd razend om mijn deugnietachtige spotternij en trachtte mij te achterhalen.
We waren aan de landweg gekomen die naar het erf leidde terwijl ik nog steeds dansend voor hem uitsprong in de richting van zijn hoeve. Dat was mijn ongeluk. Mijn peter was buiten adem en liet me schijnbaar begaan, terwijl hij met grote stappen achter mij aankwam. We waren reeds dicht bij de hoeve. Plots bleef hij staan en ik meende dat hij grijnslachte: Mirza Mirza riep hij in de richting van het hof. Zijn grote zwarte hond kwam op het roepen aangelopen. Pakt hem pakt hem verdomme vloekte Emiel. Het dolle beest sprong blaffend rondom mij, zodat ik vol schrik bleef staan. Toen kreeg mijn peter me te pakken, wierp me in het korenveld, hield me onder zijn knie en gaf me de felste rammeling uit mijn leven terwijl ik honderden sterretjes voor de ogen zag. Hoe ik daarna thuis geraakt ben is voor mij een raadsel gebleven. Toen ik bovendien de volgende dag met twee blauwe ogen naar school moest, werd ik door de schoolmeester en door mijn schoolmakkers uitgelachen. Ik was er niet fier om en zo kreeg ik mijn tweede straf voor mijn kwajongensstreken.
Maar mijn peter kreeg ook zijn straf door toedoen van ons ma. Zoals gewoonlijk, kwam Emiel ook s anderdaags bij ons in de keuken binnen, dorstig naar zijn druppeltje. Wellicht was hij de gebeurtenis van de vorige dag niet vergeten, want hij dierf niet spreken tegen ons ma en loerde veelbetekenend naar de jeneverfles die op het schouwtablet stond. Het werd een gesprek zonder woorden tussen ons ma en mijn peter. Mijn ma zei evenmin een woord en haar sprekende ogen wezen naar de deur. Men hoorde de klok tiktakken terwijl seconden werden afgeteld. Mijn peter knikte zwijgend in de richting van de fles ons ma knikte, zonder één woord, in de richting van de buitendeur. Toen slikte Emiel zijn speeksel moeizaam door zijn droge keel en verdween gelaten onder een zoete glimlach van zijn zuster Irma. Vanuit het bovenvenster zag ik mijn peter langs de veldweg naar de hoeve gaan. Mirza kwam blij en kwispelend toegelopen maar kreeg een schop in zijn achterste. De hond keek verbaasd naar zijn meester en liep toen met de staart tussen de achterpoten en met hangende oren achter hem aan.
Een halve eeuw is voorbijgegaan maar dit tafereeltje zal ik nooit vergeten: mijn peter die droef en zwijgzaam, om de druppel die hij niet gekregen had, naar het erf stappend met Mirza achter zich aan, schuw om de onverdiende schop. Daar is een speciale God voor de drinkers zegt een Vlaams spreekwoord en daarom ben ik ervan overtuigd dat mijn peter ergens in de hemel verblijft. Eens hoop ik er ook
te mogen belanden. Het paradijs van mijn peter bestaat zeker niet zonder een drinkzaal zodat ik beslist niet lang zal hoeven te zoeken om hem terug te vinden. Vast en zeker betaal ik hem daar de enige druppel die zijn zuster, in haar ganse leven, hem geweigerd heeft, want de felle rammeling die hij me met zijn machtige handen toediende had ik reeds na korte tijd vergeten en vergeven. Maar de les heb ik goed onthouden: Mijn peter was steeds een goeierd en ik had met hem niet mogen spotten, ook al waggelde hij op zijn benen na de laatste druppel die hij bij het huiswaarts keren steeds van ons ma, zijn zuster Irma, kreeg.
Stam Martens,Jg 2, nr 1, 1970 Michel De Muynck, Etterbeek
6.2.3 Hun oude dag
Toen Emiel en Emma hun rentenierswoning betrokken hadden zij vier kleinkinderen van hun oudste dochter Rachel: Georges, Georgette, Lucien en de pasgeboren Lisette Van Couter. Tussen 1931 en 1944 zouden nog 8 kleinkinderen volgen.
Op weg naar de kleuter- en lagere school tot 1950, kwam hun kleinzoontje Laurent Martens er vier keer per dag voorbij, komend van of terugkerend naar Goed ter Elst. Als student aan de Universiteit Gent heeft Laurent er van 1956 tot 1961, na het overlijden van grootvader Emiel, een slaapkamer en een studeerkamer betrokken, op een paar minuten wandelafstand van het station.
Grootmoeder Emma kwam niet zo vaak naar Goed ter Elst bij haar zoon Marcel, schoondochter Maria en de drie kleinkinderen Carlos, Arlette en Laurent. Emiel was een frequenter bezoeker, vooral in de late namiddag of vooravond.In de twee levendige en statige pasfotos van Emiel en Emma op rust , zijn nog duidelijk de jonge trouwers van 1901 te herkennen, maar niet meer De Leeuw van Vlaanderen waarvan sprake in het verhaal van Carlos Martens.
Op zaterdag 3 maart 1951 vierden Emiel en Emma hun gouden bruiloft, omringd door alle kinderen en kleinkinderen en een aantal verwanten. Na een kerkdienst, waarbij bij het verlaten van de kerk door de vele belangstellenden bloemen werden aangeboden, werd het feest verdergezet ten huize van de jubilarissen. De groepsfoto, die vanop de spoorwegberm werd genomen voor de versierde woning, werd later met commentaar en met de namen van alle aanwezigen gepubliceerd in het tijdschrift Het Land van Nevele, Jg 28 nr 4, onder de titel Uit het Oude fotoalbum: Gouden Bruiloft te Hansbeke van de echtelingen Emiel Martens en Emma Mestdagh, 1951. De vijf jongste kleinkinderen zitten op de eerste rij. Op de tweede rij met negen stoelen zitten de twee jubilarissen met hun drie kinderen en hun respectievelijke echtgenoten, alsook Maria Mestdagh, zus van Emma. Daarachter staan 19 personen waaronder nog 7 kleinkinderen en de echtgenoten van de twee gehuwde kleinkinderen, alsook René Martens de jongste broer van Emiel,en verder nog een zus en de halfbroer van Emma met hun echtgenoten. Na het feestmaal werd door één van de oudere kleinkinderen Van Couter een komische parodie opgevoerd van een speech van de Gentse socialistische politicus Edward (Edjen) Anseele.
Vier jaar na het gouden huwelijksjubileum overleed Emiel Martens thuis te Hansbeke op 9 mei 1955, 84 jaar oud. Emma Mestdagh overleed op 30 mei 1964, 9 jaar na haar man,88 jaar oud. Ze was tot aan haar overlijden in de woning gebleven die zij samen met Emiel in 1930 had gebouwd. Hoewel ze slechts zelden verder kwam dan bezoekjes aan haar zus, haar dochters en haar zoon, bleef zij als dagelijkse trouwe lezer van Het Laatste Nieuws bijzonder goed geïnformeerd omtrent het reilen en zeilen in de wereld.
Overlijdensbericht Emiel Martens 9 mei 1955
Bidprentjes bij uitvaartplechtigheden van Emiel Martens en van Emma Mestdagh
In 1905 huwde Florimond Van De Wattyne, geboren te Hansbeke op 22 october 1884 als zoon van de smid Louis Van De Wattyne en Mathilde Bultinck, met Maria Mestdagh, zus van Emma en schoonzus van Emiel Martens. Zij gingen voor twee dagen op huwelijksreis naar Antwerpen en reden met de koets rond de dokken. Zij woonden eerst naast de ouders van Florimond, ten zuiden van het station. In 1921 bouwden zij een woning ten noorden van het station, aan de weg naar Merendree. Als smid specialiseerde Florimond zich in kluizen en kachels. Het echtpaar bleef kinderloos. Tante Maria was een regelmatige bezoekster bij haar zus Emma Mestdagh. Zij woonden slechts een paar honderd meter van elkaar.
Dat er een lange en nauwe band bestand tussen de families Martens en Van De Wattijne blijkt uit de voorouderlijke verdelingsakte van Petrus Martens ondertekend op 14 september 1893 ten huize van Petrus op De Meren. Onderaan de akte prijkt immers de handtekening van Louis Van De Wattijne, hoefsmid, die optrad als getuige. Zijn zoontje Florimond was toen slechts 9 jaar oud.
In juni 1975 werden de 90-jarige Florimond en de 92-jarige Maria, samen met de familie, op het gemeentehuis ontvangen naar aanleiding van de 70ste verjaardag van hun huwelijk, een platina bruiloft. In de pers verscheen een foto, genomen voor het gemeentehuis(nu politielokaal), samen met burgemeester Boudewijn de Bousies Borluut, het schepencollege en een vijftigtal genodigden waaronder Marcel en Maria Martens en hun kinderen Carlos, Arlette en Laurent, alsook Mireilla Martens.
In juni 1980 was het opnieuw feest, maar dan voor een zeer uitzonderlijk Radiumjubileum, met fotos die Hansbeke in de nationale pers brachten. In De Standaard verscheen op 6 juni 1980 een foto, genomen in hun beste kamer. alsook een foto waarbij zij samen een borrel dronken op 75 jaar wel en wee.
Minder dan een half jaar later, op 29 october 1980, was een ander unicum te melden in de kranten, vergezeld van dezelfde foto van twee drinkende oudjes. Onder de titel Samen tot in de dood werd medegedeeld dat Florimond vrijdagmorgen omstreeks 4 uur thuis gestorven was en dat Maria hem acht uur later was gevolgd.
De XXe eeuw was niet enkel een eeuw van globalisering, met grote wetenschappers (Albert Einstein), kunstenaars (Pablo Picasso) en politici (Nelson Mandela), maar ook de eeuw van wereldconflikten en wereldomvattende technologische evoluties. Door informatie- en communicatietechnologie werd een nieuwe wereld geopend.
België en Vlaanderen hadden zwaar te lijden onder twee wereldoorlogen en ondergingen de gevolgen van oorlogen in Korea, Vietnam en het Midden-Oosten. Het is ook de eeuw waarin eerst een opbouw en nadien een einde kwam aan de Belgische koloniale geschiedenis in Afrika. West-Europa realiseerde een voordien ongekende welvaart. Het Verdrag van Rome bracht ons de Europese Economische Gemeenschap met 6 lidstaten, die evolueerde tot een Europese Unie met 25 lidstaten. De Euro werd een realiteit. De werkgelegenheid in de Belgische landbouw liep op een eeuw tijd terug van bijna 800.000 tot minder dan 100.000 personen .
De XXe eeuw werd ook een eeuw met massale migratiebewegingen, aanvankelijk van Europa naar Amerika, maar nadien evenzeer naar West-Europa toe. Na een eeuw taalstrijd en Vlaamse ontvoogding resulteerde de wet van 5 april 1930 in de volledige vernederlandsing van de universiteit Gent. Het unitaristisch België evolueerde stapsgewijs naar een federale staatsstructuur, ondermeer bepaald door de staatshervorming van 1980.
6.1.2 Hansbeke-dorp omstreeks 1910
Omstreeks 1910, 10 jaar na het overlijden van zijn vader Petrus-Francies Martens, werd door drukker Joannes Martens een thans zeldzaam geworden prentkaart uitgegeven die een panoramisch beeld geeft van de Hansbeekse stationsbuurt. De kaart, die een poststempel draagt van september 1912, is weergegeven door De Ruyck en Moelaert in Ons Meetjesland en werd door Albert Martens, kleinzoon van de drukker Joannes Martens-De Vreese, besproken in Het Land van Nevele, gebruik makend van de bevolkingsregisters van die tijd. De foto werd genomen in zuidelijke richting vanuit een venster van de oude kerktoren die enkele jaren later, op 19 october 1918, door de Duitsers bij hun aftocht werd opgeblazen. Op de foto is de spoorlijn Gent(naar links toe)Oostende te onderscheiden, evenals de stationsgebouwen en het stationsplein. Naar het zuiden toe, aan de overzijde van de spoorweg, ligt de steenweg naar Nevele. Ten noorden van de spoorweg, dus vooraan op de foto, is een gedeelte van de belommerde dorpsstraat zichtbaar, alsook, links afdraaiend en verder de spoorlijnen volgend, de steenweg naar Merendree.
Als illustratie van de verwevenheid van de familie Martens, en in het bijzonder van de afstammelingen van Petrus-Francies Martens(1810-1900), met de Hansbeekse dorpsgemeenschap, zijn op het panorama 14 plaatsen aangeduid die elk op zich een deel van de familiegeschiedenis kunnen vertellen en die slechts enkele honderden meters van elkaar verwijderd zijn. De schoolweg tussen Goed ter Elst en het klooster in de dorpsstraat, waar zowel de kleuterschool en de meisjesschool gevestigd waren, met de jongensschool iets verderop , werd duizenden keer te voet afgelegd door Carlos, Arlette en Laurent Martens, wat bij hen onuitwisbare beelden heeft nagelaten die doorheen dit panorama lopen. Eén van die beelden is ook een politieke slagzin die in koeien van letters maandenlang onuitwisbaar geschilderd bleef op een lange muur aan de binnenzijde van de bocht naar Merendree toe : Weg met Saksen Coburg Gotha. In de aanloop naar de volksraadpleging in 1950 was er in een katholiek landelijk dorp als Hansbeke toch plaats voor uitéénlopende meningen omtrent de oplossing van de koningskwestie.
Hof De Meren (1) en Herenhuis René Martens(2)
Tussen de hoge stammen van de loverrijke eikebomen van de Kappellestraat, langs de steenweg naar Nevele, bemerkt men met enige moeite het dak van de hofstede De Meren, toen uitgebaat door René Martens(1877-1960),jongste zoon van Petrus, die in 1903 gehuwd was met Leontine Van Hoecke. In 1910 hadden zij reeds 5 dochters en zouden nog 2 dochters krijgen. Op 2 april 1916 werd hun zevende dochter Elisabeth geboren. Onder het luiden van de klokken werd zij naar de doopvont gedragen en kreeg koningin Elisabeth, vertegenwoordigd door gravin Lucie Borluut, als illustere meter. Hun dochter Eliza Martens huwde met Maurice Verhelst en nam het bedrijf over. René en Leontine bouwden toen hun villa (zie 2, nog ongestaand toen de foto genomen werd) naast de hoeve langs de steenweg op Nevele.
Hof De Meren was sinds 1835 eigendom van de familie Martens. Het gezin van Petrus Martens groeide er op. Emiel Martens(°1871) verliet De Meren toen hij in 1901trouwdeen zich later vestigde op Goed ter Elst.
Hof Goed ter Elst (3) en Herenhuis Emiel Martens (4)
Deze hofstede kwam na 1807 langs het huwelijk van Carel Martens en Marie Rosa Sutteram in het bezit van de familie Martens en is gelegen langs de steenweg op Merendree ten oosten van het dorp, net niet zichtbaar op de foto. De landerijen die zich initieel ook nog uitstrekten ten zuiden van de huidige spoorlijn Brussel-Oostende, zijn wel gedeeltelijk in beeld. In 1910 was de hofstede eigendom van Maria Martens en werd zij wellicht nog verpacht aan de familie Van Vynckt. Vanaf 1916 werd Goed ter Elst uitgebaat door Emiel Martens (1871-1955), zoon van Petrus, die gehuwd was met Emma Mestdagh. Toen de foto genomen werd zaten hun oudste kinderen Rachel(1901-1988) en Marcel(1903-1989) in de lagere school op het dorp. Hun jongste dochter Mireilla(°1913) was nog niet geboren. In 1930 , na zijn huwelijk met Maria De Waele, werd Goed ter Elst overgenomen door Marcel Martens.
Emiel en Emma bouwden en betrokken in 1930 een herenhuis(zie 4,nog onbestaand toen de foto genomen werd) aansluitend bij de hoeve langs de steenweg op Merendree. Tussen 1956, bij de aanvang van zijn universitaire studies, tot 1962 bij zijn huwelijk met Josette De Backer, heeft Laurent Martens een slaapkamer en een studeerkamer betrokken in de woning, op een paar minuten wandelafstand van het station. Dat stukje weg heeft hij toen wel meer dan duizend maal doorlopen om just in time de trein naar Gent te halen.
Carlos(°1931), Arlette(°1932) en Laurent(°1938) Martens werden op Goed terElst geboren. Na het huwelijk van Carlos en Arlette in 1958werd het bedrijf uitgebaat door Arlette Martens en Julien Bruggeman. Ook hun dochters, Miriam en Ingrid Bruggeman, groeiden daar op.
Na Emiel en Emma werd de woning aan de steenweg naar Merendree (4) eerst bewoond door Marcel Martens en Maria De Waele, die er ook zijn overleden , en thans door Arlette Martens en Julien Bruggeman.
Herberg In de statie/De Nieuwe Maalderij (5)
Aan de bewaakte overweg tegenover het stationsplein woonde Joannes Martens(°1867), zoon van Petrus. In 1888, na zijn huwelijk met Leonie-Amelie De Vreese, nam hij deze herberg over en was er tevens landbouwer, fruitkoopman, en drukker. Hij was de uitgever van deze postkaart. Zijn vrouw hield een textielwinkel.
Op het voorhof van de herberg stond een rij lindebomen. De gebouwengroep omvatte de woning met zadeldak van ongelijke hoogte, de stallingen en het lange magazijn met witte gevelmuur. Leonie en Joannes hadden er 4 kinderen. In 1916 trouwde hun zoon Maurits met Martha De Grauwe. Nadat de woning zwaar werd beschadigd tijdens de beschieting van het dorp bij de Duitse aftocht in 1918 verhuisde Joannes Martens met zijn gezin naar Gent. Vanaf 1921 zal de fruithandelaar Maurits Martens, samen met Martha De Grauwe de herberg opnieuw uitbaten. Daar werd ook Albert Martens(°1925), de schrijver van het artikel betreffende dit Hansbeeks panorama, geboren. Na het vroegtijdig overlijden van Maurits in 1940 zal zijn weduwe Martha tot 1950 de zaak verder zetten.
Herberg Huis van Commerce/Welkom (6)
De witgekalkte woning met zwartgeteerde muurplint, brede ingangsdeur en vensterluiken, aan de zuiderzijde van de spoorweg, was een herberg bewoond door de vlaskoopman Eugeen-Napoleon(alias Zeun) De Grauwe en zijn vrouw Mietje Vande Reviere uit Aalter. In 1910 hadden zij drie grote dochters. De oudste dochter Martha De Grauwe zal in 1916, in volle oorlogstijd, trouwen met Maurits Martens ( uit In de statie aan de noorderzijde van de spoorweg). Samen met Maurice nam Martha de herberg van haar vader over van 1916 tot 1921. In 1921 werd de herberg overgelaten aan Adolf Saelens(die binnen de herberg ook een kapperszaak installeerde waar de jonge knaap Laurent Martens zijn haar liet knippen terwijl de mannen pinten dronken aan de toog), om samen de na de oorlogsschade heropgebouwde herberg In de statie te heropenen.
Herenhuis van Maria Martens (7)
In het grote herenhuis met schilddak en lommerrijke tuin die paalde aan de gebouwen van haar jongere broer Joannes Martens(6) woonde Maria Martens(°1864), dochter van Petrus-Francies. Zij was weduwe en grondeigenares en woonde toen samen met de twee volwassen en nog ongehuwde zonen uit haar eerste huwelijk met Serafien Van Vynckt, namelijk de kandidaat-notaris René en zijn broer Charles Van Vinckt. Er waren ook nog drie tieners uit haar tweede huwelijk met Emiel Hanssens. Ook haar 83-jarige oom Charles Hanssens uit Nevele, grondeigenaar en weduwnaar, woonde op het zelfde adres. Bij de aftocht van de Duitse troepen, na 20 october 1918, werd de woning zwaar beschadigd.
Toen hij naar de lagere school liep tijdens de na-oorlogse jaren 1945-1950 kwam Laurent Martens, als zoon van Marcel Martens die van zijn tante Maria Goed terElst pachtte, minstens één keer per week langs, op weg naar school, om een kruik melk af te leveren aan groottante Maria en haar ongehuwde zoon Charles Van Vynckt, of aan de inwonende meid in de achterkeuken.
Herenhuis van Irma Martens (8)
Langs de steenweg naar Merendree, dicht bij het dorp maar net buiten beeld, woonde Irma Martens(°1875), dochter van Petrus-Francies. Zij was gehuwd met Aimé De Muynck, zoon van Pieter-Jan die een belangrijke rol speelde in de gemeentepolitiek. Irma en Aimé hadden reeds 5 kinderen waarvan nummer 5, Gaston, geboren was begin 1910, dus kort vooraleer de foto genomen werd. Nadien, in 1913, zou nog een zesde kind René geboren worden. Was deze genoemd naar René Martens, jongste broer die op De Meren woonde, of naar René Van Vynckt, oudste zoon van haar oudste zus Maria, die een paar honderd meter daar vandaan woonde? Later is de familie De Muynck-Martens verhuisd naar het Brusselse. De woning werd eigendom van en bewoond door Arthur Van Couter. Arthur was een schoonbroer van Rachel Martens, dochter van Emiel, die gehuwd was met Hilaire Van Couter.
Herberg Boldershof/Huis van Commerce (9)
Charles-Louis (alias Karel) Wille, vlas- en fruitkoopman geboortig van Nevele, woonde samen met zijn vrouw Hortensia Langeraert in een huis aan het stationsplein dat eertijds als dorpsschool werd gebruikt. Zij hadden een kroostrijk gezin waarvan de twee oudste dochters waren uitgeweken naar Amerika en waarvan de derde dochter Louisa samen met haar man Jozef Union de herberg Huis van Vinderhoute (nu De Zoete Inval) naast de kerk(buiten beeld) uitbaatte. Vijf kinderen woonden nog thuis. In 1926 zal hun jongste dochter Andréa Wille samen met haar man Raymond Martens(°1896), zoon van Charles(°1873) en kleinzoon van Petrus-Francies, naar Amerika uitwijken. Op deze plaats is nu het zuidelijk deel van een parking.
Herberg In de Vrede/Café Zomergem/In de Oudstrijder (10)
In het hoekhuis met achterkoer en poortje, waar de steenweg naar Merendree vanaf de dorpsstraat links wegdraait, woonde de kleermaker Gustaaf Mortier, die er eveneens een herberg en een textielwinkel uitbaatte. Hij was Gentenaar en zijn vrouw Rosalie Buysse was van Nevele. In 1910 hadden zij vier volwassen kinderen die behulpzaam waren in de zaak. In 1937 zal Henri De Maegd de zaak overnemen van Achiel Zutterman. De bakker Henri De Maegd was gehuwd met Irène Martens(°1898), dochter van Charles(°1873), kleindochter van Petrus-Francies. Zij waren teruggekeerd uit Amerika waar hun dochter Rosa De Maegd in 1925 geboren was. De vader van Irène was gestorven toen zij pas 3 jaar oud was en haar oudste broer Octaaf sneuvelde te Merkem aan het einde van de eerste wereldoorlog. In 1943 werd Henri De Maegd oorlogsschepen te Hansbeke. Dit verklaart wellicht waarom het echtpaar De Maegd-Martens in 1946 de bakkerij moest sluiten en Hansbeke verlaten. Op deze plaats is nu het noordelijk deel van een parking.
Stationshuis (11)
Sedert juli 1909 was Philemon Van Nieuwenburg stationschef te Hansbeke.Hij was afkomstig van Beernem. Hij bewoonde het stationshuis samen met zijn vrouw Maria Clothilde Zaman uit Verrebroek , hun 4 kinderen en zijn jongere broer August. In 1910 was zijn jongste zoon Julien 5 jaar oud. In 1918 werd het stationsgebouw zwaar beschadigd door obussen. Het werd pas in 1923-24 afgebroken en heropgebouwd. Julien Van Nieuwenburg zal in 1934 huwen met Mireilla Martens(°1913), jongste dochter van Emiel Martens. Mireilla woonde als kind op Goed ter Elst(3) en vanaf 1930 met haar ouders in de woning langs de steenweg naar Merendree(4).
Herenhuis van Leontine De Schuyter (12)
Aan de oostkant van de dorpstraat, op de hoek van de steenweg naar Merendree, staat een stevig herenhuis met verdieping en mansardedak. Met de ommuurde voortuin en afzonderlijke bijgebouwen domineert het de stationswijk. In 1910 was deze woning duidelijk te groot voor de ongehuwde Leontine De Schuyter, grondeigenares, en haar inwonende jonge meid Sidonie Meganck. Leontine was de jongste dochter uit het tweede huwelijk van haar vader Pieter-Josef met Francisca Lambrecht. Haar ongehuwde broer Henri was in 1909 gestorven en was gedurende 24 jaar gemeenteraadslid, waarvan de laatste 6 jaar ook schepen. Voordien was hun vader Pieter-Josef De Schuyter ook 5 jaar gemeenteraadslid.
Pieter-Josef De Schuyter(1810-1885) was een eerste maal gehuwd geweest met Eugenie Martens(°1808), zuster van Petrus-Francies Martens, en dus een tante van de hoger vermelde Maria, Charles, Emiel, Joannes, Irma en René. Hij woonde op de hofstede tegenover de pastorie (14) en het was zijn zoon Henri die opdracht gaf tot het bouwen van het herenhuis ernaast. Henri overleed echter vooraleer de bouwwerken beëindigd waren. Nog voor de fusie van Hansbeke met Nevele werd deze eigendom aangekocht door de gemeente en als gemeentehuis gebruikt. Het is in dit gebouw dat Laurent Martens(°1938), zoon van Marcel, en Josette De Backer uit Oostakker in 1962 in het huwelijk traden. Dit gebeurde voor burgemeester Boudewijn de Bousies en schepen Marcel Martens(°1903). Nu wordt het gebouw gebruikt als dienstencentrum voor de gemeente Nevele.
Smidse en woningen Van De Wattijne (13)
Ten zuiden van de spoorweg en achter het Huis van Commerce bemerkt men de daknok van een langwerpige tweewoonst. In de eerste woning woonden de 77-jarige Louis Van De Wattijne en zijn vrouw Mathilde Bultinck. In de woning ernaast woonde zijn zoon Florimond Van De Wattijne, gehuwd met Maria Mestdagh uit Landegem. Flor was toen een nieuwe smidse aan het bouwen. Hij was de schoonbroer van Emiel Martens(°1871) wiens echtgenote Emma Mestdagh de zus was van Maria. Later zullen Florimond en Maria een andere woning bouwen, gelegen in het dorp langs de steenweg naar Merendree, tussen (12) en (8).Kort voor hun overlijden op 24 october 1980, met nauwelijks 12 uren verschil, vierden zij de 75e verjaardag van hun huwelijk, een radium-jubileum.
Bakkerij De Cocker (14)
Aan de oostkant van de dorpstraat, in de linkerbenedenhoek van de foto, is nog een deel van het zadeldak van de bakkerij van het echtpaar Kamiel De Cocker-Louise Cassier zichtbaar. Zij woonden er met 8 kinderen. Hun zoon Emiel De Cocker nam later de bakkerij over, na zijn huwelijk met Madeleine Hanssens, dochter van Kamiel. Kamiel Hanssens was een broer van Virginie Hanssens. Virginie was de echtgenote van Karel De Waele en de moeder van Maria De Waele die in 1930 die trouwde met Marcel Martens(°1903), zoon van Emiel. Kamiel Hanssens was bovendien een neef van Emiel Hanssens, de tweede echtgenoot van de dichtbij wonende Maria Martens. Langs deze weg bestaat eveneens een band met de families Hoste, Van Couter en Muys. Deze komt verder nog aan bod. In 2006 is hier nog steeds een bakkerij gevestigd. Tijdens de XIXe eeuw werd deze hofstede bewoond door Pieter Josef De Schuyter, zijn eerste echtgenote Eugenie Martens en nadien zijn tweede echtgenote Francisca Lambrecht, dochter van Marie Anna Martens. Zoon Henri De Schuyter liet vanaf 1908 het er naast gelegen herenhuis (12), later gemeentehuis en nadien dienstencentrum, bouwen.
In 1818 telde Hansbeke 2.559 inwoners, verdeeld over 480 huishoudens, inclusief meiden en knechten, die samen 375 woningen betrokken. Onder deze 480 gezinshoofden waren er 25 behoeftig, 14 dagloners, 7 wevers en 4 spinsters, met een gezamenlijke gezinslast van 155 personen, hetzij in totaal circa 7% van de bevolking(36).
In het begin van de jaren dertig werden door de gemeenteoverheid en het Bureel van Weldadigheid maatregelen getroffen om de toenemende bedelarij uit te roeien en bijzondere inspanningen geleverd om het stijgend aantal behoeftigen te ondersteunen. Aanvankelijk vonden wekelijkse bedelingen plaats waarop aan een 30-tal gezinnen vooral schenkelvlees en roggebrood, soms aardappelen, kousen en klompen werden gegeven. Later overhandigde de penningmeester van het Weldadigheidsbureel aan de behoeftigen bonnetjes waarmede ze in één of andere dorpswinkel vlees, brood en allerhande winkelwaren mochten halen.
Sommige gezinnen kregen kosteloos woonst in huisjes van het armbestuur, in andere gevallen werd de huispacht door de armmeester rechtstreeks aan de huisbaas vereffend. Openbare aanbestedingen werden gehouden waarop het onderhoud van behoeftige alleenstaanden en weeskinderen tegen een maandelijkse vergoeding aan naastbestaanden of aan de minst biedende werd toevertrouwd. Zieke en invalide mensen werden in een (stedelijk) godshuis geplaatst.
