Ik hou van u, prevelde de dame. Voorzichtig sloot hij de twee vensterramen.
de wereld zal me morgen eenzaam schijnen ! nauwkeurig sloot hij ook de vier gordijnen.
O, als ge wist hoe gaarne ik u zie ! Hij sloot zorgvuldig elke draperie.
Oooouw dear ! sprak ze met een verliefde reutel. En met een droge klik droei hij de sleutel.
Gij hoort bij mij als water bij de zee ! Hij dobberde nat naar de canapé.
Van ver reeds reikte zij haar rode lippen. En hij begon zijn das al ties te strippen.
De warme liefde op zijn stoer gelaat gegrift mompelde hij twee fouten in het onderschrift.
Toen kusten zij lang met gesloten ogen, zo lang dat het voorzeker niet zal mogen.
Haar boezem ging stielvaardig op en neer. Ze had talent, dat zag men elke keer.
Toen eindelijk het kussen was gedaan stond er 'The End' en ging het licht weer aan.
Er stommelden wat hielen en wat hakken en iemand zuchte dun: 'Het is gebakken'
Louis Verbeeck
Voor alle jarigen die mijn blog bezoeken.
Geen Super De Luxe
Geen roze in een doze, geen lelie, geen orchidee om in het leven te leven daarmee. Geen pronkstuk met veel tierlantijn, maar tintelende frisheid als heldere dauw die 't bloemeke laat botten tot blomme tot vrouw.
MORGENZON
Mooi die morgenzon, die groot en rond en rood, en klimmend in 't geluchte van het zomerblauw, die rijzend uit de nacht der stille stiltedood en schaduwvegendlang, nu ruimt het mistig grauw.
Mooi die zomerzon, juist boven de aardeschoot, die glinsterglans op 't groen en frisse morgendauw, het zoemend luisterspel der bij, niet eens zo groot die bloemen kust en nektar drinkt, om godentrouw.
Laat ons de bij, bloem, blad en bladerranken, schenk ons nog lang, uw milde vadergunst, het minnenspel van zon en wolkenbanken.
Laat ons de sonate van vele vogelklanken, dit dichterboek van schone schilderkunst in ruisakkoord,...zijn grote schepper danken.
Maryflor
MATIGING
'k En kan 't niet meer verdragen want 'k zie het keer op keer, 't en is niet met te vragen dat ik bekom, maar omgekeerd veeleer.
Men vraagt niet meer, men eist, de vuist gaat naar omhoge wat op een teken wijst van tand om tand en oog om oge.
En ik de arme domme dwaas, gelovend nog in plicht en rechten die eerlijkheid zie in een waas, die niet op straat wil vechten.
Geef ons maar Heer, die vroeg're kalme ruste de oude naastenliefde weer, die 't vuur der hebzucht bluste.
Maryflor
HUWELIJKSLENTE
Zojong en mooi en fris, met ogen die behagen. 't is alsof het lente is iets nieuws, wat mijn blikken zagen.
Ik laat het niet gauw blijken wat in 't gemoed geschied, maar 'k wil voor eens afwijken, om al het schoon dat men hier ziet.
Een schat mijn vrouw, hun moeder zei, drie kinderen had ik, maar... er kwam een dochter bij ! We hebben er nu van elk een paar.
Het weze hen gegeven, ten alle tijden en heel lang, geluk en voorspoed in het leven door liefd' en trouw, één samenzang.
Maryflor
DEBET
Ik hoop dat de jeugd, de zon ziet die de mist laat verdwijnen, de dwazen in hun hemd zet. Dat zij het nest dat wij hebben bevuild, weer proper wassen met de schulden van onze eigenwaan.
Maryflor
KLAARHEID
Ogen zijn om 't geluk te zien, ogen, die in de zomer de herfst bezien, soms stom en stille staren, die weemoedig dromen bij het vallen van de blaren der ranke slanke bomen.
Ogen zijn om je vrouw te zien, in vol ornaat of heel intiem, haar zachtjes te aanschouwen. Heerlijk is het om te zien, hoe kinderen van ons nu aan hun toekomst bouwen.
Ogen zijn om 't gemoed te peilen, in de donkerte der duisternis, waar de mist niet optrekt maar nog dikker wordt bijwijlen, waar het zoeken naar het licht moeilijk valt, onmogelijk wellicht.
Jonge ogen zullen later spreken, de bekrompenheid verbreken met een hart dat openstaat en het licht weer binnenlaat. Dan zal men klaarheid zien, misschien !
Maryflor
DE MELKKOE
de morgenfluister, kil en stil, een natte boerenweg en oostenwind, de parelmoeren heg, ik ril in de rust die ik vind.
Euhhh !... een goedendag ? Lomp en stom kijkt ze me aan, ze is niet kwaad van slag maar traag,... niet erg verlaan.
Loom en lui stapt ze voort die blanke, bruine of bonte koe, kwispelstaartend als het hoort tjokt ze naar de weide toe.
Voor haar zijn 't al gelijke dagen. Ze is niet veel gewent, ze eist niet,... komt niet af met vragen, wie is nu nog zo vlug kontent.
Niet overal is 't morgenstil in streek, land of kontinent. De weelde, onze welvaartsgril heeft ons de koe ontwend.
Maryflor
WERELDGEWELD
Lichtend verstand broze geest of, broos verstand en lichtende geest ! Wie zal het zeggen, of kan het zijn dat een broze, lichtende, verstandige geest over deze huidige tijden heerst op zoek naar zinneloos geweld, of wordt men helder van geest met gezond verstand zodat deze broze vrede blijven moge.
Maryflor
DE MERLAEN
Gij schetterende, kwetterende, zwarte vogel gij schiet boven 't gras uit een heg. Gij lijkt een roeste, maar toch snelle kogel uit Godes gewere, zo heel verre weg.
Gij kwieke maar sierlijke Merel gij schalt uw geluk honderduit. Gij draagt als een donkere, wondere perel uit Godes natuur, zijn zegen steeds uit.
Gij brengt ons steeds lente gij wijst ons 't geluk zo onbezonnen, maar zonder een juk.
Gij doet aan ons kond gij fluit immer were geloof in de mens, geloof in de Here
Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw. Al dreigen zij zijn vrijheid, met kluisters en geschreeuw. Ze zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Ze zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft. Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan. De legerbenden sneven, een volk zal nooit vergaan. De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar. Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar.
Ze zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft. Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Hij strijdt nu duizend jaren, voor vrijheid, land en God. En nog zijn zijner krachten, in al haar jeugdgenot. Als zij hem macht'loos denken, en tergen met een schop. Dan richt hij zich bedreigend, en vrees'lijk voor hen op.
Ze zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft. Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Wee hem, de onbezonnen', die vals en vol verraad, de Vlaamse Leeuw komt strelen, en trouweloos hem slaat. Geen enkle handbeweging, die hij uit 't oog verliest: en voelt hij zich getroffen, hij stelt zijn maan en briest.
Ze zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft. Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Het wraaksein is gegeven, Hij is hun tergen moe; met vuur in 't oog, met woede, springt hij den vijand toe. Hij scheurt, vernielt, verplettert, bedekt met bloed en slijk, en zegepralend grijnst hij, op 's vijands trillend lijk.
Ze zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft. Zolang de leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
De nieuwe Leiebrug, die in Kortrijk de Beheersstraat en de Noordstraat moet verbinden, is kort na 17u00 op de Leie te St-Eloois-Vijve voorbij gevaren. Er was heel wat belangstelling aan het sluizencomplex in Sint-Baafs-Vijve, langswaar de brug werd aangevoerd op de Leie.
