Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Feestwoordenboek: over ninots, falleras, plantà en mascletà
De regio Valencia
staat de komende dagen in het teken van de Fallas-feesten. Net als de
woorden die we in de andere delen van het feestwoordenboek hebben
behandeld, hebben ook de Fallas vaste onderdelen en typische woorden,
die wel wat uitleg kunnen gebruiken.
In?Valencia, maar ook
in Alicantijnse plaatsen als Denia, Pego, Calp en Benidorm, worden deze
week de Fallasfeesten gevierd. Dat feest begint met opbouwen van deze
Fallas, beeldengroepen die gemaakt zijn van brandbaar materiaal en die
in de nacht van 19 op 20 maart in de brand worden gestoken. Het woord
Falla is Valenciaans en het komt van het Latijnse woord voor fakkel:
facla.
Met de Fallasfeesten vieren de mensen het einde van de
winter. Dat wordt in Valencia al sinds de achttiende eeuw op een
feestelijke manier gedaan, waarbij in de geschiedenisboeken te lezen
valt dat het de plaatselijke timmerlieden waren die de aanzet gaven tot
de huidige Fallas. Zij maakten aan het einde van de winter hun
werkplaatsen schoon, veegden de houtschilfers bijeen, voegden resten
hout en oude rommel toe en staken het geheel in brand omdat dat een
zuiverende werking zou hebben.
Al in 1740 gingen sommige van
deze brandstapels vergezeld van een satirische bijbetekenis. Er werden
poppen van gehate personages gemaakt van textiel en karton en deze
bespotte personages werden meeverbrand. Toen de gemeente Valencia in
1895 prijzen begon uit te reiken voor de meest originele Falla
veranderde de aard van de beelden: ze werden kunstzinniger en men ging
beter materiaal gebruiken. Textiel en karton werden vervangen door
papier-maché en nog veel later door piepschuim, de beeldengroepen werden
steeds groter en ingenieuzer en het ontwerpen en vervaardigen van
Fallas groeide zelfs uit tot een erkend beroep. Vandaag de dag worden er
alleen in de stad Valencia al 385 brandbare creaties neergezet. Dit
zijn de grote beeldengroepen, de kinderbeelden (die kleiner en
eenvoudiger zijn) en de entrees van de barracas, de feesttenten.
Wat
niet veranderd is ten opzichte van vroeger eeuwen, is dat elke wijk
zijn eigen falla heeft. Een wijk kan zelf bepalen in welke categorie het
wil meedingen naar de prijzen voor mooiste falla. Dat hangt namelijk af
van de hoeveelheid geld die de feestvereniging in die wijk eraan wil
besteden. De Fallas van de hoogste categorie zijn ware monumenten die
vele tientallen meters hoog zijn en die vele tienduizenden euros
kosten. Elke wijk bedenkt ook zijn eigen thema en meestal zijn er in de
beeldengroepen actuele themas en bekende personages uitgebeeld, op een
satirische manier.
Een Falla is dus een beeldengroep en in die
beeldengroep spelen personages de hoofdrol. Deze uitgebeelde personages
zijn de zogenoemde ninots. Dit woord kan worden afgeleid van het
Catalaanse woord voor pop. Elke falla heeft meerdere en soms zelfs een
groot aantal ninots en de feestvereniging van elke falla kiest haar
meest geslaagde ninot uit om deze tentoon te laten stellen tijdens de
speciale exposities, die in zowel Valencia als Denia in de weken
voorafgaand aan de Fallas-feesten worden georganiseerd.
Het publiek kan de ninots komen bekijken en
bovendien via stemming laten weten welke ninot het meest in de smaak
valt. De ninot met de meeste publieksstemmen krijgt de titel ninot
indultado, hetgeen de begenadigde ninot betekent. Deze piepschuimen
pop zal als enige niet in de brand worden gestoken op 19 maart. De
ninot indultado wordt uit de Falla verwijderd voordat de beeldengroep in
de brand gaat en ze krijgt (in Valencia) een plekje in het plaatselijk
feestmuseum.
Omdat de fallas tegenwoordig zo groot en
ingewikkeld zijn, is het neerzetten van de beeldengroepen een hele klus.