De onkosten van al deze tussenkomsten werden bestreden met de inkomsten van het armbestuur bestaande uit renten en pachten, aalmoezen, geldinzamelingen, particuliere giften en gemeentelijke subsidies. Deze waren echter slechts toereikend om de hoogste nood te lenigen(37). Daarom deed het Welvaartsbureel een dringend beroep op de liefdadigheid van alle welstellende inwoners, die zich verplichtten wekelijks mondbehoeften uit te reiken aan een bedeelde die hen ten dien einde werd aangewezen, terwijl anderen tijdens de maandelijkse zittingen een geldsom aan de armmeesters of aan de wijkmeesters ter hand stelden om bedeeld te worden. Anderzijds werden behoeftigen, die tot werken in staat waren, bij landbouwers en anderen tewerkgesteld(38).
Aangezien de meeste inwoners de kost moesten verdienen met het vervaardigen van vlas en werkgaren of lijnwaad steeg het aantal behoeftigen ten gevolge van de voortdurende crisis in de jaren veertig aanzienlijk, van circa 7% tot ruim 10% van de Hansbeekse bevolking die van 2.789 zielen in 1840 tot 2.635 in 1845 afnam. De hulpbehoevenden vond men vooral onder de spinsters, de wevers en de dagloners en vanzelfsprekend onder degenen die tot werken onbekwaam waren. Bijna de helft van deze mensen moest volledig ondersteund worden.
De oorzaken van de armoede(39) lagen uiteraard in het volledig of gedeeltelijk gemis aan inkomen, door werkloosheid, ziekte of gebrekkigheid, hoge ouderdom of bijzondere tegenspoed(bvb verlies van ouders, man of vrouw). Toen de vrijwillige giften in natura en in speciën, door een zekere moedeloosheid of onverschilligheid van de welstellende burgers terugliep en de financiële middelen van het armbestuur uitgeput waren, werd de plaatselijke omslag door het gemeentebestuur gevoelig verhoogd. Deze verhoging werd integraal bestemd tot het onderhoud ter domicilie van bejaarden, gebrekkigen en minderjarigen en tot het uitreiken van brood en het verlenen van werk aan de valide bedeelden(40).
Toen de gemeenteraad in 1844, ingevolge maatregelen van overheidswege, volgens de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 31-10-1843 een nijverheidscomité oprichtte teneinde o.a. werk te verschaffen aan werklozen(41), waren nog slechts 50 van de 200 voorhanden weefgetouwen in werking. Dit comité stelde het door haar gekochte vlas en werk ter beschikking van spinsters die het voor rekening van dit orgaan tot garen sponnen.
Bijlage 5.2 Generatie IX in parenteel van Stoffel Martens
Generatiegenoten van Carel Martens (1766-1837)
IX.1 M MOENS, Lieven-Bernard Wondelgem
IX.2 V SUTTERMAN, Maria-Theresia 11-06-1766 Hansbeke
IX.3 V SUTTERMAN, Maria Rosa 12-01-1771 Hansbeke 14-09-1850 Hansbeke
IX.4 M SUTTERMAN, Jan Baptist 1806 Hansbeke
IX.5 M SUTTERMAN, Pieter-Jacob 08-08-1840 Hansbeke
IX.6 V De VLIEGHER, Coleta 26-02-1725 Hansbeke 04-11-1727 Hansbeke
IX.7 M De VLIEGHER, C.A.J.B. 30-07-1731 Hansbeke
IX.8 V De WEVER, Pieternella
IX.9 V De VLIEGHER, J.C. 25-06-1734 Hansbeke 12-03-1735 Hansbeke
IX.10 M De VLIEGHER, Jan-Marten 28-02-1737 Hansbeke 13-06-1758 Hansbeke
IX.11 M De RYCKE, Petrus F. 05-03-1752 Nevele 1752 Nevele
IX.12 M De RYCKE, Petrus F. 04-04-1755 Nevele
IX.13 M D'HUYVETTER, Guillelmus 24-03-1748 Hansbeke
IX.14 V D'HUYVETTER, Joanna B. 08-06-1750 Hansbeke 12-07-1750 Hansbeke
IX.15 M D'HUYVETTER, Livinus 16-12-1751 Hansbeke 28-01-1752 Hansbeke
IX.16 M D'HUYVETTER, Balduinus 02-02-1753 Hansbeke 24-10-1782 Hansbeke
IX.17 V D'HUYVETTER, Catharina 15-09-1755 Hansbeke 18-02-1760 Hansbeke
IX.18 V D'HUYVETTER, Joanna F. 25-02-1758 Hansbeke
IX.19 V D'HUYVETTER, Maria 29-01-1760 Hansbeke 08-02-1760 Hansbeke
IX.20 V D'HUYVETTER, Livina C. 07-07-1761 Hansbeke 08-10-1762 Hansbeke
IX.21 M D'HUYVETTER, Jan Baptist 19-07-1763 Hansbeke 24-10-1763 Hansbeke
IX.22 V D'HUYVETTER, Livina C. 31-12-1764 Hansbeke 21-02-1765 Hansbeke
IX.23 M D'HUYVETTER, Petrus F. 05-10-1766 Hansbeke
IX.24 V D'HUYVETTER, Joannes 19-05-1769 Hansbek 30-05-1769 Hansbeke
IX.25 V MARTENS, Joanna Catherina15-01-1745 Hansbeke 05-02-1745 Hansbeke
IX.26 M Vander VENNET, Joannes F.06-09-1754 Hansbeke 24-10-1829 Hansbeke
IX.27 V MARTENS, Regina Petronel.07-06-1746 Hansbeke 13-12-1830 Hansbeke
IX.28 M MARTENS, Jacobus Joannes 05-09-1748 Hansbeke 20-04-1794 Hansbeke
IX.29 V MAENHOUT, Livina Cathar. 29-12-1756 Hansbeke 01-01-1834 Hansbeke
IX.30 M MAENHOUT, Judocus F. 18-09-1748 Hansbeke 22-04-1829 Hansbeke
IX.31 V MARTENS, Norbertina 08-03-1751 Hansbeke 09-02-1821 Hansbeke
IX.32 M HALLAERT, Jan Baptist 24-02-1743 Aalter 09-05-1813 Aalter
IX.33 V MARTENS, Joanna Petronil.20-10-1752 Hansbeke 19-04-1831 Aalter
IX.34 M CACKAERT, Joseph 09-02-1753 Nevele
IX.35 V MARTENS, Maria Petronilla14-01-1754 Hansbeke 19-08-1789 Nevele
IX.36 M MARTENS, Petrus Francisc.10-03-1756 Hansbeke 29-11-1756 Hansbeke
IX.37 M MARTENS, Carolus Francies26-10-1757 Hansbeke 05-03-1759 Hansbeke
IX.38 V MARTENS, Carolina 05-04-1761 Hansbeke 31-07-1837 Hansbeke
IX.39 M Van HOVE, Jacobus F. 23-04-1764 Hansbeke 12-02-1813 Hansbeke
IX.40 V MARTENS, Rosalina 23-06-1763 Hansbeke na 1813 Hansbeke
IX.41 M MARTENS, Carel(hoofdstam)12-01-1766 Hansbeke 26-12-1837 Hansbeke
IX.42 M VISIOEN, Benedictus
IX.43 V MARTENS, Joanna 20-09-1744 Beernem
IX.44 V MARTENS, Victoria Cornel.21-02-1751 Ruddervoord15-03-1766 Varsenare
IX.45 M MESTDAGH, Joannes 20-04-1750 Snellegem 14-03-1808 Snellegem
IX.46 V MARTENS, Isabella Clara 02-07-1754 Ruddervoord28-05-1823 Jabbeke
IX.47 M MARTENS, Petrus Francisc.07-02-1757 Varsenare 09-07-1773 Varsenare
IX.48 V MARTENS, Rosa 05-05-1759 Varsenare 03-12-1759 Varsenare
IX.49 M MARTENS, Joannes Francies02-11-1760 Varsenare 28-11-1760 Varsenare
IX.50 M De ROO, Ignatius 01-12-1759 Jabbeke 25-05-1831 Jabbeke
IX.51 V MARTENS, Anna Maria 03-06-1762 Varsenare 17-04-1814 Jabbeke
IX.52 M MARTENS, F.J. 01-02-1765 Varsenare 15-02-1765 Varsenare
IX.53 M KERKAERT, Emmanuel 27-05-1765 Jabbeke 12-06-1836 Jabbeke
IX.54 V MARTENS, Joanna Theresia 27-02-1766 Varsenare 25-01-1828 Jabbeke
IX.55 M MARTENS, Joannes 13-02-1769 Varsenare 10-09-1807 Oudenburg
IX.56 M MARTENS, Josef Ludovicus 19-03-1772 Varsenare 08-04-1773 Varsenare
IX.57 M MARTENS, Petrus Jacobus 04-05-1774 Varsenare
IX.58 M MARTENS, Jan Francies 04-11-1790 Ursel 10-10-1846 Aalter
IX.59 V ORNELIS, Ferdinanda 04-03-1801 Aalter 19-12-1875 Aalter
IX.60 M MARTENS, Pieter 1759 1801
IX.61 M MARTENS, Albert 1786 1848
IX.62 V VERMEIRE, Joanna St Joris-ten Distel
IX.63 M De WAEGENAERE, Francies
IX.64 V MARTENS, Jacoba 1793 1845
IX.65 M STOFFERIS, Pieter
IX.66 V MARTENS, Sophia 1801
IX.67 M De BAETS, Jozef
IX.68 V MARTENS, Agnes 1786 1863
IX.69 M Van VYNCKT, Carolus F. 23-10-1776 Bellem 29-05-1863 Bellem
IX.70 V LIPPENS, Theresia 1785 Ursel 11-08-1865 Bellem
Bijlage 5.3 Overzicht XIXe eeuw met afstammelingen van Carel Martens (1766-1837 ) en
Maria Rosa Sutterman (1771-1850)
I.1 M MARTENS, Carel 12-01-1766 Hansbeke 26-12-1837 Hansbeke
I.2 V SUTTERMAN, Maria Rosa 12-01-1771 Hansbeke 14-09-1850 Hansbeke
II.2 V MARTENS, Eugenie 18-03-1808 Hansbeke 14-08-1845 Hansbeke
II.1 M De SCHUYTER, Pieter Josef 12-05-1811 Hansbeke 01-04-1885 Hansbeke
III.2 V De SCHUYTER, Marie C. 02-1844
III.1 M BRUGGEMAN, Carolus
III.3 V De SCHUYTER, Eugenie
II.3 V MARTENS, Regina 08-03-1809 Hansbeke 18-08-1850 Hansbeke
II.4 M MARTENS, Petrus-Francies 04-03-1810 Hansbeke 30-01-1900 Hansbeke
II.5 V Van Der PLAETSE, D.C. 06-09-1831 Nevele 13-07-1859 Hansbeke
III.4 M MARTENS, x 01-07-1859 Hansbeke 01-07-1859 Hansbeke
II.6 V CODDENS, Eugenie 29-09-1836 Bellem 18-10-1898 Hansbeke
III.6 V MARTENS, Maria P.P. 29-04-1864 Hansbeke 05-12-1950 Hansbeke
III.5 M Van VYNCKT, Serafien A. 14-09-1822 Bellem 05-03-1890 Hansbeke
IV.1 M Van VYNCKT, René 07-07-1884 Hansbeke 14-04-1949 Gent
IV.2 V CLAERHOUT, Louise 17-05-1889 Lotenhulle06-10-1961 Gent
IV.3 M Van VYNCKT, Charles 09-05-1886 Hansbeke 03-11-1973 Hansbeke
III.7 M HANSSENS, Emiel 12-12-1862 Hansbeke 08-04-1909 Hansbeke
IV.5 V HANSSENS, Anna 16-12-1893 Hansbeke 22-06-1949 Gent
IV.4 M DASSONVILLE, Victor 02-04-1896 Gent 14-02-1966 Knokke
IV.7 V HANSSENS, Irène 02-04-1895 Hansbeke
IV.6 M Van ACKER, Charles-Louis 22-04-1894 St Ghislain
IV.8 M HANSSENS, Leon 21-12-1897 Hansbeke 22-08-1958 Rymenam
IV.9 V MASSART, Rose 25-08-1896 Sint Joost 08-04-1969 Etterbeek
IV.10 M HANSSENS, Robert 04-06-1899 Hansbeke 15-01-1900 Hansbeke
III.8 M MARTENS, Henricus-Joannes28-08-1865 Hansbeke 02-05-1887 Hansbeke
III.9 M MARTENS, Petrus-Joannes 23-01-1867 Hansbeke 25-02-1920 Gent
III.10 V De VREESE, Leonie Amelie30-08-1866 Hansbeke 07-03-1944 Gent
IV.11 V MARTENS, Anna M.E. 10-12-1887 Hansbeke 11-04-1889 Hansbeke
IV.12 M MARTENS, Petrus Maurice 07-12-1888 Hansbeke 23-01-1940 Hansbeke
IV.13 V De GRAUWE, Martha 20-04-1888 Hansbeke 27-04-1980 Hansbeke
IV.14 V MARTENS, Maria A.M. 23-02-1890 Hansbeke 25-12-1890 Hansbeke
IV.16 V MARTENS, Adèle M.B. 11-02-1891 Hansbeke 08-05-1948 Gent
IV.15 M GYSELBRECHT, Hector 27-12-1886 Aalter 09-01-1957 Gent
IV.18 V MARTENS, Bertha 14-02-1892 Hansbeke 10-09-1969 Gentbrugge
IV.17 M GHYSELINCK, Alberic 15-12-1886 Oosterz. 14-03-1936 Gentbrugge
IV.19 V MARTENS, Clara 27-04-1893 Hansbeke 30-04-1952 Sint-Amands
III.12 V MARTENS, Emma Maria 07-01-1869 Hansbeke 17-02-1946 Lovendegem
III.11 M SIERENS, Henri 31-07-1834 Nevele 14-02-1907 Nevele
IV.21 V SIERENS, Anna 23-10-1890 Nevele
IV.20 M Van DAELE, Aimé-Edward 06-08-1887 Vinderhoute28-05-1971 Vinderhou
IV.23 V SIERENS, Maria 22-11-1891 Nevele
IV.22 M CLAEYS, Irené 23-07-1881 Drongen 13-11-1965 Drongen
IV.25 V SIERENS, Clara 07-01-1893 Nevele 06-01-1968 Nazareth
IV.24 M De VOS, Julien August 08-05-1880 Nokere 20-04-1961 Marchienne
IV.26 M SIERENS, Josef 30-06-1894 Nevele 22-02-1945 Bellem
IV.27 V Van Den BON, Adrienne 15-03-1900 Oostkamp
IV.28 V SIERENS, Leonce-Marie 25-03-1896 Nevele 09-06-1896 Nevele
IV.30 V SIERENS, Clemence 02-06-1897 Nevele
IV.29 M VERSTRAETE, Evarist 15-03-1892 Nevele 11-11-1967 Deinze
IV.31 M SIERENS, Antoine Emile 11-12-1898 Nevele 03-01-1900 Nevele
IV.33 V SIERENS, Suzanne 20-09-1900 Nevele
IV.32 M MELKEBEKE, Jan B.A. 06-10-1891 Heldergem 21-11-1959 Gent
IV.34 V SIERENS, Germaine 12-12-1901 Nevele
IV.35 M SIERENS, Henri 28-10-1905 Nevele 12-02-1934 Nevele
IV.36 V De WAELE, Maria 12-1907
III.13 M MARTENS, Emiel 22-05-1871 Hansbeke 09-05-1955 Hansbeke
III.14 V MESTDAGH, Emma 17-03-1878 Landegem 30-05-1964 Hansbeke
IV.38 V MARTENS, Rachel 12-12-1901 Hansbeke 28-12-1988 Brugge IV.37 M Van COUTER, Hilaire 17-03-1896 Zwevezele 15-02-1976 Gent
IV.39 M MARTENS, Marcel Joseph 18-09-1903 Hansbeke 23-05-1989 Hansbeke
IV.40 V De WAELE, Maria Rosalie 22-02-1906 Nevele 21-06-1997 Hansbeke
IV.42 V MARTENS, Mireilla 03-02-1913 Hansbeke
IV.41 M VANNIEUWENBURG, Julien 11-04-1905 Landegem
III.15 M MARTENS, Charles J.M. 25-09-1873 Hansbeke 25-04-1901 Hansbeke
III.16 V Van HOECKE, Maria Coleta01-02-1875 Hansbeke 13-10-1949 Hansbeke
IV.43 M MARTENS, Petrus Octaaf 19-09-1893 Bellem 28-09-1918 Houthulst
IV.44 M MARTENS, Raymond 10-12-1896 Gent 27-11-1954 South Bend
IV.45 V WILLE, Andréa 27-04-1900 Hansbeke
IV.47 V MARTENS, Irène M.T. 14-10-1898 Hansbeke
IV.46 M De MAEGD, Hendrik Achiel 09-03-1893 Hansbeke 29-01-1968 Gent
III.18 V MARTENS, Irma Maria 11-12-1875 Hansbeke 05-04-1943 Sint-Jans-M
III.17 M De MUYNCK, Aimé August 11-06-1876 Hansbeke 09-08-1953 Rekkem
IV.49 M De MUYNCK, Leon Petrus 05-10-1903 Hansbeke 06-01-1965 Brussel
IV.50 V ALBRECHTS, Pauline 16-03-1906 Baasrode
IV.52 V De MUYNCK, Andréa E.V. 16-02-1905 Hansbeke
IV.51 M MAROTEN, Jean-Baptiste 21-11-1911 Anderlecht
IV.53 M De MUYNCK, Armand Désiré 10-04-1906 Hansbeke 21-01-1942 Brussel
IV.54 V Van VALKENBERGH, Sibyl J.28-11-1910 Schaarbeek 22-07-1967 Schaarbe.
IV.55 M De MUYNCK, Michel E.J. 24-05-1908 Hansbeke
IV.56 V GILLET, Yvonne 31-05-1911 Hermalle
IV.57 M De MUYNCK, Gaston René 04-02-1910 Hansbeke
IV.58 V LEJUSTE, Catherine 08-01-1911 St Joost
IV.59 M De MUYNCK, René 25-03-1913 Hansbeke
IV.60 V SCHREYENS, Philomène 12-03-1914 Brussel
III.19 M MARTENS, René Seraphinus25-01-1877 Hansbeke 01-09-1960 Hansbeke
III.20 V Van HOECKE, Leontine P. 25-08-1879 Hansbeke 13-07-1970 Drongen
IV.61 V MARTENS, Anna 02-02-1904 Hansbeke
IV.63 V MARTENS, Maria G.G. 10-04-1905 Hansbeke
IV.62 M VERHELST, Raymond 20-10-1902 Oedelem
IV.65 V MARTENS, Eliza 17-08-1906 Hansbeke
IV.64 M VERHELST, Maurice 24-12-1905 Oedelem
IV.67 V MARTENS, Emma 02-02-1909 Hansbeke
IV.66 M STROBBE, Julien 14-09-1909 Hansbeke
IV.68 V MARTENS, Lea 18-08-1910 Hansbeke 03-02-1926 Vinderhoute
IV.70 V MARTENS, Andréa C.E. 28-10-1912 Hansbeke 09-02-2006 Gent
IV.69 M BEELAERT, André B.B. 02-11-1912 Drongen
II.7 V MARTENS, Maria C.J. 15-02-1812 Hansbeke 02-05-1812 Hansbeke
II.8 M MARTENS, Joannes Francies 03-02-1814 Hansbeke 19-03-1867 Hansbeke
II.9 V Van NIEUWENHUYSE, Maria P.11-10-1811 Oostakker 03-05-1886 Hansbeke
Bijlage 5.4 Generatie X in het parenteel van Stoffel Martens
Generatiegenoten van Petrus-Francies Martens (1810-1900)
X.1 M MOENS, Lieven-Bernard 1811 Wondelgem 10-04-1867 Hansbeke
X.2 V Van NIEUWENHUYSE, J.M. 1808 Oostakker 30-06-1878 Hansbeke
X.3 M ONGENA, Louis
X.4 V MOENS, Sophie Wondelgem
X.5 M De GROOTE, Pieter
X.6 V MOENS, Isabella Wondelgem
X.7 M De SCHUYTER, Pieter Josef 12-05-1811 Hansbeke 01-04-1885 Hansbeke
X.8 V MARTENS, Eugenie 18-03-1808 Hansbeke 14-08-1845 Hansbeke
X.9 V MARTENS, Regina 08-03-1809 Hansbeke 18-08-1850 Hansbeke
X.10 M MARTENS, Petrus-Francies 04-03-1810 Hansbeke 30-01-1900 Hansbeke
X.11 V Van Der PLAETSE, D.C. 06-09-1831 Nevele 13-07-1859 Hansbeke
X.12 V CODDENS, Eugenie 29-09-1836 Bellem 18-10-1898 Hansbeke
X.13 V MARTENS, Maria C.J. 15-02-1812 Hansbeke 02-05-1812 Hansbeke
X.14 M MARTENS, Joannes Francies 03-02-1814 Hansbeke 19-03-1867 Hansbeke
X.15 V Van NIEUWENHUYSE, Maria P.11-10-1811 Oostakker03-05-1886 Hansbeke
X.16 V Vander VENNET, Joanna C. 04-11-1776 Hansbeke 22-11-1776 Hansbeke
X.17 V Vander VENNET, Maria Rosa 28-11-1777 Hansbeke 24-11-1859 Hansbeke
X.18 M Vander VENNET, Petrus 1780 Hansbeke 24-05-1788 Hansbeke
X.19 M Vander VENNET, Carolus F. 21-01-1784 Hansbeke 23-08-1831 Hansbeke
X.20 M Vander VENNET, Jan Baptist30-06-1786 Hansbeke 09-06-1788 Hansbeke
X.21 V Vander VENNET, Anna C. 17-12-1788 Hansbeke 16-10-1794 Hansbeke
X.22 M MARTENS, Carolus F. 27-06-1777 Hansbeke 10-03-1791 Hansbeke
X.23 M MARTENS, Petrus Franciscus15-12-1778 Hansbeke 17-03-1852 Merendree
X.24 V MARTENS, Carolina 30-06-1781 Hansbeke 07-07-1817 Bellem
X.25 V MARTENS, Joanne Maria 06-01-1783 Hansbeke 11-01-1783 Hansbeke
X.27 M MARTENS, Joannes 09-12-1784 Hansbeke 01-12-1785 Hansbeke
X.28 M LAMBRECHT, Judocus 04-03-1779 Hansbeke 17-09-1843 Hansbeke
X.29 V MARTENS, Maria Anna 23-10-1786 Hansbeke 21-03-1860 Merendree
X.30 M MARTENS, Judocus F. 30-11-1788 Hansbeke 24-01-1846 Merendree
X.31 M MARTENS, Regina 08-08-1790 Hansbeke 11-05-1873 Merendree
X.32 V MARTENS, Monica 27-10-1792 Hansbeke 30-05-1862 Merendree
X.33 M MAENHOUT, Gerardus F. 05-08-1787 Hansbeke 12-10-1863 Hansbeke
X.34 V MAENHOUT, Maria Anna 07-07-1786 Hansbeke 13-12-1863 Hansbeke
X.35 M MAENHOUT, Petrus Joannes 29-10-1787 Hansbeke 18-11-1846 Hansbeke
X.36 V MAENHOUT, Anna Catharina 28-03-1790 Hansbeke 03-01-1791 Hansbeke
X.37 M HANSSENS, Augustinus 10-07-1792 Nevele 07-01-1887 Hansbeke
X.38 V MAENHOUT, Carola 15-12-1791 Hansbeke 12-02-1861 Nevele
X.39 V MAENHOUT, Maria Theresia 24-09-1793 Hansbeke
X.40 M HALLAERT, Karel 28-08-1786 Aalter
X.41 V HALLAERT, Maria Theresia 18-01-1788 Aalter
X.42 V HALLAERT, Regina 06-02-1790 Aalter 08-02-1790 Aalter
X.43 M CACKAERT, Joannes 17-08-1789 Nevele 17-08-1789 Nevele
X.44 V VISIOEN, Rosa
X.45 V VISIOEN, Anne Marie
X.46 V MESTDAGH, Joanna Theresia 22-12-1776 Jabbeke
X.47 M MESTDAGH, Hieronymus 05-03-1779 Jabbeke 05-05-1780 Jabbeke
X.48 M MESTDAGH, Joannes B. 17-03-1782 Jabbeke 23-04-1782 Jabbeke
X.49 MESTDAGH, x 09-06-1784 Jabbeke 09-06-1784 Jabbeke
X.50 M MESTDAGH, Pieter Jacobus 03-09-1785 Jabbeke
X.51 V MESTDAGH, Monica 23-12-1787 Jabbeke 13-01-1790 Jabbeke
X.52 M MESTDAGH, Philippus 20-10-1789 Jabbeke 05-03-1809 Jabbeke
X.53 V MESTDAGH, Regina Charles 1795 Jabbeke 20-10-1815 Jabbeke
X.54 V De ROO, Anna Maria 25-01-1789 Jabbeke
X.55 V De ROO, Isabella 03-05-1791 Jabbeke
X.56 V De ROO, Sophia Theresia 07-10-1798 Jabbeke
X.57 M De ROO, Franciscus 1801
X.58 V De ROO, Colette 26-01-1809 Jabbeke 24-10-1835 Jabbeke
X.59 V KERCKAERT, Maria Theresia 15-02-1787 Jabbeke 07-03-1842 Jabbeke
X.60 V KERCKAERT, Regina 20-03-1789 Jabbeke 13-09-1790 Jabbeke
X.61 V KERCKAERT, Barbara 06-03-1791 Jabbeke
X.62 M KERCKAERT, Casimarus 16-09-1797 Jabbeke
X.63 V KERCKAERT, Monica 24-12-1799 Jabbeke
X.64 V KERCKAERT, Anna 11-01-1802 Jabbeke
X.65 M KERCKAERT, Emmanuel 28-11-1803 Jabbeke
X.66 M KERCKAERT, Jacques 28-03-1807 Jabbeke
X.67 M MARTENS, Angelus 23-04-1837 Ursel 29-10-1912 Aalter
X.68 V SAEY, Sophia 06-07-1837 Knesselare25-01-1916 Assenede
X.69 Van VYNCKT, x 16-07-1821 Bellem 16-07-1821 Bellem
X.70 M Van VYNCKT, Serafien A. 14-09-1822 Bellem 05-03-1890 Hansbeke
X.71 M Van VYNCKT, Edwardus 24-04-1824 Bellem 02-06-1890 Bellem
X.72 V Van VYNCKT, Maria Paulina 04-08-1827 Bellem 28-08-1915 Bellem
Bijlage 5.5 Akte van voorouderlijke verdeling van onroerende goederen
van Petrus Martens op 14 september 1893 (notaris Timon De Seille)
Voor meester Timon Pierre Marie Richard De Seille, notaris ter verblijfplaats van Hansbeke kanton Nevele, arrondissement Gent,
Zijn verschenen :
1° Mijnheer Petrus Martens en zijn echtgenoote dame Eugenia Coddens, die hij ten einde dezer bijstaat en bemachtigt, beide landbouwers en eigenaars samen wonende te Hansbeke, getrouwd onder het beheer der gemeenschap van aanwinsten, zoo blijkt bij hun huwelijkskontrakt, verleden voor den notaris Van Waesberghe te Gent den tienden Januari achttien honderd vier en zestig, partijen ter eenere ;
2° Dame Maria Martens en haar echtgenoot die haar bijstaat en bemachtigt, mijnheer Emiel Hanssens, bijzondere zonder beroep en grondeigenaars samen wonende te Hansbeke ;
3° Mijnheer Joannes Martens koopman en herbergier wonende te Hansbeke ;
4° Dame Emma Martens en haar echtgenoot die haar bijstaat en bemachtigt mijnheer Henri Sierens, brouwers samen wonend te Nevele ;
5° Bovengenoemde heer Henri Sierens alhier nog handelende als gevolmachtigde over mijnheer Emiel Martens, bijzondere zonder beroep wonende te Hansbeke, thans verblijvende in Amerika, krachtens volmacht in minuut verleden voor ons werkenden notaris den vier en twintigsten november achttienhonderd twee en negentig, waarvan een afschrift aan deze zal gevoegd blijven.
en 6° de heer Eduard Coddens bijzonderen zonder beroep wonende te Hansbeke, alhier handelende als bijzondere voogd ad hoc over de minderjarige kinderen van genaemden heer Petrus Martens en vrouw Eugenia Coddens te weten : a) Charles Martens, b) Irma Martens en c) René Martens, daartoe aangesteld bij familieraad gehouden onder voorzitterschap van na te noemen heer vrederechter, partijen ten andere zijde ;
Ten overstaan van den heer Ernest Haus vrederechter des kantons Nevele, bijgestaan van zijnen griffier mijnheer Emiel Dierick beide wonende te Nevele,
Welke partijen ter eenere zijde, namentlijk mijnheer Petrus Martens en dame Eugenie Coddens, willende de voldoening hebben hunne onroerende goederen tusschen hunne bovengenoemde kinderen, en ten hunnen genoegen en volgens hunne wederzijdsche belangen, geschiktheid en overeenstemming zelve te verdeelen hebben door deze akte die goederen bij gift onder levenden onwederroepelijk geschonken en toebedeeld aan zelfde kinderen volgens artikel duizend vijf en zeventig en volgende van het burgerlijk wetboek.
