Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Het gerenommeerde Bretonse badplaatsje Perros-Guirec
Neem een grote hoeveelheid charmante vissersdorpjes, een handvol
bekende badplaatsen, voeg er wat prachtige landschappen aan toe en breng
dit alles op smaak met buitengewone culinaire hoogstandjes. Proef en
geniet van de exquise Franse westkust!
Het pittoreske stadje Honfleur
De chique badplaats Deauville
Île de Ré
De prachtige kust van Biarritz
Het historische vissersplaatsje Saint-Jean-de-Luz
De Franse Atlantische kust herbergt heel wat bekende en minder bekende
pareltjes. Wij hebben vier kustregio's onder de loep genomen: Normandië,
Bretagne, Poitou-Charentes en Aquitaine. Historische steden, pittoreske
dorpjes, adembenemende landschappen en prachtige stranden zijn slechts
enkele van de West-Franse ingrediënten die je ongetwijfeld een
onvergetelijke vakantie bezorgen.
1. Honfleur (Normandië) Aan
de monding van de Seine, tegenover Le Havre, de op een na grootste stad
van Normandië, ligt het romantische kunststadje Honfleur met zijn
smalle, middeleeuwse steegjes en zijn talrijke historische gebouwen.
Hier is de impressionist Eugène Boudin geboren en vond ook Claude Monet
zijn inspiratie. Bezoek zeker de prachtige Sainte-Catherine kerk, de
grootste houten kerk van Frankrijk, en ga slenteren in het pittoreske
haventje met zijn vele gezellige restaurantjes.
2. Trouville en Deauville (Normandië) Op
een twintigtal kilometers ten zuiden van Honfleur ligt het gezellige
vissersdorpje Trouville. Ga er na een dagje aan het strand kuieren in
het pittoreske haventje of rondslenteren in de kleine, smalle straatjes.
Steek ook eens de brug over naar het iets chiquere Deauville en
bewonder er de talloze Belle Époque-villa's. Niet te vergeten is het
jaarlijkse Festival van de Amerikaanse Film van Deauville dat dit jaar
van 3 tot 12 september plaatsvindt. Honfleur, Trouville en Deauville
liggen op twee uur rijden van de Franse metropool Parijs. 3. Perros-Guirec (Bretagne) Aan
de grillige kusten van de Côtes d'Armor ligt het gerenommeerde Bretonse
badplaatsje Perros-Guirec met zijn drie fijne zandstranden en prachtige
panoramische uitzicht over Les Septs Îles, zeven eilanden die een
belangrijk vogelreservaat herbergen. Breng een bezoek aan de
indrukwekkende Côte de Granite Rose, een rotskust van roze graniet, en
laat je smaakpapillen in een van de talrijke restaurantjes genieten van
de exquise Franse keuken. 4. La Rochelle (Poitou-Charentes) Absoluut
een bezoek waard is het adembenemend mooie havenstadje La Rochelle met
zijn sfeervolle binnenstad en gezellige Vieux Port. Hier kun je op de
vele terrasjes genieten van de Franse zon en een prachtig uitzicht op de
haven en de Atlantische Oceaan. Bezoek ook de Port des Minimes, de
grootste haven voor plezierjachten van Europa.
5. Saint-Martin op het eiland Île de Ré (Poitou-Charentes) Voor
de kust van La Rochelle ligt het prachtige eiland Île de Ré. Je reist
er heen via de drie kilometer lange tolbrug die het eiland sinds 1988
met het vasteland verbindt. Saint-Martin is een van de vele gezellige
vissersdorpjes met historische bezienswaardigheden en een levendig
pittoresk haventje.