Toch is de organisatie er heel streng in en de wijken krijgen slechts
één dag de tijd om de kinderbeelden neer te zetten en één dag om de
grote beeldengroepen op te bouwen. Dit neerzetten van de beelden wordt
de plantà genoemd. Het is duidelijk dat dit Valenciaanse woord van het
werkwoord plantar (planten, neerzetten) komt. In de avond van de 16e
maart moeten alle beeldengroepen opgebouwd zijn en wat er niet af is,
mag ook niet meer later worden toegevoegd.
Vanaf de 15e maart is
een groot deel van de stad dus voor verkeer afgezet. De beeldengroepen
en de barracas nemen pleinen en straten in beslag en voor even is het de
voetganger en niet de auto die de dienst uitmaakt. Elke wijk heeft zijn
eigen feestvereniging en van elke vereniging gaat een deel van de leden
tijdens de feesten gekleed in traditionele kledij. In deze kledij
lopen de falleras en falleros in optocht door de wijk en soms bezoeken
ze, begeleid door muziek, bevriende wijken. Zodoende is de stad
voortdurende gevuld met deze kleine optochtjes. De kledij van de fallera
bestaat uit een lange jurk met een prachtige geborduurde rok. Het haar
is kunstig opgestoken in drie knotjes en wordt versierd met sierkammen.
De fallero gaat eenvoudiger gekleed, zijn kostuum van pofbroek, wit
overhemd en vestje heeft Moorse invloeden en is afgeleid van landbouwers
uit vroeger eeuwen.
Elke feestvereniging vaardigt maanden voor
het begin van de feesten één fallera af als kandidaat voor de verkiezing
van de feestkoningin. De uiteindelijk gekozen koningin neemt met haar
prachtige fallera-kostuum een belangrijke rol in bij officiële
feestonderdelen als de plantà, de bloemenofferande en de cremà (zie
hierna).
Een Spaans feest is niet compleet zonder vuurwerk en
dat geldt zeker voor de Fallas in Valencia. Vanaf 1 maart wordt er elke
dag om 14.00 uur een zogenoemde mascletà georganiseerd. Het woord
mascletà komt van het Valenciaanse woord voor een bepaald soort rotje,
de masclet. Op het plein voor het stadhuis van Valencia worden lange
koorden opgehangen met daaraan honderden rotjes gebonden. De koorden
zijn met papier omwikkeld zodat de vonken sneller overspringen. Om
precies 14.00 uur wordt het eerste rotje afgestoken en wat dan volgt is
een lawaai dat kan oplopen tot 120 decibel en dat ongeveer vijf minuten
duurt. De Valencianen zijn dol op dit onderdeel, ze willen er zo dicht
mogelijk bij staan om het lawaai in hun hele lijf te voelen. De
buitenlandse toeristen hebben vaak meer bewondering voor het
siervuurwerk, dat tussen 15 en 19 maart elke avond wordt afgestoken en
waarvan dat van 18 maart het langste en mooiste is.
De Fallas
eindigen met de dag van San José, in?Spanje tevens Vaderdag. Op de late
avond van deze dag verzamelen de mensen zich rondom de beeldengroepen en
laten zich zoals elk jaar fascineren door het vuur van de cremà.
Cremar betekent verbranden en dat is dan ook precies wat er met de
prachtige piepschuimen creaties gebeurt: de één na de ander gaat in
vlammen op.
Wij moesten verschillende bezoekjes afleggen in Noord Holland. Gelukkig lag daar geen sneeuw maar was het wel snijdend koud. Wanneer we nu naar buiten kijken lijkt het lente. Het zonnetjeschijnt uitbundig. Er is dus nog hoop dat de lente
weer terugkomt.
Mogelijk zullen in de toekomst tempels op het Indonesisch eiland Bali
een bordje bij krijgen, naast 'verboden te roken' en 'eten verboden':
'seks verboden'.
Op Bali ontstond een schandaal toen een stel toeristen uit Estland in
een hindoetempel in Saraseda in volle seksuele actie werd betrapt. Dat
gebeurde toen functionarissen de staat van herstelwerken kwamen opnemen.
De politie kwam eraan te pas. Na een kort verhoor mocht het paar
beschikken. Volgens Hadi Purnomo zei het stel echt niet te weten dat het
in Balinese tempels verboden is te vrijen.
De autoriteiten
belisten het stel een boete van omgerekend 1.600 euro te laten betalen.
Dat geld laat toe een een ceremonie te financieren om de tempel te
'zuiveren'. Voorts overwegen de autoriteiten aan de ingang van tempels
een bordje 'seks verboden' te hangen.