Om den stand zijner kinderen te vergemakkelijken of te verzekeren heeft de komparant mijnheer Petrus Martens, gebruik makende van artikel veertien honderd twee en twintig van het burgerlijk wetboek, verklaard bij zijne eigene onroerende goederen die te willen voegen der huwelijksgemeenschap die bestaat tusschen hem en zijne genoemde echtgenoote, om van al die onroerende goederen maar eene en zelfde massa te vormen.
De partijen ten andere zijde, kinderen Martens of hunne wettelijke vertegenwoordigers, handelend in hunne hoedanigheden en bijgestaan en bemachtigd zooals voorzeid, verklaren deze voorouderlijke verdeling bij gift onder levenden aan te nemen en elk zijnen na aangewezen kavel met dank te aanveerden.
Alhoewel bovengemelde giften onder levenden alhier in naam der genoemde minderjarigen door hunnen bijzonderen voogd ad hoc voornoemd aanvaard worden, verklaart nogthans voor zooveel nodig de vader mijnheer Petrus Martens bij deze nog uitdrukkelijk de giften onder levenden hierboven gedaan door zijne echtgenote dame Eugenia Coddens aan hunne genoemde kinderen Charles, Irma en René nog minderjarig, in hunnen naam te aanvaarden krachten artikel negenhonderd vijf en dertig van het burgerlijk wetboek. En wederkeerlijk verklaart vrouw Eugenia Coddens onder bemachtiging van haren echtgenoot de bovengemelde giften door dezen gedaan aan genoemde minderjarige kinderen Martens in hunnen naam met dank te aanveerden.
Daarna hebben partijen ter eener zijde ons notaris aanzocht de geschonkene te verdeelen onroerende goederen te beschrijven, de eigendomsbewijzen ervan vast te stellen, de kavels te vormen en de toebedeeling ervan te willen doen alles naar hun verlangen.
Waaraan voldaan is als volgt :
Beschrijving der te verdeelen goederen
Eigene goederen van mijnheer Petrus Martens
Gemeente Hansbeke
Artikel Een
Eene partij land te Hansbeke, genaamd:den potstake gekend bij kadastraal plan sektie B. nummer 909b groot zes en veertig aren.
Artikel Twee
Eene partij land te Hansbeke, genaamd:Jan van Hullens stuk sektie B. nummer 921 groot een hectare een en zestig aren veertig centiaren.
Artikel Drij
Eene partij land te Hansbeke, genaamd:den Potstake sektie B nummer 915 groot een hectare twintig aren vijftig centiaren.
Artikel Vier
Eene partij zaailand te Hansbeke genaamd:het Egypteken sektie B. nummer 934 groot vier en dertig aren.
Artikel Vijf
Eene partij land te Hansbeke sektie B. nummer 933 groot twee en vijftig aren dertig centiaren.
Artikel Zes
Eene partij land te Hansbeke genaamd:het stuk met veel hoeken sektie B nummer 936 groot drij en zeventig aren negentig centiaren.
Artikel Zeven
Eene partij zaailand te Hansbeke genaamd:het Rostraatje sektie A. nummer 1485 groot vier en veertig aren tachtig centiaren.
Artikel acht
Eene partij zaailand te Hansbeke, genaamd:het stuk voor t hof sektie A. nummer 1375 groot vijftig aren dertig centiaren.
Artikel negen
Eene voorname hofstede bestaande in woonhuis, schuur, stallingen en verdere afhangens gestaan en gelegen te Hansbeke, gekend ten kadaster sektie A. nummers 1371,1372,1373 en 1374 groot onder bebouwden grond boomgaard en tuin vijf en zestig aren dertig centiaren.
Artikel Tien
Eene partij zaailand te Hansbeke genaamd:het stuk achter thuis sektie A. nummer 1370 groot een hectare vijftig aren negentig centiaren.
Artikel Elf
Eene partij land te Hansbeke genaamd:het Heerstuk sektie A. nummer 1361 groot drij en vijftig centiaren.
Artikel Twaalf
Eene partij zaailand te Hansbeke genaamd:den Kouter sektie A. nummer 1377 groot twee hectaren vijf en veertig aren.
Artikel Dertien
Eene partij zaailand te Hansbeke genaamd:den hoogen Bulj sektie A. nummer 1380 groot zes en tachtig aren tachtig centiaren.
Artikel veertien
Eene partij land te Hansbeke genaamd:den Binnelare sektie A. nummers 1043 en 1044 groot negen en vijftig aren tien centiaren.
Artikel vijftien
Eene partij zaailand te Hansbeke genaamd:het Leen sektie A. nummer 1041 en 1049 groot drij en zeventig aren vijftig centiaren.
Artikel zestien
Een langwerpig partijken zaailand te Hansbeke genaamd:den Kleinen tuin sektie A. nummer 1051 groot vier en twintig aren tien centiaren.
Artikel zeventien
Eene hofstede bestaande in woonhuis, schuur, stallingen en afhangens te Hansbeke op het klein Kauterken sektie A. nummers 1053,1054,1055,1056,1057 en 1058a samen groot met dan slag gelegen ten zuiden en alhier geheel medegaande vijf en vijftig aren dertig centiaren, thans gekend op t Kadaster sektie A. nummers 1055a,1057a,1057b en 1058b.
Artikel achttien
Eene partij zaailand genaamd:den tuinkouter gelegen te Hansbeke sektie A. nummer 1088a groot een hectare zeventig aren tachtig centiaren, vroeger gekend op t kadaster sektie A. deel van nummer 1085, deel van nummer 1086 en nummer 1088.
Artikel negentien
Eene partij zaailand genaamd:de Doornhage gelegen te Hansbeke sektie A. nummer 1200 groot een hectare vijf aren zeventig centiaren.
Bovenbeschreven goederen zijn aan den Komparant mijnheer Petrus Martens toegekomen bij akte verkaveling der onroerende goederen afhangende van de nalatenschappen zijner overleden ouders, verleden voor den notaris Van Doorne te Poucques den acht en twintigsten Oktober achtien honderd vijftig.
Artikel twintig
Eene partij land genaamd:de kleine Kapel gelegen te Hansbeke sektie B nummers 1130b,1131 en 1132 groot vijf en zestig aren zestien centiaren volgens titel en zes en zestig aren zestig volgens Kadaster.
Artikel Een en twintig
Eene partij zaailand genaamd:Den Doorn te Hansbeke sektie B nummer 1130 groot een hectare een are vijftig centiaren.
De goederen beschreven onder artikels twintig en een en twintig zijn door den komparant mijnheer Petrus Martens aangekocht jegens zijn medegerechtigde Marie Anna Martens en andere bij proces-verbaal van openbare verkooping verleden voor meester Blomme notaris te Lovendegem den acht en twintigsten Maart achttien honderd negen en vijftig.
Artikel twee en twintig
Eene partij zaailand genaamd:de Stoverkens gelegen te Hansbeke wijk Ro, sektie B. nummer 1174 groot zes en vijftig aren tien centiaren.
Deze partij land is aan den heer Petrus Martens toegekomen bij akte verdeeling tusschen hem en zijnen broeder mijnheer Jan francies Martens, verleden voor den notaris Blomme te Nevele den zestienden Oktober achttien honderd een en zestig.
Artikel drij en twintig
Eene partij zaailand gelegen te Hansbeke sektie A. nummer 1362, groot een en dertig aren tien centiaren.
Artikel vier en twintig
Eene partij zaailand gelegen te Hansbeke sektie A. nummer 1357 groot zestig aren vijftig centiaren.
Artikel vijf en twintig invoeging
Eene partij zaailand te Hansbeke sektie A. nummer 1360 groot vier en tachtig aren tien centiaren. Artikel vijf en twintig.goedgekeurde verzending (parafen)
De goederen beschreven onder artikels drij en twintig, vier en twintig en vijf en twintig zijn door den heer Petrus Martens aangekocht jegens den heer Ludovicus Onghena-Moens te Oostakker bij koopakte verleden voor den notaris De Backere te Gent den een en dertigsten Januari achtienhonderd twee en zestig.
Artikel zes en twintig
Een schoon en groot woonhuis met stalling en erf te Hansbeke bij de statie, sektie A. nummers 1307b,1308c samen groot zes aren zestig centiaren.
Artikel zeven en twintig
Eene partij zaailand gelegen te Hansbeke, Kluize, sektie B. nummer 916a groot vijftien aren zeventien centiaren.
De goederen beschreven onder artikels zes en twintig en zeven en twintig zijn door den heer Petrus Martens, gedurende huwelijk met zijne genoemde echtgenote, aangekocht jegens de kinders Onghena, bij koopakte verleden voor den notaris Buysse te Oostwinkel den zestienden Maart achttien honderd zeven en zestig.
Artikel acht en twintig
Eene partij zaailand te Hansbeke, genaamd:de Doornhage sektie A. nummer 1199 groot zes en vijftig aren vijftig centiaren.
Artikel negen en twintig
Eene perceelken land te Hansbeke sektie A. nummer 1201 groot drij aren twintig centiaren.
De goederen beschreven onder artikels acht en twintig en negen en twintig zijn door den gever mijnheer Petrus Martens aangekocht bij akte onder handteeken in dato achtsten mei achttienhonderd een en vijftig, jegens de kinderen van Overwaele te Hansbeke, geregistreerd als volgt:
Enregistré à Deynze le quatorze mai 1800 cinquante un, deux rôles sans renvoi, vol. 30 folio 79 v° C 1re et suivantes. Reçu un franc soixante cinq centimes pour droit de Bail, cent quarante francs pour droit de vente et trente et un francs soixante dix centimes pour 30% additionels faisant ensemble cent trente sept francs trente cinq centimes. Le redeveur signé Colson.
Gemeente Aalter
Artikel Dertig
Een perceel land te Aalter, tegen de Weststraat, sektie A. nummer 569 groot vijf en twintig aren tachtig centiaren.
Artikel Een en dertig
Een perceel land te Aalter sektie A. nummer 570 groot zeven en zestig aren dertig centiaren.
De twee percelen land beschreven onder artikels dertig en een en dertig zijn den heer Komparant Petrus Martens toegekomen bij proces-verbaal van openbare veiling der onroerende goederen afhangende der nalatenschap van Marie Therese Hallaert in leven landbouwster te Aalter, gehouden door den notaris Goeminne te Aalter den achttienden Juni achttien honderd twee en zeventig, in welke goederen de gever medegerechtigd was.
Gemeente Hansbeke
De helft van:
Artikel twee en dertig
Eene schone welgelegene hofstede genaamd:het goed ter Elst met woonhuis, schuur, stallingen, wagenhuis, ovenbuur, verdere gerieven, boomgaard, tuin, land en dreve gestaan en gelegen te Hansbeke en aldaar bekend bij kadastraal plan sektie B. nummers 887a,904,905,906,907 en 908 samen groot een hectare drij en dertig aren zestig centiaren.
5.4.1 Afstammelingen van andere stamlijnen Martens en aanverwanten uit vorige eeuwen
Afstammelingen van Jacobus Martens(1687-1767) zv Joannes
Jacobus, zoon van Joannes en Janneken Maenhout, was de jongere broer van Judocus Martens. Jacobus huwde met de 22 jaar jongere Joanna Ledeganck uit Ursel maar bleef te Bellem wonen. In stam Martens, Jg 2, nr 4, 1971 schetst Albert Martens een verwantschapstafel waarin een parallel getrokken wordt tussen de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van beide broers tot enerzijds Petrus en anderzijds Angelus, tot bij het begin van de XXe eeuw.
Joannes Martens x Joanna Maenhout
(1656-1729)
Judocus Martens x Pieternella Lamme Jacobus Martens x Joanna Ledeganck
Angelus Martens was, zoals zijn tijdgenoot Petrus Martens, een betachterkleinzoon van Joannes Martens(1656-1729) en Janneken Maenhout. Angelus, in de volksmond Jantje genoemd, werd te Ursel geboren op 23 april 1837 als voorlaatste kind uit een gezin van zeven. Zijn vader Jan Francies die te Ursel huwde op 16 juni 1824 en er landbouwer was, verhuisde omstreeks 1840 naar Aalter waar hij stierf op 10 october 1846, in de wijk Hulhoek.
Op 24 april 1872 huwde de 35-jarige Angelus te Aalter met de eveneens 35-jarige Sophie Saey, dochter van Francies en Amelia Giese, landslieden te Knesselare, Westvoorde. Uit dit huwelijk werden 3 kinderen geboren : Elisa Maria, August en Theophiel. Het echtpaar bewoonde verschillende jaren een eigen hofstede in de Weststraat te Aalter en vestigde zich later op een erf in de wijk Marquette te Bellem.
Hun dochter Elisa Martens werd te Aalter geboren op 8 maart 1873 en huwde er op 6 december 1893 met Jules Boute(°Aalter 5-8-1858, + Aalter 12-4-1934), zoon van Victor, schipper, en Euphemia Claeys, en stierf te Aalter op 16 augustus 1938. Met Jules Boute bewoonde zij een hofstede in de Kattewijk te Aalter. Daar stierf ook vader Angelus Martens op 29 october 1912. Zijn weduwe Sophie Saey overleed op 25 januari 1916 in het klooster, Leegstraat te Assenede.
Personen in parenteel van Victor BOUTE , schoonvader van Elisa MARTENS
I.1 M BOUTE, Victor
I.2 V CLAEYS, Euphemia
II.1 M BOUTE, Jules 05-08-1858 Aalter 12-04-1934 Aalter
II.2 V MARTENS, Elisa Maria 08-03-1873 Aalter 16-08-1938 Aalter
III.2 V BOUTE, Helena Celesta13-03-1893 Aalter 05-12-1939 Oostrozebeke
III.1 M COTTIGNIE, Julien 10-04-1891 Oostrozebeke
IV.1 M COTTIGNIE, Noël 23-12-1923 Oostrozebeke
IV.2 V SEVENOO, Anita 30-03-1932 Roeselare
V.1 M COTTIGNIE, Kristian 10-11-1956 Kortrijk
V.2 V COTTIGNIE, Lieve 20-02-1959 Kortrijk
V.3 M COTTIGNIE, Jan 10-11-1962 Kortrijk
IV.3 M COTTIGNIE, José 27-03-1926 Oostrozebeke
IV.4 V HEECKHOUT, Rosa 15-01-1928 Oostrozebeke
V.4 M COTTIGNIE, Patrick 17-01-1960 Kortrijk
V.5 M COTTIGNIE, Luc 19-04-1961 Kortrijk
IV.6 V COTTIGNIE, Rolanda 10-12-1929 Oostrozebeke
IV.5 M HEECKHOUT, Frans 11-08-1930 Oostrozebeke
V.6 M HEECKHOUT, Frank 07-09-1962 Kortrijk
V.7 V HEECKHOUT, Koen 20-05-1964 Kortrijk
III.3 M BOUTE, René 07-10-1894 Aalter 12-10-1894 Aalter
III.4 V BOUTE, Martha Margar. 03-11-1897 Aalter 27-07-1899 Aalter
III.6 V BOUTE, Maria 11-06-1900 Aalter
III.5 M De REVIERE, René 10-06-1892 Aalter
IV.7 M De REVIERE, Jules Emile18-11-1939 Aalter
III.7 V BOUTE, Angelique 21-11-1902 Aalter 18-03-1903 Aalter
III.8 M BOUTE, Emiel 29-08-1906 Aalter
Van de 6 kinderen van Elisa Martens, allen geboren te Aalter, zijn er slechts 2 gehuwd. René stierf na 5 dagen, Martha na 19 maanden, Angelique na 4 maanden en Emiel bleef vrijgezel. De oudste dochter Helena Boute werd verpleegster en heeft zich tijdens de eerste wereldoorlog verdienstelijk gemaakt aan het front, bij de verpleging van gekwetste soldaten. Na haar huwelijk op 24 januari 1923 met Julien Cottignie, zoon van Kamiel en Rosalie Wyssels, vestigde zij zich te Oostrozebeke waar 3 kinderen geboren werden. Noël werd goudsmid, José was beroepsmilitair en Rolanda huwde met een accountant.
De zonen van Angelus Martens, August(°Aalter 14-8-1876) en Theophiel Martens(°Aalter 21-1-1879),zijn zoals vele Vlamingen bij het begin van de XXe eeuw uitgeweken naar Amerika, vermoedelijk naar Rock Island, Illinois. August zou ongehuwd gebleven zijn en Theophiel is vermoedelijk gehuwd, maar het is niet gekend of hij kinderen heeft nagelaten. Opzoekingen in de immigratie-archieven van Ellis Island(New-York) geven geen aanwijzingen voor August Martens, tenzij van een 32-jarige ongehuwde Vlaming August Martens die op 30 juni 1909 per boot zou aangekomen zijn uit Southampton. Voor Theophiel Martens zijn twee vermeldingen die op hem kunnen betrekking hebben, beide betreffende een in 1879 geboren Vlaming die uit Antwerpen vertrokken is. Enerzijds is er op 17 mei 1901 de aankomst van een 22-jarige Theophiel Martens uit Bellem en anderzijds is er op 5 februari 1902 een aankomst van een 23-jarige Theophiel Martens uit Aeltre. Verder is er op 10 juni 1913 nog een aankomst van Theophiel Martens, 36 jaar en ongehuwd, die voordien evenwel reeds in Mishawaka, Indiana woonde. Het kan wel degelijk over dezelfde persoon gaan, temeer andere leden van de familie Martens zich in Mishawaka gevestigd hebben. Mogelijks zijn er dus in Amerika nog afstammelingen van Angelus die de familienaam Martens dragen.
Afstammelingen van de familie Ledeganck
De hierboven geschetste Jan Francies Martens, zijn zoon Angelus en zijn kleinkinderen Elisa , August en Theophiel Martens zijn XIXe eeuwse afstammelingen uit het huwelijk tussen Jacobus Martens en Joanna Ledeganck, kleindochter van Guille Ledeganck.
In bijlage 4.3 werden ook de andere lijnen Ledeganck die doorlopen tot de XIXe eeuw uitgetekend. Francies Martens, zoon uit het tweede huwelijk van stamvader Judocus Martens met Maria Ledeganck, oudere zus van Joanna, kreeg meerdere kinderen uit zijn tweede huwelijk met Anna Steelandt. Vier van hun kinderen leefden tot het begin van de XIXe eeuw: Isabella Martens(+Jabbeke 1823) en haar man Joannes Mestdagh(+Snellegem 1808), Anna Martens(+Jabbeke 1814) en haar man Ignace De Roo(+ Jabbeke 1831), Joanna Martens(+Jabbeke 1828) en haar echtgenoot Emmanuel Kerckaert(+Jabbeke 1836) en Joannes Martens(+ Oudenburg 1807). Meer dan 10 kleinkinderen met de namen Mestdagh, De Roo en Kerckaert leefden eveneens doorheen de XIXe eeuw.
Naast deze twee kleindochters van Guille Ledeganck die met de stam Martens afstammelingen kregen, is er de lijn van de kleinzoon Jan Baptist Ledeganck met 3 generaties in de XIXe eeuw: Pieter(+Adegem 1804) en zijn vrouw Judoca Lippens(+Adegem 1804), Jan(+Adegem 1839) en zijn vrouw Joanna Coddens(+Eeklo 1836) en uiteindelijk Karel Lodewijk Ledeganck(+Gent 1847), zijn echtgenote Virgina De Hoon(+ Gent 1890) met hun zoon Herman en dochter Clara.
5.5.2 Voorouders uit families verwant aan de familie Martens in XXe eeuw
Aangetrouwde families van kinderen Petrus(1810-1900) en Eugenie Coddens
Familie Van Vynckt-Martens
Personen in parenteel van Pieter Franciscus Van VYNCKT, grootvader van Serafien
I.1 M Van VYNCKT, Pieter Franciscus
I.2 V MARTENS, Maria Catharina xx-xx-1747
II.1 M Van VYNCKT, Carolus Franc. 23-10-1776 Bellem 29-05-1863 Bellem
II.2 V MARTENS, Carolina 30-06-1781 Hansbeke 07-07-1817 Bellem
III.1 V Van VYNCKT, Regina 11-12-1806 Bellem
III.2 V Van VYNCKT, Maria Theresia27-01-1808 Bellem 16-10-1884 Hansbeke
III.3 V Van VYNCKT, Amelia 24-04-1809 Bellem 13-07-1816 Bellem
III.4 V Van VYNCKT, Rosalia 23-02-1811 Bellem 24-10-1875 Hansbeke
III.5 M Van VYNCKT, Carolus Livin.08-06-1813 Bellem 06-04-1894 Hansbeke
III.6 M Van VYNCKT, Petrus 12-09-1814 Bellem 05-12-1814 Bellem
III.7 M Van VYNCKT, xxx 21-11-1815 Bellem 21-11-1815 Bellem
III.8 V Van VYNCKT, Eugenie 04-07-1817 Bellem 22-07-1817 Bellem
II.3 V LIPPENS, Theresia 1785 Ursel 11-08-1865 Bellem
III.9 Van VYNCKT, xxx 16-07-1821 Bellem 16-07-1821 Bellem
III.10 M Van VYNCKT, Serafien A. 14-09-1822 Bellem 05-03-1890 Hansbeke
III.11 V MARTENS, Maria P.P. 29-04-1864 Hansbeke 05-12-1950 Hansbeke
IV.1 M Van VYNCKT, René 07-07-1884 Hansbeke 14-04-1949 Gent
IV.2 V CLAERHOUT, Louise 17-05-1889 Lotenhulle06-10-1961 Gent
IV.3 M Van VYNCKT, Charles 09-05-1886 Hansbeke 03-11-1973 Hansbeke
III.12 M Van VYNCKT, Edwardus 24-04-1824 Bellem 02-06-1890 Bellem
III.13 V Van VYNCKT, Maria Paulina04-08-1827 Bellem 28-08-1915 Bellem
In dit parenteel duikt de meervoudige verwantschap tussen de families Martens en Van Vynckt duidelijk op. Pieter Van Vynckt huwde met Maria Catharina Martens, dochter van Carolus en Marie Anna Steyaert. Hun zoon Carolus Van Vynckt trouwde te Hansbeke op 13 augustus 1806 met Carolina Martens, dochter van Jacobus Martens en Livina Maenhout. Hun dochter Regina is ingetreden in het begijnhof St Trudo te Brugge. De tweede dochter Maria Theresia en de vierde dochter Rosalia bleven ongehuwd en de derde dochter Amelia overleed toen zij slechts 7 jaar was. Ook Carolus bleef ongehuwd en werd 80 jaar oud.De drie laatste kinderen overleden bij de geboorte of na enkele dagen. Carolina stierf in het kraambed te Bellem twee dagen na de geboorte van haar dochtertje Eugenie. Ondanks de geboorte van 5 kinderen, is deze familietak uitgestorven.
Carolus Van Vynckt hertrouwde te Bellem op 20 juli 1820 met Theresia Lippens uit Ursel. Zij kreeg 4 kinderen. Het eerste kind werd dood geboren,terwijl Edward en Maria Paulina ongehuwd bleven. Serafien huwde met Maria Martens, oudste dochter van Petrus-Francies Martens en uit dat huwelijk was het enkel de oudste zoon René die afstammelingen kreeg.
Wellicht is er eveneens een verwantschap met de familie Bernard Van Vynckt en Melanie Coopman, die na Joannes Martens-Van Nieuwenhuyse en voor Emiel Martens-Mestdagh Goed ter Elst hebben bewoond. In 1886, na het overlijden van Joannes Martens en Maria Van Nieuwenhuyse, was Serafien Van Vynckt immers samen met Petrus Martens mede-eigenaar geworden van Goed ter Elst, dat nadien verpacht werd aan Bernard Van Vynckt. Tijdens de XXe eeuw ontstaat nog een verwantschap doordat Polydoor Van Vynckt, zoon van Bernard, huwt met Marie Melanie Mestdagh, zus van Emma Mestdagh die in 1901 in het huwelijk trad met Emiel Martens.
Guilliame Martens x Joanna Steyaert
(°1628)
Joanna Maenhout 1x Joannes Martens 2x Joanna De Vlieghere
(°1656)
Petronilla Lamme x Judocus MartensCarolus Martens x Maria Anna Steyaert
(°1686) (°1704)
Maria De Brauwer x Joannes Martens (°1719)
M Sutterman xCarel Martens Jacob Martens xL Maenhout M. Martens x Pieter Van Vynckt
(°1766) (°1748) (°1747)
Eugen. Coddens xPetrus Martens Carolina Martens1xCarolus Van Vynckt2xTheresia Lippens
(° 1810) (°1781)
Maria Ph Martens x Serafien Van Vynckt
(°1864) (°1822)
Charles Van VyncktRené Van Vynckt x Louise Claerhout
(°1886) (°1884)
Bovenstaand schema, over de periode 1628-1886, toont dat Guilliame Martens en Joanna Steyaert voorouders waren van zowel Maria Martens als van haar man Serafien Van Vynckt. Judocus Martens is een betovergrootvader van Maria Martens en zijn halfbroer Carolus is een overgrootvader van Serafien Van Vynckt. Verder is Carel Martens grootvader van Maria Ph Martens en is zijn broer Jacob Martens schoonvader van Carolus Van Vynckt. Carolina Martens is niet enkel een tante van Maria Martens maar ook moeder van de kinderen uit het eerste huwelijk van de vader van Serafien, dus moeder van Serafien zijn halfbroers en halfzussen.
Maria Ph Martens en de afstammelingen uit haar eerste huwelijk met Serafien Van Vynckt worden besproken bij de XXe eeuw. Aan de hand van het parenteel van Pieter Van Vynckt wordt de volledige XIXe eeuw overbrugd door 4 generaties: Carolus Van Vynckt uit Bellem en zijn echtgenotes Carolina Martens uit Hansbeke en Theresia Lippens uit Ursel maken de overgang van de XVIIe naar de XIXe eeuw mee en sterven alle drie te Bellem. De 8 kinderen uit het eerste huwelijk en de 5 kinderen uit het tweede huwelijk van Carolus Van Vynckt worden te Bellem geboren in het eerste kwart van de XIXe eeuw en overlijden voor het einde van de XIXe of het begin van de XXe eeuw. Serafien Van Vynckt overleed in 1890, toen zijn schoonvader Petrus Martens nog leefde. Langs Maria Martens, die slechts 26 jaar oud was wanneer haar eerste man overleed, ging de erfenis van de families Van Vynckt en Lippens tijdens de XXe eeuw over op haar kinderen René en Charles Van Vynckt, en vervolgens op de kinderen van René.
Familie Hanssens-Maenhout
Personen in parenteel van Josefus HANSSENS, overgrootvader van Emiel en van Maria Virginia Hanssens
I.1 M HANSSENS, Josefus
I.2 V Van RENTERGEM, Joanna C.
II.1 M HANSSENS, Augustinus 10-07-1792 Nevele 07-01-1887 Hansbeke
II.2 V MAENHOUT, Carola 15-12-1791 Hansbeke 12-02-1861 Nevele
III.1 M HANSSENS, Edwardus 13-06-1826 Nevele voor 1830
III.2 M HANSSENS, Carolus L. 04-07-1827 Nevele 11-01-1916 Hansbeke
III.3 M HANSSENS, Bruno 10-12-1828 Nevele 21-07-1864 Hansbeke
III.4 V HEYDE, Rosalie 13-01-1825 Hansbeke 01-04-1897 Hansbeke
IV.1 M HANSSENS, Cornelius 09-04-1860 Hansbeke 05-08-1864 Hansbeke
IV.2 M HANSSENS, Emiel 12-12-1862 Hansbeke 08-04-1909 Hansbeke
IV.3 V MARTENS, Maria P.P. 29-04-1864 Hansbeke 05-12-1950 Hansbeke
IV.4 V HANSSENS, Virginia T. 16-01-1864 Hansbeke 13-07-1864 Hansbeke
III.5 M HANSSENS, Edwardus F. 17-09-1830 Nevele 10-08-1889 Nevele
III.6 V Van HEULE, Clementina 26-10-1838 Nevele
IV.6 V HANSSENS, Maria Virginia 19-01-1880 Nevele 14-10-1913
IV.5 M De WAELE, Charel 16-11-1872 Poesele 09-01-1938 Nevele
IV.7 M HANSSENS, Kamiel 1870 Nevele
IV.8 V BONAMIE, Emma 1873 Hansbeke
IV.9 M HANSSENS, Jan
IV.10 V VERRIJSSEL,
IV.11 V MAENHOUT, x
IV.13 V HANSSENS, x
IV.12 M LOONTJENS, Hildefons
IV.15 V HANSSENS, x
IV.14 M De SMET, Theoduul
IV.17 V HANSSENS, Marie-Elodie
IV.16 M VERHELST, Adolf
III.8 V HANSSENS, Maria Virginie 20-09-1832 Nevele
III.7 M VEREECKEN, Jan Baptist 26-07-1810 Evergem
III.9 M HANSSENS, Petrus 24-09- Hansbeke
De ouders en grootouders van Emiel Hanssens, tweede echtgenoot van Maria Martens, hebben de XIXe eeuw overbrugd. Uit het huwelijk van August Hanssens met Carola Maenhout werden te Nevele 5 zonen en 4 dochters geboren. Uit het huwelijk van hun zoon Bruno met Rosalie Heyde, dochter van Karel Francies en Carolina Willems, op 4 mei 1859 te Hansbeke, werden een zoon en een dochter geboren die overleden als peuter zodat hun overlevende zoon Emiel Hanssens , die met Maria Martens huwde, de enige erfgenaam werd. Emiel Hanssens en Maria Martens maakten de brug van de XIXe naar de XXe eeuw, samen met hun twee dochters en twee zonen waarvan de jongste overleed vooraleer hij één jaar oud werd.