De nieuwe brug is de vijfde van zeven nieuwe exemplaren in Kortrijk, dat de hele omgeving van de Leie in de stad hertekent. De brug wordt op maandag 24 augustus geïnstalleerd.
Het gevaarte van 400 ton is tien meter breed en bijna honderd meter lang. Door die omvang was vervoer op het water de enige oplossing. De brug is wel nog niet compleet: de fietspaden en trottoirs worden later aangevoerd.
Een maand geleden alarmeerde pastoor Patrick Leenknecht, priester in Sint-Eloois-Vijve en Desselgem, de politie wegens een handtassendiefstal tijdens de eucharistieviering in de kerk te Sint-Eloois-Vijve. Naar vermoeden een jonge kerel ontvreemde toen de handtas van een vrouw, terwijl ze te communie ging. Ondertussen is bekend dat in de kerken van de Waregemse deelgemeenten ook microfoons zijn gestolen, terwijl enkele priesters in Avelgem verwittigen voor schooiers met slechte bedoelingen.
Politie en priesters roepen kerkgangers op tot blijvende voorzichtigheid. Als de gelovigen ter communie gaan laten deze hun handtas of andere bezittingen meestal onbeheerd achter op hun kerkstoel. Daarvan maken personen met ongepaste bedoelingen gebruik om deze buit te maken. Priester Leenknecht alarmeerde vermoed dat het in Sint-Eloois-Vijve gaat om een jonge kerel, die tijdens de misviering binnenkwam en zich achterin de kerk bezighield tot de communie, zijn ideale moment om een handtas mee te graaien. Vóór de aanwezigen het goed en wel beseffen, is de dader er al vandoor. Ironisch genoeg had het slachtoffer van de diefstal de jonge dader nog een vredeswens gegeven voor ze naar de communie ging. Zij en andere aanwezigen zouden de dief zeker herkennen, maar wellicht woont hij niet in de omgeving.
Priester Leenknecht begrijpt niet waarom de handtassendief in de kerk toeslaat. De kerk is op zijn zachtst gezegd een zeer ongewone plaats om te stelen. Gelovigen komen ook niet met veel geld naar de kerk. Intussen worden de gelovigen in de omliggende parochies opgeroepen tot voorzichtigheid. Eén diefstal in de parochie is genoeg. We kunnen alleen maar hopen dat het daarbij blijft, zegt Patrick Leenknecht.
Ook collega priester Luc Suys reageert aangeslagen. Eerder werden al de microfoons in de kerk gestolen. Sindsdien sluit ik 's avonds de deuren, zodat er niemand binnen kan. Tijdens de dag is de kerk wel toegankelijk. Als je al rekening moet gaan houden met diefstallen tijdens de diensten, dan is het ver gekomen met de criminaliteit. Volgens Suys gaat het om een vandalenstreek van een niet-gelovige. Je hebt twee groepen mensen: gelovigen en niet-gelovigen. Die twee groepen moeten elkaar respecteren maar wel met rust laten.
De politie in Waregem is op de hoogte van de handtassendiefstal. We hebben voorlopig geen enkele aanwijzing. Het is als zoeken naar een speld in een hooiberg, vertelt Mira-perswoordvoerder Michael Vandenheede. Voorzichtig zijn is zeker de boodschap. Enige tijd geleden had de Lourdesgrot in Sint-Eloois-Vijve al af te rekenen met ongewenste bezoekers en enkele jaren geleden waren er ook vernielingen in de dekenale kerk in Waregem.
"In landelijke gemeenten is nu eenmaal minder controle dan in de steden", klinkt het op het bisdom, dat zo goed als machteloos moet toekijken. "Het enige wat we kunnen doen is elkaar op de hoogte brengen van de feiten", zeggen ook deken Achiel Roets en pastoor Wim Seynaeve van Avelgem.
Is heraangelegde parking Basisschool Vijve nog onveilig ?
VLD-raadslid Delphine Cloet ziet enkele onlogische obstakels aan de recent door het stadsbestruur heraanlegde parking aan de basisschool in Sint-Eloois-Vijve. De heraanleg bestond uit: Een op- en afrit voor de autos en een afgezonderde wandelstrook voor de kinderen. Op het eerste zicht lijkt het resultaat heel efficiënt, doch er zijn aan aantal mankementen? Aldus werd de vraag gesteld tijdens de jongste gemeenteraad.
Het VLD-raadslid schetst stelt daarbij volgende problemen :
1) Wanneer de kinderen of de schoolrij die wandelstrook gebruiken, dan bereiken ze de straat, maar ligt het zebrapad niet op de juiste plaats,
2) Wanneer de kinderen oversteken om naar de bibliotheek te gaan (links), dan moeten ze eerst naar rechts, het zebrapad oversteken, opnieuw naar links. Maar ze dienen over te steken, daar waar de autos de parking oprijden,
3) Wanneer de kinderen van de overkant naar school toe komen, dienen zij over te steken daar waar de autos de parking oprijden.
4) De wandelstrook start/eindigt midden de parking. De kinderen dienen dus nog een eind tussen de autos te laveren.
Op deze manier wordt een zeer onveilige situatie gecreëerd voor de kinderen. Delphine Cloet doet daarom volgende voorstellen. Een degelijke oplossing zou kunnen zijn:
1) een wandelzone langs de oude Delhaize
2) het zebrapad verplaatsen tot recht voor de wandelstrook
Het raadslid vraagt of kan gezorgd worden voor een oplossing om deze onveilige situatie ongedaan te maken, zodat ongelukken in de toekomst kunnen vermeden worden? (fotos ter verduidelijking)
In de stedelijke basisschool van Sint-Eloois-Vijve waren zowel de ouders als de leerkrachten al jaren vragende partij voor een meer veiligere parking voor de kinderen. Op de parking was het steeds een overrompeling van autos bij de aanvang en einde van de schooltijd. Er boden zich een aantal nieuwe mogelijkheden aan met de afbraak van de aanpalende woning.
In zijn antwoord heeft schepen van mobiliteit ondermeer mee dat de situatie is besproken in de verkeerscommissie en de verkeerscel. De ligging van het zebrapad, niet in het verlengde van het aanlooppad van op de parking, een bewuste keuze is om te vermijden dat de voetgangers zonder aandacht onveilig direct de straat zouden oversteken. In veel gevallen is het in dergelijke situaties gebruikelijk dat een versperring wordt aangebracht tussen voetpad en rijweg. Hier geldt de gebruikelijke zone 30 en de wagens die de parking willen oprijden en ook de andere bestuurders moeten voorrang geven aan de voetgangers op het zebrapad.
Uiteindelijk werd de suggestie meegenomen om hier ter hoogte van de wandelstrook de mogelijkheid te voorzien van een hindernis tussen voetpad en rijweg.