6. Biarritz (Aquitaine) Biarritz
is wellicht de meest bekende en meest mondaine kustplaats van de
Zuid-Franse Atlantische kust. Het aanvankelijk arme vissersdorpje werd
wereldberoemd toen Napoleon III er de residentie Hôtel du Palais liet
bouwen. Biarritz heeft heerlijke stranden en met zijn woeste golven is
deze Frans-Baskische badplaats ongehoord populair bij surfers. Biarritz
behoort dan ook tot de beste surfplekken van Europa. 7. Saint-Jean-de-Luz (Aquitaine) Even
ten zuiden van Biarritz, op een tiental kilometers van de Spaanse
grens, ligt het historische vissersplaatsje Saint-Jean-de-Luz met zijn
gezellige straatjes en zijn kleine beschutte haventje. Hierheen kwam de
jonge koning Lodewijk XIV om er in 1660 Maria-Theresia van Spanje te
huwen. Geniet van het mooie uitzicht over de hele Baskische kust en van
de overheerlijke macarons (amandelkoekjes), de plaatselijke
specialiteit, waarvoor naar verluidt ook de Zonnekoning zou zijn
gezwicht. (Orbiville.be)
Het Castelo de São Jorge torent hoog boven Lissabon uit.
In Lissabon hoef je geen haast te hebben. Neem het pittoreske
trammetje 28 en stap af waar je maar wil. Voor een terrasje, het
uitzicht of om van de sfeer van de oude stad te genieten.
Tram 28 wringt zich door de Rua de São Tome in de Alfama-volkswijk.
Het hippe Pois Café in Alfama is een leuk adresje waar je ook lekker kunt eten.
Carreira 28, of tramlijn 28, loopt van Prazeres naar het plein Martin
Moniz door de drie bekendste buurten van Lissabon: de hogergelegen
uitgaanswijk Bairro Alto, het moderne winkelgebied Baixa en de
volksbuurt Alfama. Het brengt de passagiers naar vier van de zeven
heuvels waarop de Portugese hoofdstad is gebouwd. Als je het hele
traject aflegt, ben je vijftig minuten onderweg, maar meestal duurt het
veel langer.
De gele of rode boemel uit 1910 met ouderwetse
zwaaihendel baant zich al piepend, puffend en krakend een weg door
smalle, klimmende straatjes. Soms zijn die steegjes zelfs zo nauw dat de
voetgangers met hun rug tegen de muur gaan staan en hun adem inhouden
als ze het bekende 'ting ting'-geluid in de verte horen. Vaak staat een
auto op de rails en moet de trambestuurder op zoek gaan naar de
boosdoener.
De meeste toeristen rijden maar een eindje mee en je
kan bijvoorbeeld opstappen op het plein Praço do Comércio. Op de tram
kan je een ticketje kopen voor een enkele rit (2,50 euro), maar heb je
echt de smaak te pakken, dan kan je met de Lisboa Card (24 uur voor 17
euro) overal op- en afstappen. Een andere mogelijkheid is de 7 Colinas
Card, die voor 0,50 euro te koop is in de metrostations en je voor 2,90
euro kan opladen voor een hele dag onbeperkt rijden.
De leukste haltes Voordeel
aan de Eléctrico 28 is dat je op die manier niks van alle hoogtepunten
moet missen. Vanaf het Castelo de São Jorge ligt heel Lissabon aan je
voeten, je kan er heerlijk ronddwalen en de zonsondergang meepikken. 's
Zomers is het kasteel tot 21 uur open. Een ander mooi uitkijkpunt of
'miradouro' is Santa Luzia in de volkswijk Alfama, waar bewoners
sardientjes buiten grillen en het wasgoed hangt te drogen. Je kan er
turen over de Taag en de kathedraal Sé in al zijn pracht bewonderen. In
Alfama kan je onder meer lekker eten in het Pois Café, aan de Rua São
João da Praça, waar ook veel hip volk uit Lissabon komt. Nog twee
adresjes om te chillen in Alfama: Loja 14.18 aan de Rua da Adica en
Portas do Sol aan de Largo das Portas do Sol.
In Baixa moet je
afstappen als je wil shoppen. Neem hier de Elevador de Santa Justa, de
door Eiffel ontworpen lift, en ga winkelen in de Rua Augusta. In de Rua
Conçeicão barst het van de schattige snuisterwinkeltjes.