Merkwaardig is dat, net zoals bij haar eerste man Serafien Van Vynckt ook een familierelatie bestond tussen Emiel Hansssens en Maria Martens. Carola Maenhout, echtgenote van August Hanssens en dus grootmoeder van Emiel, was een dochter van Judocus Maenhout(1748-1829) en Norbertina Martens(1751-1821) en dus een kleindochter van Joannes Martens(1719-1801) en Maria Francisca De Brauwer. Carel Martens(1766-1837) en Maria Rosa Sutterman waren de ouders van Petrus en dus grootouders van Maria Martens. De hoofdstamlijnhouder Carel was ook een broer van Norbertina Martens(1751-1821). Derhalve was Joannes Martens(1719-1801) zowel overgrootvader van Maria Martens als betovergrootvader van haar echtgenoot Emiel Hanssens. Carel Martens en Maria Rosa Sutterman waren derhalve niet enkel de ouders van Petrus Martens, de schoonvader van Emiel Hanssens, maar evenzeer de oom en tante van Carola Maenhout, grootmoeder van Emiel Hanssens.
Drie generaties Hanssens zetelden in de gemeenteraad te Hansbeke: August(schepen 1849-1851 en 1870-1881), zijn zoon Charles-Louis(1882-1895) en zijn kleinzoon Emiel(1896-1909),echtgenoot van Maria Martens. Van 1870 tot 1909, bij het overlijden van Emiel, zetelden zij ononderbroken in de raad. Nadien werd de reeks verder gezet door Charles Van Vynckt(1912-1958), zoon uit het eerste huwelijk van Maria Martens. Alles samen betreft het 87 jaar gemeentebestuur.
Emiel Hanssens was dooppeter van Laurent De Waele, broer van Maria De Waele en zoon van Karel en Virginia Hanssens, wat een familieverband tussen deze twee takken Hanssens doet vermoeden. Een zoektocht in de geboorteregisters van de gemeente Nevele liet toe aan te tonen dat Emiel Hanssens(tweede echtgenoot van Maria Martens) en Virginie Hanssens (eerste echtgenote van Charel De Waele, moeder van Maria De Waele en grootmoeder van Laurent Martens) kleinkinderen waren van Augustinus Hanssens, dus neef en nicht. Hun grootvader Augustinus Hanssens was gehuwd met Carola Maenhout, een kleindochter van Joannes Martens en Maria Francisca De Brauwer.
Familie De Muynck-Schaubroeck
Personen in parenteel van Joseph De MUYNCK, overgrootvader van Aimé DE MUYNCK
I.1 M De MUYNCK, Joseph
I.2 V Van HOVE, Anna M.C.
II.1 M De MUYNCK, Pieter-Nicolaes 06-12-1794 Hansbeke 18-02-1877 Hansbeke
II.2 V SCHAUBROECK, Monica 05-11-1796 Hansbeke 18-06-1853 Hansbeke
III.1 M De MUYNCK, Pieter-Jan 11-10-1836 Hansbeke 27-11-1903 Hansbeke
III.2 V GALENS, Marie Pelagie 17-02-1848 Vinderhoute05-01-1879 Hansbeke
IV.2 V De MUYNCK, Marie Valerie 08-07-1867 Hansbeke
IV.1 M De BOEVER, August 26-12-1862 Hansbeke
IV.4 V De MUYNCK, Leonie Rosalie 07-10-1868 Hansbeke
IV.3 M Van OVERBEKE, Joseph Petrus20-08-1865 Bellem
IV.5 M De MUYNCK, Pieter Emiel 16-01-1870 Hansbeke 23-01-1873 Hansbeke
IV.6 M De MUYNCK, Désiré Martin 11-11-1871 Hansbeke 24-06-1926 Hansbeke
IV.7 V VERHELST, Maria E.C. 1875
IV.8 V De MUYNCK, Emilie Romanie 04-02-1874 Hansbeke
IV.9 M De JONGHE, Joseph Cyrille 17-01-1876 Aarsele
IV.10 M De MUYNCK, Edward Remi 02-05-1875 Hansbeke 11-05-1875 Hansbeke
IV.11 M De MUYNCK, Aimé August 11-06-1876 Hansbeke 09-08-1953 Rekkem
IV.12 V MARTENS, Irma Maria 11-12-1875 Hansbeke 05-04-1943 Sint-Jans-
IV.13 V De MUYNCK, Marie Rosalie 22-03-1878 Hansbeke
IV.14 M De KESEL, Maurice J.A. 14-03-1885 Zomergem
Vier generaties De Muynck te Hansbeke zorgden voor de overgang tussen de XVIIIe en de XXe eeuw. Joseph De Munck en zijn vrouw Anna Van Hove, alsook hun zoon Pieter-Nicolaes, werden geboren tijdens de XVIIIe eeuw.
De 39-jarige Pieter-Nicolaes De Muynck huwde te Hansbeke voor de wet op 10 augustus 1833 met de 37-jarige Monica Schaubroeck,dochter van Livinus en Maria Coleta De Ruyck en zus van burgemeester Pieter Jan Schaubroeck. Pieter-Nicolaes was toen reeds lid van de Hansbeekse gemeenteraad(1831-36 en 1849-75).De gehuwden waren landbouwers en woonden in de Voorstraat te Hansbeke. Dat Pieter-Nicolas De Muynck tijdens de jaren 1836-1847 niet zetelde in de gemeenteraad hield wellicht verband met het K.B. van 19 augustus 1836 waardoor zijn schoonvader Pieter Jan Schaubroeck benoemd werd tot burgemeester. Zijn schoonvader overleed op 18 januari 1847, toen hij nog in functie was als burgemeester. Na de eerstvolgende verkiezingen op 22 augustus 1848 kwam Pieter-Nicolaes De Muynck opnieuw in de raad.
Zijn zoon en enig kind Pieter-Jan De Muynck was koophandelaar en werd gemeenteraadslid(1876-78) en schepen(1879-1903). Bij de verkiezingen op 16 october 1887 werd hij zelfs geconfronteerd met de éénmanslijst van Petrus Martens, schoonvader van zijn zoon, maar deze haalde het niet. Op 25 april 1866 huwde hij voor de wet te Hansbeke met Marie Pelagie Galens, dochter van Ferdinand en Rosalie Van Daele, landbouwers. Uit dit huwelijk werden 10 kinderen geboren. Pieter-Jan overleed op 27 november 1903 op de wijk dorp te Hansbeke, 67 jaar oud. Twee van zijn zonen waren gestorven in hun kinderjaren: Pieter toen hij drie jaar was en Edward na 9 dagen. Marie Valerie huwde op 30 november 1892 met de broodbakker August De Boever, zoon van de landbouwers Charles en Theresia Lievens. De tweede dochter Leonie huwde op 8 februari 1893 te Hansbeke met de koophandelaar Joseph Van Overbeke, zoon van Charles en Paulina Josephina Thol en kleinzoon van burgemeester Jan-Baptiste Van Overbeke. Emilie huwde op 24 september 1907 te Hansbeke met de handelaar Joseph De Jonghe, zoon van de wagenmaker Ivo en zijn vrouw Melanie Lawaisse. Marie Rosalie trouwde op 11 mei 1909 met de handelaar Maurice De Kesel, zoon van koster August en Amelie Van Laere.
Désiré De Muynck, zoon van Pieter-Jan en kleinzoon van Pieter-Nicolaes, werd eveneens gemeenteraadslid (1908-1926) op de lijst de Bousies. Drie opéénvolgende generaties zetelden in totaal 77 jaar in de gemeenteraad, waarvan 65 jaar ononderbroken tussen 1849 en 1926. Aimé De Muynck, de jongste zoon van Pieter-Jan, trad in 1903 in het huwelijk met Irma Martens, dochter van Petrus-Francies. Hun kinderen werden pas bij het begin van de XXe eeuw geboren.
Omstreeks de eeuwwisseling,toen hun vader Pieter-Jan nog schepen was maar wellicht kort voor zijn overlijden, poseerden de ongehuwde dochters Emilie en Rosalie De Muynck, schoonzussen van Irma Martens, voor een prentkaart aan hun ellengoedwinkel in de dorpsstraat. De uitgever kwam er helemaal voor uit Antwerpen.
Familie Van Hoecke-De Schuyter
Personen in parenteel van Charles Van HOECKE, schoonvader van Charles en René Martens
I.1 M Van HOECKE, Charles
I.2 V De SCHUYTER, Maria T.
II.2 V Van HOECKE, Maria Coleta 01-02-1875 Hansbeke 13-10-1949 Hansbeke
II.1 M MARTENS, Charles J.M. 25-09-1873 Hansbeke 25-04-1901 Hansbeke
III.1 M MARTENS, Petrus Octaaf 19-09-1893 Bellem 28-09-1918 Merkem
III.2 M MARTENS, Raymond 10-12-1896 Gent 27-11-1954 South Bend
III.3 V WILLE, Andréa 27-04-1900 Hansbeke
III.5 V MARTENS, Irène M.T. 14-10-1898 Hansbeke
III.4 M De MAEGD, Hendrik Achiel 09-03-1893 Hansbeke 29-01-1968 Gent
III.6 M MARTENS, René 18-07-1900 Hansbeke
II.3 M De BOEVER, Josef 09-02-1871 Hansbeke 07-11-1963 Brugge
II.5 V Van HOECKE, Leontine P. 25-08-1879 Hansbeke 13-07-1970 Drongen
II.4 M MARTENS, René Seraphinus 25-01-1877 Hansbeke 01-09-1960 Hansbeke
Twee dochters van Charles Van Hoecke en Maria De Schuyter traden in het huwelijk met twee zonen van Petrus Martens en Eugenie Coddens. Charles Martens huwde zeer jong met Maria Coleta Van Hoecke en hun vier kinderen werden geboren omstreeks de eeuwwisseling. René Martens, jongste zoon van Petrus, huwde pas na de eeuwwisseling met Leontine Van Hoecke. Hun 7 dochters werden geboren tijdens het eerste kwart van de XXe eeuw.
Families Baele, Mestdagh en Cathoir
Emma Mestdagh trad op 14 februari 1901 te Hansbeke in het huwelijk met Emiel Martens. Zij is de moeder van Marcel en grootmoeder van Laurent Martens en werd in 1878 te Landegem geboren als dochter van Constant Mestdagh van Meigem en Rosalia Cathoir van Merendree. Rosalia Cathoir was de weduwe van Joos Baele.
Personen in parenteel van Emmanuel BAELE
I.1 M BAELE, Emmanuel
I.2 V DOBBELAERE, Marie Therese
II.1 M BAELE, Joos 1841 29-07-1875 Landegem
II.2 V CATHOIR, Rosalia 12-03-1849 Merendree 28-10-1918 Aalter
III.1 M BAELE, Camiel 05-02-1876 Landegem 13-06-1953 Ruiselede
III.2 V De MULDER, Alfonsine
IV.1 M BAELE, Cesar 02-06-1910 Hansbeke 21-09-1982 Hansbeke
IV.2 V De GROOTE, Clara
Joos Baele, eerste echtgenoot van Rosalia Cathoir, groeide op te Landegem. Hij stierf toen hij 34 jaar was. Hun zoon Camiel werd 6 maanden na het overlijden van zijn vader geboren. Zijn moeder Rosalie was toen 27 jaar .
Constant Mestdagh, tweede echtgenoot van Rosalia Cathoir en schoonvader van Emiel Martens, groeide op bij zijn ouders te Meigem. Zijn grootouders zijn overleden te Hansbeke, nog voor de geboorte van hun kleindochter Emma Mestdagh. Zijn moeder Francisca De Decker maar haar vader was afkomstig van Astene en trouwde te Poeke met Carolina Saveris. Constant was ruim 80 jaar oud wanneer hij op 14 april 1913 overleed te Hansbeke. Bij de burgerlijke stand werd zijn overlijden gemeld door zijn 37-jarige stiefzoon Camiel Baele, landbouwer, en door zijn 28-jarige schoonzoon Florimond Vande Wattijne, smid. Marie Melanie Mestdagh, dochter van Constant, trad in het huwelijk met Polydoor Van Vynckt, zoon van Bernard en Melanie Coopman. Marie-Emilie Van Vynckt (1868-1918), een dochter van Bernard, trouwde met Eduard Van der Plaetse, uitbater van de herberg St Cecilia op het stationsplein te Hansbeke. De naam van Marie-Emilie Van Vynckt komt voor op de lijst van vluchtelingen die aan het einde van de eerste wereldoorlog overleden te Aalter. Zij overleed één dag na de wapenstilstand. Het feit dat zij net zoals Rosalie Cathoir stierf in de Lostraat te Aalter, doet vermoeden dat zij samen op de vlucht waren en beide overleden aan de Spaanse griep.
Rosalia Cathoir was de dochter van landsman Carel Francies en Joanna Maria Martens, landslieden op de wijk Overpoucke te Merendree, en de kleindochter van Jacob Martens, wiens vader Livinus geboren was te Drongen, en van Theresia Van Maldeghem. Na haar huwelijk vestigde zij zich op een landbouwbedrijf in de Heirenthoekstraat te Landegem.
Uit haar eerste huwelijk met Joos Baele had Rosalia Cathoir reeds een zoon Camiel(1876-1953). De 26-jarige Rosalia was 3 maand zwanger toen haar man overleed. Als weduwe hertrouwde zij te Landegem met Constant Mestdagh. Hun dochters Emma, Maria, Clémence en Marie Melanie, halfzussen van Camiel Baele, overbrugden de overgang van de XIXe naar de XXe eeuw . De kinderen Rachel, Marcel en Mireilla Martens uit het huwelijk van hun dochter Emma met Emiel Martens, werden pas bij het begin van de XXe eeuw geboren.
Bij het einde van de eerste wereldoorlog kwam een dramatisch einde aan het leven van de 69-jarige Rosalie Cathoir.In de tweede helft van october 1918 trokken de Duitse troepen af. Te Hansbeke trokken zij langs de Merendreestraat, waar Goed ter Elst gelegen was, naar Gent toe. Hoeven werden geplunderd en paarden werden meegenomen. De Hansbeekse bevolking sloeg op de vlucht in de richting van de bevrijdende troepen en weg van inslaande obussen die veel schade aanrichtten. Rosalie vluchtte samen met haar dochter Emma Mestdagh en haar schoonzoon Emiel en vele andere dorpsgenoten richting Aalter. In die periode heerste er ook een epidemie van Spaanse griep die zeer veel slachtoffers maakte. Op 28 october 1918 om 12 uur, toen Hansbeke reeds bevrijd was maar nog onder zwaar vijandig geschut lag, stierf Rosalie in de Lostraat te Aalter wellicht door de Spaanse griep. Meerdere dorpsgenoten overleefden deze vlucht niet en werden ter plaatse begraven. Op 16 december 1918 werd te Hansbeke een uitvaartplechtigheid, absente corpore, gehouden voor Rosalie Cathoir. De rouwdienst ging door in de oude melkerij, vermits de kerk buiten gebruik was nadat haar toren op 19 october was opgeblazen.
Camiel Baele, halfbroer van Emma Mestdagh, echtgenote van Emiel Martens, was gemeenteraadslid te Hansbeke van 1921 tot 1938. Bij de verkiezingen van 1920 voerde hij samen met Jozef Union oppositie tegen de lijst de Bousies. Na de oorlog was Jozef Union veroordeeld wegens handelsactiviteiten met de vijand. Beiden werden verkozen maar Jozef Union mocht niet zetelen. In 1926 werd Camiel Baele herkozen, deze keer op de lijst de Bousies. Bij de verkiezingen van 16 october 1938 was hij opnieuw kandidaat op de lijst de Bousies, maar hij werd niet meer verkozen. De vleeshandelaar Cesar Baele(1910-1982), zoon van Camiel en kleinzoon van Joos Baele zal van 1959 tot 1976 zitting hebben in de Hansbeekse gemeenteraad. Gedurende de jaren 1962-1964 werd hij tweede schepen, samen met de eerste schepen Marcel Martens, zoon van Emiel en Emma Mestdagh. Marcel Martens en Cesar Baele
hadden een gemeenschappelijke grootmoeder Rosalia Cathoir(1849-1918). Rosalie Cathoir werd geboren te Merendree, stichtte een gezin te Landegem en overleed te Aalter, aan het einde van de eerste wereldoorlog. Het bidprentje met een foto van Rosalia Cathoir werd gedrukt te Hansbeke waar haar dochters Emma,Clemence en Maria Mestdagh en haar kleinkinderen Rachel, Marcel en Mireilla Martens woonden.
Maria Mestdagh, zus van Emma, was reeds in 1905 gehuwd met de smid en slotenmaker Flor Van De Wattijne. Een foto uit Mensen van Vlees en Bloed illustreert dat hij 10 jaar later in volle oorlogstijd, en twee jaar voor het overlijden van zijn schoonmoeder, toch in een vrolijk gezelschap van jonge mannen verkeerde. Flor had nog twee broers: Adolf, gehuwd met een dochter De Toulouse en Emiel, gehuwd met een dochter Berth. Een andere dochter Marie Melanie, die jong gestorven is, huwde met de slager Polydoor Van Vynckt die o.m. samen met zijn zus Mietje Van Vynckt opgegroeid is op Goed ter Elst. Mietje bleef ongehuwd en baatte een winkeltje uit op Hansbeke-dorp. Een zoon van Pol, Marcel Van Vynckt, werd zoals zijn vader slager op Hansbeke-dorp. Op Goed ter Elst kwam hij de varkens slachten.
Familie De Vreese-Leusen
Personen in genealogie van Antoon De VREESE , grootvader van Leonie De Vreese
I.1 M De VREESE, Antoon
I.2 V De BACKER, Amelia
II.1 M De VREESE, Petrus 06-10-1824 Drongen 03-01-1906 Hansbeke
II.2 V LEUSEN, Rosalie 13-02-1830 Drongen 20-10-1904 Hansbeke
III.1 V De VREESE, Emma 24-09-1865 Hansbeke
III.3 V De VREESE, Leonie Amelie30-08-1866 Hansbeke 07-03-1944 Gent
III.2 M MARTENS, Petrus-Joannes 23-01-1867 Hansbeke 25-02-1920 Gent
III.4 M De VREESE, Edmond 13-10-1867 Hansbeke 1951 Hansbeke
III.5 V Van de WATTIJNE, Julia 1926 Hansbeke
III.6 M De VREESE, Philogeen 08-01-1869 Hansbeke
III.7 V De VREESE, Adèle 27-01-1870 Hansbeke
III.9 V De VREESE, Alice 03-08-1871 Hansbeke
III.8 M De BAETS, Henri
III.11 V De VREESE, Julienne 16-02-1873 Hansbeke
III.10 M FOBE, Gustaaf
III.12 M VERMEIRE, Arthur
Petrus of Pieter De Vreese was een zoon van Antoon en Amelia De Backer, landbouwers te Drongen. Hij trouwde er op 28 december 1864 met Rosalie Leusen, dochter van Francies en Barbara De Vogelaere. Hij pachtte van Frans-Gisleen
Borluut, kasteelheer te Hansbeke, het wethuis tegenover de kerk. Hij was landbouwer en herbergier en zou dit blijven tot aan zijn overlijden in 1906. Petrus en Rosalie kregen 7 kinderen waarvan Emma en Adèle intraden bij de Zusters Franciscanessen(Crombeen) te Gent. Leonie huwde op 9 februari 1887 te Hansbeke met Joannes Martens, zoon van Petrus. Edmond trok naar Amerika en huwde op 9 januari 1893 te South Bend, Indiana, met Julia Van de Wattijne. Zij keerden spoedig terug naar Hansbeke waar zij vanaf 1899 terug vernoemd worden als landbouwer, kruidenier en herbergier in De Paele. Edmond was ook bevriend met Emiel Martens, broer van zijn schoonbroer Joannes.
Drie generaties zorgden voor de overgang tijdens de XIXe eeuw. Grootmoeder Rosalie Leusen overleed in 1904, en haar dochter Leonie De Vreese met haar man Petrus-Joannes Martens waren vooral actief tijdens het laatste kwart van de XIXe en het eerste kwart van de XXe eeuw. Twee van de kinderen van Leonie en Petrus-Joannes zijn vroegtijdig overleden, terwijl hun zoon Petrus Maurice en hun dochters Adèle, Bertha en Clara wel geboren werden naar het einde van de XIXe eeuw toe, maar hun actief leven is vooral in de XXe eeuw te situeren.
Bijgevoegde postkaart,uitgegeven door Joannes Martens, toont Leonie De Vreese voor haar herberg, samen met haar man Joannes en haar zoon Maurice die later de zaak zal overnemen. Verder ook nog drie dochters en buurman Karel Wille waarvan de dochter Andréa later zal trouwen met Raymond Martens, zoon van Charles, en naar Amerika uitwijken. De afspanning was in 1867 aangekocht door Petrus Martens en in 1893 overgedragen aan zijn zoon Joannes.
Familie Sierens
Personen in parenteel van Karel Francies SIERENS, grootvader van Henri Sierens
I.1 M SIERENS, Karel Francies
I.2 V Van HULLE, Anna Judoca
II.1 M SIERENS, Joseph 20-03-1800 Bellem 17-08-1878 Nevele
II.2 V LAUWERS, Coleta Sint-Lieve 24-02-1872 Nevele
III.1 M SIERENS, Henri 31-07-1834 Nevele 14-02-1907 Nevele
III.2 V MARTENS, Emma Maria 07-01-1869 Hansbeke 17-02-1946 Lovendegem
IV.2 V SIERENS, Anna 23-10-1890 Nevele
IV.1 M Van DAELE, Aimé-Edward 06-08-1887 Vinderhout 28-05-1971 Vinderhoute
IV.4 V SIERENS, Maria 22-11-1891 Nevele
IV.3 M CLAEYS, Irené 23-07-1881 Drongen 13-11-1965 Drongen
IV.7 M SIERENS, Josef 30-06-1894 Nevele 22-02-1945 Bellem
IV.8 V Van Den BON, Adrienne 15-03-1900 Oostkamp
IV.9 V SIERENS, Leonce-Marie 25-03-1896 Nevele 09-06-1896 Nevele
IV.11 V SIERENS, Clemence 02-06-1897 Nevele
IV.10 M VERSTRAETE, Evarist 15-03-1892 Nevele &nbs
5.4.1 Eugenie Martens(1808-1845) en Pieter Josef De Schuyter
Eugenie Martens werd op 18 maart 1808 geboren op Goed ter Elst te Hansbeke als oudste dochter van Carel en Maria Rosa Sutterman. Zij was 29 jaar oud en ongehuwd toen haar vader overleed. Op 8 november 1843 voor de wet en op 15 november voor de kerk trouwde Eugenie met de 3 jaar jongere Pieter Josef De Schuyter, de op 12 mei 1811 te Hansbeke geboren zoon van Carolus en Petronilla Wille. Zij waren verwant in de 3de graad zijdelings. Zij woonden op de wijk Reybroeck.
Personen in parenteel van Carolus De SCHUYTER
´
I.1 M De SCHUYTER, Carolus
I.2 V WILLE, Pieternella Rosa
II.1 M De SCHUYTER, Pieter Josef 12-05-1811 Hansbeke 01-04-1885 Hansbeke
II.2 V MARTENS, Eugenie 18-03-1808 Hansbeke 14-08-1845 Hansbeke
III.2 V De SCHUYTER, Marie Clemence 02-1844
III.1 M BRUGGHEMAN, Carolus
IV.1 M BRUGGHEMAN, René 15-07-1875 Ursel 24-03-1959 Ursel
IV.2 M BRUGGHEMAN, Georges Ursel
IV.3 V Van POUCKE, Margareta
V.1 M BRUGGHEMAN, Charles 19-09-1922 Ursel 31-01-1997 Assebroek
V.2 V BRUGGHEMAN, Suzanne 11-01-1928 Ursel
III.3 V De SCHUYTER, Eugenie
II.3 V LAMBRECHT, Francisca 10-03-1822 Hansbeke 18-12-1869 Hansbeke
III.4 M De SCHUYTER, Henri 11-04-1855 Hansbeke 16-01-1909 Hansbeke
III.5 V De SCHUYTER, Leontine xx-xx-1861 21-04-1931 Hansbeke
Eugenie Martens was reeds 6 maanden zwanger toen zij in het huwelijk trad. Op 15 februari 1844 baarde zij een dochtertje Marie Clemence. Anderhalf jaar later, op 14 augustus 1845, overleed Eugenie, slechts 37 jaar oud. Haar dochter Marie Clemence De Schuyter, kleindochter van Carel Martens en erfgename van 50% van de bezittingen van haar grootvader Carel, trouwde op 16 september 1872 met Carolus Bruggheman uit Ursel. Hierdoor legde zij de schakel in de verwantschap tussen de families Martens en De Schuyter enerzijds en de families Bruggheman uit Ursel en Van Overbeke uit Hansbeke anderzijds.
Na het overlijden van Eugenie hertrouwde Pieter Josef De Schuyter te Hansbeke voor pastoor Bullens op woensdag 26 mei 1847 met de 27-jarige aanverwante Francisca Lambrecht, dochter van Judocus en Maria Anna Martens, kleindochter van Jacobus Martens. Zij kregen samen acht kinderen en woonden in de Dorpstraat te Hansbeke, in een woning tegenover de pastorij, waar in de XXe eeuw bakkerij De Cocker gevestigd werd. Door beide huwelijken van Pieter Josef De Schuyter ontstond verwantschap met de stam Martens, en in het bijzonder met het echtpaar Joannes Martens en Maria Francisca De Brauwer.
Joannes Martens x Maria Francisca De Brauwer
(1719-1801) (1724-1806)
Carel Martens x Marie Rosa Sutterman Jacobus J Martens x Livina Maenhout
(1766-1837) (1771-1850) (1748-1794) (1751-1834)
Joos Lambrecht x Maria Anna Martens
(1779-1843) (1786-1947)
Eugenie Martens 1x Pieter Josef De Schuyter 2x Francisca Lambrecht
(1808-1845) (1811-1885) (1822-1869)
Charles Bruggheman x Marie Clem De Schuyter Henri De Schuyter
De tweede schoonmoeder van Pieter De Schuyter, Maria Anna Martens, was een nicht van zijn eerste vrouw. Zijn tweede vrouw Francisca Lambrecht was de zus van Monica Lambrecht, echtgenote van Charles-Jean Deseille.
Door huwelijken van kinderen De Schuyter ontstond aanverwantschap tussen de families Martens en Lambrecht enerzijds en de familie Claerhout uit Lotenhulle anderzijds. René Van Vynckt (1884-1949), zoon van Serafien en Maria Martens (1864-1950) trouwde op 3 augustus 1911 immers met Louise Claerhout (1889-1961) uit Lotenhulle, dochter van Henri Claerhout en Leonie De Schuyter.
Pieter Josef De Schuyter, en vooral zijn zoon Henri uit het huwelijk met Francesca Lambrecht, speelden een beduidende rol in de gemeentepolitiek. Pieter was van 1876 tot 1884 lid van de kerkraad. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 29 october 1878, waarbij voor het eerst kandidatenlijsten vooraf moesten ingediend worden, werd Pieter Josef verkozen met 121 van de 136 geldige stemmen. Pieter-Josef De Muynck werd toen tweede schepen in vervanging van August Hanssens en de olieslager August Van Der Plaetse werd niet verkozen. De eedaflegging gebeurde op 19 februari(31).
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 19 october 1884 was de 73-jarige Pieter Josef De Schuyter niet langer kandidaat en ruimde hij de plaats voor zijn ongehuwde zoon Henri die verkozen werd met 99 van de 113 geldige stemmen. Henri had hunaniorastudies gevolgd aan het Sint-Vincentiuscollege te Eeklo en bleef ongehuwd Bij de gedeeltelijke vernieuwing van de gemeenteraad door de verkiezingen van 19 october behaalde Henri met 104 van de 131 geldige stemmen de hoogste score van alle kandidaten(32).
Na de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht moesten te Hansbeke de gemeenteraadsverkiezingen van 17 november 1895 niet door gaan vermits op de twee ingediende lijsten maar evenveel namen als te begeven mandaten stonden. Grondeigenaar Henri De Schuyter was lijsttrekker voor lijst 1. Op de gemeenteraadszitting van 19 december 1895 greep hij bij een geheime stemming nipt naast een schepenmandaat dat naar Pieter Jan De Muynck ging(33). Voor zijn schepen-ambt moest Henri De Schuyter uiteindelijk wachten tot na de gemeenteraadszitting van 14 maart 1903(34).