Vandaag zaterdag 21 maart 2009 opent de tentoonstelling Emile Claus en het landleven in het Museum voor Schone Kunsten te Gent. Tot zondag 21 juni 2009 staat de kunstenaar uit Sint-Eloois-Vijve (Claus 1849-1924) centraal zowel in Gent als in Deinze. Voor het Museum van Deinze en de Leiestreek, waar heel wat werken van Claus in zijn collectie heeft, was dit de perfecte gelegenheid om de onlangs verworven tekeningen van Emile Claus gedurende dezelfde periode aan het publiek voor te stellen. Emile Claus had reeds zijn retrospectieve in Waregem, waar hij ondermeer actief was aan wat we de voorloper van de huidige tekenacademie kunnen noemen. Rond 1868 volgde de beroemde Vlaamse schilder Emile Claus avondles en gaf later zelf les in de schetsclub van de avondschool, voorloper van huidige Sint-Paulus volwassenenonderwijs aan het VTI Pronkstuk in het museum te Deinze is 'De Bietenoogst'. Als er één kunstenaar is die Deinze wereldfaam bezorgde, dan is het wel Emile Claus. Op artistiek vlak rijst hij als een reus uit boven zijn tijdgenoten en leerlingen. Maar Claus is de meester. 'Drie maanden lang kan iedereen een unieke tentoonstelling bewonderen. Uniek omdat het de enige keer is dat we het volledige oeuvre van Claus dat Deinze in bezit hebben tezelfdertijd wordt getoond. Later zal dat fragmentarisch zijn. Uniek ook omdat het om een complementaire expositie gaat waarbij zowel het Museum voor Schone Kunsten in Gent als wij in Deinze Claus op een speciale manier belichten. In oktober vorig jaar verwierf het museum 102 tekeningen van de hand van Emile Claus, de kunstenaar die zich graag liet inspireren door de Leie, zijn omgeving en het werk op het platteland. Nu worden die voor het eerst voor het grote publiek tentoongesteld.
Het wordt in Deinze geen wandelingetje langs 115 tekeningen, schetsen en voorstudies voor schilderijen uitgevoerd op papier, met potlood, houtskool of sanguine. Nee, ze creëerden daar een gang waarin iedere tekening tot haar recht komt. De tentoonstelling laat Claus volop herleven aan de hand van citaten uit het boek 'Mijn broeder in Vlaanderen' van Cyriel Buysse. Die worden voorgedragen door Gilbert Van Vlaenderen en op de wanden geprojecteerd. In verschillende zalen werden aan het plafond reuzefoto's met beelden van Claus opgehangen.
We maken verder van de gelegenheid gebruik om zijn meesterwerk: de Bietenoogst (3,2 x 4,8 meter) speciaal te belichten. De expositie biedt de mogelijkheid om de 102 tekeningen die we in 2002 konden aankopen uit privé-bezit, samen met de 13 die we reeds in ons bezit hadden, te tonen, zegt museumverantwoordelijke Veerle Van Doorne.
De aanleiding tot het exposeren van de verzameling in Deinze is de tentoonstelling Emile Claus en het landleven in Gent en ook wel het doctoraat over Claus dat curator Johan De Smet onlangs beëindigde. Omdat het meer dan 10 jaar geleden was dat wij in Deinze nog iets rond Claus hadden gedaan, zijn ze mee in de dans gesprongen. Hoeveel werken Claus maakte, is niet direct geweten. Uit bronnen weten we wel dat hij veel werkte en zelfs in de kerk schetste. De Clausroute toont een aantal van die pleisterplaatsen.
In het Museum voor Schone Kunsten te Gent sluit het project Claus aan bij het tentoonstellingsbeleid van het museum. Dat is onder meer gericht op aspecten van de Belgische kunst in de negentiende en twintigste eeuw. Met deze tentoonstelling wordt Claus werk in de ontwikkeling van de Belgische beeldende kunst in de periode 1880-1914 gekaderd. In de complexe historische context van zijn tijd speelde hij weliswaar geen voortrekkersrol, maar was hij al evenmin een meeloper. Claus onderscheidde zich internationaal, en juist dit internationale succes reflecteerde zich in het werk van een uitgebreide groep jonge kunstenaars die in het begin van de twintigste eeuw debuteerden met luministisch werk.
Emile Claus was de belangrijkste vertegenwoordiger van het impressionisme in België. Hij
bewonderde het Franse impressionisme en paste deze stijl toe in de uitbeelding van zijn vertrouwde plattelandsomgeving. Claus werd in zijn tijd op de handen gedragen. Ook vandaag geniet zijn optimistische en zonnige kunst nog steeds een grote populariteit. De tentoonstelling brengt de beste werken van Emile Claus bijeen en belicht de centrale themas in zijn werk: de landarbeider, het werk op het land, het dorpsleven, het leven met de rivier en het zuivere landschap. Zijn werk wordt geconfronteerd met dat van Belgische tijdgenoten zoals Alfred William Finch, Léon Frédéric, Constant Permeke, Constantin Meunier en Théo Van Rysselberghe.
Emile Claus uit Sint-Eloois-Vijve
Claus werd geboren in 1849 als zoon van een winkelier-herbergier in Sint-Eloois-Vijve. Aanvankelijk gaat hij naar de academie van Waregem. Emile Claus groeide op in een eenvoudig milieu en het kostte hem veel moeite om zijn omgeving te overtuigen van zijn artistieke kwaliteiten. Uiteindelijk effende de componist Peter Benoit (1834-1901) Zijn vader was sluiswachter in Sint-Eloois-Vijve - voor hem de weg naar de Antwerpse Academie (1869-1874). Ondanks goede resultaten deed hij niet mee aan de Prijs van Rome, waarna een breuk kwam met directeur de Keyser en hij een zelfstandig artiestenleven begint, waarbij hij in zijn levensonderhoud voorziet door het geven van les, ondermeer in Waregem.
Zijn eerste tentoonstelling vond plaats te Gent in 1874, onder het goedkeurend oog van Nicaise de Keyser (1813-1887), de directeur van de Antwerpse academie, in wiens atelier hij op dat moment werkzaam was. Claus verlengde zijn verblijf in Antwerpen en werd er beïnvloed door kunstenaars van de zgn. grijze Antwerpse school. In deze periode kreeg hij ook officiële opdrachten van de stad. Bij de Antwerpse bourgeoisie ontpopte de kunstenaar zich als een veelgevraagd portretschilder.
Wellicht onder invloed van oriëntalistische doeken van Charles Verlat (1824-1890) ondernam Claus in 1879 een reis naar Spanje, Marokko en Algerije. Aan de Middellandse Zee werd Claus verrast door de heftige koloristische tonaliteiten en de intense lichteffecten op de omgeving. Het tot dan tamelijk sombere, Antwerpse palet verheldert en verlevendigt sterk in de studies en schilderijen uit deze periode. Men mag echter aan deze reis niet te veel belang hechten. Artistiek vervolgde Claus bij zijn terugkeer de weg die hij voorheen was ingeslagen.
Nadat hij in de jaren zeventig en de vroege jaren tachtig vooral bekendheid had verworven in Antwerpse kringen, volgde nationaal en internationaal succes toen hij op het Parijse Salon en het Salon van Antwerpen in 1882Het hanengevecht tentoonstelde. Het gezaghebbende Brusselse tijdschrift L'Art Moderne erkende in hem een groot portrettist, maar duwde hem toch in de conservatieve, Antwerpse hoek. Het doek, aanvankelijk bedoeld als een portrettengalerij van vooraanstaande Waregemse notabelen, werd niet voldoende realistisch bevonden, als had hij te weinig oog voor het barbaarse spel van het hanengevecht.