De
Bairro Alto is 's avonds de levendigste wijk. Nergens vind je zoveel
bars en cafés als hier en mensen staan tot 's avonds laat buiten met een
plastic bierglas in de hand, keuvelend en altijd goed gezind. Zoals in
het Alface Hostel in Rua do Norte of bij Maria Caxuxa aan de Rua da
Barroca met livemuziek. Wat stijfdeftiger is A Brasileira, het bekendste
en weelderig gedecoreerde koffiehuis van de stad, in de rua Garett.
Hapjes Nog
in de Bairro Alto bevindt zich boven de Glória-lift op het
uitzichtspunt Miradouro de São Pedro de Alcantara een terras waar
bezoekers kunnen genieten van een panoramisch uitzicht over het Castelo
de São Jorge en het historische centrum van Lissabon. Bestel er typische
Portugese hapjes, zoals de roomgebakjes 'pastel de nata', kwarktaarten
van Sintra (queijadas) en de 'pasteis de bacalhau' (stokvis). Bairro
Alto is ook de naam van een boetiekhotel aan de Praca Luis de Camoes. Je
slaapt en eet er voortreffelijk en het dakterras levert één van de
mooiste uitzichten op.
Tram 28 passeert ook nog langs de Jardim
da Estrela, één van de mooiste tuinen en een perfecte plek voor een
picknick. Eind- of beginpunt is het Cemetério de Prazeres, het kerkhof
waar de doden in huisjes liggen begraven.
Vijf routes Lissabon
telt in totaal vijf tramroutes: 12, 15, 18, 25 en 28. Op lijn 28 zie je
het meest, maar ook interessant is Carreira 12, die onder meer langs
Castelo de São Jorge en Alfama passeert. Lijn 15 is de enige vlakke lijn
langs de oever van de Taag.
Nog enkele dagen zin in zon? Sinds kort zijn er vanuit Brussel,
Charleroi, Luik én Oostende rechtstreekse vluchten naar Alicante aan de
Spaanse Costa Blanca. De badplaats, met in de winter zalig milde
temperaturen, heeft zoveel troeven dat je er gerust enkele dagen kan
doorbrengen.
Het Playa de San Juan is het favoriete strand van de lokale bevolking.
Op de Esplanada de España is het heerlijk flaneren in de schaduw van de vele palmbomen.
Hospes Amerigo
Alicante is een stad waar menig zonneklopper een moord voor begaat.
Gelegen tegen de Middellandse Zee, met een microklimaat, een rijke
culturele achtergrond, magistrale gebouwen en lieflijke parkjes met
eeuwenoude bomen. En dan hebben we het nog niet eens over de brede
zandstranden, waarvan er eentje tegen de oude binnenstad aanschuurt:
Postiguet Beach, het bekendste strand van Alicante. Weinig stedelingen
die een strand en oceaan aan hun deurmat hebben liggen...
Mooie promenade De
brede en opvallende Esplanada naast Postiguet is een toeristische
attractie op zich. De boulevard herbergt 6.600.000 marmeren stenen. Er
zijn rode, witte en zwarte steentjes. Die kleurencombinatie laat een
aparte indruk na, maar het zijn vooral de hoge palmbomen aan weerskanten
van de Esplanada die opvallen. Wij ruilen die eerste dag echter het
drukke Postiguet voor het noordwaarts gelegen strand van San Juan. Het
is het favoriete strand van de lokale inwoners, maar wordt steeds vaker
bevolkt door toeristen. Het brede strand heeft bovendien de beste
restaurants. Zelfs 's avonds draaien ze op volle toeren. In Casa Julio,
naar verluidt een van Alicantes vijf beste restaurants, laten we de
sangria rijkelijk vloeien. Het eten is uitstekend, maar eerlijk is
eerlijk: met zo?n droomuitzicht zou zelfs het verorberen van een hotdog
een luxe zijn.
Piraten en kanonnen Vanuit
elke hoek van de stad wordt het landschap bepaald door kasteel Santa
Barbara en de 166 meter hoge Mount Benacantil waarop het gebouwd is.