2013 is het jaar van de Gebroeders Grimm in Duitsland. Aanleiding is
de 200ste verjaardag van de sprookjesverzameling 'Kinder- und
Hausmärchen', waarmee Jacob en Wilhelm Grimm wereldberoemd werden. We
trokken langs de 600 km lange 'Märchenstraße', een sprookjesroute
geïnspireerd door hun leven en werk.
De gebroeders Grimm in Hanau Het Grimm-pad in Marburg
Het Reinhardswald
De Bremerstadsmuzikanten
Er was eens een stadje dat Hanau heette en waar met nauwelijks één jaar
verschil de gebroeders Grimm ter wereld kwamen: Jacob Grimm op 5 januari
1785, zijn broer Wilhelm op 24 februari 1786. Geen wonder dus dat
Hanau, onder de rook van Frankfurt, het begin van de sprookjesroute is.
Op de Neustädter Marktplatz zit de ene broer, in brons en levensgroot,
met een boek op schoot, de andere leest mee. Hier woonden ze hun eerste
kinderjaren.
Van de tastbare herinneringen, zoals het
geboortehuis is geen steen meer overgebleven, want in 1945 werd Hanau
door bommen van de kaart geveegd. Niettemin wil Hanau pronken met zijn
sprookjesvertellers. Dit jaar organiseren ze dan ook een sprookjesfestival tijdens de lente in het amfitheater van het Schloss Philippsruhe.
Koning Lijsterbaard Slechts
50 kilometer verderop, langs de weg van Frankfurt naar Leipzig, in
Steinau an der Straße, sleten de broers hun jeugdjaren. Steinau sluimert
al jarenlang in de schaduw van een imposante burcht met een 35 meter
hoge, vierhoekige toren. Tussen de Katharinenkerk, waar grootvader
Friedrich Grimm ooit pastoor was, en het schoolgebouw, waar de broertjes
leerden lezen en schrijven, staat nu de Grimm-bron. Uit de kreeft uit
het sprookje 'De Meesterdief' spuit water, op de sprookjeszuil te midden
van de bron herken je Vrouw Holle, Repelsteeltje en de boze heks uit
Hans en Grietje. "Ik vertel héél graag sprookjes", zegt stadsgids
Günther Mirsch. Samen met zijn collega's, verkleed als Koning
Lijsterbaard, Rapunzel of Sneeuwwitje, voeren ze dagelijks
geïnteresseerden langs de belangrijkste Grimm-pleisterplaatsen in de
stad. "Mijn favoriet blijft niettemin het Brüder Grimm-Haus",
zegt hij (5 euro). Tussen 1791 en 1796 had vader Grimm zijn kantoor op
de eerste verdieping en speelde het gezinsleven zich af op de begane
grond. Nu wonen er de Gelaarsde Kat, Sneeuwwitje en Moeder de Gans, een
creatie van de bekende Franse sprookjesschrijver Charles Perrault.
Geografisch
houdt de Märchenstraße zich niet aan de levensloop van de gebroeders
Grimm. Gingen ze eerst naar Kassel en daarna naar Marburg, dan stuit de
reiziger op weg naar het noorden eerst op Marburg. Sierlijke
vakwerkgebouwen sieren er de nauwe straatjes en mensen rennen de trappen
op en af. Jacob Grimm schreef ooit: "Ik geloof dat er meer trappen op
straat zijn dan in de huizen. Bij één huis ga je zelfs bij het dak naar
binnen."
Daar, aan de Lahn, studeerde het tweetal tussen 1802 en
1806 rechten en haalden ze inspiratie voor sprookjes als Assepoester en
De Gouden Vogel. Marburg trakteert dit jaar op een 'Grimm-Dich-Pfad'
dat vanaf de Elisabethkirche 109 meter omhoog loopt naar het kasteel
van de landgraaf. Onderweg spot je sculpturen van de Wolf en de Zeven
Geitjes, pluk je Sterrendaalders aan de Universitätskirche, zoek je op
het marktplein de vliegen uit Het Dappere Kleermakertje, tel je de
kaboutermutsen bij de Neuer Kanzlei en probeer je misschien wel de rode
Assepoesterschoen aan, die zo groot is dat hij moeiteloos elke bruid ter
wereld past.
Huis van Sneeuwwitje Verder
voert de Märchenstraße door het Schwälmer Land, het Roodkapjesland, waar
tijdens de Ziegenhainer Salatkirmes, de kermis vlak na Pinksteren,
ongetrouwde meisjes nog steeds een rood mutsje dragen.