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 18 october 1903 behaalde Henri De Schuyter 269 stemmen, als lijsttrekker van een volledige lijst . Olieslager Leon Van Der Plaetse kwam op met een éénpersoonslijst en werd verkozen met een monsterscore van 383 stemmen. Henri De Schuyter werd opnieuw schepen verkozen tijdens de raadszitting op 5 januari 1904(35). Hij behield zijn ambt tot aan zijn overlijden op 16 januari 1909. Naast de ouderlijke woning liet hij een imposant herenhuis bouwen, maar hij overleed vooraleer de villa voltooid was. Dit huis werd gedurende decennia bewoond door zijn in 1931 overleden ongehuwde zus Leontine. Later werd dit gebouw het gemeentehuis van Hansbeke en het is nu een dienstencentrum van de gemeente Nevele.
De naam van Henri De Schuyter duikt ook op in verband met de Mariakapel op de wijk Zande, ook Zandekapel genoemd. Een eerste kapel was er gebouwd in 1763 door Pieter Sutterman, op een perceel dat toen nog een deel was van Goed ter Elst. In 1901 werd er een nieuwe kapel gebouwd door Monica Lambrecht, weduwe van Charles-Jean Deseille en tante van Henri De Schuyter. De grond behoorde toe aan de weeskinderen van Charles Bruggheman en Marie Clemence De Schuyter, halfzus van Henri. Henri was hun voogd en gaf zijn toestemming voor de bouw van Zandekapel. Nu is de kapel eigendom van de ongehuwde Suzanne Bruggheman, achterkleindochter van Pieter Josef De Schuyter en Eugenie Martens.
René Bruggheman , kleinzoon van Eugenie Martens en oom van de hogervermelde Suzanne Bruggheman, was ongehuwd en baatte een leerlooierij uit te Ursel, waar hij ook burgemeester werd.
Een andere verwantschap tussen de families Martens en De Schuyter kwam tot stand in 1911 door het huwelijk van René Van Vynckt, zoon van Maria Martens, met Louise Claerhout, dochter van Leonie De Schuyter.
Joannes-Francies werd op 3 februari 1814 geboren op Goed ter Elst als vijfde en laatste kind van Carel en Marie Rosa Sutterman. Volgens het bevolkingsregister van Hansbeke woonde hij daar nog in 1847 bij zijn inmiddels 76- jarige moeder en de andere ongehuwde kinderen Regina en Petrus. Regina is er op 18 augustus 1850 ongehuwd overleden en moeder Marie Rosa Sutterman overleed op 14 september van hetzelfde jaar. De broers Petrus en Joannes bleven ongehuwd achter en Petrus vestigde zich op De Meren.
Bij verkaveling van 28 october 1850 erfde Jan-Francies Martens in het sterfhuis van zijn ouders het Goed ter Elst en 16 partijen zaailand met een totale oppervlakte van 17 ha 38a 30ca.
Op woensdag 7 mei 1851 huwde de 37-jarige Joannes te Oostakker voor de wet met de bijna 40-jarige Pauline Van Nieuwenhuyse(° Oostakker 11-10-1811 + Hansbeke 03-05-1886), dochter van Joseph en Maria Theresia Dossche. Het paar bleef op de ouderlijke hofstede Goed ter Elst. Zij kregen geen kinderen. Dat Joannes-Francies Martens kort na het overlijden van zijn vader huwt met een vrouw uit Oostakker is niet zo verrassend. Immers eind 1837 was haar 29-jarige zus Joanna-Maria getrouwd met Lieven-Bernard Moens uit Wondelgem. Zij hadden zich gevestigd op een landbouwbedrijf te Hansbeke, wijk Rho. Ook dat kan verklaard worden door familiebanden. Lieven-Bernard Moens, de vader van hogervermelde Lieven-Bernard, was te Hansbeke gehuwd met Maria-Theresia Sutterman, dochter van Boudewijn Sutterman. Daardoor was hij ook een schoonbroer van Carel Martens, echtgenoot van Maria Rosa Sutterman. De ongehuwde Joannes-Francies Martens kwam wellicht soms op bezoek bij zijn tante Maria-Theresia Sutterman te Wondelgem of bij zijn neef Lieven-Bernard Moens en diens echtgenote Joanna-Maria Van Nieuwenhuyse die sinds 1837 te Hansbeke woonden en waar hij Pauline Van Nieuwenhuyse,ongehuwde zus van Joanna-Maria, kon ontmoeten.
De complexe verwantschapsrelaties tussen de families Martens, Sutterman, Van Nieuwenhuyse, Moens en Onghena te Hansbeke, Wondelgem en Oostakker komen tot uiting in onderstaand schema.
De naam van Pauline Van Nieuwenhuyse komt ook voor in de parochieregister van Hansbeke wanneer zij op 18 januari 1864 getuige is bij het kerkelijk huwelijk van haar schoonbroer Petrus Martens met Eugenie Coddens. Haar man Joannes-Francies kreeg gezondheidsproblemen. Bewust dat zijn einde naderde liet hij op 4 maart 1867, ziek zittend in een stoel, voor Paul Van Waesberghe notaris te Gent, zijn testament opmaken.Hij overleed kort daarna op 19 maart 1867 in de ouderdom van 53 jaar.
Zijn weduwe liet in de Kerkakkerwijk(nu Kerkakkerstraat 10) dicht bij het station en het dorp, een herenwoning bouwen waar zij rentenierde. De plaats is aangeduid met nr 9 op het uittreksel van de Popp-kaart met de dorpskern.Zij was bijna 75 jaar oud toen zij op 3 mei 1886 als rentenierster stierf. Na haar dood betrok koster Evarist Grijspeert het renteniershuis. Ook de volgende koster, de onderwijzer Snellaert, kwam er wonen tot midden de XXe eeuw.
Anderhalf jaar voor haar overlijden werd haar 46-jarige neef Pieter Moens(1838-1884),oudste zoon van haar zus Joanna-Maria Van Nieuwenhuyse, op 14 october 1884 vermoord aan de muur achter de pastorij, op de weg van de herberg Het wethuis tegenover de kerk naar het huis waar zijn tante Pauline Van Nieuwenhuyse woonde en waar hij wou overnachten. Het slachtoffer was op 12 mei 1881 verhuisd naar Mariakerke, samen met drie nog ongehuwde broers. Pieter was de dag van de moord teruggekeerd naar zijn geboortedorp Hansbeke om er kermis te vieren. In zijn publikatie «Moord te Hansbeke tijdens de grote kermis van 1884» brengt Albert Martens een uitvoerig relaas van het slachtoffer en zijn familie, de vijf verdachten, het proces en de uitspraak. De 18-jarige August Lievens en de 28-jarige Bruno Verhelst werden veroordeeld tot levenslange dwangarbeid. Eduard Hautekeete, 24 jaar, kreeg 20 jaar dwangarbeid en de 28-jarige Isidoor Lievens, broer van August, kreeg 10 jaar opsluiting wegens medeplichtigheid.
Sofie Moens, een zus van Lieven-Bernard Moens en dus een nicht van Petrus en Joannes Martens, huwde met de landbouwer Louis Onghena uit Oostakker. Uit de voorouderlijke verdelingsakte van de onroerende goederen van Petrus Martens, ondertekend op 14-9-1893, blijkt dat het echtpaar Onghena-Moens op 31 januari 1862 in een verkoopakte verleden voor notaris De Backere te Gent 3 percelen zaailand verkochten aan Petrus. Op 16 maart 1867 verkochten de kinderen van het inmiddels overleden echtpaar Onghena-Moens een schoon en groot woonhuis aan Petrus Martens, door een verkoopakte verleden voor notaris Buysse te Oostwinkel. Deze eigendommen waren gelegen te Hansbeke en maakten wellicht deel uit de erfenis van Boudewijn Sutterman, de gemeenschappelijke grootvader van Petrus Martens en Sofie Moens.
Petrus-Francies Martens,ook Pierre genoemd in franstalige officiële documenten, oudste zoon van Carolus of Charles en Maria Rosa Sutterman, werd op 4 maart 1810 te Hansbeke geboren op het Goed ter Elst. De geboorteakte van Petrus is opgesteld in het frans. Het is duidelijk dat de Franse annexatie ook lokaal in het administratief taalgebruik sporen had nagelaten. Binnen het Franse departement Escaut was Hansbeke gelegen in het kanton Nevele.
Hansbeke, 4 maart 1810
Lan mille huit cent dix le quatre mars à cinq heures de relevée pardevant nous Pierre De Winter adjoint au Maire spécialement délégué pour remplir les fonctions dofficier public de létat civil de la commune dHansbeke, canton de Nevel, département de lEscaut, par arrêté de monsieur le Maire de la dit commune en date du treize mai an mil huit cent huit, est comparu Charles Martens agé de quarante quatre ans, cultivateur domicilié à Hansbeke; lequel nous a présenté un enfant du sexe masculin né aujourdhui à sept heures du matin, de lui déclarant et de Marie Rose Sutterman son épouse fileuse et cultivatrice audit Hansbeke; et auquel il a déclaré vouloir donner le prénom de Pierre; les dites déclaration et présentation faites en présence de Pierre Jacques Sutterman agé de quarante cinq ans, cultivateur, oncle de lenfant, de Jean François De Decker agé de quarante deux ans, sabautier connaissance, tous deux domiciliés à Hansbeke, et ont les père et témoins signé avec nous le present acte, après quil leur en a été fait lecture.
P De Winter C Martens Pieter J. Sutterman
J F De Decker
Geboren na de Franse annexatie zal hij als kleuter verhalen gehoord hebben over Napoleon en over de gesneuvelde dorpsgenoten. Hij doorliep de school en groeide op onder het Holland Bewind en werd volwassen in het onafhankelijk Belgie.
Petrus was slechts 2 jaar oud toen zijn zusje Maria twee maanden na haar geboorte stierf. Zijn broer Joannes werd geboren toen Petrus 4 jaar was. Bij het overlijden van zijn vader Carel, op 26 december 1837, was Petrus 27 jaar en woonde nog als vrijgezel bij zijn moeder, samen met zijn oudere zussen Eugenie en Regine en zijn jongere broer Joannes. In 1843 huwde zijn zus Eugenie maar zij stierf twee jaar later.
Toen zijn moeder en zijn zus Regina in 1850 overleden woonde Petrus-Francies nog steeds op Goed ter Elst samen met zijn jongere broer Joannes. Bij de erfdeling verwierf Petrus-Francies op 28 october 1850 de hofstede De Meren. Toen zijn broer Joannes het jaar daarop trouwde met Maria Pauline Van Nieuwenhuyse uit Oostakker en op Goed ter Elst bleef wonen, verhuisde de nog steeds ongehuwde 40-jarige Petrus samen met een meid en twee knechten naar het landbouwbedrijf De Meren, ten zuiden van Hansbekedorp, waar zijn vader Carel was opgegroeid.
In de generatie van Petrus-Francies, dit is de tiende generatie van de afstammelingen van Stoffel Martens, zijn in de gegevensbank van de stam Martens de namen van 72 personen opgenomen (bijlage 5.4). De generatie van Petrus-Francies Martens behelst de kinderen en aangetrouwde kinderen van:
-Lieven-Bernard Moens en Maria-Theresia Sutterman,6 personen geboren te Wondelgem en te Oostakker;
-Carel Martens en Maria Rosa Sutterman, geboren te Hansbeke, Bellem of Oostakker, 9 personen met Petrus-Francies in de hoofdstamlijn;
-Joannes Vander Vennet en Joanna Catherina Martens, 6 kinderen geboren te Hansbeke;
-Jacobus Joannes Martens en Livina Catharina Maenhout , 11 personen geboren te Hansbeke;
-Judocus Maenhout en Norbertina Martens, 6 personen geboren te Hansbeke of te Nevele;
-Jan Baptist Hallaert en Joanna Petronilla Martens, 3 kinderen geboren te Aalter;
-Joseph Cackaert en Maria Petronilla Martens met 1 zoon geboren te Nevele;
-Benedictus Visioen en Joanna Martens met 2 dochters;
-Joannes Mestdagh en Isabella Clara Martens met 8 kinderen geboren te Jabbeke;
-Ignatius De Roo en Anna Maria Martens met 4 dochters en 1 zoon geboren te Jabbeke;
-Emmanuel Kerckaert en Joanna Theresia Martens met 5 dochters en 3 zonen geboren te Jabbeke;
-Jan Francies Martens en Fernanda Ornelis met een zoon geboren te Ursel en een schoondochter geboren te Knesselare;
-Carolus Van Vynckt en zijn tweede echtgenote Theresia Lippens met 4 kinderen geboren te Bellem. Opvallend is dat Carolina Martens, eerste echtgenote van Carolus Van Vynckt, tot dezelfde generatie behoort als de na haar overlijden geboren kinderen uit het tweede huwelijk van haar man. Haar kinderen behoren pas tot generatie XI.
De lijst met 72 namen in generatie X vertoont een concentratie te Hansbeke met maar liefst 29 geboorten en te Jabbeke met 21 geboorten. De afstammelingen Van Vynckt te Bellem zullen met Serafien Van Vynckt en Maria Martens(zie generatie XI) in de volgende generatie opnieuw voor afstammelingen zorgen in de stam Martens. Dit is eveneens het geval voor de afstammelingen van Augustinus Hanssens en Carola Maenhout :enerzijds langs het tweede huwelijk van Maria Martens met Emiel Hanssens, kleinzoon van Augustinus, en anderzijds langs het huwelijk van Maria De Waele, dochter van Maria Virginia Hanssens en achterkleindochter van Augustinus, met Marcel Martens.
Tussen deze generatiegenoten is een grote leeftijdsverschuiving opgetreden vermits de oudste geboren werd in 1776 en de jongste in 1837, dus 60 jaar later. Wegens kindersterfte zijn de overlijdensdata nog meer gespreid: de afstammelinge Joanna Vander Vennet stierf te Hansbeke reeds in 1776 terwijl Angelus Martens pas in 1912 te Aalter en Maria Paulina Van Vynckt pas in 1915 te Bellem overleden zijn.
Deze lijst bevat slechts 3 gehuwde mannen met de familienaam Martens: naast de hoofdstamlijn van Petrus-Francies en Eugenie Coddens komt in deze lijst ook zijn broer Joannes Francies Martens voor, waarvan het laattijdig huwelijk met Maria Van Nieuwenhuyse kinderloos bleef, en Angelus Martens die uit zijn huwelijk met Sophia Saey naast hun dochter Maria Elisa nog twee zonen kreeg die naar Amerika zijn uitgeweken, maar waarvan geen afstammelingen gevonden werden. Twee andere volwassen mannelijke generatiegenoten,zonen van Jacobus, bleven ongehuwd. Petrus Franciscus Martens overleed op 74-jarige leeftijd te Merendree en Judocus Martens was slechts 58 jaar oud toen hij in dezelfde gemeente overleed. Dit houdt in dat het verderzetten van de familienaam in Vlaanderen enkel door Carel Martens (1766-1837) en na hem door Petrus-Francies Martens (1810-1900) verzekerd werd.
5.3.2 Zijn gezin op het landbouwbedrijf De Meren
Gezinsfiche
Petrus-Francies Martens Dorothea Constancia Van Der Plaetse
fs Carel en Maria Rosa Sutterman fa Bernard en Sophie Vyncke
° Hansbeke 04-03-1810 ° Nevele 06-09-1831
1X
Hansbeke 02-09-1858
+ Hansbeke 30-01-1900 + Hansbeke 13-07-1859
Kinderen
1. xx(M)
° Hansbeke 01-07-1859
+ Hansbeke 01-07-1859
Petrus-Francies Martens 2X Eugenia Coddens
fa Jan-Baptiste en Amelia De Zutter
° Bellem 29-09-1836
Hansbeke 21-01-1864
+ Hansbeke 18-10-1898
Kinderen
1.Maria Philomena Pauline 1x Serafien Augustus Van Vynckt
° Hansbeke 29-04-1864 fs Karel-Frans en Theresia Lippens
° Bellem 14-09-1822
Hansbeke 26-09-1882
+ Hansbeke 05-03-1890
2x Emiel Hanssens
fs Bruno en Rosalie Heyde
° Hansbeke 12-12-1862
Hansbeke 12-01-1893
+ Hansbeke 05-12-1950 + Hansbeke 08-04-1909
2.Henricus-Joannes
° Hansbeke 28-08-1865
+ Hansbeke 02-05-1887
3.Petrus-Joannes
° Hansbeke 23-01-1867 x Leonie Amelie De Vreese
fa Petrus en Rosalie Leusen
° Hansbeke 30-08-1866
Hansbeke 09-02-1887
+ Gent 25-02-1920 + Gent 07-03-1944
4.Emma Maria x Henri Sierens
° Hansbeke 07-01-1869 fs Joseph en Coleta Lauwers
° Nevele 31-07-1834
Hansbeke 02-11-1889
+ Lovendegem 17-02-1946 + Nevele 14-02-1907
5.Emiel x Emma Mestdagh
° Hansbeke 22-05-1871 fa Constant en Rosalia Cathoir
° Landegem 17-03-1878
Hansbeke 14-02-1901
+ Hansbeke 09-05-1955 + Hansbeke 30-05-1964
6.Charles Josef Maria x Maria Coleta Van Hoecke
° Hansbeke 25-09-1873 fa Charles en Marie-Therèse De Schuyter
° Hansbeke 01-02-1875
Hansbeke 22-12-1897
+ Hansbeke 25-04-1901 + Hansbeke 13-10-1949
7.Irma Maria
° Hansbeke 11-12-1875 x Aimé August De Muynck
fs Pieter J en M Pelagie Galens
°Hansbeke 11-06-1876
Hansbeke 02-01-1903
+ St Jans Molenbeek 05-04-1943 + Rekkem 09-08-1953
8.René Seraphinus x Leontina Maria Paulina Van Hoecke
° Hansbeke 25-01-1877 fs Charles en Marie-Therèse De Schuyter
°Hansbeke 15-08-1879
Hansbeke 02-01-1903
+ Hansbeke 01-09-1960 + Drongen13-07-1970
Eerste huwelijk
Op 2 september 1858, toen hij reeds 48 jaar oud was , trouwde Petrus te Hansbeke met de 27-jarige Dorothea Constantia Van Der Plaetse. Dorothea was op 6 september 1831 te Nevele geboren als dochter van de mulder en olieslager Bernard Van Der Plaetse en Sophie Vyncke, die in 1834 te Hansbeke ten zuiden van het dorp een stenen olie- en graanmolen hadden gebouwd.
Huwelijksakte uit het register van de Burgerlijke Stand van Hansbeke
Ten jare achttien honderd acht en vijftig, den tweeden september om vijf uren namiddags, voor ons Jan Baptiste Van Overbeke, Burgemeester, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Hansbeke, regterlijk arrondissement Gent, provintie Oostvlaenderen, zijn verschenen Petrus Martens, geboren te Hansbeke den vierden maert achttien honderd tien, schepenen en landbouwer woonende te Hansbeke, ongehuwd, meerderjarigen zoon van Karel, overleden te Hansbeke den zes en twintigsten december achttien honderd zeven en dertig, en van Marie Rosa Sutterman, overleden te Hansbeke den veertienden september achttien honderd vijftig, alles zoo blijkt bij hierbijgevoegde akten van geboorte en overlijdens, bij welke er is bewezen dat deszelfs voorouders ook overleden zijn ter zijner zijde; en Dorothea Constancia Van Der Plaetse, geboren te Nevele den zesden september achttien honderd een en dertig, blijkens overgelegde geboorteakte, partikuliere woonende te Hansbeke, ongehuwd, meerderjarige dogter van Bernard en Sophie Vyncke, olieslagers tot Hansbeke, beide alhier tegenwoordig en toestemmende terander zijde.Welke komparanten ons hebben verzocht overtegaen tot de voltrekking van het huwelijk onder hun beraemd en waervan de afkondigingen hebben plaets gehad in deze gemeente de zondagen twee en twintigsten en negen en twintigsten augusty lestleden, ingevolge de Wetbepalingen; vervolgens hebben de aenstaende echtgenoten ons verklaerd dat hun huwelijkskontrakt is verleden den twintigsten augusty lest voor den notaris Facon te Gent; en geen tegenspraek tegen dit huwelijk ons kenbaer gemaekt zijnde, regt doende aen hun verzoek, hebben wij, na gedane voorlezing van al de bovengemelde stukken alsmede van het zesde hoofdstuk van den vijfden titel van het Burgerlijk Wetboek getiteld van het Huwelijk, aen den bruidegom en de bruid gevraegd of zij elkanderen voornemens zijn te nemen voor man en vrouw elk van hun beurtelings geantwoord hebbende van ja: verklaren wij in naem der Wet dat Petrus Martens en Dorothea Constancia Van Der Plaetse door het huwelijk verenigd zijn. Welke huwelijk openbaerlijk is voltrokken ten gemeentehuize dezer gemeente, ten bijwezen van Jan Francies Martens, oud vier en veertig jaren, landbouwer, broeder des bruidegoms, August Van Der Plaetse, oud negen en twintig jaren, olieslager, broeder der bruid, August Fobe, oud een en vijftig jaren, sekretaris, en Adolf Fobe oud dertig jaren, statieoversten, woonende te Hansbeke getuigen hiertoe aengezocht, welke met ons, de beide echtgenoten en de ouders der bruid, de tegenwoordige akte na gedane voorlezing hebben geteekend. En zijn de bovenvermelde overgelegde stukken door ons geparapheerd om aen deze akte gehecht te worden.
P Martens B Van Der Plaetse J B Van Overbeke
C D Van Der Plaetse Sophie Vyncke
Joannes F Martens A Fobe
A Van Der Plaetse A Fobe
Huwelijksakte uit het parochiale huwelijksregister van Hansbeke
Anno Domino 1858 die 6 septembris, praevilis sponsalibus et tribus bannis Petrus Martens, ex hac, et Constantia Van Der Plaetse, ex Nevele, ambo in hac habitates, matrimonium contraxère coram me infrascripte et duobus testibus Joanne Francisco Martens et Nathalia Van Der Plaetse
P.F. Bullens, pastor
In het jaar des Heeren 1858, op 6 september, voorafgegaan zijnde de ondertrouw en de drie roepen, Petrus Martens, van deze parochie, en Constancia Van Der Plaetse, uit Nevele, beiden in deze parochie woonachtig, sloten een huwelijksverbond voor mij, ondergetekende en voor de twee getuigen Joannes Francies Martens en Nathalia Van Der Plaetse.
P.F. Bullens, pastoor
Op 1 juli 1859, 10 maanden na hun huwelijk, baarde Dorothea een kind van het mannelijk geslacht. Het kind werd vermoedelijk dood geboren of is na enkele uren gestorven. Het kreeg geen naam.
Overlijdensakte uit de registers van de Burgerlijke Stand (naamloos kind)
Ten jare achttien honderd negen en vijftig den tweeden july om vier uren namiddag, voor mij Jan Baptiste Van Overbeke, burgermeester, ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Hansbeke, arrondissement Gent, provincie Oostvlaenderen, is verschenen Petrus Martens, oud negen en veertig jaren, landsman tot Hansbeke welken ons heeft vertoond het dood lichaam van een kind van het mannelijk geslacht, geboren in deze gemeente, gisteren eersten july om elf uren des avonds, van hem komparant en van Dorothea Constancia Van der Plaetse, zijne huisvrouw. Deze verklaring en vertooning gedaen in bijwezen van Jan Baptist De Winter oud drij en zestig jaren, koster, en Felix Van de Walle, oud acht en vijftig jaren, beide woonende te Hansbeke. En hebben de komparant en getuigen na gedane voorlezing met ons getekend. Het bedrijf der tweede getuige is veldwachter.
J.B. De Winter Fi Van De Walle J.B. Van Overbeke
P. Martens
Enkele dagen later, op 13 juli 1859, stierf ook Dorothea ten gevolge van het kraambed.
Overlijdensakte van Dorothea Constancia Van der Plaetse
Ten jare achttien honderd negen en vijftig, den veertienden July om acht uren des voormiddags, voor ons Jan Baptiste Van Overbeke Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Hansbeke, regterlijk arrondissement Gent, provintie Oostvlaenderen, zijn verschenen Petrus Martens, oud negen en veertig jaren, landbouwer, en Jan Baptiste De Winter oud drij en zestig jaren, koster, beide woonende te Hansbeke, welke ons hebben verklaard dat gisteren dertienden July om drij uren des nachts Dorothea Constancia Van Der Plaetse, oud zeven en twintig jaren, landbouwster, geboren tot Nevele, woonende te Hansbeke, huisvrouw van Petrus Martens, voornoemd, dogter van Bernard en Sophie Vyncke olieslagers te Hansbeke, is overleden in hare woonst in deze gemeente, wijk Laestraet. En hebben de komparanten na gedane voorlezing met ons getekend.
J.B. De Winter P. Martens J.B. Van Overbeke
Personen in parenteel van Petrus Van Der PLAETSE, grootvader van Dorothea
I.1 M Van Der PLAETSE, Petrus
I.2 V VLERICK, Maria
II.1 M Van Der PLAETSE, Bernard 27-11-1794 Nevele 31-03-1876 Hansbeke
II.2 V VYNCKE, Sophie
III.2 V Van Der PLAETSE, D.C. 06-09-1831 Nevele 13-07-1859 Hansbeke
III.1 M MARTENS, Petrus-Francies04-03-1810 Hansbeke 30-01-1900 Hansbeke
IV.1 M MARTENS, xxx 01-07-1859 Hansbeke 01-07-1859 Hansbeke
III.3 M Van der PLAETSE, August 1829 Nevele
III.4 V VERSTRAETEN, Adelaide
IV.2 M Van der PLAETSE, Leon 23-04-1869 Hansbeke 12-11-1964 Hansbeke
IV.3 V Van de VOORDE, Marie
IV.4 V De JAEGER, Margareta
Bernard Van Der Plaetse, vader van Dorothea, zetelde van 1836 tot 1876 in de Hansbeekse kerkraad, eerst als secretaris van de kerkraad (1836-1860), vervolgens als secretaris van het bureel van de kerkmeesters (1833-1836 en 1840), nadien als voorzitter van het bureel van de kerkmeesters (1860-1776) en als voorzitter van de kerkraad (1866-1876). Alhoewel Bernard Van Der Plaetse, de schoonvader van Petrus Martens, afkomstig was van Nevele, zal hij 32 jaar zitting hebben in de gemeenteraad te Hansbeke, eerst van 1837 tot 1860 en vervolgens van 1867 tot aan zijn overlijden in 1876. Hij werd voor het eerst verkozen op 14 juli 1836 en legde de eed af op 1 september 1836(18). Hij werd herkozen op 28 october 1839 en legde opnieuw de eed af op 13 januari 1840(19)(20). Een derde maal werd Bernard verkozen op 28 october 1845, met eedaflegging op 17 januari 1846(21).
Bij de volledige vernieuwing van de gemeenteraad door de verkiezingen van 22 augustus 1848 behaalden Petrus Martens met 52 stemmen en August Hanssens met 49 stemmen, samen met 3 andere kandidaten, reeds een absolute meerderheid bij de eerste ronde. Twee andere aanverwante leden van de stam Martens, met name Pieter-Nicolaes De Muynck en Bernard Van Der Plaetse, werden slechts verkozen in de tweede ronde. August Hanssens werd tweede schepen bij burgemeester Jan-Baptist Van Overbeke, maar toen hij op 28 october 1851 niet herkozen werd, werd Petrus Martens bij K.B. van 5 januari 1852 tot tweede schepen benoemd in vervanging van August Hanssens.
Bernard Van Der Plaetse kon zijn mandaat handhaven bij de gedeeltelijke vernieuwing van de raad op 31 october 1854. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 30 october 1860, toen de grondeigenaar en kasteelheer Frans Gisleen Borluut burgemeester werd, was Bernard Van Der Plaetse er niet meer bij, maar Petrus Martens bleef tweede schepen. Het jaar voordien was Dorothea Van Der Plaetse, dochter van Bernard en echtgenote van Petrus Martens, overleden. Het lukte Bernard echter opnieuw bij de raadsverkiezingen van 30 october 1866, zodat hij er bij was toen bij de gedeeltelijke raadsverkiezingen van 16 october 1869 Petrus Martens vermeld werd als non-réélu(28). De politieke rol van Petrus Martens was blijkbaar uitgespeeld nadat hij hertrouwd was met de veel jongere Eugenia Coddens.
De naam van schoonvader Bernard Van Der Plaetse duikt ook op in verband met twee kapelletjes te Hansbeke. In 1848 werd de Philomenakapel gebouwd, in opdracht van kasteelheer Jan-Baptist van de Woestijne. Na de inwijding werd in 1850, met goedkeuring van de Gentse bisschop een Broederschap tot eer van Sint-Philomena opgericht. Pieter Frans Van de Kerckhove, pachter van het kasteelgoed, werd deken. Vier regeerders of hoofdmannen werden benoemd door de bisschop. Onder hen vinden we de naam terug van August Hanssens waarvan een kleinzoon Emiel zal huwen met Maria Martens, kleindochter van Carel Martens en een kleindochter Virginia zal huwen met Karel De Waele, schoonvader van Marcel Martens. Bernard Van Der Plaetse werd eveneens benoemd als hoofdman. Bij K.B. van 10-10-1981 werd deze kapel beschermd om haar historische en bouwkundige waarde.