Vooral 's avonds levert dat, door een sublieme verlichting, een extra
mooi beeld op. Het kasteel kent een duizend jaar oude geschiedenis. Het
werd talloze malen gebombardeerd, eerst door de Fransen in 1691, bijna
honderd jaar later door de Britten. Het bewijs daarvan bevindt zich in
de zandstenen muren: enkele kanonskogels zijn er blijven steken. Een
bezoek aan dit kasteel loont de moeite. Je kan er 180 graden ronddraaien
en zowat de hele stad en zelfs de verderop gelegen steden overschouwen.
Dat was eeuwen geleden ook handig om piraten in het snotje te houden.
Alicante was immers een stad die vaak werd aangevallen door piraten. Om
die reden werden er verderop, in de grotten aan de baai, wachttorens
gebouwd.
Stadspark De stadsarchitecten hebben
sinds een paar jaar het kasteel 'gelijmd' aan de stad met een (steil)
voetpad dat in feite een park is: Parque de la Ereta, met cactussen,
palmbomen en een hip restaurant dat enkel 's weekend de deuren opent.
Het pad loopt over in de Santa Cruz-wijk, waar schattige, dicht
opeenstaande witte huisjes voor een unieke sfeer zorgen. Vanaf hier gaat
het steil naar beneden via verscheidene trappen. De talloze
Maria-beelden op en tegen de witte muren zijn restanten van de processie
die hier jaarlijks plaatsvindt.
"Dit lijkt misschien het oudste
gedeelte van de stad", zegt onze gids, "maar het is het niet. Het is wel
het meest typische. Hier komen weinig toeristen, maar veel van de
toeristen die er kwamen, zijn hier wel blijven wonen."
Mummies aan het strand Alicante
telt ook enkele musea, zoals het prestigieuze Marq, waar alle
archeologische vondsten die in en rond Alicante werden aangetroffen, een
onderkomen kregen. Maar ons favoriete museum is van een geheel andere
orde. In Museu de Fogueres staat plezier centraal. Sinds 2003 staat het
in het teken van Fogueres de Sant Joan, een juni-evenement dat zowat
alle inwoners van Alicante op straat brengt. De hoofdingrediënten:
muziek, licht, vuurwerk, koninginnen, vuur en... fabelachtige sculpturen
van papier maché van tientallen meters hoog, 'Ninots' genaamd. Ludiek
zijn ze allemaal, maar de meeste zijn cartooneske personages die niet
zouden misstaan in oude Disney-tekenfilms. In het museum staan de
miniatuurversies ervan opgesteld, want de grote versies worden verbrand
op het evenement zelf.
Shoppingparadijs In
Alicante wordt niet weinig geshopt. The place to be is de omgeving rond
de Avenida Maissonave. Typisch is hier de grote keuze in leren schoenen
en tassen, en uiteraard barst het van de nougatwinkels. Op talloze
winkels, groot en klein, chic of stoffig, prijkt het woord 'turon' op de
vitrine. Nougat. Dat mag niet vreemd zijn. Tachtig procent van 's
werelds nougatproductie komt van hier. Het moslimverleden van de stad
heeft daarmee te maken. De moslims durfden immers als eerste honing,
amandelen en suiker combineren.
Palmen in Elche Wie
Alicante bezoekt, combineert dat meestal met daguitstappen naar
naburige steden. Op 23 km ligt een van de populairste: Elche.
Strandloos, dat wel, maar qua cultuur heeft het een streepje voor op de
naburige badsteden. De dood en hemelvaart van de Maagd Maria wordt er
sinds de 15de eeuw ononderbroken uitgebeeld in de befaamde Santa Maria
basiliek.
Nog mooier is het Palmbomenpark. In Elche bevindt zich
de grootste concentratie van palmbomen ter wereld: zo'n 250.000. Het
waren de Arabieren die ze destijds planten en een ingenieus
irrigatiesysteem ontwierpen aan de hand van greppels die het water naar
de palmboomgaarden voerden. Meer dan honderd verschillende soorten zagen
op die manier het daglicht. De meest fascinerende staat in het midden
van de artistieke tuin Huerto del Cura. De 108 jaar oude rakker telt
weliswaar één stam, maar die groeit na een meter plots uit in acht
verschillende palmbomen, die zo zwaar zijn geworden dat ze vandaag
ondersteuning nodig hebben. Een unicum en ontstaan op geheel natuurlijke
wijze.