In
Schwalmstadt-Treysa spuwt de ezel van Tafeltje-dek-je munten, en net
voor Bad Wildungen kom je nog langs een kleinood dat de magische naam
Bergfreiheit draagt. Deze plaats is bij sprookjeslezers vooral bekend
onder de naam 'achter de zeven bergen, bij de zeven dwergen'.
Hoe
de Grimms van de kinderarbeid in de Bergfreiheiter kopermijnen tot het
verhaal over Sneeuwwitje kwamen, kom je te weten in het liefdevol
ingerichte huis van Sneeuwwitje (2 euro).
In Kassel is het Bellevue (3 euro) - sinds 1972 het officiële Grimm-museum
- een aanrader. Meubels, gebruiksvoorwerpen, schilderijen en boeken
gidsen je door het leven van de broers. Een hele verdieping is ook
gewijd aan de taalwetenschappelijke arbeid van de Grimm-boers.
Tegenover
het museum kun je bij de bakkerij Nenninger bij een stukje Grimm-taart
even op adem komen. Of dit misschien de tongstrelende taart is die
Roodkapje naar haar oma bracht? Wie weet...
Meest gekuste meisje De
Gänseliesel van Göttingen is 's werelds meest gekuste meisje. Iedere
nieuwe doctor in deze studentenstad aan de Leine moet haar op de bronzen
mond zoenen - hoewel dat eigenlijk verboden is. Het ganzenhoedstertje
staat in een fontein op het marktplein, aan de voet van het eeuwenoude
stadhuis. Voor de broers Grimm is Göttingen onlosmakelijk verbonden met
het hoogleraarschap maar ook met de Göttinger Sieben, de zeven
hoogleraren , onder wie de Grimms, die zich in 1837 verzetten tegen het
opheffen van de vrijzinnige grondwet en daardoor werden ontslagen. Zij
trokken terug naar Kassel; wij reizen verder noordwaarts.
Eindeloos
lijkt de weg die zich slingert door het Reinhardswald, het grootste bos
in de bondsstaat Heesen. Op een heuvel doemt opeens de Sababurg, dat
ook wel het kasteel van Doornroosje zou kunnen zijn, op.
Iets verderop, in Trendelburg zie je de toren waarin Raponsje - zo vertelt de legende - jarenlang opgesloten zat.
Lang & gelukkig Te
midden van Hamelen herinnert een fontein aan de beroemdste gast van de
stad: de Rattenvanger van Hamelen. Er wordt verteld dat de stad in 1284
door een vreselijke rattenplaag werd geteisterd. De burgemeester riep
toen de hulp van de Rattenvanger in. Omdat de stadsraad het succesvolle
werk van de muzikant niet betalen wou, lokte de Rattenvanger vervolgens
alle kinderen uit de stad en verdween met hen, voor eeuwig en altijd.
Wilhelm
en Jacob leefden nog een tijdje betrekkelijk lang en gelukkig. Na hun
exil in Kassel verhuisden ze naar Berlijn, waar Wilhelm in 1859 en Jacob
in 1863 overleed. De sprookjesroute eindigt echter niet in Berlijn,
maar in Bremen, de stad van de vier stadsmuzikanten. Zowel de veel te
oude ezel, hond, kat als haan ontvluchtten hun heer of dame des huizes
en dromen ervan muzikant te worden in Bremen. Of ze daarin slaagden,
vertelt het sprookje spijtig genoeg niet.
Pretparken vieren mee Efteling Wat
is het geheim achter sprookjes? Wie waren de gebroeders Grimm? Op 14
maart zullen wetenschappers uit België, Nederland en Duitsland hun
nieuwste inzichten delen en in de Efteling. In de siertuin wordt een
standbeeld van de broers Grimm onthuld als ode aan de Efteling, die dit
cultuurerfgoed al 60 jaar in leven houdt. Aanmelden kan via de website.
Europapark Het
grootste attractiepark van Duitsland, het Europa-Park, verwelkomt naar
aanleiding van 200 jaar Grimm-sprookjes zes nieuwe figuren in het
Grimm-dorp. Onder anderen het Dappere Snijdertje en de figuren uit
Ezeltje-strek-je, Tafeltje-dek-je deden hun intrek. Het pretpark in het
Zwarte Woud is niet alleen het op één na best bezochte van Europa, het
werd ook al tot beste pretpark in Europa gekroond!