Na het overlijden in 1859 van hun dochter Dorothea , echtgenote van Petrus Martens, bouwden de olieslager Bernard Van Der Plaetse en zijn vrouw Sophie Vyncke in 1862 dicht bij hun woning aan de weg naar de wijk Reybroeck een kapelletje van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekte Ontvangenis. Ruim een eeuw na hun overlijden werd een teruggevonden driedelige arduinen grafsteen van de olieslager en zijn vrouw aan de achterzijde van deze kapel geplaatst.
Tweede huwelijk
Op 21 januari 1864, vier en een half jaar na het overlijden van Dorothea, hertrouwde de 54-jarige Petrus met Eugenia Coddens, zijn 27-jarige huishoudster. Eugenie Coddens was geboren te Bellem op 29 september 1836 als dochter van Jan-Baptiste en Amelia De Zutter. Toen Eugenie Coddens trouwde was haar vader reeds overleden en was haar moeder landbouwster te Aalter.
Kort voordien, bij K.B. van 23 december 1863 was de weduwnaar Petrus Martens herbenoemd tot tweede schepen, nadat hij bij de gemeenteraadsverkiezingen van 27 october 1863 maar liefst 103 van de 104 geldige stemmen had gekregen. Zijn installatie was voorzien op 5 januari 1864 maar werd wegens afwezigheid uitgesteld. Twee weken later zou hij huwen en de herinstallatie als schepen zou slechts plaats hebben tijdens de raadszitting van 15 maart(22).
Huwelijksakte uit het parochiale huwelijksregister van Hansbeke
Anno Domini 1864 die 28 januarii, praeviis sponsalibus et duobus bannis cum dispensatione in tertio, Petrus Martens, ex hac, et Eugenia Coddens ex Bellem, ambe in hac habitantes, matrimonium contraxerunt coram me infrascripte et doubus testibus Eduardo Coddens et Paula Van Nieuwenhuyse.
P.F. Bullens, pastor
In het jaar des Heeren 1864, op 28 januari, voorafgegaan zijnde de ondertrouw en de twee roepen, met dispensatie in de derde graad, Petrus Martens, van deze parochie, en Eugenie Coddens uit Bellem, beiden in deze parochie woonachtig, sloten een huwelijksverbond voor mij, ondergetekende, en voor de twee getuigen Eduard Coddens en Paula Van Nieuwenhuyse.
Huwelijksakte uit het register van de Burgerlijke Stand van Hansbeke
Ten jare achttien honderd vier en zestig, den acht en twintigsten january om acht uren des voormiddags, voor ons Jan Baptiste Van Overbeke, Schepenen Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Hansbeke, arrondissement Gent, provintie Oostvlaenderen, zijn verschene Petrus Martens, geboren te Hansbeke den vierden maert achttien honderd tien, landbouwer en schepenen, wonende tot Hansbeke meerderjarige zoon van Karel, overleden te Hansbeke den zes en twintigsten december achttien honderd zeven en dertig en van Marie Rosa Sutterman overleden te Hansbeke den veertienden september achttien honderd vijftig, weduwnaar van Dorothea Constancia Van Der Plaetse, overleden tot Hansbeke den dertienden july achttien honderd negen en vijftig, alles blijkens overgelegde akten van geboorte en overlijdens, bij welke er ook blijkt dat deszelfs voorouders overleden zijn, ter eener zijde; en Eugenie Coddens geboren te Bellem den negen en twintigsten september achttien honderd zes en dertig, zoo blijkt bij hare overgelegde geboorteakte, landbouwster, woonende tot Hansbeke, ongehuwd, meerderjarige dogter van Jan Baptiste, overleden tot Bellem den achtsten mei achttien honderd zeven en veertig blijkens overgelegde sterfakte, en van Amelia De Zutter, landbouwster wonende tot Aeltre, alhier tegenwoordig en toestemmende ter ander zijde; welke komparanten ons hebben verzocht overtegaen tot de voltrekking van het huwelijk onder hun beraemd en waervan de afkondigingen hebben plaets gehad in deze gemeente de zondagen zeventienden en vier en twintigsten january lestleden; vervolgens hebben de aenstaende echtgenooten ons verklaerd dat hun kontrakt van huwelijk is verleden den dertienden dezer maend voor den notaris Van Waesberghe te Gent; en geene tegenspraak tegen dit huwelijk ons kenbaer gemaekt zijnde, regt doende aen hun verzoek,hebben wij naer gedaene voorlezing der bovengemelde stukken, alsmede van het zesde hoofdstuk van den vijfden titel van het Burgerlijk Wetboek, getiteld van het huwelijk aen de komparanten gevraegd of zij voornemens zijn elkanderen te nemen voor echtgenoten, elk van hun beurtelings geantwoord hebbende van ja: verklaren wij in naem der Wet dat Petrus Martens en Eugenia Coddens door het Huwelijk vereenigd zijn; welk huwelijk openbaerlijk is voltrokken ten gemeentehuize van Hansbeke, ten bijwezen van Ie Jan Francies Martens, oud negen en veertig jaren, landsman, broeder des bruidegoms, 2e August Napoleon Fobe, oud vijf en vijftig jaren, sekretaris 3e Adolf Richard Fobe, oud vijf en dertig jaren, statieoversten, en 4e Pieter Benoit Thol, oud twee en dertig jaren landbouwer, alle wonende tot Hansbeke, getuigen hiertoe aengezocht, welke met ons en den bruidegom, na gedane voorlezing, hebben deze akte getekend; de bruid en hare moeder hebben verklaerd het schrijven onkundig te zijn; en zijn de bovengemelde overlegde stukken door ons geparapheerd om aen deze akte gehecht te blijven.
P Martens A Fobe J B Van Overbeke
Joannes F Martens P B Thol R Fobe
Reeds op 29 april 1864 werd zijn dochter Maria geboren. Blijkbaar was Eugenia Coddens reeds 6 maand in verwachting toen zij trouwde met Petrus. Had de 54-jarige Petrus een misstapje begaan met zijn 27-jarige huishoudster en hoe kwam het dat de in Bellem geboren jonge boerendochter Eugenie huishoudster werd bij de weduwnaar Petrus Martens? Uit de verklaring in de huwelijksakte dat Eugenia Coddens en haar moeder het schrijven onkundig waren,wat toen nog het geval was bij de meerderheid van de vrouwen, blijkt dat het tweede huwelijk van Petrus Martens beneden zijn stand was. De geboorte van Eugenie werd te Bellem aangegeven door haar 27-jarige vader Joannes Baptiste en de akte vermeldt : Den vader van t kind heeft verklaard niet te kunnen naamtekenen van door ongeleerdheyd.
Personen in parenteel van Jan François CODDENS, grootvader van Eugenie
I.1 M CODDENS, Jan François omstr 1781 Aalter
I.2 V MARTENS, Francisca omstr 1787 Aalter
II.1 M CODDENS, Jean-Baptiste 26-04-1809 Lotenhulle 08-05-1847 Bellem
II.2 V De ZUTTER, Amelia 26-09-1810 Aalter
III.2 V CODDENS, Eugenie 29-09-1836 Bellem 18-10-1898 Hansbeke
III.1 M MARTENS, Petrus-Franc.04-03-1810 Hansbeke 30-01-1900 Hansbeke
Amelia De Zutter, moeder van Eugenie, was spinsterregge van beroep. Ze woonde te Bellem maar was geboren te Aalter. Haar naam is er terug te vinden in de klapper, maar de geboorteregisters van 1810 zijn verdwenen, zowel in het gemeentelijk archief te Aalter als in het rijksarchief te Beveren. Van Jean-Baptiste Coddens, vader van Eugenie, is de franstalige geboorteakte van la commune de Lotenhulle, Canton de Nevele, Département de lEscaut bewaard gebleven. Zijn vader Jan François, cultivateur à Lootenhulle, heeft de geboorteakte ondertekend met een bijzonder sierlijke handtekening van François Coddens. Jean-Baptiste was slechts 38 jaar toen hij te Bellem overleed, nu in het nederlands geregistreerd als Joannes Baptiste. Op 10 mei 1847 meldden Angelus Van Mechelen, een 31-jarige onderwijzer en de 36-jarige veldwachter Martin De Clercq aan burgemeester Jan Baptiste Steyaert dat Joannes Baptiste Coddens, landsman geboren te Lootenhulle, twee dagen vroeger was overleden in zijne woonst gelegen in deze gemeente wijk Waegbrugge. Was dit nog een gevolg van de hongersnood en epidemiën van die tijd ? Zijn dochter Eugenie was slechts 11 jaar oud.
Tussen 1864 en 1877 werden uit het tweede huwelijk van Petrus Martens acht kinderen geboren. Petrus was 67 jaar oud toen zijn jongste zoon geboren werd. Alle kinderen werden volwassen. Hun zoon Henri overleed schielijk op 2 mei 1887 als gevolg van een ongeval, slechts 22 jaar oud. De 7 andere kinderen huwden en kregen afstammelingen. Dank zij dit tweede en wellicht ongewilde huwelijk van Petrus werden 44kleinkinderen geboren.
Petrus bereikte de gezegende leeftijd van 90 jaar toen hij op 30 januari 1900 overleed. Ruim een jaar vroeger, op 18 october 1898, was zijn vrouw Eugenia Coddens gestorven,slechts 62 jaar oud. Vier van hun kinderen waren toen reeds gehuwd. Emiel, Irma en René zijn pas gehuwd na het overlijden van hun vader.
5.3.3 Lokale politieke mandaten van Petrus.
In de publikatie Gemeenteraadsverkiezingen en Gemeenteraden te Hansbeke 1830-1976 bespreekt Albert Martens elke gemeenteraadsverkiezing sinds 1830, alsook alle wetswijzigingen terzake. Het decreet van 8 october 1830 bepaalde de modaliteiten voor de eerste lokale verkiezingen na de Belgische Onafhankelijkheid. Te Hansbeke hadden deze plaats op 16 december 1830 en werden er georganiseerd door de gemeenteraad uit de Hollandse tijd. Zij hadden er plaats in de raadzaal van het gemeentehuis, meer bepaald in de bovenzaal van de herberg tegenover de kerk. Petrus was toen slechts 20 jaar oud en nog niet stemgerechtigd. Zijn vader Carel Martens werd rechtstreeks verkozen tot tweede schepen.
De naam van Petrus Martens verscheen voor het eerst na de ontbinding van de gemeenteraden door de gemeentewet van 31 maart 1848, toen hij 38 jaar oud was en ruime tijd nadat zijn vader Carel in 1837 overleden was. Bij de 2473 inwoners die Hansbeke telde op 1 januari 1848 waren er 107 kiesgerechtigden of slechts 4,3% van de bevolking. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 22 augustus 1848, kort na de grote crisis en hongersnood, kwamen 91 kiezers opdagen. Petrus behaalde met 52 stemmen reeds de absolute meerderheid tijdens de eerste ronde en werd hierdoor samen met 4 andere kandidaten rechtstreeks verkozen . Ook August Hanssens werd rechtstreeks verkozen met 49 stemmen(in 1893 zal Emiel Hanssens, zoon van Bruno Hanssens en kleinzoon van August, huwen met Maria Martens, oudste dochter van Petrus Martens). In de tweede stemronde, waarbij 83 kiezers kwamen opdagen, behaalden nog 4 kandidaten een meerderheid. Eén van hen was Jan-Baptist Van Overbeke die bij K.B. van 30 september 1848 herbenoemd werd tot burgemeester en dit zou blijven tot 1860. In die tweede ronde werden ook Pieter-Nicolaes De Muynck en Bernard Van Der Plaetse verkozen. Tien jaar later zal Petrus huwen met de
dochter van Bernard Van Der Plaetse en in 1903 zal Irma Martens, dochter van Petrus, trouwen met Aimé De Muynck, kleinzoon van Pieter-Nicolaes. Bij K.B. van 13 augustus 1848 werd August Hanssens benoemd tot tweede schepen(23)(24).
In de gemeenteraadszitting van 29 augustus 1850 werd bij lottrekking bepaald welke raadsleden na 3 jaar zouden uittreden. Petrus Martens was één van hen. Daardoor komt zijn naam voor op het convocatiebiljet voor de gemeenteraadsverkiezingen van 28 october 1851.
Petrus Martens werd herverkozen en bovendien bij K.B. van 5 januari 1852 tot tweede schepen benoemd in vervanging van August Hanssens. De eedaflegging en de installatie van de verkozen raadsleden vond plaats in de zitting van 21 januari 1852(25)(26). Petrus zal schepen blijven tot 1869. De benoemingsbrief van Petrus Martens, ondertekend door koning Leopold I en door Charles Rogier die toen zowel eerste minister als minister van binnenlandse zaken was, is opgesteld in het frans.
Ministère de lIntérieur
Cabinet n° 6
Léopold, Roi des Belges,
À tous présents et à venir, Salut.
Vu larticle 2 de la loi du 30 Mars 1836,
Sur le rapport de notre Ministre de lIntérieur,
Nous avons arrêté et arrêtons:
Article 1er
Le sieur Maertens, P(ier)re, est nommé Echevin de la com(mu)ne
de Hansbeke, Arrondissement administratif de Gand, Province
de la Flandre Orientale, en remp(lacemen)t du S(ieu)r Hanssens
Aug(us)tin.
Article 2
Notre Ministre de lIntérieur est chargé de lexécution du
présent Arrêté, dont une ampliation sera adressée au titulai-
re pour son information.
Donné à Bruxelles, le 5 janvier 1852
Léopold
Par le Roi
Le Ministre de lIntérieur
(Signé) Ch. Rogier
Pour expédition conforme,
Le Secrétaire Général du Ministère
de lIntérieur
(handtekening onleesbaar)
Zes jaar later, bij de gemeenteraadsverkiezingen van 29 october 1857, was Petrus opnieuw kandidaat. De bevolking van Hansbeke was lichtjes gedaald tot 2355, met 112 kiesgerechtigden, waarvan er 93 opdaagden. Petrus Martens werd rechtstreeks verkozen met 92 van de 93 stemmen. Bij K.B. van 4 februari 1858 werd hij herbenoemd als tweede schepen en legde de eed af op 18 april 1858(27).
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 27 october 1863 was het aantal inwoners nog iets gedaald tot 2294 en werden 104 geldige stemmen uitgebracht. Petrus Martens behaalde 103 van de 104 stemmen terwijl de andere kandidaten slechts tussen 69 en 63 stemmen behaalden. Petrus was toen weduwnaar, wegens het overlijden van Dorothea Van Der Plaetse in het kraambed. Bij K.B. van 23 december 1863 werd hij herbenoemd tot schepen, maar hij kwam niet opdagen voor de geplande installatie op 5 januari 1864. Op 21 januari trad hij om dringende redenen in het huwelijk met Eugenia Coddens, zodat hij pas tijdens de gemeenteraadszitting van 15 maart, twee weken voor de geboorte van zijn oudste dochter Maria, geïnstalleerd werd(28)(29).
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 26 october 1869 moest het mandaat van de 59-jarige Petrus hernieuw worden, maar hij was klaarblijkelijk in ongenade gevallen. Onder de verkozenen verschijnt opnieuw August Hanssens die al raadslid was van 1849 tot 1851 en die toen als schepen was vervangen door Petrus. Bij K.B. van 12 december 1869 werd August Hanssens tot tweede schepen benoemd in vervanging van Petrus Martens, non réélu (30). Petrus had toen reeds 4 kinderen bij zijn tweede echtgenote en de olieslager Bernard Van Der Plaetse, vader van zijn overleden eerste echtgenote, zetelde nog steeds in de gemeenteraad. Was hier een veto ontstaan omwille van dat tweede huwelijk beneden zijn stand ?
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1 juli 1872, had Petrus nog steeds belangstelling. Hij werd niet voorgedragen, maar vermits de kiezer door het toevoegen van een naam voor om het even wie kon stemmen die verkiesbaar was, behaalde hij toch één van de 139 uitgebrachte stemmen. August Hanssens, 80 jaar oud, bleef schepen.
Bij de daaropvolgende verkiezingen komt de naam van Petrus niet meer voor. Toch probeerde hij nog eens bij de gedeeltelijke vernieuwing van de raad door de verkiezingen van 16 october 1887, toen hij reeds 77 jaar oud was. Kort voordien was zijn zoon Petrus-Joannes gehuwd met Leonie De Vreese en zijn oudste dochter was reeds 5 jaar gehuwd met Serafien Van Vynckt. De bevolking van Hansbeke was teruggelopen tot 2007, waarvan 181 kiezers. Vier raadsleden waren uittredend en er lag een lijst voor met vier kandidaten, waaronder ook Serafien Van Vynckt, schoonzoon van Petrus. Wellicht was Petrus het niet eens met dit voorstel en diende hij een éénpersoonslijst in op zijn naam. Petrus behaalde 38 van de 132 geldige stemmen maar werd niet verkozen. Zijn schoonzoon Serafien Van Vynckt werd met 95 stemmen wel verkozen. Verwant aan de stam Martens kwamen verder nog Pieter-Jan De Muynck(later schoonvader van Irma Martens, dochter van Petrus) met 100 stemmen, en Charles-Louis Hanssens(zoon van August en broer van Bruno wiens zoon Emiel in 1893 de tweede echtgenoot van Maria Martens zal worden) met 95 stemmen, in de gemeenteraad. Op 5 maart 1890, dus nog gedurende zijn eerste mandaat, overleed Serafien Van Vynckt, echtgenoot van Maria Martens.
Petrus beleefde nog de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht voor mannen, voor het eerst toegepast bij de gemeenteraadsverkiezingen van 17 november 1895, zij het niet meer als kandidaat. Toch moet hij het gebeuren van nabij gevolgd hebben. De grondeigenaar Emiel Hanssens, sinds 12 januari 1893 tweede echtgenoot van zijn oudste dochter Maria, werd verkozen. Ook Pieter-Jan De Muynck werd verkozen en werd tweede schepen. Pieter-Jan was de vader van August Aimé De Muynck en dus de schoonvader van Irma Martens, dochter van Petrus. Tenslotte werd ook de grondeigenaar Henri De Schuyter verkozen, zoon van Pieter-Jan De Schuyter en Francisca Lambrecht. Door zijn eerste huwelijk met Eugenie Martens, zuster van Petrus Martens, was Pieter-Jan De Schuyter een schoonbroer van Petrus Martens.
5.3.4 Petrus als eigenaar
Op 14 september 1893, toen Petrus 83 jaar oud was, werd voor Timon De Seille, notaris te Hansbeke, een akte van voorouderlijke verdeling verleden waarbij al de eigendommen in kavels werden verdeeld en afzonderlijk aan zijn kinderen werden toegewezen. Zijn oudste zoon Henri was toen reeds overleden(1887) en drie kinderen waren gehuwd: Maria(1882), Joannes(1887) en Emma(1889). Emiel was op reis in Amerika en Charles , Irma en René waren nog minderjarig.
De 17 bladzijden tellende integrale tekst van de verdelingsakte van de onroerende goederen, thans in bewaring bij notaris Duerinck te Nevele, is opgenomen in bijlage 5.5. Deze akte waarin de bezittingen van Petrus beschreven worden in 45 artikels en verdeeld over 5 kavels , namelijk één voor de 3 minderjarige kinderen Charles, Irma en René en telkens één kavel voor de vier andere kinderen Maria, Joannes, Emma en Emiel, laat niet enkel toe de oorsprong van het onroerend vermogen van Petrus te kennen maar geeft tevens de bestemming aan zoals die bij de overgang van de XIXe naar de XXe eeuw tot stand kwam.
Hoe de eigendommen van Petrus tot stand kwamen, vooral door erfenis en deels door aankoop al dan niet als medegerechtigde, kan het duidelijkst geschetst worden aan de hand van een chronologische weergave van wat in de 45 artikels vervat is:
- Op 28 october 1850, bij akte voor notaris Van Doorm te Poeke, waarbij na het overlijden van Marie Rosa Sutterman de nalatenschappen van haar en haar man Carel Martens verdeeld werden tussen hun 3 erfgenamen Joannes-Francies Martens, Petrus Martens en Marie Clemene De Schuyter, dochter van Pieter en Eugenie Martens, werd de 40-jarige vrijgezel Petrus eigenaar van De Meren. De in 19 artikels beschreven eigendom behelsde eene voorname hofstede bestaande in woonhuis, schuur, stallingen en verdere afhangens en nog een hofstede bestaande in woonhuis, stallingen en afhangens op het klein Kouterkente Hansbeke samen met percelen grond voor een totale oppervlakte van 16ha53ca (artikels 1 tot 19).
Carel was pas op 10 september 1835 eigenaar geworden van De Meren (artikel 9) als één van de erfgenamen van zijn ongehuwde zus Caroline Martens .Het landbouwbedrijf was in 1935 verpacht aan August Hanssens, grootvader van Emiel Hanssens die in 1893 zal huwen met Maria Martens, kleindochter van Carel. Na het huwelijk van zijn broer Joannes zal Petrus in 1851 verhuizen van Goed ter Elst naar De Meren. De andere hofstede (artikel 17) werd verpacht;
- Op 8 mei 1851, in het jaar dat Petrus schepen werd te Hansbeke met een mandaat dat hij tot 1869 zou behouden, één dag na het huwelijk van zijn broer Joannes, kocht Petrus twee partijen land met een oppervlakte van 59a 20ca (artikels 28 en 29) jegens de kinderen Van Overwaele te Hansbeke. De verkoop werd op 14 mei 1851 in het frans geregistreerd te Deinze door le receveur Colson;
- Op 28 maart 1859, 7 maanden na zijn huwelijk met Dorothea Van Der Plaetsen en 4 maanden voor haar overlijden, kocht Petrus jegens zijn medegerechtigde nicht Marie Anna Martens en andere bij proces-verbaal van openbare verkoping voor meester Blomme, notaris te Lovendegem, opnieuw twee partijen land te Hansbeke met een gezamenlijke oppervlakte van 66a66ca (artikels 20 en 21). Maria Anna Martens, weduwe van Judocus Lambrecht, stierf het jaar daarop kinderloos te Merendree. Zij was een dochter van Jacobus Martens en Livina Maenhout en, zoals Petrus, een kleinkind van Joannes Martens en Maria Francisca De Brauwer. Het betrof een eigendom afkomstig van hun gemeenschappelijke grootouders;
- Op 16 october 1861 verwierf Petrus bij akte van verdeling verleden voor de notaris Blomme te Nevele tussen hem en zijn broer Joannes-Francies een partij land op de wijk Rho te Hansbeke, groot 65a10ca (artikel 22). Ruim 10 jaar na het overlijden van hun ouders was dit perceel nog in onverdeeldheid gebleven. Petrus was toen een 51-jarige weduwnaar zonder kinderen;
- Op 31 januari 1862 kocht Petrus bij verkoopakte verleden voor notaris De Backere te Gent van het echtpaar Ludovicus Onghena-Sofie Moens uit Oostakker drie partijen zaailand gelegen te Hansbeke, met een totale oppervlakte van 1ha75a70ca (artikels 23,24 en 25). Sofie Moens was een kleindochter van het echtpaar Boudewijn Sutterman-De Pauw en een nicht van Petrus Martens. Haar man was landbouwer te Oostakker en zij verkochten sommige erfgoederen afkomstig van de familie Sutterman;
- Op 16 maart 1867, wanneer hij reeds 3 kinderen had uit zijn tweede huwelijk met Eugenie Coddens, kocht Petrus een schoon en groot woonhuis met stalling en erf bij de statie te Hansbeke en 22a30ca grond (artikels 26 en 27) van de kinderen Onghena-Moens waarvan beide ouders overleden waren. Deze verkoop door de achterkleinkinderen van Boudewijn Sutterman werd verleden voor notaris Buysse te Oostwinkel;
- Op 18 juni 1872, toen hij reeds 5 kleine kinderen had en ruim 62 jaar oud was, kocht Petrus opnieuw gronden waarin hij medegerechtigd was. De twee percelen land met een oppervlakte van 93a10ca (artikels 30 en31), gelegen te Aalter, verwierf Petrus bij een openbare veiling van de onroerende goederen afhangende van de nalatenschap van Marie Therese Hall
Carel Martens (°Hansbeke 12-01-1766 + Hansbeke 26-12-1837 ) zv Jan
5.2.1 Zijn jeugd
Carel, of naargelang de bron Charel, Karel of Carolus Martens, werd op 16 januari 1766 op de hofstede De Meren te Hansbeke geboren als elfde en laatste kind van Joannes en Maria Francisca De Brauwer, en als kleinzoon van de toen reeds overleden Judocus Martens en Petronilla Lamme. Bij zijn geboorte was zijn oudste zus Regina reeds 20 jaar ,zijn broer Jacob bijna 18 jaar en waren er nog 5 andere zussen in leven tussen 15 en 3 jaar. Carel werd omstreeks 7 uur s avonds geboren op het ouderlijk erf, dicht bij het dorp, langs de steenweg op Nevele. De volgende dag werd hij gedoopt door onderpastoor Goethals. Tussen 1775 en 1788 trouwden zijn broer en zijn vier oudste zussen, en deze vestigen zich elders te Hansbeke, Nevele en Aalter. Wanneer zijn vader Jan(+1801) en zijn moeder Maria Francisca De Brauwer(+1806) stierven woonde hij als 40-jarige vrijgezel nog steeds op De Meren, samen met twee ongehuwde zussen: de 45-jarige Carolina en de 43-jarige Rosalia. Het hof De Meren werd eigendom van Carolina, die er ook bleef wonen. Zijn zus Rosalia Martens trad in 1808 in het huwelijk met Jacob Van Hove, maar zal 5 jaar later kinderloos sterven.
Op 22 april 1807, tien maanden na het overlijden van zijn moeder, huwde Carel met de 36-jarige Maria Rosa Sutterman, dochter van Boudewijn en Joanna De Pauw, kleindochter van oud-burgemeester Petrus Sutterman en Livina Lamme en achterkleindochter van Jan Lamme en Pieternella Van Vynckt. Carel en Francisca trouwden te Hansbeke voor pastoor Godefroy, met als getuigen Carels schoonbroer Joannes Vander Vennet en Maria Anna Sutterman.
Personen in genealogie van Petrus SUTTERMAN, grootvader van Maria Rosa SUTTERMAN
I.1 M SUTTERMAN, Petrus 24-05-1687 Hansbeke 1772 Hansbeke
I.2 V LAMME, Livina 19-04-1689 Hansbeke 1719 Hansbeke
II.1 M SUTTERMAN, Boudewijn
II.2 V De PAUW, Joanna 14-03-1728 08-09-1794 Hansbeke
III.1 M SUTTERMAN, Pieter Jacob 1765 Hansbeke
III.2 V SUTTERMAN, Marie-Ther. 11-06-1766 Hansbeke
III.3 M MOENS, Lieven-Bernard Wondelgem
III.4 V SUTTERMAN, Maria Rosa 12-01-1771 Hansbeke 14-09-1850 Hansbeke
III.5 M MARTENS, Carel 12-01-1766 Hansbeke 26-12-1837 Hansbeke
III.6 M SUTTERMAN, Jan Baptist 1806 Hansbeke
Voor de generatie IX van de afstammelingen van Stoffel Martens , dit is de generatie van Carel Martens, zijn in de gegevensbank van de stam Martens 70 personen opgenomen ( bijlage 5.2). Deze lijst behelst nog 10 namen van personen in de stamlijn van de Hansbeekse baljuw Jan Martens, namelijk 5 betachterkleinkinderen van zijn dochter Sara en Joos Sutterman en eveneens 5 langs zijn dochter Susanne en Frans Vande Putte. Verder zijn er 60 achterkleinkinderen en echtgenoten afstammend van de Bellemse burgemeester Joannes Martens, namelijk 49 uit zijn eerste huwelijk met Joanna Maenhout en 11 uit zijn tweede huwelijk met Joanna De Vligere.
Hansbeke is met minstens 35 personen veruit de belangrijkste geboorteplaats voor deze generatie. Een tweede concentratie betreft de regio Varsenare, Jabbeke, Snellegem en Beernem met minstens 15 geboorten. De gekende geboortedata voor generatie IX liggen verspreid tussen 1725 en 1801 terwijl de overlijdens te situeren zijn tussen 1735 en 1865. De naam Martens komt voor bij 28 personen, waaronder slechts 4 gehuwde mannen die de familienaam konden overdragen naar volgende generaties: Jacobus Joannes Martens die te Hansbeke huwde met Livina Catharina Maenhout, Jan Francies Martens die te Aalter in het huwelijk trad met Ferdinanda Ornelis, Albert Martens die trouwde met Joanna Vermeire uit Sint-Joris-ten-Distel en in de hoofdstamlijn Carel Martens, de verre afstammeling van de naar Bellem uitgeweken Pieter Martens, gehuwd te Hansbeke met Maria Rosa Sutterman. Opvallend is dat de naam van Maria Rosa Sutterman niet opgenomen is bij generatie IX uit het parenteel van Stoffel Martens, maar wel bij generatie VIII als betachterkleindochter van Joos Sutterman en Sara Martens of in voortzetting van de te Hansbeke gebleven afstamming van baljuw Jan Martens.