Naast dit werelderfgoed valt hier nog iets op: schoenen.
Terwijl in Alicante nougat de vitrines siert, zijn het hier schoenen in
allerlei maten en kleuren die de etalages domineren. Elche kent de
grootste schoenenindustrie ter wereld. Meer dan duizend fabrikanten zijn
er actief.
Waar in Nederland
en België de kerstbomen en versieringen begin januari de kast weer
ingaan, is de kerstperiode in Spanje nog niet voorbij.
Sterker
nog, voor de kinderen moet de belangrijkste dag nog komen:
Driekoningen. In de namiddag van 5 januari komende drie wijzen uit het
oosten in alle steden en dorpen aan en even later worden de kinderen
overladen met speelgoed.
Want ondanks het feit dat de gemiddelde
Spaanse familie de laatste jaren minder te besteden heeft, wordt toch
altijd wel een spaarcentje opzij gelegd om cadeautjes te kunnen kopen
voor de kinderen. Kinderen zijn heel belangrijk in Spanje en de uit de
Bijbel afkomstige gebeurtenis rondom de wijzen die uit het oosten
kwamen, wordt aangegrepen om de kinderen eens flink te
verwennen.Eigenlijk heeft het driekoningenfeest zoals de meeste Spaanse
families dat vieren, veel raakvlakken met ons eigen Sinterklaasfeest.
Het wordt precies één maand later gevierd maar ook hier mogen de
kinderen hun verlanglijstjes bekend maken en worden de goede gevers met
een optocht verwelkomd. Vervolgens verzamelt de familie zich rond een
grote mand met cadeautjes en is het uitpakken geblazen. Soms krijgen de
kinderen zo veel pakjes dat ze het papier gehaast en bijna onverschillig
van de cadeaus afscheuren, naarstig op zoek naar dat ene cadeau dat ze
liever dan wat dan ook willen hebben. In veel gevallen is dat
tegenwoordig een computerspel of zelfs een smartphone, want ook Spaanse
ouders gaan met hun tijd mee en de tijd dat je een kind nog blij kon
maken met lego of een boek, lijkt voorbij.
De gemeenten
verzamelen in de dagen voor 5 januari via zogenaamde Koninklijke
postbodes de verlanglijstjes van de kinderen zodat de drie koningen bij
aankomst al op de hoogte zijn van de wensen en het juiste cadeau kunnen
uitdelen.
Het driekoningenfeest heeft zoals gezegd een Bijbelse
oorsprong. In de Bijbel wordt gesproken over drie wijze mannen die uit
het oosten kwamen. Ze gingen op zoek naar het pasgeboren kindje Jezus om
deze Messias cadeaus te geven. Ze volgden een heldere ster en vonden
het kind uiteindelijk in een stal in Bethlehem. Ze gaven het kind goud,
wierook en mirre.
Nergens in de Bijbel staat vermeld hoe de
wijzen heetten en er wordt ook niet gezegd om hoeveel wijzen het ging.
Maar omdat er in het Matteüs-evangelie gesproken werd van drie cadeaus
werden al op de aller oudste christelijke afbeeldingen drie wijzen
afgebeeld. Die drie mannen zagen er echter wel vrijwel hetzelfde uit,
het onderscheid in uiterlijk kwam pas later.
In een
zevende-eeuws geschrift dat wordt bewaard in de nationale bibliotheek
van Parijs worden de wijzen voor de eerste keer bij naam genoemd en ook
wordt hun uiterlijk beschreven: Melchior, oud en met een lange baard,
Kaspar, jong, blond en baardloos en Balthasar, zwart met een volle
baard. In latere afbeeldingen is dit onderscheid in uiterlijk vrijwel
altijd terug te vinden, in elk geval is er altijd een zwarte man bij.
De wijzen hebben ook steeds mooiere keren aan en uiteindelijk worden ze vaak koningen genoemd.
Over
de herkomst van de wijzen is niet veel bekend. Omdat in de Bijbel
alleen uit het Oosten staat, denken historici dat ze uit Babylonië of
Perzië kwamen.