In de drie jaar volgend op Het hanengevecht toonde Claus zich als een doordacht landschapschilder, een beschouwer van de volle, frissche natuur. De verwondering dat hij die gedachten in het hoofd en die poëzie in het hart had, - dat hij over zoveel kracht van uitvoering beschikte en over zo'n rijk koloriet, lokte bij de critici een bewondering in superlatieven uit. Claus' stukken werden doorgaans als bezielde fotografie gewaardeerd: de schilder werd beschouwd als een zeer talentvol man en bovendien als een natuurdichter van hoge waarde. Van dan af nam hij jaarlijks deel aan de Parijse Salons waar Claus de invloed onderging van de panoramische, in plein-air geschilderde werken van de salonprotagonisten Jules Bastien-Lepage (1848-1884) en diens geestelijke opvolger Léon Lhermitte (1844-1925). Hij verwijderde zich van de afstandelijke portretstudies in de lijn van Alfred Stevens (1823-1906), Jan Verhas (1834-1896) en Edouard Agneessens (1842-1885)-door de kunstkritiek gemeenzaam bevallige kabinetstukjes genoemd - en wierp zich op de natuur.
In 1886 trad Claus in het huwelijk met Charlotte Dufaux, afkomstig uit een vooraanstaande notaris-dynastie uit Waregem en betrok hij definitief een jachtpaviljoen te Astene (dichtbij Deinze), het atelier dat later als Villa Zonneschijn bekend werd. Deze naam vat volgens diens vriend - de belangrijke kunstcriticus en romancier Camille Lemonnier (1844-1913) - het doel van de kunstenaar samen, nl. de intensieve studie van de veranderende impact van het licht op de natuur. De landelijke omgeving en het wijdse vergezicht op de Leie inspireren tot doeken als De Oude tuinman, De pick-nick (Brussel, Koninklijke Verzameling) en Vlaswieden in Vlaanderen (Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten). Zijn voorkeur gaat uit naar grootse composities, waarin op een natuurgetrouwe, wetenschappelijk-punctuele wijze en met een soms lichte maatschappijkritische ondertoon, landelijke figuren in helder licht verschijnen.
In 1911 peilde Karel van de Woestijne (1878-1929) naar de mens achter de kunstenaar Claus en typeert hem als volgt: Die vervoering, dat teeken van eeuwige jeugd, van eeuwige verkorenheid, en tevens de macht er steeds het juiste beeld voor te vinden in eene dichte nabijheid; - dat ontroerd-vermogente-zijn, en het voor zich en anderen en iedereen te mogen erkennen in de praktische werkelijkheid van een landschap, en het daarna in zulke waarheid te kunnen nabeelden dat ieder er 's kunstenaars vervoering in erkent als ware 't zijne eigene: het is heel Claus' kunst.
Men beschouwt Claus als de leider van het Belgisch luminisme. In 1904 stichtte hij de Kring Vie et Lumière. Volgens Ensor is Claus de geniale kerel die "de zon op flessen trok". Emile CLAUS reisde in maart 1907 aan boord van de Oceanic naar de U.S.A. In Pittsburgh was hij jurylid van de Carnegie-wedstrijd. Tijdens de 1ste wereldoorlog vertoeft hij in Londen in ballingschap. Tijdens deze periode brengt hij indrukwekkende riviergezichten van de Theems voort die bekend staan als de weerspiegelingen op de Theems.
Tijdens zijn leven kende hij, in tegenstelling tot menig ander schilder, een zeer groot succes. Niet alleen zijn werk doch ook zijn zeer innemende levensstijl en voorkomen droegen daartoe bij. Emile Claus had ook zijn volgelingen: Joris Buysse in Gent, Jozef Adriaan Heymans in Dendermonde, Alfons Proost in Antwerpen, Georges Lemmen en Georges Morren in Brussel. Hun schilderen kenmerkt zich door het schilderen in openlucht en het aanbrengen van zeer lumineuze helder oranje partijen en purperen schaduwen. Rurale onderwerpen zijn uiteraard legio. In het Latemse zelf heeft hij ook wel een duidelijke invloed uitgeoefend vooral op sommige van de latere schilders. De invloed is vooral zichtbaar bij Jenny Montigny, ook andere vrouwen zoals Gabrielle della Faille en Anna De Weert volgden zijn sporen. Onder de mannen waren de meest overtuigde volgelingen o.m. Van Loo, Octaaf Malfait, Modest Huys, Sys en Dessenis.
In april 2008 kocht het Museum van Deinze en de Leiestreek 102 tekeningen van de hand van Emile Claus, de kunstenaar die zich graag liet inspireren door de Leie, zijn omgeving en het werk op het platteland.
Emile Claus is in het museum niet alleen sterk vertegenwoordigd met het monumentale werk De Bietenoogst, maar ook met verschillende andere typisch impressionistische schilderijen. Samen met de tekeningen die het museum reeds bezat, ontstond dankzij de recente aankoop een unieke verzameling die een allesomvattend overzicht geeft van het grafische werk van Claus. De tentoonstelling "Emile Claus en het landleven in België" die van 21 maart tot 21 juni 2009 in het Museum voor Schone Kunsten Gent te zien zal zijn, betekende voor het Museum van Deinze en de Leiestreek de perfecte gelegenheid om de tekeningen gedurende dezelfde periode aan het publiek te presenteren.
Terwijl in het MSK Gent de schilderijen en Belgische tijdgenoten van Emile Claus aan bod komen, spitst het Museum van Deinze en de Leiestreek zich toe op deze eigen collectie tekeningen van de belangrijkste vertegenwoordiger van het Belgische impressionisme. Met een totaal van 114 werken in potlood, houtskool, sanguine of inkt op papier toont de expositie een gevarieerd geheel van schetsen, voorstudies en afgewerkte tekeningen. Daarbij komen de verschillende thema's en periodes uit het oeuvre van Claus duidelijk aan bod: zijn vorming tijdens zijn verblijf te Antwerpen, zijn fascinatie voor het werk op het platteland, maar ook zijn talent voor het weergeven van karaktereigenschappen in portretten. We trekken mee met Claus tijdens zijn reizen naar Algerije, Marokko, Italië, Londen en Frankrijk. De tekeningen tonen ons niet alleen de voorliefdes van deze luminist, maar door de manier waarop de tentoonstelling is opgebouwd, maken we ook kennis met de persoon achter de beroemde sc hilder.
In samenwerking met het MSK Gent zijn er combiticketten beschikbaar en groepsevenementen mogelijk. Naar aanleiding van de tentoonstelling wordt er een aparte catalogus van de tekeningen gepubliceerd.
PRAKTISCHE INFORMATIE: Van 20 maart tot 21 juni 2009
. Museum van Deinze en de Leiestreek Lucien Matthyslaan 3-5, 9800 Deinze Tel: 09/381.96.70 - Fax: 09/381.96.79 Website : www.museumdeinze.be E-mail: museum@deinze.be Toegangsprijzen : ? 4,00 Individuele bezoeker ? 2,50 Groepen, +3-pas, C.J.P, museumkaart, lerarenkaart Gratis Jongeren t/m 16 jaar, ICOM, journalisten Openingsuren : weekdagen van 13.30 u tot 17.30 u zaterdag, zon- & feestdagen van 10 tot 12 u en van 14 tot 17 u maandag gesloten. Groepen met gids kunnen na afspraak ook in de voormiddag de tentoonstelling bezoeken.
Op woensdag 29 april wordt er een creatief kinderatelier georganiseerd waarbij kinderen zich laten inspireren door de tekeningen en schetsen van Emile Claus en vervolgens zelf aan de slag kunnen.