5.2.2 Goed ter Elst
Na het overlijden van haar ongehuwde broer Jan Baptist had Maria Rosa Sutterman Goed ter Elst geërfd. Na haar huwelijk in 1807 vestigde zij zich daar met haar man Carel Martens. Langs deze weg kwam deze hoeve, ten oosten van het dorp langs de Merendreestraat (voor de aanleg van de spoorweg met een lange dreef verbonden naar de wijk Zande en de weg naar Landegem) in het bezit van de familie Martens die er zou blijven wonen tot het einde van de XXe eeuw. Na Carel Martens zal deze hofstede achtereenvolgens bewoond worden door Petrus en Joannes-Francies, Emiel, Marcel en Arlette Martens. Tussen Joannes-Francies en Emiel Martens werd de hoeve verpacht aan de familie Van Vynckt. Tot voor de verbouwing aan het einde van de XXe eeuw was in een versiering van een steunbalk in de woonkamer het ingebeiteld jaartal 1753, wijzend op een verbouwing, duidelijk zichtbaar. De geschiedenis van Goed ter Elst gaat evenwel veel verder.
De oudste vermelding van het Goed ter Elst dateert van 1486: goet gheheeten tgoet ter helst inde prochie van hansbeke (L. Luyssaert Toponiemen Hansbeke a.w. p 107). Het pachtgoed met land en mers in den doerenbossche, zeven bunders groot, vernoemd in het penningkohier van 1575, was wellicht het Goed ter Elst. Jonker Jan Bels verpachtte het aan Jan Steyaert(14).
Het goed of de heerlijkhede ter Elst, gelegen ten zuidoosten van de kerk, was een leen dat van de heerlijkheid van Hansbeke gehouden werd. Het behoorde in 1575 toe aan jonker Caerl de Gruytere, heer van Exaerde. In de tweede helft van de XVIIe eeuw was het goed eigendom van Maria Anna de Haynin en haar schoonbroer Lodewijk-Domien Vereycken, graaf van Sart, die het van hun oom Willem de Gruytere, heer van Mariakerke, geërfd hadden. Het bestond uit een pachthoeve met circa 7 bunders (ongeveer 9.5 ha) land.
In 1643 pachtte Andries Van Heyste het Goed ter Elst, bestaande uit een hofstede met boomgaard, twee bossen en twaalf partijen land waaronder de mispelaere, het groot rot, het cleen rot, het gheetjen, de hauden bogaert, de papenbilck, de potstaecken en de vierwechsche (drie eeuwen later werden de perceelsnamen groot rot en klein rot nog courant gebruikt op Goed ter Elst). Pachter Van Heyste was gehuwd met Lyevinne Van Wassenhove, een tweede maal met Cornelia Hendricx dochter van Lucas. Hij was schepen in de jaren 1654-1663. Hij overleed op 6 mei 1664, 62 jaar oud. Zijn weduwe hertrouwde op 17 januari 1666 met Pieter De Cuyper, zoon van Heindrick en Anna Van Heyste. Na de dood van Cornelia Hendricx in 1678 huwde pachter De Cuyper met Tanneken Dobbelaere, dochter van Jooris.
In het landboek van 1700 werd het Goed ter Elst ook Roukenburgh genoemd en op de bijhorende kaart gesitueerd in het beloop Kercke en Voorde, perceelsnummer I/46, nabij het zuideinde van het doorenbuschstraetjen (nu Merendreestraat 16). De hofstede was toen bereikbaar vanuit de huidige Donkerstraat via een lange dreef die door de aanleg van de spoorweg in 1838 geamputeerd werd maar waarvan de twee gescheiden delen tot in de tweede helft van de XXe eeuw nog zichtbaar bleven.
Op 4 maart 1687 kocht de Gentse grootgrondbezitter Philip Van Aerde, gehuwd met Isabella Monica Van Ouverwaele, het Goet ter Elst van de gravinne de Sart, dochter Gruytter voor 462 ponden 17 schellingen groten. Het landboek van 1700 vermeldt Philip Van Aerde nog als eigenaar(in Hansbeke had hij in totaal 23.695 roeden land in eigendom) en Pieter De Cuyper als pachter. Pieter De Cuyper was ook nog eigenaar van 8.407 roeden land te Hansbeke. De landbouwer was schepen (1669-1679) en vervolgens burgemeester (1679-1687, 1693-1696) van de heerlijkheid van Hansbeke en overleed op 6 januari 1714, 76 jaar oud.
Uittreksel van de figurative caerte van Hansbeke, anno 1700
Op 26 october 1718 kocht Pieter Sutterman, echtgenoot van Livina Lamme, zoon van Pieter Sutterman en Lievijne Maenhout, het goed met medegaande landerijen van Therèse Van Aerde, dochter van Philip, weduwe van Niclaes Ballas. Hij betaalde 613 ponden 6 schellingen en 8 groten(15). Weduwe Pieter De Cuyper stierf op 22 januari 1720. Haar zoon Jan De Cuyper trouwde een paar maanden later met Petronilla Claeys en bleef pachter op het Goed ter Elst.
In 1753 werd een belangrijke verbouwing uitgevoerd vermits in een versierde steunbalk in de grote woonkamer deze datum werd ingebeiteld. Tot welke datum de twaalf wit-groen geschilderde vensterluiken in de voorgevel teruggaan kon niet worden achterhaald.
In 1767 werd het Leen ter Elst, bij octrooi verleend door Hare Majesteit Maria Theresia, gedenatureerd in allodiael ende deelsaem goet (niet meer leenroerig maar eigen en tussen de erfgenamen verdeelbaar goed)(16).Nog tijdens zijn leven verkavelde Pieter Sutterman, bij akte van 25 september 1767, zijn onroerend goed tussen zijn nog levende kinderen (17). De erfgenamen hielden de kavels in onverdeeldheid tot na zijn overlijden in 1773. Het cauterstuck , waarop door Pieter een kapel werd gebouwd (thans Mariakapel op de wijk Zande), werd toen gebruikt door Baudewijn Sutterman, vader van Marie Rosa.
Het cauterstuck met de kapel kwam na 1774-1775 in bezit van Pieter De Schuyter en Livijne Sutterman, dochter van Pieter. Zij bleven ook nog eigenaar gedurende de XIXe eeuw.
Pentekening Goed ter Elst Robert Leenknecht
Stamvader Carel Martens kwam op Goed ter Elst na zijn huwelijk in 1807 met Maria Rosa Sutterman, die de eigendom erfde die haar grootvader Pieter Sutterman, oud-burgemeester van Hansbeke, 90 jaar voordien gekocht had. De gemeenschappelijke voorouders van Carel Martens en Maria Rosa Sutterman, Jan Lamme en Pieternella Van Vynckt waren overleden in 1740 en 1742 en hadden dus deze aankoop van hun schoonzoon nog beleefd. Ze konden evenwel moeilijk vermoeden dat hun andere schoonzoon, Judocus Martens, hen een achterkleinzoon Carel Martens zou bezorgen die zou huwen met hun achterkleindochter Maria Rosa Sutterman en die zich samen op Goed ter Elst zouden vestigen en aldus de start zouden geven voor bijna 2 eeuwen familie Martens op die hofstede.
Na het overlijden van Carel Martens (1837) en Maria Rosa Sutterman (1850) werd de hoeve eigendom van hun zoon Joannes-Francies. In 1886, na het overlijden van Maria Paulina Van Nieuwenhuyse, weduwe van Joannes-Francies Martens, kwam Goed ter Elst in onverdeeld bezit van Petrus Martens en zijn schoonzoon Serafien Van Vynckt. Door de voorouderlijke schenkingsakte van 14-9-1893 werd Maria Martens, dochter van Petrus en weduwe van Serafien Van Vynckt, eigenaar van Goed ter Elst.
5.2.3 Zijn gezin
De kwartierstaat maakt duidelijk dat de kinderen van Carel Martens en Maria Rosa Sutterman zelfs driemaal het echtpaar Jan Lamme en Livina De Meyere terugvinden bij hun voorouders:
- aan moederszijde zijn Jan Lamme en Livina De Meyere betovergrootouders van Maria Sutterman, overgrootouders van Boudewijn Sutterman, grootouders van Livina en Petronilla Lamme en ouders van Jan Lamme
- aan vaderszijde zijn zij tweemaal de betovergootouders van Carel Martens:
-enerzijds als overgrootouders van Joannes Martens, grootouders van
diens moeder Petronilla Lamme en ouders van Jan Lamme ;
-anderzijds als overgrootouders van Maria Francisca De Brauwer,grootouders van haar moeder Petronilla Bogaert en ouders van Anna Lamme;
Door opeenvolgende huwelijken met vier begoede Hansbeekse families Lamme, Maenhout, De Brauwer en Sutterman heeft de hoofdstamlijn Martens bij de terugkeer van Bellem naar Hansbeke er zich in een sterke maatschappelijke positie gewerkt.
Onderstaand schema illustreert de meervoudige verwantschap van Petrus Martens, zoon van Carel en Marie Rosa Sutterman, met de families Martens, Sutterman en Lamme. De zusjes Livina en Petronilla Lamme waren beide betovergrootmoeder van Petrus : Livina als grootmoeder van Marie Rose Sutterman en Petronilla als grootmoeder van Carel Martens. De stamouders Jacob Martens en Livina Claeys zijn ook tweemaal voorouders van Petrus: zij zijn overgrootouders van Petrus Sutterman en van Jan Martens en de vader en moeder van Petrus Martens zijn achterkleinkinderen van respectievelijk Jan Martens en Petrus Sutterman.
Jacob Martens x Livina Claeys
(1560-1618 ) (1563-1637)
Jan Martens x Barbara Speeckaert Pieter Martens x Tanneken Steyaert
(1590-1646) (1594-1636) (1602-1653) (1600-1665)
Joos Sutterman x Sara Martens Guilliame Martens x Joanna Steyaert
(1596-1680) (1617-1692) (1628-1708) (1631-1702)
Jan Lamme x Petronilla Van Vynckt
(1662-1740) (1662-1742 ) Petrus Sutterman x Liv Maenhoudt J Maenhout 1x Jan Martens 2x J DeVlieghere
Boud Sutterman x Joa De Pauw Joannes Martens x Maria Fr De Brauwer
(1727-1794) (1719-1801 ) (1724-1806)
Maria Rose Sutterman x Carel Martens
(1771-1850) (1766-1837)
Dorothea Van Der Plaetse 1x Petrus Martens 2x Eugenie Coddens
(1831-1859 ) (1810-1900 ) (1836-1898)
Niettegenstaande het feit dat Maria Rosa reeds meer dan 36 jaar was toen zij huwde, bracht zij nog 5 kinderen ter wereld in een tijdspanne van ruim 6 jaar. De 3 dochters en 2 zonen werden geboren te Hansbeke. Haar oudste dochter Eugenie werd geboren en gedoopt op 18 maart 1808 en kreeg de reeds vernoemde Joannes Vander Vennet en Maria Anna Sutterman als peter en meter.
Ongeveer één jaar later werd de tweede dochter Regina geboren met als doopouders Petrus Jacobus Sutterman en Regina Petronilla Martens, zus van Carel.
Nog een jaar later,bijna dag op dag, werd de oudste zoon Petrus-Francies geboren. Livinus Bernardus Moens was peter en Norbertina Martens, zus van Carel, werd meter. Op 15 februari 1812 werd een vierde kind geboren en gedoopt onder de naam Maria Carolina Julia, met Judocus Maenhout als peter en Theresia Sutterman als meter. Zij overleed reeds na twee en een halve maand.
Tenslotte werd na verloop van ongeveer 2 jaar, op 3 februari 1814, een vijfde en laatste kindje geboren, Joannes Francies. Petrus Judocus Wille en Carolina Martens, zus van Carel, waren peter en meter. Zijn moeder Maria Rosa was toen ruim 43 jaar.
Gezinsfiche van Carel Martens
Carel Martens Maria Rosa Sutterman
fs Joannes en Maria F. De Brauwer fa Boudewijn en Joanna De Pauw
° Hansbeke 12-01-1766 ° Hansbeke 12-01-1771
X
Hansbeke 22-04-1807
+ Hansbeke 26-12-1837 + Hansbeke 14-09-1850
Kinderen
1.Eugenie Pieter Josef De Schuyter
° Hansbeke 18-03-1808 fs Carolus en Petronilla Wille
° Hansbeke 12-05-1811
x
Hansbeke 08-11-1843
+ Hansbeke 14-08-1845 + Hansbeke 01-04-1885
2. Regina
° Hansbeke 08-03-1809
+ Hansbeke 18-08-1850
3. Petrus-Francies Dorothea Van der Plaetse
° Hansbeke 04-03-1810 fa Bernard en Sophie Vyncke
x ° Nevele 06-09-1831
Hansbeke 02-09-1858
+ Hansbeke 13-07-1859
Eugenie Coddens
fa Jan Baptist en Amelia De Zutter
x ° Bellem 29-09-1836
Hansbeke 28-01-1864
+ Hansbeke 30-01-1900 + Hansbeke 18-10-1898
4. Maria Carolina Julia
° Hansbeke 15-02-1812
+ Hansbeke 02-05-1812
5. Joannes-Francies Maria Paulina Van Nieuwenhuyse
° Hansbeke 03-02-1814 fa Joseph en Maria Ther. Dossche
x ° Oostakker 11-10-1811
Oostakker 07-05-1851
+ Hansbeke 19-03-1867 + Hansbeke 03-05-1886
Carel werd geboren en groeide op in de Oostenrijkse Nederlanden en leerde leven met de aanwezigheid van Franse legers. De kinderen van Carel en Maria Rosa werden geboren toen Vlaanderen geannexeerd was bij Frankrijk(1795). Zij groeiden op toen de legers van Napoleon hier de plak zwaaiden en toen, na de nederlaag van Napoleon bij Waterloo(1815), de Zuidelijke Nederlanden opnieuw aansluiting hadden gevonden bij Nederland en samen het Verenigd Koninkrijk vormden(1815-1830). Toen Carel stierf en zijn kinderen huwden was de jonge Belgische staat tot stand gekomen(1830), met een koning van Duitse en een koningin van Franse origine .
Het gezin van Carel Martens en Maria Rosa Sutterman was behoorlijk welstellend. Met een geraamd inkomen van 250 gulden per jaar waren zij in 1819 de vierde hoogste belastingbetalers van Hansbeke, na de kasteelheer Jan Baptiste Van de Woestijne en na twee familieleden: de weduwe van Jacob Martens en het echtpaar Jan Frans Van Der Vennet-Regina Martens. In 1830, Carel was dan 64 jaar oud, stonden zij met hetzelfde inkomen op de achtste plaats. Op 10 september 1835, slechts 2 jaar voor zijn overlijden, werd Carel nog eigenaar van De Meren, een hoeve die voordien in het bezit was van zijn ongehuwde zus Caroline. Deze hofstede werd verpacht aan August Hanssens, wiens afstammelingen opnieuw zouden trouwen binnen de familie Martens.
Carel Martens was bijna 72 jaar oud toen hij op zijn erf Goed ter Elst stierf op tweede Kerstdag 1837. Zijn weduwe Maria Rosa was toen 66 jaar en zijn 4 kinderen waren volwassen maar nog ongehuwd: Eugenie(29 jaar), Regina(28 jaar), Petrus-Francies(27 jaar) en Joannes(23 jaar). Zijn afstammelingen die leefden tijdens de XIXe eeuw zijn weergegeven in bijlage 5.3 . Pas 6 jaar na het overlijden van haar vader trouwde de oudste dochter Eugenie met Pieter Josef De Schuyter en vestigde zich op de wijk Reibroeck, waar zij anderhalf jaar later, op 14 augustus 1845, sterft. Volgens het bevolkingsregister van Hansbeke woonde in 1847 de 76-jarige weduwe van Carel nog steeds op Goet ter Elst ten oosten van het dorp, samen met drie nog steeds ongehuwde kinderen Regina(38 jaar), Petrus(37 jaar) en Joannes(33 jaar). Drie jaar later, op 18 augustus 1850, stierf de 41-jarige Regina, nog steeds ongehuwd. Is het toeval dat nog geen maand later, op 14 september 1850, ook haar moeder Maria Rosa Sutterman stierf, 79 jaar oud ? Op 28 october 1850, één maand na het overlijden van hun moeder, werd de nalatenschap van Carel Martens en Maria Rosa Sutterman in een akte voor notaris Van Doorn te Poucques verdeeld tussen de in 1844 geboren kleindochter Marie Clemence De Schuyter en de twee zonen Petrus en Joannes. Joannes verwierf hierbij Goed ter Elst en de hofstede De Meren werd eigendom van de oudste zoon Petrus-Francies.
De twee ongehuwde broers Petrus en Joannes bleven alleen achter op Goed ter Elst, maar niet voor lang. Op woensdag 7 mei 1851 huwde Joannes te Oostakker voor de wet met de bijna 40-jarige Pauline Van Nieuwenhuyse en het paar bleef op het ouderlijk bedrijf te Hansbeke. De nog steeds ongehuwde Petrus vestigde zich na het huwelijk van zijn broer Joannes vermoedelijk op het voorouderlijk erf De Meren langs de steenweg op Nevele, samen met een dienstmeid en 2 dienstknechten. Het was pas 7 jaar later, op 2 september 1858, dat hij huwde met de 27-jarige Dorothea Van der Plaetse.
5.2.4 Gemeentebestuur
Voor zover bekend maakte Carel Martens geen deel uit van de gemeenteraad in de Hollandse tijd, en was hij dus ook niet formeel betrokken bij de organisatie van de eerste raadsverkiezingen op 16 december 1830 . Over deze verkiezingen zelf is weinig bekend. Als burgemeester werd de grondeigenaar Jan-Baptiste van de Woestijne verkozen, die reeds burgemeester was onder het Hollands Bewind. Hij had zijn vaste verblijfplaats te Gent en woonde slechts tijdelijk op het kasteel van Hansbeke. Als schepenen of assessoren werden 2 landbouwers verkozen: Boudewijn Maenhout die later burgemeester werd en de 64-jarige Carel Martens. Verder werden nog 4 landbouwers, een olieslager en een bakker lid van de eerste gemeenteraad.
Op 5 april 1831 werd in het wethuis om 9 uur s morgens een tussentijdse verkiezing gehouden tot het kiezen van twee assessoren met twee suppleanten in vervanging van Boudewijn Maenhout en Carel Martens. Vooraf hadden een dertigtal notabelen onder de twaalf grootste belastingbetalers een stembureau van 5 personen samengesteld. Carel Martens was één van deze vijf en behoorde dus tot de beperkte groep van de twaalf grootste belastingbetalers van de gemeente. Judocus-Francies Martens (1788-1846), zaakwaarnemer, en Leonard Van Hee, koopman, werden verkozen tot eerste en tweede assessor. Was dit kort mandaat van Carel Martens bedoeld om zijn familielid Judocus-Francies, zoon van zijn broer Jacob, naar voor te schuiven of waren er andere motieven? Of had Carel toen reeds gezondheidsproblemen, 6 jaar voor zijn overlijden?
Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 25 october 1832 mochten 132 kiezers deelnemen, dit is 5% van de 2753 inwoners. Judocus-Francies Martens werd verkozen als eerste assessor maar trad wellicht niet aan vermits hij op 11 november 1832 vervangen wordt door zijn suppleant.Bij de burgemeesterverkiezingen meldden zich slechts 72 kiezers aan. Er was een grote verdeeldheid vermits de zaakwaarnemer Charles-Josef Deseille met een nipte meerderheid van 37 stemmen( precies de helft van de stemmen plus één) tot burgemeester verkozen werd tegenover 35 stemmen voor de voornoemde Judocus-Francies Martens. Hierdoor verdwijnt de naam Martens tijdelijk uit het gemeentebestuur. Hoewel meerdere aan de stam Martens verwante personen in de raad zitting hadden, zou het nog tot 1849 duren vooraleer Petrus Martens, zoon van Carel, de draad opnieuw kon opnemen.
HOOFDSTUK 5 NEGENTIENDE EEUW 5.1. Historisch kader
Hoofdstuk 5 Negentiende eeuw
Van heerlijkheid naar gemeente Hansbeke
5.1Historisch kader
5.1.1 Algemeen kader
Na de Franse revolutie in 1793 werden de Zuidelijke Nederlanden in 1794 ingelijfd bij Frankrijk en de verfransing van het onderwijs en het openbaar ambt volgde tijdens de periode van de Franse Overheersing (1794-1814). Bij het begin van de XIXe eeuw leert Vlaanderen ook het Franse leger en het leger van Napoleon(1801-1814) kennen. Hansbeke viel onder het Franse departement Escaut, met Gent als hoofdplaats. Na het Ancien Régime werden de administratie en de rechtbanken hervormd en verfranst, de heerlijkheden verdwenen en de gemeenten kwamen in de plaats.
Na de slag bij Waterloo en de aftocht van de Franse troepen bracht het Verdrag van Wenen de Zuidelijke Nederlanden onder Willem I in het Verenigd Koninkrijk. Tijdens het Hollands Bewind(1815-1830) maakte men niet enkel kennis met troepen uit het Noorden, maar er kwam ook meer ruimte voor de Nederlandse taal. De Universiteit Gent werd opgericht en op 9 october 1817 geopend door Willem, prins van Oranje-Nassau, de latere Willem II.
De Belgische onafhankelijkheid degradeerde Gent tot een provinciale hoofdplaats. Bij wet van 27 september 1835 kreeg de Gentse universiteit een nieuwe start, eerst met het latijn en spoedig nadien met het frans als voertaal.
De economische crisis van omstreeks 1846 bracht armoede,landvlucht en hongersnood. Door gebrek aan competitiviteit van de huisnijverheid, die voor veel landbouwers en plattelandsbewoners een bijkomend inkomen verschafte, nam de plattelandsbevolking af. Tussen 1846 en 1856 daalde de bevolking van de Vlaamse provinciën met 3%.
In de omgeving van Hansbeke werd het Schipdonkkanaal gebouwd (1843) en de spoorwegverbinding Brussel-Gent-Brugge-Oostende, met een station te Hansbeke, zal na 1840 het dorpsleven beinvloeden.
De zogenaamde Belle Epoque(1886-1900), waarmee de XIXe eeuw afsloot, was in werkelijkheid voor de landbouw een periode van grote crisis, vooral in de graansector. De exodus naar Amerika kwam op gang. De landbouw schakelde noodzakelijkerwijze over naar de veehouderij. Deze crisis werd ook een vertrekpunt voor allerlei cooperatieve en syndicale initiatieven en vormde de prikkel tot de oprichting van een Ministerie van Landbouw in 1899.
Het algemeen meervoudig stemrecht voor mannen kwam er uiteindelijk in 1893, na een lange strijd.
5.1.2 Taal en kultuur
In 1838 publiceerde Hendrik Conscience(1812-1883) De Leeuw van Vlaanderen. Dat Emiel Martens(°1871) zichzelf soms De Leeuw van Vlaanderen noemde heeft wellicht te maken met de blijvende weerklank van dit boek van Conscience.
Op kultureel vlak kwam tijdens de tweede helft van de XIXe eeuw heel wat in beweging in Vlaanderen: stichting van het Willemsfonds te Gent(1851), gevolgd door het Davidsfonds(1875).De eerste taalwetten in Vlaanderen dateren van 1873-1898. In de Vlaamse literatuur was er Guido Gezelle(1830-1899) en ook Cyriel Buysse(1859-1932), met zijn Nevelse tantes Loveling. Op wetenschappelijk vlak zijn ondermeer de namen van Adolphe Quetelet(1796-1874) en Henri Pirenne(1862-1935) bijgebleven.
Op sociaal en politiek vlak verdienen Edward Anseele(1856-1938) en Priester Adolf Daens(1839-1907) speciale vermelding. Bij de politieke macht in het jonge Belgie kan niet voorbijgegaan worden aan de Luikse liberale politicus Charles Rogier(1800-1885) die reeds deel uitmaakte van het Voorlopig Bewind en tweemaal premier werd(1847-1852 en 1857-1867). Hij ondertekende ook de (franstalige) benoemingsbrief van Petrus Martens tot schepen te Hansbeke.
Naar het einde van de XIXe eeuw komt ook een mondiale dimensie. Door de persoonlijke ambities van Leopold II in Afrika verwierf België in 1908 een kolonie. Jozef De Ceuster,alias pater Damiaan(1840-1889), plaatste Hawaï en Molokaï op de wereldkaart door zijn strijd tegen lepra en Adrien de Gerlache (1866-1934) deed ons Antartica ontdekken. Op wetenschappelijk vlak kan de evolutietheorie van Charles Darwin (1809-1882) niet onvermeld blijven.
5.1.3 Van heerlijkheid naar gemeente Hansbeke
Onder het Ancien Régime strekte de Heerlijkheid van Hansbeke zich uit over meerdere parochies. De heerlijkheden werden afgeschaft na de aanhechting bij Frankrijk op 1 october 1795. De wet van 17 februari 1800 erkende de gemeente als lokale bestuursvorm en dit bleef zo tijdens het Hollands Bewind(1814-1830).
Tijdens de periode 1806-1813 hebben veel Hansbeekse mannen gediend in het leger van Napoleon. Op basis van de overlijdensregisters komt Robert Leenknecht tot het besluit dat 20 jonge inwoners sneuvelden op slagvelden of in militaire hospitalen in Frankrijk, Spanje, Griekenland, Oostenrijk, Luxemburg, Duitsland en Brussel. Voor zover de leeftijd gekend is, betreft het jonge mannen tussen 19 en 22 jaar oud. Er komen geen leden van de stam Martens voor op deze lijst.
Pas in het onafhankelijk Belgie hadden gemeenteraadsverkiezingen plaats.Het decreet van 8 october 1830, onmiddellijk na het uitroepen van de Belgische onafhankelijkheid op 4 october 1830, bepaalde de modaliteiten van de eerste gemeenteraadsverkiezingen. Alleen Belgische mannen die aan de staat jaarlijks minstens 21,16 BEF aan directe belastingen (cijns) betaalden, hadden kiesrecht maar geen kiesplicht. Elke kiesgerechtigde beschikte over één stem. De verkiezing vond plaats voor een stembureau dat vooraf door de notabelen van de gemeente gekozen en geproclameerd werd. De stemming was geheim en gebeurde met dichtgevouwen stembiljetten waarop de kiezer de naam vermeld had van degenen aan wie hij zijn stem gaf. Er waren geen kieslijsten en men kon dus voor om het even wie stemmen die verkiesbaar was.
Te Hansbeke hadden de eerste gemeenteraadsverkiezingen plaats op 16 december 1830 in de bovenzaal van de herberg tegenover de kerk, ter vervanging van de gemeenteraad uit de Hollandse tijd. Het betrof de verkiezing van burgemeester, 2 assessoren(schepenen) en 6 raadsleden. Bij de verkiezingen van 25 oktober 1832 brachten 71 kiezers een stem uit.
Vanaf 1836 werden burgemeester en schepenen niet meer rechtstreeks verkozen door het kiezerskorps. De gemeentewet van 30 maart 1836 gaf stemrecht aan alle Belgische mannen die een bepaald bedrag aan belastingen betaalden, afhankelijk van de grootte van de gemeente. Bij de 9 verkozen raadsleden waren er te Hansbeke toen 5 landbouwers en verder een handelaar, een schoenmaker, een olieslager en een bakker.
Een fragment uit een kadastrale kaart uitgegeven door Popp in 1846 toont de toestand langs de Pontstraat naar Nevele , die op dezelfde plaats te situeren is als de in vorig hoofdstuk weergegeven kaart van 1700. Het is opvallend dat de dorpskern nabij de kerk zich ontwikkeld heeft vermits nu naast de kerk een rij van aanéénsluitende en bij de straat aansluitende gebouwen aangeduid zijn.In 1846, na de grote hongersnood, liet de kasteelheer Jan-Baptiste van de Woestijne dHansbeke langs de oostzijde van de dorpsstraat een dagschool voor meisjes bouwen.In 1848 startte hij met de bouw van een rusthuis. Het jaar daarop liet hij aan het kasteelgoed tegenover het aloude wethuis de neo-classistische Philomenakapel bouwen.
Omstreeks 1790 was de St Pieter en Paulus kerk verbouwd tot een driebeukige classicistische kerk. In 1872 werd deze kerk, die vijf traveeën telde, aan de westzijde met een zesde travee verlengd en omstreeks 1875 werd de stompe kerktorenkap door een spitse torennaald vervangen.
In de jaren 1876-1877 bouwde het gemeentebestuur langs de westzijde van de dorpsstraat een nieuwe gemeenteschool met schoolhuis voor de hoofdonderwijzer. Wellicht kon Emiel Martens hier nog zijn lagere school afmaken, net zoals zijn zoon Marcel en zijn kleinzonen Carlos en Laurent Martens.
In 1884, jaar waarin tijdens de grote kermis te Hansbeke een moord werd gepleegd, telde de gemeente 2.139 inwoners en 29 herbergen.
Op een uittreksel van de kadastrale Popp-kaart, met de dorpskom van Hansbeke en met het tracé van de in 1840 aangelegde Chemin de Fer de Brueghe à Gand, zijn een aantal punten aangeduid die bij deze moord tijdens de nacht van dinsdag 14 op woensdag 15 october 1884 ter sprake komen. De kaart laat ook de toenmalige ontwikkeling van de dorpskern zien. Beide hofsteden van de familie Martens dicht bij de dorpskom, De Meren naar het zuiden, richting Nevele, en Goed ter Elst naar het oosten, richting Merendree, vallen net buiten dit uittreksel. Een deel van de gronden van Goed ter Elst, grenzend aan de Cluyse, staan wel op de kaart.