In Spanje werd in de zeventiende eeuw een
manuscript geschreven dat de Auto de los Reyes heette. Het is een
geschrift over het verhaal van de drie wijzen, gebaseerd op het
evangelie van Matteüs. Verteld wordt hoe drie wijze mannen ieder
afzonderlijk in een ver land een grote ster zagen. Zij volgden deze ster
en ontmoetten elkaar. Samen reisden ze verder, op zoek naar de koning
die zojuist geboren zou zijn, om hem cadeaus te geven. Aangekomen in
Jeruzalem, zien ze de ster niet meer. Ze gaan naar de Romeinse heerser
Herodes en vragen hem waar ze de pasgeboren koning kunnen vinden.
Herodes weet het niet maar hij vraagt de wijzen wel of ze hem, als ze
het kindje vinden, willen informeren zodat hij de nieuwe koning ook kan
komen vereren. Herodes heeft van zijn eigen raadgevers gehoord dat er
een Messias zou komen en hij is dus op zijn hoede. Het
zeventiende-eeuwse geschrift, dat bewaard wordt in de Biblioteca
Nacional in Madrid, stopt hier.
Het verhaal van de drie koningen
was altijd al geliefd in het katholieke Spanje maar het kreeg nieuw
leven ingeblazen toen de Spaanse theoloog Gaspar Fernández de Ávila in
de achttiende eeuw de Auto de los Reyes gebruikte als bron voor een
gedicht van twaalf strofen. Het gedicht ging over de kindertijd van
Jezus Christus en het werd heel populair in Spanje. Het is dit gedicht
dat de aanleiding was tot de opvoering van het Driekoningenverhaal in
het dorpje Cañada in het binnenland van Alicante. Al sinds 1764 doet de
hele bevolking van het dorp mee aan de opvoering van het kerstverhaal:
de geboorte van het kind in de stal en de komst van de wijzen. Sinds
1964, bij het 200-jarig bestaan van de opvoering, speelt men ook andere
delen van het Bijbelverhaal, de vlucht van Jozef, María en Jezus naar
Egypte en de kindermoord van Herodes.
Maar ook in veel andere
plaatsen wordt het verhaal van de ontmoeting tussen de wijzen en het
kindje Jezus opgevoerd. Vaak wordt er op 5 januari een levende kerststal
opgesteld op het plein voor het stadhuis en als de drie wijzen
aankomen, eren zij de pasgeborene en overhandigen zij hun geschenken.
Het
is erg leuk om een Driekoningenoptocht bij te wonen, vooral omdat deze
in sommige gemeenten werkelijk spectaculair is. Zo is daar de aller
oudste Driekoningenoptocht van Spanje, die plaatsvindt in Alcoy, of de
enorm grote optochten van Elche en Alicante, die gepaard gaan met
praalwagens. In sommige plaatsen komen de drie wijzen met de boot aan,
hetgeen de associatie met Sinterklaas nog vergroot, in andere plaatsen
arriveren ze met de trein of op een kameel. Ook heel bijzonder en
sfeervol is de traditie in Elda, waar de bevolking met toortsen de
achter Elda gelegen berg Bolón oploopt en zo de drie koningen, die in de
schemering de berg afdalen naar het centrum, bijlicht.Maar het mooiste
van alles is waarschijnlijk wel het observeren van de gezichten van de
kleinste kinderen. Zij staan vol ontzag te kijken als de drie koningen
op hun paarden of kamelen voorbij komen en ze verheugen zich zichtbaar
op de snoep- en pakjesregen die komen gaat.
In de gezinnen vindt
deze pakjesregen meestal op 6 januari plaats. Dat is immers een
feestdag en dus verzamelt de hele familie zich om eerst samen te eten
en daarna, onder het genot van een roscón de reyes (banketstaaf met
daarin verrassingen meegebakken), de berg met pakjes uit te pakken. En
dit jaar hebben de kinderen extra lang de tijd om met hun nieuwe
aanwinsten te spelen: meteen na Driekoningen volgt namelijk een weekend.