In St.-Eloois-Vijve is tijdens de nacht van vrijdag op zaterdag grote ravage aangericht aan de Lourdesgrot. Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw, dat er al meer dan 100 jaar staat, werd uit de nis gehaald en volledig vernield. Kaarsen werden gekraakt, kandelaars omvergegooid, danksteentjes stuk geslagen ... Ook het beeldje van de kleine Bernadette moest er aan geloven. Twee maanden geleden werd op diezelfde plek een brandblusapparaat in de grot leeggespoten.
Het zijn pijnlijke en onbegrijpelijke gebeurtenissen voor de parochiegemeenschap van St.-Eloois-Vijve. Pastoor Patrick Leenknecht: "De Lourdesgrot is een klein bedevaartsoord waar dagelijks heel wat mensen verwijlen bij Onze-Lieve-Vrouw. Zinloos en respectloos vandalisme heeft helaas dit mooie plekje bevuild. Is er iemand of zijn er meerderen die op ronde zijn om vernieling te zaaien aan grotjes en kapelletjes? We vernemen immers van mensen dat in de streek ook aan kleine kapelletjes aan huizen onlangs schade werd toegebracht."
De nog altijd drukbezochte Lourdesgrot is gelegen in de Grottelaan in een prachtig natuurkader. Een gedenksteen naast de nis met het Onze-Lieve-Vrouwbeeld herinnert eraan dat juffrouw Ursula Vandenbroeke de rots liet bouwen in 1895. Voor de bouw van de grot werden rotsblokken aangevoerd uit de Pyreneeën in de streek van Lourdes. Om de grot van verval te redden werden zowat twintig jaar geleden geslaagde restauratiewerken uitgevoerd, waardoor Sint-Eloois-Vijve mag bogen op één van de mooiste en stemmigste mariale bidplaatsen uit de streek.
Veel informatie over de Lourdesgrot in Sint-Eloois-Vijve vinden we in het blog Vijvenaarke van Maurice, waarnaar we een link hebben bij onze favorieten in de rechterkolom van dit stadsblog. De Lourdesgrot van Sint-Eloois-Vijve is het levenswerk van Ursula Vandenbroucke en Maurice De Jonckere.Laatstgenoemde was kerkbaljuw, kerststalbouwer, dorpsfilosoof en duivel-doet-al. Hij ontfermde zich later over de Lourdesgrot.
Aanleiding voor de bouw van de Lourdesgrot was de wonderlijke genezing van de doofstomme Maria Vercruysse, na een bedevaart met juffrouw Ursula Vandenbroucke naar Lourdes. Met eigen centen en met de hulp van hoeveknecht Jules Waelkens en de landslieden van schoonbroer Leo Ide liet zij, waar nu de lindendreef van ' Vluchens hof ' eindigt, boven de bij de vlassers welbekende, aldaar opborrelende waterbron een immens grote grot bouwen. Voorwaar, een bijzonder goed geslaagde en natuurgtrouwe kopie van de grot van Massabiele. Drie wagons rotsblokken, waarvan sommige meer dan 200 kg wegen, werden uit de Pyreneeën per spoor naar het station van Waregem gevoerd en vandaar met paard en kar Vijvewaarts gereden.
De moeilijkheden waren legio : ' architecte ' Ursula moest zich behelpen met een afbeelding, de grond was bijzoder drassig, de stenen immers zwaar en als bindmiddel was er slechts Doornikse kalk en roggemeel en - aldus de legende - het zweed van juffrouw Ursula en de arbeiders. Het was een titanenwerk, dat maanden in beslag nam en langniet door iedereen met bewondering werd gadegeslagen, zoals blijkt uit een socialistisch geinspireerd krantenartikel van ' Vooruit ' gedateerd op 13.07.1896, dat onder de titel Vijve St - St-Eloi. ook een Lourdes bijzonder venijnig uit de hoek kwam. We willen hier waarschuwen voor de eigentijdse subjectieve berichtgeving van de dagbladen uit die tijd
"Wat geluk voor onze arme inwoners, zij zullen weldra van den honger verlost zijn, de pachten zullen gaan verminderen, de loonen gaan vermeerderen, het geluk lacht al wat arm is in Vijve St-Eloi tegen. Ge gelooft het niet maar wij gaan hier een Lourdes krijgen, zoals in Oostakker en daar ook is de armoede een ongekend iets tenminste voor diegene die door dit middel de lichtgeloovige allerhande offers kunnen afzetten. En dit alles hebben wij te danken aan eene vrouw Ursula. Voor zoo eene verstandige daad verdient zij gedekoreerd te worden".
Jaren later werd aan de grot een arduinen plaat gemetseld met de inscriptie : "Wees indachtig de ziel van juffrouw Ursula Vandenbroucke, overleden te Vyve St - Elooi den 6 januari 1901 in de ouderdom van 56 jaren, die deze rots stichtte in het jaar 1895". Met de jaren echter begon de tand des tijds aan de grot te knagen tot de kajotters in de loop van het jaar 1934 voor een eerste opknapbeurt zorgden. In 1966 pakte Maurice De Jonckere zelf de definitieve restauratie aan. Zeven kubieke meter beton werd gegoten ter versterking van de rots. Draineerbuizen leiden voortaan het overtollige water af naar de aangrenzende vijver. Voor de grot werd een geplaveide en feeëriek verlichte esplanade aangelegd. En telkens weer sprokkelde Maurice de nodige fondsen en handen bijeen om het bedevaartsoord te verfraaien tot wat het vandaag is : een oase van stilte en rust die de talrijke bedevaarders uitnodigt tot een vroom gebed.
In de zomermaanden juli en augustus kun je naar hartelust meevaren tijdens de zomerboottochten op de Leie. De rode draad in het verhaal is de Leie, die de Leiestreek verbindt. Daarnaast kun je aan Vlaamse kant ook op ontdekking op de Schelde, het kanaal Roeselare-Leie en het kanaal Kortrijk- Bossuit. Wat kun je verwachten van een boottocht? In de eerste plaats bieden we je een unieke kans om de Leiestreek anders dan anders te bekijken. Je zult merken dat het uitzicht van op de boot zelf vertrouwde steden en dorpen in een verrassend nieuw perspectief plaatst. Tijdens het varen kun je steeds genieten van een hapje of een drankje, en op de plaats van bestemming zorgen we ook nog voor een interessante uitstap, namelijk een begeleid bezoek aan een museum, stokerij of stad, een wandeling, een fietstocht... Uiteraard kun je ook op eigen houtje iets ondernemen. Volgende boottochten zijn met vertrek aan de jachthaven in St-Eloois-Vijve gepland voor 2009.
Klik op de foto en u vindt er alle informatie over de boottochten op de "Leie", ook van deze die vertrekken van uit de jachthaven te St-Eloois-Vijve.
Nieuwe pastoor voor St-Eloois-Vijve en Federatie Waregem-Leiekant
Pastoor Patrick Leenknecht is geboren te Tielt op 23-01-1964 en werd priester gewijd op 08-07-1990. Na zijn wijding was hij eerst leraar aan het St-Jozefscollege te Izegem, daarna medepastoor te St-Eloois-Winkel. We heten hem hartelijk welkom en wensen hem een gezegend apostolaat waarbij hij vreugde mag beleven als pastoor-moderator van Waregem-leikant.