Bij de raadsverkiezingen van 22 augustus 1848, nauwelijks twee jaar na de grote hongersnood, waren er op 2473 inwoners slechts 107 kiesgerechtigden waarvan er 91 kwamen opdagen. Bij de verkiezingen van 29 october 1857 werden 93 stemmen uitgebracht. Petrus werd verkozen met 92 op 93 stemmen en bleef schepen. In 1863 was het aantal opgekomen kiezers gestegen tot 104 en Petrus kreeg 103 stemmen. De wet van 12 augustus 1871 verlaagde de vereiste cijns om kiesgerechtigd te zijn tot 10 BEF, waardoor bij de verkiezingen van 1 juli 1872 174 Hansbekenaren, of 8,1% van de inwoners, kiesgerechtigd werden.
Pas in 1877, door de wet Madou, werden vooraf gedrukte stembrieven ingevoerd. Door de gemeentewet van 24 augustus 1883 kwamen er te Hansbeke ongeveer 20 capaciteits- en bekwaamheidskiezers bij, maar toch werden er in 1884 slechts 113 geldige stemmen uitgebracht. Door de gemeentewet van 18 augustus 1889 werd de minimumleeftijd teruggebracht van 25 naar 21 jaar en werd de jaarlijkse cijns om kiesgerechtigd te zijn verlaagd tot 8 BEF. Dit resulteerde in 1890 in 121 geldige stembrieven.
Het algemeen meervoudig stemrecht kwam te Hansbeke voor het eerst in voege bij de raadsverkiezingen van 17 november 1895. Dit resulteerde in 410 mannelijke kiesgerechtigden met samen 628 stemmen. Naast 269 kiezers met 1 stem waren er 90 met 2 stemmen, 25 met 3 stemmen en 26 met 4 stemmen. De twee lijsten kwamen echter vooraf overeen om samen maar 9 kandidaten voor te dragen, zodat bij de verkiezingen van 17 november 1895 alle kandidaten verkozen werden. Bij deze 9 zijn er zeker 3 verwant aan de stam Martens: Henri De Schuyter(grondeigenaar), Emiel Hanssens(grondeigenaar) en Pieter-Jan De Muynck(handelaar). Slechts 2 van de 9 raadsleden waren landbouwer. Ook op de verkiezingen van 15 october 1899 waren er slechts 9 kandidaten en konden de verkiezingen afgelast worden.
5.1.4 Herbergen, landbouw, crisistijden en hongersnood
Herbergen te Hansbeke
Tijdens de XIXe eeuw heeft het sociaal leven, althans uitgedrukt onder de vorm van het aantal herbergen binnen de gemeente, hoogtij gevierd. Ondanks een verdubbeling van de bevolking, was het aantal herbergen tijdens het Ancien Régime ongewijzigd gehouden op 7. Bij de volkstelling van 1818, gedurende het Hollands Bewind, telde de gemeente 2559 inwoners(inclusief inwonende meiden en knechten) op een oppervlakte van 983 ha. Er werden 13 herbergen geteld, of 5 per 1000 inwoners. Bij de uitbaters waren toen geen leden van de stam Martens. Bij een telling in 1847 was het aantal herbergen bijna verdubbeld tot 25 of 10 per 1000 inwoners. In 1881 waren het er al 29 en in 1891 zelfs 35 of 17 per 1000 inwoners. In de toenmalige dorpskom was er nabij het station de herberg van Petrus-Joannes Martens, gehuwd met Leonie De Vreese, alsook drie andere herbergen van de familie De Vreese.
Bij de eeuwwisseling, in 1901, werden zelfs 38 herbergen geteld, waaronder deze van Petrus-Joannes Martens, van Rosalie en Coralie De Vreese en van Eugeen-Napoleon De Grauwe in het Dorp, maar ook deze van Charles Martens en zijn echtgenote Maria-Coleta Van Hoecke in de wijk Hamme en van Edmond De Vreese en zijn echtgenote Julia Vande Wattijne op de wijk Zande, allen direct of indirect verwant met de familie Martens. De maximale bezetting aan herbergen zou bereikt worden in 1911, namelijk 44 of bijna 21 per 1000 inwoners.
Algemene landbouwtelling 1846
Naast de landbouw waren er te Hansbeke twee olieslagerijen, één bierbrouwerij en vijf windmolens. Er werd ook melding gemaakt van één stoomtuig en twee suikerijfabrieken.
Bij de algemene landbouwtelling van 1846 telde Hansbeke maar liefst 524 landbouwbedrijven, waaronder één met meer dan 30 ha en twee met 20 tot 25 ha. De grondprijzen waren begrepen tussen 2.000 en 4.000 frank en de pachtprijzen tussen 40 en 80 frank per hectare. Er waren 161 loontrekkende mannen en 82 loontrekkende vrouwen tewerkgesteld op de landbouwbedrijven. Het dagloon was sinds 1830 ongewijzigd gebleven: naast de voeding 64 centiem voor mannen en 37 centiem voor vrouwen. De pachtprijs per hectare vertegenwoordigde dus zowat het loon van 100 werkdagen.
In totaal werden er in 1846 89 paarden geteld en 772 runderen, waaronder 50 trekkoeien. Verder waren er 195 schapen, 441 varkens en 76 geiten.
Het landbouwareaal vertoonde een zeer gevarieerd beeld. Naast 114,55 ha meerschen en 18,17 ha bosch, was de oppervlakte teelten verdeeld als volgt:
54,62 ha tarwe
251,32 ha rogge
24,71 ha gerst
58,55 ha haver
2,09 ha bonen
39,84 ha boekweit
11,47 ha koolzaad
49,83 ha vlas
2,77 ha bieten (beetwortels)
13,83 ha wortels
82,58 ha aardappelen
60,65 ha klaver
De dominante plaats van rogge en aardappelen is opvallend. Boekweit en vlas bekleedden eveneens een belangrijke plaats.
Crisisjaren 1830-1847 en hongerjaren 1845-1846 (bijlage 5.1)
In 1818 behoorden de 2.559 inwoners tot 480 huishoudens die samen 375 woningen betrokken(1). Slechts 25 van de gezinshoofden,die samen 155 personen vertegenwoordigden, werden als behoeftig aanzien, zijnde 7% van de bevolking. Het betrof 14 dagloners, 7 wevers en 4 spinsters(2). Het Bureel voor Weldadigheid zorgde voor maandelijkse voedselbedelingen en ook voor bonnetjes voor voedsel en winkelwaren. De inkomsten van het armenbestuur bestonden uit renten en pachten, geldinzamelingen, gemeentelijke subsidies en dergelijke meer(3). Behoeftigen die in staat waren tot werken werden bij landbouwers of anderen tewerkgesteld(4).
De bevolking die tegen 1840 was gestegen tot 2.789 en in 1845 terug gedaald was tot 2.635, werd deels tewerkgesteld in het produceren van vlas en lijnwaad, maar door de vlas- en linnencrisis in de jaren veertig steeg het aantal behoeftigen tot 10% van de bevolking. Tegen 1847 was de bevolking verder gedaald tot 2.473, waarvan 480 of 19,4% behoeftigen(5). De gemeente zag zich genoodzaakt de belastingen te verhogen(6). Toen de gemeente in 1844 een nijverheidscomité oprichtte werd vastgesteld dat slechts 50 van de 200 voorhanden weefgetouwen in werking waren(7). Door de crisis in de huisnijverheid en de landbouw was er plattelandsvlucht. De Gentse bevolking was tegen 1850 gestegen tot 106.000 of 27% meer dan in 1830.
Toen in de jaren 1845-1846 de graan- en aardappeloogsten mislukten, wat tot grote hongersnood leidde, nam het aantal hulpbehoevenden te Hansbeke sterk toe. Pastoor Pieter Frans Bullens schreef: Het jaer 1845 is het voornaemste voedsel van den aermen aengerand geweest door eene bijzondere en tot nu toe onbekende plaeg, zoo danig dat er nauwelijks in geheel Belgenland aerdappelen zijn gevonden geweest die hunnen voorgaenden smaek hadden en het grootste deel ging wel haest over tot verrotting, zoo dat er hier uyt eenen grooten hongersnood is voort gesproten dat er op vele plaetsen menschen van honger zijn gestorven t Jaer nadien had de plaeg der aerdappels nog niet geheel opgehouden, en zette zich daerbij nog op een ander voedsel niet min noodzakelijk te weten den rogge De aermoede hier door groeyde zoo aen dat de menschen zich spijsden met ongehoorden kost zoo als gerste, loof van rapen eta. Uitgemergeld van cragten vele menschen bezweken van honger(8).
Door de lange strenge winter 1844-1845 was een deel van de koolzaad- en tarweproductie verloren. In de zomer van 1845 kwam daar bovenop een parasiet die het grootste deel van de aardappeloogst deed mislukken. De volgende zomer van 1846 mislukte de graanoogst opnieuw wegens een ziekte. Voedsel werd schaars en duur. Een verzwakte bevolking viel ten prooi aan epidemieën(tyfus en cholera). Het aantal overlijdens te Hansbeke steeg van 43 in 1842 tot 92 in 1846. Bovendien woedde een besmettelijke thyphoide koorts met dodelijke gevolgen(9). In 1847 telde men zelfs 112 overlijdens. In juli-augustus 1848 moesten maatregelen genomen worden tegen de cholera morbus, die binnen een week elf personen aantastte waarvan er zeven overleden(10). Dat jaar werden nog 80 overlijdens geregistreerd, tegenover slechts 37 geboorten .
De steunkas van het Weldadigheidsbureel raakte uitgeput(11) en het nijverheidscomité, dat aan ongeveer 200 mensen werk verschafte, moest bij gebrek aan geld zijn werkzaamheden beperken. Jan Baptiste van de Woestijne, kasteelheer te Hansbeke, kwam als grote weldoener ter hulp door aan alle armen kledij en gratis voedsel te verschaffen. Bovendien liet hij in het hongerjaar 1846 een dag- en kantwerkschool bouwen, met bijhorend kloosterpand.
In de gegevensbank van de familie Martens komen tijdens deze honger- en ziekteperiode enkele overlijdens voor maar er zijn geen aanduidingen dat zij verband hielden met deze crisis. Bij de generatiegenoten van Petrus-Francies Martens overleed zijn zus Eugenie Martens op 14 augustus 1845, slechts 37 jaar oud . Judocus Martens stierf te Merendree op 24 januari 1846, 58 jaar oud en Petrus Joannes Maenhout, zoon van Norbertina Martens, stierf te Hansbeke op 18 november 1846 , 59 jaar oud.
5.1.5 Hollands Bewind en familie Martens te Hansbeke
Tijdens de Hollandse periode werd vanaf 1819 in het register van de gemeenteraad van Hansbeke de jaarlijkse lijst ingeschreven van de gemeentebelastingen. Voor het dienstjaar 1819 waren 196 inwoners belastingplichtig, met een geschat jaarlijks inkomen tussen 350 en 10 gulden(12). Het geraamd inkomen van alle belastingplichtigen samen bedroeg 13.700 gulden. Het persoonlijk inkomen werd voor iedereen belast met dezelfde aanslagvoet van negen cents vier honderd en zeventien duizendsten of 9.417%. Dit gaf een totale plaatselijke omslag van 1289 gulden en 13 cents.
In 1819 hadden slechts 15 inwoners een jaarlijks inkomen boven 150 gulden:
inkomen
gulden
1. Wwe Jacob Martens, landbouwster 350
2. Van de Woestijne Jan Baptiste, kasteelheer 300
3. Van Der Vennet Jan Frans, landbouwer 270
4. Martens Carel, landbouwer 250
5. Wwe Lambrechts Bernard, landbouwster 240
6. Kinderen Lefebure August, landbouwers 240
7. Wwe De Blocq Jan Baptiste, particulier 200
8. Steyaert Joanna en Rosa, particulieren 200
9. Bultinck Jan Baptist, herbergier 180
10.De Schuyter Bernard, landbouwer 180
11.Maenhout Judocus, landbouwer 180
12.Wwe De Witte Jan, landbouwster 160
13.Maenhout Francies, landbouwer 160
14.Sutterman Pieter Jacob, particulier 160
15.Van Driessche Francies, landbouwer 160
De kasteelheer, burgemeester en grootgrondbezitter Jan Baptiste Van de Woestijne(1775-1858), die nochtans meer dan 1.000 ha in eigendom had en zowat 17% van de Hansbeekse oppervlakte, werd slechts getakseerd op 50% van zijn op 600 gulden begroot inkomen, omdat hij de helft van de tijd te Gent verbleef. Op plaats 7 is er Josepha du Paix, weduwe van Jan Baptist Blocq, wonend op een kasteeltje in de Voorstraat, en die ook slechts op de helft van haar inkomen belast werd. In leven was haar man erfactig greffier van den raed in vlaenderen. Zijn grafsteen bevindt zich aan de zuidgevel van de kerk van Hansbeke onder het eerste kerkraam.
Bij de permanent te Hansbeke wonende belastingplichtigen is de bijzonder dominante positie van de stam Martens opvallend. De plaatsen 1, 3, 4, 5 en 11 maken deel uit van de stam Martens, namelijk vier kinderen van Jan Martens(1748-1794) en Maria Francisca De Brauwer, geboren op het goed De Meren. De hoogste belastingbetaalster is hun schoondochter Livina Maenhout, weduwe van Jacob Martens, landbouwer in de Boerestraat en waarvan later 4 ongehuwde kinderen rentenierden in de Kerkwijk te Merendree. Op plaats 3 is er hun schoonzoon Jan Frans Van Der Vennet(1754-1829), gehuwd met Regina Martens, en uitbater van een hofstede in de Hammestraat. In 1830, bij het einde van het Hollands bewind, was
hij gemeenteraadslid. Op plaats 4 is er hun zoon Carel Martens(1766-1837), gehuwd met Maria Rosa Sutterman en landbouwer op Goed ter Elst.
Marie Anna Maenhout, weduwe van Bernard Lambrecht op plaats 5 is de schoonmoeder van Maria Anna Martens(1786-1847), dochter van Jacob Martens en gehuwd met Judocus Lambrecht. Haar kleindochter Francisca Lambrecht huwde later met Pieter Josef De Schuyter, na het overlijden van diens eerste echtgenote Eugenie Martens, dochter van Carel Martens. De familie De Schuyter, op plaats 10 in de lijst, was van 1879 tot 1909 vertegenwoordigd in de gemeenteraad en het schepencollege.
Op plaats 11 bevond zich Judocus Maenhout(1748-1829), gehuwd met Norbertina Martens(1751-1821), eveneens een dochter van Jan Martens en Maria Francisca De Brauwer. Hun dochter Carola Maenhout zal trouwens in het huwelijk treden met Augustinus Hanssens en aldus de basis leggen van de latere familie Emiel Hanssens-Maria Martens en van de familie Karel De Waele-Virginie Hanssens, ouders van Maria De Waele en schoonouders van Marcel Martens. Pieter Jacob Sutterman, op plaats 14 van dezelfde lijst, is eveneens nauw verwant. Hij is een zoon van Baudewijn Sutterman en Joanna De Pauw , en zijn tante Maria Rosa Sutterman huwde met Carel Martens. Uit deze lijst blijkt dat de familie Martens en aanverwanten in 1819 binnen de Hansbeekse top-15 ruim de helft van het inkomen vertegenwoordigde , en binnen de top-10 zelfs 60%.
Op het einde van het Hollands Bewind, tien jaar later, werd het gezamenlijk inkomen van 216 belastingplichtigen voor het jaar 1830 begroot op 15.480 gulden en getakseerd voor 1.440 gulden of tegen 7.37%, dus een lagere aanslagvoet dan in 1819(13). De getakseerden werden ingedeeld in 6 klassen volgens hun jaarlijks inkomen.
Klasse Jaarlijks inkomen(I) aantal
in gulden
1 I > 250 4
2 250 < I > 200 9
3 200 < I > 150 18
4 150 < I > 100 29
5 100 < I > 50 47
6 50 < I > 20 109
----
216
In 1830 werden onder de hoogst getakseerden enkele verschuivingen en enkele nieuwe namen aangetroffen.
Jaarlijks inkomen
in gulden
Eerste klasse
1. Dujardin Eugeene Albert, particulier 350
2. Wwe Martens Jacob, landbouwster 350
3. Wwe Van Der Vennet Jan Frans, landbouwster 270
4. Van de Woestijne Jan Baptiste, kasteelheer 270
Tweede klasse
5. Kinders Lambrecht Bernard, landbouwsters 250
6. Lambrechts Francies, priester 250
7. Kinders Lefebure August, landbouwers 250
8. Martens Carel, landbouwer 250
9. Martens Carolina, particuliere 250
10.Steyaert Rosa, particuliere 250
11.Kinders Maenhout Judocus, landbouwers 200
12.Sutterman Pieter 200
De hoogst gerangschikte in 1830 is de nieuwkomer Eugeene Dujardin, gehuwd met Maria Josepha De Vos, die het kasteeltje had gekocht dat voordien toebehoorde aan Jan Baptist De Blocq. Hun enige dochter Maria Joanna Dujardin huwde met Carel Joseph Deseille die in de Hollandse tijd achtereenvolgens burgemeester van Hansbeke en van Aalter werd. Na de Belgische onafhankelijkheid werd hij bij de verkiezingen van 25 october 1832 nipt verkozen tot burgemeester van Hansbeke, met 37 stemmen tegen 35 voor Joos-Francies Martens, zoon van Jacob Joannes en Livina
Maenhout. De moeder van Joos-Francies, weduwe Jacob Martens, stond in 1830 op de tweede plaats volgens het getakseerd inkomen. Charles-Jean Deseille, zoon van Charles-Joseph en Maria Dujardin, huwde later met Monica Lambrecht, kleindochter van Marie Anna Martens en achterkleindochter van Jacob Martens. De grafzerk van de echtgenoten Dujardin-De Vos en Deseille-Dujardin is ingebouwd in de zuidelijke kerkgevel van Hansbeke, onder het vierde kerkvenster. De priester Francies Lambrecht(1744-1835) op plaats 6, was een oom van Maria Anna Martens door haar huwelijk met Judocus Lambrecht. Hij werd priester gewijd in 1776 en werd vervolgens kapelaan in Gent St Martinus en coadjutor te Bellem. Eind 1799 werd hij onder het Frans Bewind als onbeëdigd priester aangehouden en tot januari 1800 opgesloten in het rasphuis aan de Coupure te Gent. In 1830 was hij op rust in zijn geboortedorp.
Bij de plaatselijke bewoners zijn er slechts beperkte verschuivingen opgetreden. De weduwe van Jacob Martens en haar dochter Regina Martens staan op de plaatsen 2 en 3. Op plaats 5 zijn er de kinderen van Bernard Lambrecht, dus ook zijn schoondochter Maria Anna Martens. Carel Martens is met een ongewijzigd inkomen gedaald van plaats 4 naar plaats 8 en zijn ongehuwde zuster Carolina Martens(1761-1837) staat als particuliere of rentenierster op plaats 9. De kinderen van Judocus Maenhout en Norbertina Martens gaan van 11 naar 12. De verwante Pieter Sutterman ziet zijn belastbaar inkomen toenemen van 160 naar 200 gulden en stapt van de 14e naar de 13e plaats. Nieuwkomer Bernard Van Der Plaetse uit Nevele komt op plaats 11. Zijn dochter Dorothea(1831-1859) werd het jaar nadien geboren en zal in 1858 in het huwelijk treden met Petrus Martens(1810-1900), zoon van Carel. De hoge positie van de stam Martens op de maatschappelijke ladder te Hansbeke was in 1830 nog onaangetast. Binnen de top-12 van de hoogste jaarlijkse inkomens vertegenwoordigde de familie Martens en aanverwanten bijna 65% van het inkomen.
5.1.6 Gemeenteraden en familie Martens
Tijdens de XIXe eeuw heeft de stam Martens, samen met aanverwante families, ongetwijfeld een stempel gedrukt op de gemeentepolitiek te Hansbeke. In de samenstelling van de opéénvolgende gemeenteraden en schepencolleges kan men steeds leden van de hoofdstamlijn, van Joannes over Carel naar Petrus, en hun aangetrouwde families, terugvinden. Naast de familienaam Martens betreft het de aanverwante families De Muynck, De Schuyter, Deseille, Hanssens, Maenhout, Van Der Plaetse en Van Vynckt.De samenhang wordt duidelijk aan de hand van volgend lijstje met huwelijksdata:
19-04-1785 Judocus Maenhout x Norbertine Martens dv Joannes
22-04-1807 Carel Martens x Maria Rosa Sutterman
08-11-1843 Pieter De Schuyter x Eugenie Martens dv Carel
02-09-1858 Petrus Martens x Dorothea Van De Plaetse dv Bernard
28-01-1864 Petrus Martens x Eugenie Coddens
16-09-1872 Carolus Bruggheman x Marie Clemence De Schuyter dv Pieter
26-09-1882 Serafien Van Vynckt x Maria Martens dv Petrus
23-11-1984 Charles-Jean De Seille x Monica Lambrecht, dv Maria Anna Martens
12-01-1893 Emiel Hanssens x Maria Martens dv Petrus
02-01-1903 Aimé De Muynck x Irma Martens dv Petrus
Stam Martens en aanverwanten in gemeenteraden te Hansbeke 1830-1976
Van bij de start in 1830 waren de afstammelingen van Joannes Martens in de nieuwe gemeenteraad en het schepencollege. Zijn zoon Carel werd rechtstreeks verkozen tot schepen(1831), samen met de aanverwante Baudewijn Maenhout. Zijn zoon Jacob was reeds overleden maar diens zoon Judocus-Francies Martens werd op 5 april 1831 met overgrote meerderheid van de 132 aangetreden kiezers verkozen tot eerste assessor of schepen. Wellicht trad hij niet aan vermits hij reeds op 11 november 1831 vervangen werd door zijn suppleant, de latere burgemeester Pieter-Jan Schaubroeck.
Bij de raadsverkiezingen van 25 october 1832 werd de hoger vernoemde ongehuwde zaakwaarnemer Joos-Francies Martens (1788-1846), zoon van Jacob en Livina Maenhout, als kandidaat-burgemeester nipt verslagen door de zaakwaarnemer Charles-Joseph Deseille (1791-1858) die slechts enkele maanden burgemeester zou blijven. Joos-Francies Martens verhuisde naar Merendree en speelde derhalve na zijn nipte nederlaag geen rol meer in de Hansbeekse politiek. Twee zonen Deseille zouden wel nog aan plaatselijke politiek doen. De oudste zoon Charles-Jean Deseille, gehuwd met Monica Lambrecht, kleindochter van Jacob Martens, werd raadslid van 1861 tot 1865 en verhuisde in 1865 eveneens naar Merendree. Zijn jongere broer Timor (1844-1910) werd notaris en zetelde van 1879 tot aan zijn overlijden in 1910 ononderbroken in de gemeenteraad, waarvan van 1904 tot 1910 als schepen.
Norbertina Martens, dochter van Joannes, was drievoudig vertegenwoordigd in de raad dank zij haar huwelijk met Judocus Maenhout. Haar schoonzoon Gerard-Francies Maenhout, echtgenoot van Norbertas dochter Maria Anna Maenhout, was raadslid(1837-1848) en diens broer Boudewijn Maenhout werd aanvankelijk schepen(1831) samen met Carel Martens, en nadien burgemeester(1831-1832).
Een tweede dochter van Norbertina en kleindochter van Joannes Martens, Carola Maenhout, trouwde met August Hanssens die schepen werd(1849-1851 en 1870-1881). Ook haar zoon Charles-Louis Hanssens werd gemeenteraadslid(1882-1895). De familiale opvolging in de gemeenteraad werd verzekerd door Emiel Hanssens, zoon van Bruno Hanssens, kleinzoon van Carola Maenhout en achterkleinzoon van Norbertina Martens. Emiel Hanssens werd immers raadslid(1896-1909) bij de overgang van de XIXe naar de XXe eeuw. Als tweede echtgenoot van Maria Martens, dochter van Petrus, zorgde Emiel Hanssens bovendien voor een bijkomende binding met de stam Martens. Serafien Van Vynckt, eerste echtgenoot van Maria Martens, was eveneens gemeenteraadslid(1888-1890) en hun zoon Charles Van Vynckt zou de traditie voortzetten tot ver in de XXe eeuw.
Carel Martens was niet enkel schepen bij het begin van het onafhankelijke België, maar nadien namen zijn zoon Petrus alsook zijn dochter Eugenie deze rol over. Eugenie Martens trad in het huwelijk met raadslid(1879-1884) Pieter-Jan De Schuyter, die na het vroegtijdig overlijden van zijn eerste echtgenote hertrouwde met Francisca Lambrecht. Henri De Schuyter, zoon uit dit tweede huwelijk, volgde zijn vader op als raadslid(1885-1903) en werd nadien schepen(1903-1909) tot aan zijn vroegtijdig overlijden.
Binnen de hoofdstamlijn zette Petrus Martens, zoon van Carel, de familietraditie in de lokale politiek verder. Hij werd eerst raadslid(1848-1851) en vervolgens schepen(1852-1869), maar speelde geen politieke rol meer na de eerste verkiezingen die volgden op zijn tweede huwelijk met Eugenie Coddens. Zijn schoonvader uit zijn eerste huwelijk, Bernard Van Der Plaetse, was eveneens gemeenteraadslid(1837-1860) en schepen(1867-1876). Petris zetelde dus 20 jaar samen met zijn (toekomstige en ex) schoonvader. In de XXe eeuw zal Leon Van Der Plaetse, zoon van een broer van Dorothea en dus van een schoonbroer van Petrus Martens, vele jaren in de gemeenteraad en het schepencollege zetelen, ondermeer samen met Marcel Martens en Charles Van Vynckt, kleinzonen van Petrus Martens.
Bij de kinderen uit het tweede huwelijk van Petrus Martens, was het niet enkel langs beide echtgenoten van zijn oudste dochter Maria, maar ook langs het huwelijk van zijn dochter Irma dat de stam Martens actief betrokken bleef in het gemeentebestuur. Irmas echtgenoot August Aimé De Muynck stamde uit een familie met meerdere raadsleden. Zijn broer Desiré De Munck werd raadslid bij het begin van de XXe eeuw(1908-1926), zijn vader Pieter Jan De Muynck was achtereenvolgens raadslid(1876-1878) en schepen(1879-1903) en voordien was zijn grootvader Pieter-Nicolaes De Muynck eveneens lid van de gemeenteraad(1831-1836 en 1849-1875).
Gedurende de XIXe eeuw kunnen bij elke samenstelling van de gemeenteraad bij de 9 leden telkens 1 tot 4 leden geïdentificeerd werden die tot de stam Martens behoren of er mee verwant zijn.Ook tijdens de XXe eeuw zullen meerdere kleinkinderen van Petrus, en hun aanverwanten, een rol spelen in de gemeentepolitiek te Hansbeke.
Verder in dit en volgend hoofdstuk wordt aan de hand van de publicatie van Oud-Hansbeke Gemeenteraadsverkiezingen en gemeenteraden te Hansbeke 1830-1976 van Albert Martens, voor een aantal leden en aanverwanten van de familie nader op deze lokale politieke rol ingegaan worden. Na de gemeentelijke fusie, waarbij Hansbeke een deel werd van de gemeente Nevele en wanneer nationale politieke partijen de basis gingen vormen van de lijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen, komen geen leden van de familie Martens meer voor in dit verhaal.
Tobias 144; De CLOET Pieter 144 ; De COEYERE Lieven 74 ;
De CONINCK Abraham 106 ; De COSTER , Anna , 199; De CRETS Catherina 70,112, 123,195; De CROCK Philip 27,55; De CUYPER Pieter 139; De CUYPERE Heindrick 77,118; De DECKER Francisca 199, Petronilla 49 , Jacques 86,144 ,Joos 86 , Pieter 86,144 , Serafie 172,192 , Theresia 189 ; De DECKERE Livina 158,211 ; De FRAEYE Petrus 181 ; de GUERNOVAL Alexander 116 , Arnaut 139 , Hubert Albert 62,116 , Julianus Livinus 116 Philip 78,116,117;
De GRAET Josepha 190; De GRAEVE Petronilla 43,77 ;De GROOTE Livina 202 ;
De GRUTERE Gijsbrecht 116;De GRUYTERE Marten 69; de JAGER Gertrudis 113,114;
De JANS Clara 96 ; De JONGHE Jan 81,85 ; De KEER Arent 144 ;
De KEYSER Joos 85 , Pieter 85 ; De LANGHE Chaerel 96 , Pieter 196;
De LANSANG Joanna 123; Del PLANCQUE 53; De MEYER Francisca 199;
De MEYERE Baudewijn 62,77,118 , Franciscus-Dominicus 91 , Jans 77 ,
Joos 14,27,39,47,52,110,153,169,171,223 , Judocus 91 , L. 154,169 ,
Van den BOSSCHE Lieven 77 ;Vanden BUSSCHE Joanna 126 ;Vande VEIRE Pieter 49,116,196;Van Der HAEGEN, Ann 15 ;Vander HULST 142;Vander MOESEN Gaspart 177 ; Van der PLAETSE, August 199 ,Bernard 199 ,Catharina 194