Wat is er toch met de winter aan de hand? In plaats van winterse
temperaturen wordt een groot deel van Europa al weken en zelfs maanden
geteisterd door zware stormen. Die van gisteren had orkaankracht en
richtte vooral in Groot-Brittannië grote schade aan. Met rukwinden tot
170 km/u begon een waterval zelfs bergop te stromen. Er vielen ook twee
doden te betreuren. Morgen slaat een nieuwe superstorm met de kracht van
een orkaan toe: Andrea heeft het vooral op Duitsland gemunt, maar ook
aan onze kust wordt alarm geslagen. Bovendien dreigt in een groot deel
van Europa wateroverlast. In de Alpelanden houden ze dan weer de adem in
voor een heuse sneeuwstorm.
Over Het Kanaal zijn ze wel wat gewend qua zware stormen, maar wat ze
gisteren te verteren kregen, was zelfs daar heel ongewoon. Zeg nu zelf:
een waterval die door de wind omhoog geblazen
wordt, zelden gezien. Omdat heel wat Britten terugkeerden uit
kerstvakantie, was er ook veel ellende op de weg. Een chauffeur kwam om
toen een boom op zijn bestelwagen viel en de storm kostte ook het leven
van een man op een tanker die getroffen werd door een reusachtige golf.
Fietsers werden gewoon van hun fiets geblazen en zelfs vrachtwagens
bleven niet overeind. Op het eerste filmpje onder dit artikel is te zien
hoe de wind ook een vuilniscontainer te pakken kreeg.
Erger dan Kyrill? Vooral
in Duitsland zullen ze deze beelden bibberend aanschouwen, want morgen
liggen onze oosterburen in het oog van de storm. Experts vrezen dat
orkaan Andrea even erg kan worden als Kyrill, de orkaan die Duitsland
vijf jaar geleden in complete chaos stortte. Ze zien schrikbarende
parallellen met die zware storm. Beide diepe depressies ontstonden bij
Newfoundland en net als bij Kyrill zal de kern van Andrea zich op het
hoogtepunt van de storm tussen de zuidelijke punt van Noorwegen en
Denemarken bevinden. Ook de koers na de doortocht in Duitsland richting
Baltische Zee is dezelfde.
Ook Alpen hebben prijs Ook
de extreem lage druk (zo'n 960 hectopascal) is vergelijkbaar. In
normale omstandigheden bedraagt de luchtdruk 1013 hectopascal. Bovendien
liggen de isobaren (lijnen van gelijke druk) heel dicht bij elkaar. Na
Duitsland krijgen ook de Alpenlanden de volle laag met heel wat sneeuw
en vooral op de bergtoppen orkaanwinden. Het zal er vanaf morgenvroeg
mogelijk 36 uur aan een stuk (zwaar) sneeuwen, wat ook daar
onvermijdelijk veel ellende zal veroorzaken.
Wateroverlast Ook
België zal niet gespaard blijven. Na middernacht en morgenochtend zal
de superstorm Andrea ons land teisteren. Aan de kust verwacht het KMI
rukwinden tot zo'n 105 km/h. Daar heerst het oranje alarmpeil, het op
een na hoogste. In het noorden van het land is 100 km/u en in het
centrum tot 95 km/u als piek mogelijk bij rukwinden. Bovendien zal er
veel neerslag vallen: tot 25 mm regen tussen middernacht en
donderdagmiddag. Dat kan lokaal wateroverlast veroorzaken. (kh)
In het Duitse skigebied Mitterfirmiansreut in het
Beierse Woud heeft men een 'sneeuwkerk' gebouwd. Het heiligdom is 26
meter lang, 11 meter breed en heeft een toren van 17 meter hoog. Voor de
bouw ervan werd 1.400 kubieke meter sneeuw gebruikt. De kerk kan 190
mensen herbergen. Heel wat liefhebbers willen in het gebouw trouwen of
er hun kind laten dopen.
Het internationale ijsfestival in de Chinese stad Harbin
is ieder jaar weer iets om naar uit te kijken. Deze editie start
officieel op 5 januari maar deze fotoreeks geeft toch al een eerste
impressie van de impressionante sculpturen.