Luc Cappon heeft met zijn boek het wegelingsken een verdienstelijke poging gedaan om het Vijve van na WO II onder ogen te brengen en te bewaren wat volgens hem waardevol is en blijft. Hij contrasteert in zijn bundel ook op een treffende manier dit verleden met het heden. Zelf blijft hij bescheiden over de opdracht, die hij zichzelf heeft gesteld. Voor wie verlangend en hoopvol uitkijkt naar een wetenschappelijk verantwoorde historiek van Vijve 1941-1953 meent hij dat hij deze verwachtingen niet kan invullen. Een historisch verhaal opbouwen dat de strenge regels van de geschiedschrijving, bronnenonderzoek en ordening kan doorstaan, is geschoolde academici voorbehouden.
We blijven het echter een verdienstelijke poging noemen om het Sint-Eloois-Vijve van uit zijn jeugdjaren te schetsen. We denken dat het werk van Luc Cappon minstens zijn heemkundige waarde zal blijven hebben en ook zal kunnen gewaardeerd worden bij plaatselijke historici. Het moet ook een aanmoediging zijn voor anderen om hun jeugdherinneringen aan een gewijzigd dorpsleven in een neergeschreven tekst te vertellen en zodoende te bewaren voor het nageslacht.
Niemand keert in de moederschoot terug,
Wel naar het dorp van zijn jeugd !
Luc Cappon heeft in zijn boek een vijftiental opstellen gebundeld. Deze kunnen een reëel beeld ophangen van wat het dagdagelijkse leven in een dorp als het naoorlogse Sint-Eloois-Vijve was. Het kan trouwens een spiegelbeeld bieden voor de meeste dorpjes van toen. Luc acht zich gelukkig en tevreden met zijn resultaat en hoopt dat de lezer zich daarin kan terugvinden.
De titel Het Wegelingsken is ook het eerste opstel in het boek. Daarna volgen :
15 november 1941 het stond in de krant
de lochting
boeken, boekjes, de boekerij
spelling in het spel
De Uilenspiegels
Hoger Op
Godsdienstig leven in Vlaanderen en Vijve
Religie in de tijd van toen
Paus en Pastoors
Verliefd, verloofd, getrouwd
Vijve, dorp van en aan de Leie
Politiek schouwspel in het Vijve onzer jeugd: 1947-1953
Collaboratie, repressie, koningskwestie,
Vijfse figuren
Bibliografie
Een vlokje heimwee
Een schalks knipoogje
Een spat cynisme
Een volle traan
Blij en dankbaar om hetgeen wij van Vijve en de Vijvenaren meekregen.
En:
We geven mekaar de vijve,
Want van tiene negen is t elve en dan te late,
En is t op een twee drie over en out !
Tot weerziens! Misschien?
Heel genegen.
Luc
Mijn bijzondere dank aan Bernard Delanghe van wie ik de toestemming heb gekregen dit bericht over te nemen van zijn webblog "Wareber 2"
Ivo Jozef Lambrecht is op 3 april 1913 in St-Eloois-Vijve geboren in een werkersgezin als zevende van negen kinderen . Vader Aimé Arthur Lambrecht ° St-Eloois-Vijve 1874 + St-Eloois-Vijve 1957 en Moeder Emma Vanhoutte ° Olsene 1875 + St-Eloois-Vijve 1941, de negen kinderen waren Laura (1900), Bertha (1902), Magdalena (1903), Maria (1905), Alice (1907), Godelieve (1911), Ivo Jozef (1913), Jules 1914 en Elisabeth (1918). Als jonge arbeider komt hij vrij vlug en overtuigend in de ban van Cardijns ideeën en van de K.A.J organisatie. Zijn sociale taak verplaatst hem in 1935 naar Kortrijk waar hij arrondissementeel K.A.J. propagandist wordt. In 1939 wordt hij secretaris van het A.C.W. Kortrijk-stad. Vanaf 1950 vangt een politieke loopbaan aan: hij wordt schepen van openbare werken (tot 1953) en van burgerlijke stand en bevolking (1953-1958). Van 1959 tot eind 1982 zal hij het burgemeestersambt van de stad Kortrijk waarnemen.
1. De Leiegalm Eerst bestond te Vijve de koormaatschappij " de Leiegalm ", die zingend door de straten trok. Na haar teleurgang ontstond in de jaren 1907-1908 het Hageroosje.
2. Het Hageroosje ( 1907-1908 ) Aan het hoofd daarvan stonden : als voorzitter : Jules Boulez als ondervoorzitter : Raoul Boulez schrijver : Achille Ducatteeuw schatbewaarder : Arthur Tieberghien commissieleden : Achille Demeyere, Remi Ducatteeuw en Maurice Verschelde. Het vergaderlokaal van deze toneelmaatschappij, gesticht op 18-01-1908, was het gemeentehuis. Elk lid moest de eerste zondag van iedere maand 20 ct. betalen en afwezigheid stond gelijk met een boete van 25 centiem. Naar aanleiding van wereldoorlog I stierf 't Hageroosje een zachte dood...
3. In de jaren 1920-1930 bestond er er een toneelgezelfschap van dames, dat nauw samenwerkte met de retraitebond ( Boerinnenjeugd ) " Onder Moeders Paraplu " schijnt een succsesopvoering van de groep geweest te zijn.
4. In de jaren 1930 waren de studenten, de KAJ-ers en de KWB-ers actieve toneelbeoefenaars. Tot in de eerste oorlogsjaren 1941-1942 werd er toneel gespeeld.
5. Het is uit deze ouder wordende toneelamateurs dat in 1946 de Toneelkring: De Uilenspiegels ontstond.
Deze groep voerde in deze 18 jaar niet minder dan 35 titels op. Soms bestond de groep uit ongeveer 85 personen, zodat heel wat Vijfse families van dicht bij de activiteiten van "de UILS " betrokken waren. De groep kende grote succsessen. Zo woonden in 1949 niet minder dan 700 personen de opvoering van " JUDAS " van Verschaeve bij. Er werd ook op verplaatsing gespeeld: te St-Baafs-Vijve, Moen, Avelgem en Kortrijk. de " STERRE " van Felix timmermans op kerstdag 1952 was een ander topnummer.
In 1952 kwamen de eerste vrouwen de groep vervoegen. In de periode 1957-1959-1961 beleefden de UILENSPIEGELS wellicht hun hoogtepunt met de opvoeringen van : Robbedoes - Patsy - De Wtte Non - Schorpioen en Millioenen - de klucht van de Brave moordenaar - Mevrouw Pilatus en het Dorp Der Mirakelen.
Allerlei oorzaken brachten mee dat na dit hoogtepunt de toneelkring de UILENSPIEGELS ter ziele ging...
Historiek fanfare " HOGER OP " ST-ELOOIS-VIJVE °1923
Tussen twee wereldoorlogen in een fanfare oprichten, getuigde van moed,vooral omdat grote buur Waregem reeds meerdere jaren een succsesvolle harmonie kende. Toch bleven enkele koppige Vijvenaren er rotsvast van oververtuigd dat een "muziek" ook voor de inwoners van St-Eloois-Vijve een noodzaak was. Fonske De Jaeghere, sasmeester Timperman, Arthur Haudhuyze, Jozef Vandevelde, Maurits Dejonckere en Leon Deceuninck waren rotsvast overtuigd dat de ondernaming moest slagen en richtten wekelijkse repetities in. Meester Ducatteeuw hanteerde de dirigeerstok en het eerste publieke optreden in de plaatselijke processie in 1923 was meteen een schot in de roos. De fanfare was geboren en groeide gestaag aan, vooral door toedoen van Fonske Dejaeghere, de eerste voorzitter. Na 25 jaar gaf hij de fakkel en een bloeiende fanfare door aan zijn opvolger André Deley. Die leidde met vaste hand de groep om 17 jaar later opgevolgd te worden door meester Deblock, de duivel-doet-al voor de Vijvse fanfare. In 1948 kreeg de fanfare haar "koniklijke" titel en werd voor iedere muziekant een uniform voorzien. In die jaren groeide het ledenaantal en de fanfare promoveerde naar eerste afdeling. Er was een kameraadschappelijke sfeer en iedere uitdtap werd een "kermis". Zelfs een Tiroler orkest onder de leiding van Laurent Deley werd opgericht. Frans Amez was een tijdlang voorzitter en uiteindelijk komen we terecht bij Roger Debels, de huidige voorzitter en dit reeds meer dan 30 jaar. De jaren '60, ooit de gouden jaren genoemd, bleken ook voor de fanfare een gouden tijd. Onder impuls van showmeester Adrien Hofman werd een majorettencorps opgericht. Die verstond de knepen van het vak en algauw werd ieder wandelconcert met voorop 32 majorettes een streling voor het oog. Het absolute hoogtepunt kende de fanfare tijdens haar optreden op de Heizel in 1974, bij de bekerfinale voetbal tussen Waregem en Tongeren. Twee bussen werden ingelegd om de 32 majorettes, 12 trommelaars en 54 blazers naar dit optreden te brengen. Na een hoogtepunt komt een terugval, daar ontsnapte ook de Vijfse fanfare niet aan. Met de huidige dirigent, Luc Dumolin, werd de jeugd aangesproken. De wekelijkse repetities worden trouw bijgewoond en er zijn heel wat uitstappen. Voor de wandelconcerten binnen de stad Waregem wordt er steevast op de fanfare beroep gedaan. Ook de jaarlijkse concerten kennen een trouw publiek dat de vlotte en aangename muziek weet waarderen. Na 83 jaar willen we nog steeds "HOGER OP".
Uit het " het Orgelpunt" het eerste tijdschrift van de fanfare jaargang.1 - Nr. 1 (17-04-2006) Tekst Patrick Devos , secretaris
Historiek 1923: * Fonske Dejaegere (voorzitter), sasmeester Timperman, A.Haudhuyze, J. Vandevelde, M. Dejonckere, L. Deuninck, Parmentier en Deconinck brachten de muziekwagen aan het rollen. * Oorspronkelijke naam : Leiegalm. * Chef : meester Ducateeuw. Leden : gewone mensen die 100 frank 'aansluitingspremie' betaalden. * lokaal : 'Gemeentehuis', bij A.Haudhuyze. * Eerste vaandel : een leeuwenvlag. * premiere : processie van 1923.
1923: Kinderjaren achter de rug: met de nieuwe kepi op, 2de prijs in de prijskamp in Waregem. Als beloning een pleziertocht naar Tiegem ! 1945 : Lokaal overgebracht naar café: 'het pavilioen' (nu Posterijstraat 16). 1946 : G. Devos starte met een tamboerkorps. 1947 : Meester De Block wordt muzikale leider. 1948 : 'Koninklijke' fanfare Hoger Op kregen hun eerste kostuum (uit de legerstok te Tielt) en behaalden meteen een plaats in de 3de afdeling. 1949 : Ongeëvenaard record: 34 uitstappen (optochten) ! A. Deley wordt de nieuwe voorzitter. 1954 : De heer Silence (Harelbeke) leidde 'in alle stilte' de repetites. 1958 : Met klank over naar de 2de afdeling. 1961 : 1ste afdeling ! - Een heus Tirolerorkest wordt opgericht. 1966 : A.Hoffman doet de majoretten hun beste beentje voorzetten. Meester De Block aan het roer. 1971 : Huidige voorzitter R. Debels neemt de taak van de betreurde G. De Block over. 1973 : De leden krijgen een nieuw pak. 1974 : Optreden op de Heizel tijdens de finale van de Beker van Belgie tussen S.V. Waregem en Tongeren. ?????????? tot 2006
Boegbeelden van : "Hoger Op" Alfons Dejaegere : Grondlegger en eerste voorzitter. Wierf de eerste leden aan, de eerste vergadering ging bij hem thuis door en op 't eind werd de eerste deun zo hard geblazen dat M. Dejonckere spoorslags kwam aanlopen en medestichter werd.
Maurits Dejonckere : Was de duivel-doet-al, bracht de eerste twee leden aan (2 trommelaars die reeds jaren de processie begeleidden).
Gilbert De Block : stond bij de wieg van "Hoger Op". Jarenlang onvervangbare dirigent en voorzitter. Stichtte de muziekschool te St-Eloois-Vijve als voedingsbodem voor de fanfare.
Georges Devos : meer dan 60 jaar muzikant - jarenlang enige trommelaar - grote animator bij het oprichten van het majorettenkorps - jarenlang de minister van financiën van de vereniging.
Robert Parmentier - Roger verschelde en Maurits Verschelde: gouden muziekanten (meer dan 50 jaar lid ).
Adrien Hoffman : bezieler stichter en lesgever van de Vijfse majoretten - eerste publiek optreden te Zwevegem. Fleurige rood-witte regenschermen werden toen geschonken door de meter van de majoretten Mevr. Hoffman-Viaene.
Publiciteitslied : zangwijze : ' och was ik maar ' tekst : A. Archie
Als 't muziek van Vijve, door het dorp marcheert, Is 't alsof een stukje vreugde in ons wederkeert, Want een vrolijk deuntje klinkt er door de lucht, Daarvoor, slaan uw zorgen allemaal weer op de vlucht.
Refrein: Hoort gij op straat, 't muziek van Vijve spelen, dan komt gij lachend in uw deurke staan, een flinke mars kan niemand niet vervelen, ge zoudt direct, direct aan 't dansen gaan. En dan hoort gij er die trompetten en de zang van klarinetten, en die reuze bomdardon. Die kleine trommels, die saxofoon. hoort gij op straat, 't muziek van Vijve spelen, dan zegt u ja, dat doet hun niemand na !
Het Huidig Bestuur :
Ere Voorzitter De Hr. de Schietere de Lophem D. Voorzitter De Hr. Debels Roger. Bestuurder De Hr. Amez D. Secretaris De Hr. Devos Patrick Dirigent De Hr. Luc Dumoulin.
- Geboren te Harelbeke in de Marktstraat (weg naar Kortrijk, komende uit de richting St-Eloois-Vijve links voorbij het stadhuis / nu samen met aanpalende woning "Museum Peter Benoit") De oudste van een gezin van negen kinderen. hij kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader, Petrus-Jacobus Benoit senior, die een tijdlang onderwijzer was en die later sluismeester werd te St-Eloois-Vijve.
- Peter Benoit was dus lang geen onbekende in Vijve. Zijn ouders Petrus-Jacobus en Rosalie Monie woonden hier tussen 1863 en 1875 en zijn te Wijnegem gestorven. Zijn grootvader Bernard Monie overleed te Vijve op 04-12-1866, zijn broer Edmond op 19-02-1867. Zijn zuster Octavie verliet onze gemeente in 1873 om in te treden in het klooster te Klemskerke. En vergeten we niet dat Pieter Benoit, één van de rechtstreekse voorvaderen van de musicus hier te Vijve schepen was in 1603.
- Peter zelf begon zijn oratorium "De Oorlog" eind 1870 in het huis van zijn vader te componeren onder invloed van de Frans-Duitse oorlog. In onze dorpskerk speelde hij vaak op het orgel en in 1885 schreef hij in zijn "Vlaamse Brieven " o.m " Het sashuis van Vijve dat mijn vader als sluismeester-ontvanger gedurende ettelijke jaren bewoonde, is het aantrekkelijkste en het schoonste aller Leiesashuizen..."
Danbaar aandenken aan mijn GOUDEN PRIESTERJUBILEUM
Zevenkerken '48 Sint-Eloois-Vijve '98
Magnificat ! Mijn hart prijst hoog de Heer. Van vreugde juicht mijn geest om God mijn redder, want hij heeft welwillend neergezien op de geringheid van zijn dienaar. Hij heeft mij tot zijn priester uitverkoren en heilig is zijn Naam. Dank Heer, voor het goede dat ik mocht doen. Vergeef mij waar ik tekort ben gekomen. Maria, moeder van de kerk, aan U heb ik mijn priesterschap te danken. Mijn hart en mijn leven zijn aan U toegewijd. Zegen allen die goed zijn geweest voor mij en allen die aan mijn zorgen werden toevertrouwd. Neem mijn dierbare overledenen op in de hemelse vreugde. Maria, moeder van de priesters, bid voor ons
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Een vergissing is geen nederlaag waneer ze uw horizon verijkt.
Het sperma van de auto doodt de eicel van de natuur.
De groene struiken langs de autostrade zijn als siernagels van een doodskist.
Verdronken in het bier, is het verstand aan de zatte kant.
Wanneer zal men eens ophouden met de eerlijke uit te zuigen en de uitzuigers te verheerlijken.
Maryflor
DE VIJVEROEVER
Roerloos, rimpeloos bij morgenrust zie ik tussenwaters, glibberig glimmend, staartsturend, zachtjes klimmend gaan naar boven. Hap... wat zuurstof !... of is't om god te loven !... Kwak,... een halve draai, en dan rustig zwemt de karper tussenwaters, achterlatend rimpelende cirkels uitdeinend op de vijveroever, tot weer alles wordt, roerloos, rimpeloos bij morgenrust
Maryflor
DE DIENAAR
O mocht ik maar u dienaar zijn o muze van de geest. 'k Zou alles kunnen zien wat altijd zuiver is geweest wat niet is opgebruikt of weggeconsumeerd. De Zon, de Maan, de Sterren. De morgenstond met rode zon en 't mistig front dat lavend denkt het nijgend gouden graan, de malse grond. De noenstond met felle zon haar korte schaduw in het mulle zand, de kleine speelse liefdesvrucht aan vaders hand, de tederheid van vrouw en man hun vaste ondergrond. De avondstond met groet der koperen maan en aan bezinning toe want mens en de natuur zijn moe, de rust die wacht op 't slapen gaan in zachte sterrennacht en ik,... O mocht ik maar uw dienaar zijn.
Maryflor
GLITTERGLANS
Zeg sterre daar zo verre, hebt gij een ziel vanbinnen zodat gij God kunt minnen. Of is u zijn maar schijn, uw blinken, opgeblonken faam en ijdelheid u naam ?
Maryflor
Avond
Om mijn weemoed te genezen heb ik voor het slapengaan 'de twee wezen' eens herlezen, helemaal, van voor af aan.
Droevig heb ik zitten huilen om hun beider droevig hert, alhoewel ik goed besefte dat the end toch happy werdt.
Toen het uit was heb ik zachtjes mijn gebeden opgezegd, vlug een Vlaamse Leeuw verwekt en mij maar naast mijn vrouw gelegd.
Terwijl ik borstel mijn knabbelgarnituur en de resten van het maalwerk spuw en spoel met zacht gevoel, nog even mijn smaaklap laat glijden over de witte toetsen, luister ik de morgenmoeheid weg in een bolero. dag mooie dag... dag Ravel
Maryflor
DE OUDE BOOM?...OF DE EENZAAMHEID
Hij droomt, de sterke, stoere boom zijn domme oude dwaze droom te praten ooit bij dag en dauw met 't oude, scheve schuurgebouw. Hij fluisterd, loom en lisp'lend stil dan fel en warm, of ijzig kil in weer en wind en wiegend nijgen, maar d'oude schure,... zij blijft zwijgen. hij waait en wiegt en wuift wijl boven 't wolkendek verschuift, al schudt hij stam en tak en loof de oude schure,... zij blijft doof. Hij hoopt, de stramme oude boom, dat op een dag en zonder schroom de schure hem kan antwoord geven, want hoop en droom doet eeuwig leven.
't Is goed in 't eigen hert te kijken Nog even voor het slapengaan Of ik van dageraad tot avond Geen enkel hert heb zeer gedaan;
Of ik geen ogen heb doen schreien, Geen weemoed op een wezen lei; Of ik aan liefdeloze mensen Een woordeke van liefde zei.
En vind ik, in het huis mijns herten, Dat ik één droefenis genas, Dat ik mijn armen heb gewonden Rondom één hoofd, dat eenzaam was...;
Dan voel ik, op mijn jonge lippen, Die goedheid lijk een avond- zoen... ... 't Is goed in 't eigen hert te kijken en zo z'n ogen toe te doen.
Alice Nahon
Zuster Immaculata die al vier en dertig jaar verlamde oude mensen wast, in bed verschoont, en eten voert, zal nooit haar naam vermeld zien. Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij vóór dit, of tegen dat is, het verkeer verspert, ziet 's avonds reeds zijn smoel op de tee vee. Toch goed dat er een God is.
Gerard Reve
De aarde bloedt
De aarde bloedt een grote wond geslagen door haat en angst
volken huilen worden gemarteld uitgemoord kinderen vertrapt
Hoe lang nog en waarom al dat leed die zwarte tranen?
Ina Emmink
Zinloos al dat geweld
Overal liggen lichamen die wachten op een graf omgekomen voor de vrede. Straks ligt hij op een veld dat vol staat met graven allemaal hebben zij hun leven zoals velen voor hen dat deden
Velden vol met littekens elk kruis heeft zijn eigen verdriet één schot maakt een eind aan zijn leven één schot, meer waren het niet.
Velden vol met herinneringen waarvan al velen zijn vervaagd en anderen weer diep weggestopt maar onverwachts komt het weer naar boven.
Velden vol met pijn woede, angst en agressie ongeloof, boosheid en haatgevoelens over zoveel verspilde levens.
Velden vol met stilte omdat woorden tekort schieten daar worden minuten uren en maanden vergaan tot jaren. Velden vol met gedachten aan hen die daar liggen die in blind vertrouwen ons land wilde verdedigen.
Een wereld vol met monumenten die ons herinneren aan al die oorlogen gevoerd om vrede te bereiken. Ik vouw mijn handen en bidt tot God maak alstublieft een einde aan al die momenten van zinloos geweld!
Klaas van Eijbergen
Een oud vrouwtje op haar knieën ziet vaak verder dan een theoloog op zijn tenen.
Gebeden veranderen de wereld niet, maar ze veranderen mensen en mensen veranderen de wereld.
Schweizer
Alleen de woorden die we samen
Alleen de woorden die we samen vinden, zijn verstaanbaar. Alleen de weg die we samen gaan, heeft een doel. Alleen het doel dat we samen delen, is bereikbaar. Alleen de vrede die we samen maken, wordt wereldwijd.